Muharram - Islamitisch Nieuwjaar

Terug naar inhoud

Edition 788 – August 21, 2020 – Muharram 2, 1442

Muharram - Islamitisch Nieuwjaar en Hidjra


Het Islamitisch jaar 1442 ging van start op 20 augustus met de intrede van de maand Muharram. Het nieuwjaar is verbonden met de uittocht van de Profeet Mohammed (vzmh) en zijn kleine groep volgelingen uit Mekka naar Medina, in de beginjaren van zijn missie.


De profeet Mohammed (vzmh) werd geboren in 571 n.C. Hij kwam terecht in een Arabië waar afgoderij, drank, kansspelen, ontucht, bloedvetes e.d. aan de orde van de dag waren. Zijn hoge moraal onderscheidde zich al spoedig van zijn landgenoten, hetgeen hem de bijnaam 'Al-Amien' (de betrouwbare) opleverde.


De Profeet Mohammed trouwde op 25-jarige leeftijd met de weduwe Gadiedja en 15 jaar later, toen hij zijn eerste openbaring ontving, was zij de eerste die in zijn missie geloofde.


Met de groei van de Islam namen ook de tegenstand en de vervolging toe. Daarom verliet een kleine groep Moslims (+/- 100) Mekka en zocht een onderkomen in Abessinië (het huidige Ethiopië), waar ze van de toenmalige zeer rechtvaardige Christelijke heerser toestemming kregen om er te verblijven. Na nog meer tegenslagen (waaronder het overlijden van Gadiedja en van zijn oom en beschermheer, Abu Talib) werd de situatie in Mekka werd steeds ondraaglijker en op gegeven moment ontstond de noodzaak voor de Moslims om Mekka te verlaten. Deze uittocht (Hidjra) was in het Arabië van toen zo'n ongekende gebeurtenis, dat hiermee de Islamitische jaartelling begon.


De Koran geeft in 4:97 de Moslims de opdracht om te verhuizen indien ze niet in staat worden gesteld om op normale wijze hun religie te belijden: "Was er niet genoeg ruimte op Allah's aarde, zodat jullie daarop hadden kunnen verhuizen?" En als wij hieraan gehoor geven, belooft Allah ons: "Wie vlucht langs Allah’s weg, die zal op aarde altijd een schuilplaats vinden en voldoende hulpbronnen. En wie zijn huis verlaat op de vlucht naar Allah en Zijn Boodschapper, en die wordt ingehaald door de dood, vindt zijn beloning zeker bij Allah" (4:100).


Het is dus geen geldig excuus voor de Moslims om te zeggen dat ze door ‘onderdrukking’ hun religie niet kunnen belijden.


Ook in ons dagelijks leven komen we vaak momenten tegen waarbij het nodig is om ons terug te trekken (noem het maar een ‘mini-hidjra’). Eén van zulke gevallen staat vermeld in Koran 4:140: "Als jullie horen dat men niet gelooft in Allah's boodschap en deze hoort bespotten, blijf niet bij hen zitten tot zij een ander onderwerp aansnijden, want dan zouden jullie inderdaad zijn als zij."


Het is de Moslims dus niet toegestaan in gezelschap te zitten waar de Koran of iedere andere openbaring van Allah belachelijk wordt gemaakt. Aan de andere kant is het de Moslims heel sterk aanbevolen goed gezelschap op te zoeken: "En houd degenen gezelschap die 's ochtends en 's avonds hun Heer aanroepen op zoek naar Zijn welwillendheid, en laat jouw ogen niet van hen afdwalen op zoek naar de schoonheid van dit wereldse leven. En volg niet degene van wie Wij het hart onachtzaam hebben gemaakt voor Onze gedenkenis, en hij volgt zijn lage verlangens en zijn geval overschrijdt de grenzen" (Koran, 18:28).


Wij wensen u allen een gezegend Islamitisch jaar toe, voorzien van wijsheid, geluk, gezondheid en goed gezelschap.

Terug naar inhoud