Media Geletterdheid

3.1) Informatievaardigheden

3.1.1) De docent toont aan dat hij adequaat gebruik kan maken van zoekmachines en databases om zo digitaal (leer-) materiaal te ontsluiten.

Tijdens de "Social Media Wijs" cursussen van 2014 en 2015 was "Gericht zoeken met een zoekmachine" een vast onderdeel. Hoewel ik natuurlijk al aardig op de hoogte was van het gebruik van aanhalingstekens en mintekens, was het een goede opfrisbeurt. Google is voor mij de meest gebruikte zoekmachine, maar af en toe gebruik ik ook wel een andere, zoals Yahoo of de Avast Secure Browser. Regelmatig maak ik gebruik van een database van een collega. Als voorbeeld geef ik meestererik.nl, maar de database hangt af van het vak dat ik op dat moment geef. Zo maakte ik in het verleden veel gebruik van Teleblik en Het Klokhuis.


3.1.2) De docent toont aan dat hij sites kan beoordelen op betrouwbaarheid en authenticiteit en dat hij het belang hiervan kan overbrengen op zijn leerlingen.

Leerlingen maken veel gebruik van websites tijdens de lessen. Hier moet een docent goed op voorbereid zijn. Veiligheid staat voorop, maar het is al gebleken dat zelfs met geblokkeerde webtermen er altijd gaten blijven die 'slimme' leerlingen weten te vinden. Een ander mooi voorbeeld is het woord "verkeersexamen", waar het Engelse woord "sex" in zit. Hier werd ik systematisch de toegang geweigerd tot de site. Natuurlijk kun je bepaalde websites helemaal afsluiten, maar ik ben meer voor digitaal opvoeden. Iedereen komt wel eens op een pagina die niet helemaal de bedoeling was en ook ikzelf keek raar op toen ik in mijn volledige onschuld een les wilde samenstellen over vergrotende trappen in het Engels. Bij de eerste woorden ging het goed, maar toen ik het woordje "hot" en "hotter" intypte kreeg ik niet helemaal de plaatjes die ik in gedachten had voor mijn les. Het is dus van levensbelang dat een docent van te voren weet welke websites er gebruikt gaan worden tijdens de les, of gerichte/verplichte websites aan de kinderen op te leggen. Veilig internetten is ook een onderdeel van de "Social Media Wijs" lessen, die ik de afgelopen vijf jaar jaarlijks aan mijn leerlingen onderwijs.

N.B. Misschien is het internet er wel te snel gekomen en hadden we twee versies moeten maken. Net als ze nu doen bij Youtube. Hier kun je aangeven of een video geschikt is voor kinderen. Dit zou wellicht ook verplicht moeten worden bij websites.

3.1.3) De docent toont aan dat hij verantwoord kan omgaan met andermans (digitale) producten en op de hoogte is van de regels met betrekking tot plagiaat en plagiaatpreventie.

Alle verslagen en/of opdrachten voor de opleiding Engels Tweede Graads moeten worden ingeleverd met een adequate APA-lijst. Zonder bronvermeldingen is een werkstuk niet compleet en/of voldoende. Met het programma 'ephorus' kan het verslag gecontroleerd worden op plagiaat.

Wanneer mijn leerlingen verslagen of opdrachten inleveren dan kun je vaak aan de schrijfstijl zien of er sprake is van plagiaat. Ter controle kun je als docent een zin tussen aanhalingstekens in Google plakken. Is de zin gekopieerd, dan zal deze boven aan en dik gedrukt verschijnen in de Google zoekmachine.

Leerlingen vinden verwijzingen soms overbodig en zijn van mening dat alles vrij toegankelijk moet zijn. Ik ga deels mee in deze mening, maar wanneer we de discussie aangaan snappen ze vaak wel waarom het in officiële opdrachten niet toegestaan is om andermans werk te kopiëren.

3.2) Kennismanagement

3.2.1) De docent toont aan dat hij op efficiënte wijze informatiebronnen kan organiseren en deze kan inzetten als productiefactor voor leren en lesgeven.

Persoonlijk werk ik graag met zogenaamde startpagina's. Je kunt dan vanuit één site snel naar de gewenste site overschakelen. Er zitten echter wel wat haken en ogen aan startpagina's. Ten eerste kost het tijd om een startpagina op te zetten. Ten tweede moet je als beheerder alle links regelmatig nalopen, daar websites soms veranderen van webadres, of zelfs helemaal verdwijnen.

Ook voor kinderen kan een eigen gemaakte startpagina goed werken. Momenteel ben ik bezig om een startpagina te vullen voor het gebruik in mijn huidige baan.

3.3) Mediawijsheid

3.3.1) De docent toont aan dat hij creatief, kritisch en bewust kan omgaan met actuele media.

Lange tijd was ik actief op Hyves. Tegenwoordig ben ik actief op Facebook en Whatsapp al moet ik eerlijk bekennen dat 'actief zijn' momenteel een groot woord is. Dit komt door de toenemende mate van reclame en nepnieuws.

Ik beheer ook de Facebookpagina van mijn band. De insteek van deze pagina is marketinggericht. Het nut van Linked In in het onderwijs zie ik niet zo, daarom heb ik hier geen account aangemaakt. Misschien dat dit in de toekomst nog verandert, maar ervaring heeft geleerd dat je nooit alle websites bij gaat houden. Je kunt dan beter één goed onderhouden pagina hebben dan vier die hopeloos achterhaalde informatie bevatten.

3.3.2) De docent toont aan inzicht te hebben in de manier waarop de digitale wereld invloed heeft op de opvoeding van jongeren.

Zelf ben ik vader van twee volwassen kinderen. Ik heb ondervonden hoe de leefwereld van mijn kinderen wordt beïnvloed door social media en computers. Mijn zoon bracht uren door achter zijn Playstation en om tot hem door te dringen moesten er harde afspraken worden gemaakt. Het leek er soms op dat hij een gevangene van de digitale wereld was. Hij werd direct boos als ik hem stoorde om even te willen praten, of hij liet me subtiel weten dat je als oudje toch niets weet van moderne media. Gelukkig ligt die tijd achter ons en zijn beide kinderen niet blijven hangen in de nooit eindigende digitale wereld. Toch zie ik dat beide kinderen ook nu nog regelmatig gamen. De games zijn echter veel vredelievender dan GTA en Black Ops van weleer.

De mobiele telefoon is echter nog steeds heilig. Een lege batterij is een ramp en als je gebeld wordt kan het alleen je pa of ma zijn, dus niet opnemen. In de klas zijn leerlingen vaak innovatief met het vinden van een manier om stiekem op de telefoon te kijken.

3.3.3) De docent toont aan dat hij voor leerlingen geschikte en betrouwbare digitale leerbronnen kan selecteren, passend bij hun leeftijd, sociaal- emotionele en morele ontwikkeling.

Bij de Engels methode zitten veel betrouwbare digitale bronnen. Daarnaast zijn er websites die door de jaren heen betrouwbaar zijn gebleken. Hierbij valt te denken aan Klokhuis, Wikiwijs en Teleblik. Voor Engels maken we vaak gebruik van de officiële websites van Cambridge en Oxford.

Wanneer je als docent zelf een bron wilt gebruiken voor je les, is het verstandig om eerst zelf de bron 'door te lichten'. Persoonlijk gebruik ik bijna nooit bronnen waarvan ik de inhoud niet goed ken. Ook in overleg binnen mijn Engels Sectie worden bronnen besproken en gedeeld.

3.3.4) De docent toont aan dat hij leerlingen bewust kan maken van de meerwaarde en risico’s van internetgebruik.

Tijdens de cursus Media Wijsheid die ik gevolgd heb in 2014 en 2015 heb ik tips opgedaan hoe je leerlingen bewust kunt maken van de risico's van internetgebruik. Deze tips komen elk jaar wel een keer ter sprake tijdens de les.

Als liefhebber van cartoons en strips neem ik vaak het Suske en Wiske album "De Sinistere Site" mee Dit album vertelt over de gevaren die op het internet rondwaren.

Ook de voorlichtingsfilm "mooiste chick van het web" is een film die ik elk jaar wel een keer met de leerlingen kijk. (zie hiernaast)

3.3.5) De docent toont aan dat hij zich bewust is van online pestgedrag en bekend is met de geldende protocollen.

Pesten is een groot probleem in onze samenleving. Het is goed om te beseffen dat pesten overal gebeurt, niet alleen op scholen! Toch kan school een belangrijke rol spelen in het oplossen van pestproblemen. Enkele jaren geleden kreeg ik van een moeder een kopie van digitaal pestgedrag in onze klas. Er waren op dat moment protocollen tegen pesten, maar hoe te handelen in deze specifieke situatie stond daar net niet in. In overleg met mijn leidinggevenden hebben we besloten om een kopie van dit mailverkeer in een gesloten envelop naar de ouders van de 'pester' te sturen, zonder waardeoordeel. Dit vanwege het feit dat het pesten buiten schooltijd plaatsvond. Het pesten stopte acuut. Later hebben we het voorval besproken met alle betrokkenen en kwam deze manier van handelen in ons protocol.

Sinds die tijd zijn er veel anti-pest methodes op de markt gekomen met wisselend succes. Tijdens een cursus KIVA werd ik me bewust van het feit dat pesten tegen gaan een lastige materie is met veel spelers. Niet alleen de 'pester' en de 'gespeste', maar ook de omstanders en de supporters zijn van wezenlijk belang in het oplossen van het probleem.

3.3.6) De docent toont aan dat hij zijn leerlingen bewust om kan laten gaan met de mogelijkheden van internet en sociale media ten behoeve van het eigen leren.

Sinds afgelopen schooljaar zijn we bezig met zogenaamde formatieve toetsen. Dit om zowel de docent als de leerling te ontlasten. Waren er in het verleden wel 15 toetsen per jaar per vak. Vanaf dit jaar zijn er nog maar 6 summatieve toetsen. De andere toetsen zijn dus formatief. Leerlingen kunnen zo'n formatieve toets online maken en oneindig herhalen wanneer de betreffende toets onvoldoende is. Het leidt tot een betere voorbereiding van de summatieve toets. De formatieve toetsen maak ik zo veel mogelijk zelf in Socrative of Kahoot.

Facebook en Instagram zijn niet toegestaan binnen de lessen op onze school.