Eerlijkheid en eerlijke verdiensten

Terug naar inhoud

Eerlijkheid


Een belangrijke eigenschap van ieder oprecht persoon. Eerlijkheid in woord en daad, in handel en wandel. Een eigenschap die maakt dat we als mensen op elkaar kunnen vertrouwen.


“Geef de volle maat en behoor niet tot degenen die verminderen. En weeg met een betrouwbare schaal. En doe de mensen niet tekort in wat hen toekomt.” (Koran 26:181-183)


In de Bijbel lezen we hierover: “Die gestolen heeft, stele niet meer, maar arbeide liever, werkende dat goed is met de handen, opdat hij hebbe mede te delen dengene, die nood heeft.” (Efeziërs 4:28)


En in Hindoe geschriften: “Wees zo eerlijk als de hemel in het behartigen van je belangen.” (Taittiriya Upanishad 1.11.1)


Eerlijke verdiensten


Vertrouwen, geduld, rechtvaardigheid en waarheidslievendheid leiden ons tot eerlijk verdienen van ons brood. Als iemand dit door oneerlijke middelen probeert te bereiken, dan zal hij ontelbare goede eigenschappen verliezen. Ook zullen steeds meer mensen hun vertrouwen in ons verliezen, als ze merken dat we op oneerlijke wijze handelen.

De Koran legt heel veel nadruk op eerlijkheid:


“En verteer niet onderling op oneerlijke wijze jullie bezittingen, en probeer je hiermee ook geen toegang te verschaffen tot de rechters, opdat jullie een deel van de bezittingen van de mensen onrechtmatig verteren, terwijl jullie (dit) weten” (2:188).


“O jullie die geloven, verteer jullie bezittingen niet onder elkaar met illegale methoden, maar alleen in handel met wederzijdse goedkeuring. En dood je eigen mensen niet. Waarlijk is Allah immer Barmhartig voor jullie” (4:29-30).


"Wee de bedriegers! Die, wanneer zij (hun aandeel) van de mensen afmeten, het volledig nemen, maar wanneer zij iets afmeten voor anderen of (iets) voor hen afwegen, dan geven zij minder dan (de ander) toekomt” (83:1-3).


De Profeet Mohammed (vzmh) zei eens: “De eerlijke zakenman wordt de beloning der profeten deelachtig.”


Ook in andere religieuze geschriften wordt het belang van eerlijkheid benadrukt:


Bijbel: “Die gestolen heeft, stele niet meer, maar arbeide liever, werkende dat goed is met de handen, opdat hij hebbe mede te delen dengene, die nood heeft.” (Efeziërs 4:28)


Hindoe geschriften: “Laat uw gedrag worden gekenmerkt door waarachtigheid in woord, daad en gedachte.” (Taittiriya Upanishad 1.11.1)


In het zakendoen zijn geen middelen toegestaan, die de mens onwaardig zijn en de zakenman, die zich inbeeldt, dat leugen en bedrog zijn toegestaan, bedriegt zichzelf schromelijk. Misschien wint hij iets op materieel gebied, maar hij verliest aan de kwaliteiten van zijn geestelijk ik, omdat hij geen vertrouwen heeft in de voorzienigheid van onze Schepper, de Onderhouder der Werelden.


“Uw spreken zij te allen tijde aangenaam, niet zouteloos; gij moet weten, hoe gij aan ieder het juiste antwoord moet geven.” Col. 4:6

Terug naar inhoud