A Spiritual Note
Edition 837 – August 28, 2021 – Muharram 20, 1442
Vrijheid van meningsuiting
We leven in een wereld waar velen van mening zijn dat religie en het dagelijkse leven niet samen gaan. Beleidsmakers (m.n. in Europa) proberen allerlei regelingen op het gebied van moraal en fatsoen in te stellen, maar religieuze en spirituele normen en waarden mogen daarbij niet worden betrokken. Religie is voor de huiskamer, is hun mening. Het resultaat is, dat de samenleving steeds verder aan het verzieken is.
Een van de kwesties die de laatste paar jaren regelmatig in het nieuws is geweest, is de vrijheid van meningsuiting. Hoe ver mogen mensen gaan in het geven van hun mening in het openbaar? In het beledigen van anderen? In het bespotten van godsdiensten? We kennen allemaal nog de kwestie rondom de spotprenten over de Profeet Mohammed in een dagblad in Denemarken en de negatieve uitlatingen van diverse – voornamelijk Europese – politici over de Islam.
In de Nederlandse wet is de vrijheid van meningsuiting vastgelegd vanaf 1848.
Maar deze vrijheid heeft altijd de beperking gehad: “behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.” Het bestaan van strafbepalingen over laster, smaad en eenvoudige belediging heeft dus altijd beperkingen gesteld aan de vrijheid van meningsuiting. Zo kan het gebruik van scheldwoorden tegen personen niet worden gerechtvaardigd met een beroep op de vrijheid van meningsuiting.
Het is dus helaas zo, dat religieuze normen en waarden niet worden betrokken in het definiëren van de grenzen van vrijheid van meningsuiting. Men is van mening dat iedereen alles mag zeggen over anderen, en dat die anderen dat maar moeten verdragen. En dit terwijl de religie, in het bijzonder de Islam, heel duidelijk de grenzen van meningsuiting heeft vastgesteld. Daarover wil ik het vandaag met u hebben aan de hand van enkele Koranverzen.
Huichelen
“Wanneer zij degenen ontmoeten die geloven, zeggen zij, Wij geloven; en wanneer zij alleen zijn met hun duivels, zeggen zij: Natuurlijk zijn wij met jullie, wij bespotten (hen) slechts. Allah zal hen hun spotternijen terugbetalen…” (2:14-16)
Ouders
“Jouw Heer heeft bevolen dat jullie niemand dienen dan Hem, en (dat jullie) goeddoen aan jullie ouders. Als een van hen of zij beiden een hoge leeftijd bereiken bij jou, zeg dan niet “Foei” tegen hen en berisp hen niet, en spreek vriendelijke woorden tegen hen. En bescherm hen uit genade onder de vleugel van nederigheid, en zeg: Mijn Heer, heb genade met hen, omdat zij mij grootbrachten (toen ik) klein (was).” (17:23-24)
Arrogantie
“Wend uw aangezicht niet met minachting van de mensen af, en wandel niet hoogmoedig in het land; waarlijk, God heeft geen verwaande bluffer lief. En volg de rechte weg in uw gang en laat uw stem dalen; waarlijk, de afschuwelijkste der stemmen is het balken der ezels.” (31:18-19)
Liefdadigheid gevolgd door krenking
“O jullie die geloven, maak jullie liefdadigheid niet waardeloos door verwijt of krenking…” (2:262-264)
Beschimpen van afgoden
“Beledig degenen die zij buiten Allah aanroepen niet, opdat zij, in hun onwetendheid, Allah niet zullen beledigen door de grenzen te overschrijden.” (6:108)
Laster
“O jullie die geloven, laat mensen geen (andere) mensen uitlachen, want misschien zijn zij beter dan hen ... Vit ook niet op jullie eigen mensen, en noem elkaar niet bij bijnamen. Kwalijk is een slechte naam na geloof; en wie zich niet omkeert, dat zijn de onrechtvaardigen. O jullie die geloven, vermijd de meeste verdenkingen, want in sommige gevallen is verdenking immers een zonde; en bespied niet en laat sommigen van jullie geen kwaad spreken over anderen. Zou één van jullie graag het vlees eten van zijn dode broeder? Jullie verafschuwen het!” (49:11-12)
Goede woorden spreken tot iedereen
Aan de andere kant leert de Koran ons niet alleen hoe we ons niet moeten gedragen, maar geeft ook voorbeelden hoe we ons op een positieve manier tegenover anderen zouden kunnen gedragen. Een paar voorbeelden:
“Roep tot de weg van jouw Heer met wijsheid en uitnemende aansporingen, en argumenteer met hen op de beste manier.” (16:125)
“Het kwade en het goede zijn niet gelijk. Weer (het kwade) af met wat best is, en zie! Hij tussen wie en u vijandschap is, zal zijn of hij een boezemvriend was.” (41:34)
Moge deze wijsheid uit de Koran ons zodanig inspireren dat wij de spirituele grenzen van meningsuiting respecteren en zodoende uitsluitend het goede spreken en doen naar onze medemensen toe. Als deze spirituele wijsheden in de (internationale) samenleving zouden worden toegepast, zou het vraagstuk over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting ongetwijfeld al gauw tot het verleden behoren!
Tot slot
Absolute vrijheid zonder grenzen is ongekend en ondenkbaar.
Men zegt ook wel: "alles heeft zijn grenzen", mede getoetst aan de zgn. 'elasticiteitstheorie'. Als je tot het uiterste gaat, gaat de elastiek kapot, het verpakt materiaal valt uiteen en er is schade.
De vraag is: "Hoe ver mag je gaan?" Het antwoord is: "Net zo ver dat derden er geen last, hinder of schade van ondervinden."