3.1.1) De docent toont aan dat hij adequaat gebruik kan maken van zoekmachines en databases om zo digitaal (leer-) materiaal te ontsluiten.
Meer dan ooit heb ik de laatste periode gebruik gemaakt van Google. Google is mijn grote vriend. Ik heb de afgelopen periode veel Google Scholar gebruikt om wetenschappelijke artikelen te zoeken voor mijn onderzoek. Scholar laat zien welke artikelen je zoekt maar ook hoe vaak het artikel is geciteerd en hoe oud het is. Dit is belangrijk bij het controleren van de betrouwbaarheid, zodat je geen incorrecte gegevens gebruikt.
Naast Google maak ik ook gebruik van Wikipedia om dingen op te zoeken of Wikiwijs om lessen te zoeken die ik kan gebruiken. Lesson Up heeft ook de mogelijkheid om te zoeken op het internet, binnen mijn eigen documenten of binnen de documenten op Lesson Up.
Op de volgende site staat een Pdf die heel bruikbaar is om leerlingen die al wat ouder zijn en bijvoorbeeld met hun sectorwerkstuk bezig zijn, te begeleiden in hun zoektocht op het internet. Wat doe je wel en wat is niet handig?
3.1.2) De docent toont aan dat hij sites kan beoordelen op betrouwbaarheid en authenticiteit en dat hij het belang hiervan kan overbrengen op zijn leerlingen.
Voor het vak Maatschappijleer is het zeker van belang om sites te kunnen beoordelen op hun betrouwbaarheid. Ook zijn niet alle sites neutraal of is het belang van veel kijkers groter dan de waarheid van het nieuws. Kijkers zijn geld, veel kijkers verhogen je kansen op hogere inkomsten uit reclame. Ik heb een les gemaakt over Nepnieuws waarin ik de leerling wil leren over nieuws dat gekleurd is of zelfs bedacht.
https://drive.google.com/open?id=1FHEshGTUczEdxW4vcvQhag-Ot7GOn2oK
Om te laten zien dat het tegenwoordig lastig is om in te schatten of een website betrouwbaar is, laat ik de volgende foto zien van een website die ik vond door de zoekterm 'vluchtelingen + mening' in Google te zetten. Ik kom op deze site en zie veel reclame waardoor mijn belletjes gaan rinkelen. Na onderzoek blijkt dat de namen van gerenommeerde redactieleden komen.
Maar is dat wel echt zo. Ik neem de proef op de som en geef Google de opdracht Gerard Driehuis te zoeken en het resultaat zorgt ervoor dat ik de site van welingelichte kringen vertrouw als site.
Een mooi artikel vond ik op de site van Sevendays. Dit is een blad speciaal voor jongeren in de leeftijd van 12 tot 18. Dit artikel gaat over banners, advertorials, en content partners.
Op CSG Ulbe van Houten ligt het blad altijd in de mediatheek.
http://www.sevendays.nl/lifestyle/zonder-geld-geen-sevendaysnl
3.1.3) De docent toont aan dat hij verantwoord kan omgaan met andermans (digitale) producten en op de hoogte is van de regels met betrekking tot plagiaat en plagiaatpreventie.
Op school kunnen leerlingen opdrachten inleveren via Magister en wanneer ik de vink heb gezet bij plagiaatcontrole wordt al het werk gecontroleerd op knip- en plakwerk en geeft Magister aan hoeveel is overgenomen van internet en waar het vandaan komt. Tot op heden heb ik dit nog niet gebruikt, maar voor het vak maatschappijleer ga ik dit zeker doen.
Er zijn meerdere manieren om werk te controleren op plagiaat. Wanneer je een gedeelte van de gebruikte tekst in Google zet, worden de woorden die zijn overgenomen zwart en kun je snel zien of iets is geknipt en geplakt of in eigen woorden gezet.
3.3.1) De docent toont aan dat hij creatief, kritisch en bewust kan omgaan met actuele media.
Jaren heb ik eraan getwijfeld of ik wel een groepsapp zou willen met leerlingen. Mijn visie op onderwijs is dat leerlingen fouten mogen maken als ze er maar van leren. Binnen die visie wil ik denken in mogelijkheden en dat heeft me ook over de streep geholpen om dit jaar voor het eerst toch een mentorklas-app aan te maken. Zoals al eerder besproken, is dit experiment wat mij betreft geslaagd. Leerlingen kunnen het aan wanneer ik maar duidelijk ben en mijn waarden en normen ook uitdraag. Facebook en Instagram gebruik ik alleen privé en ik laat dan ook geen leerlingen toe die ik lesgeef. Later, wanneer ze van school gaan, weten ze dat ze me mogen volgen. Om een scheiding te tussen privé, docent en dirigent duidelijk te houden, heb ik een LinkedIn-pagina waarop ik alleen werkgerelateerde zaken deel.
3.3.2) De docent toont aan inzicht te hebben in de manier waarop de digitale wereld invloed heeft op de opvoeding van jongeren.
Op het Nordwin College heb ik een periode gewerkt als docent M&M. Op deze school geven ze naast instructielessen ook stamonderwijs. Dit stamonderwijs heb ik ervaren als zeer slecht en zag het vooral als een huiswerkplaats. Daarbij komt het feit dat de school heeft gekozen voor het laten aanschaffen van een eigen iPad. Dit heeft als consequentie dat de leerling ook eigenaar is van de iPad en er op kan zetten wat hij maar wil. De ICT-medewerkers kunnen wel apps “pushen” zodat iedere leerling deze op zijn of haar iPad krijgt. Wat ze niet kunnen voorkomen, is dat leerlingen spelletjes enz. op de iPads zetten. Ik heb gemerkt dat leerlingen de verleidingen van deze spelletjes vaak niet kunnen weerstaan. Het gevolg is: veel strijd tussen de docent die niet wil dat er spelletjes worden gespeeld en de docent die liever die strijd niet aan gaat en zich verschuilt achter het motief dat de leerling moet leren dat het niet handig is om spelletjes te doen tijdens de les of stam.
Ik ben van mening dat een leerling grenzen moet krijgen die hij zelf nog niet kan stellen en dat wij als docenten die grenzen moeten aangeven en bewaken.
Mijn advies is om het stamlokaal anders in te richten zodat de docent een beter zicht heeft op het scherm. Door gebruik te maken van ZULUDESK is het ook mogelijk om als docent de iPad van leerlingen van afstand te bekijken.
3.3.3) De docent toont aan dat hij voor leerlingen geschikte en betrouwbare digitale leerbronnen kan selecteren, passend bij hun leeftijd, sociaal- emotionele en morele ontwikkeling.
Wanneer ik leerlingmateriaal zoek voor mijn vak dan houd ik rekening met mijn doelgroep. Dit betekent dat ik kijk voor welke leeftijd een opdracht is en daarna controleer of dit ook overeenkomt met mijn eigen inschatting. In de onderstaande link laat ik als voorbeeld een lessenserie zien van Wikiwijs. https://maken.wikiwijs.nl/31896/Energie__hoe_duurzaam_is_jouw_school__#!page-colofon
Deze les is volgens het colofon geschikt voor het Basisonderwijs groep 7 en 8, maar ik kan deze opdracht ook heel goed gebruiken bij het vak Skills voor klas 1 Basis/Kader.
3.3.4) De docent toont aan dat hij leerlingen bewust kan maken van de meerwaarde en risico’s van internetgebruik.
De leerlingen van tegenwoordig hoef je veel minder bewust te laten zijn van de meerwaarde van het internet. De leerling is er mee opgegroeid en gebruikt van jongs af aan het internet bij zijn gehele leerproces. Of het nou gaat om zijn sociale vaardigheden of om de studievaardigheden, de leerling zal altijd terugvallen op het internet. De risico’s van internet worden nog wel eens onderschat. Hoe ga ik om met sexting en wat deel ik wel en niet op Facebook, Instagram of andere sociale media?
Als docent Maatschappijleer zal ik daar zeker aandacht aan gaan schenken. Binnen het vak Skills heb ik een les ontworpen die de leerling bewust maakt van verschillende risico’s van het gebruiken van internet. De groepsapp is ook een goede leerschool. Leerlingen worden hierdoor spelenderwijs door mij als mentor gewezen op omgangsvormen. Hierbij is het belangrijk dat je je als docent steeds bewust bent dat je die rol van docent ook houdt.
3.3.5) De docent toont aan dat hij zich bewust is van online pestgedrag en bekend is met de geldende protocollen.
Op de CSG Ulbe van Houten geldt een pestprotocol wat beschreven is in het schoolveiligheidsplan. Hierin staat onder 5.6 de gedragscode ICT-gebruik.Hierin staan ook de pestprotocollen. Wanneer zich een situatie voordoet met betrekking tot pesten in het algemeen en op ICT-gebied in het bijzonder, is het op onze school de gewoonte dat je de mentor en de pestcoördinator inschakelt. Deze personen zorgen ervoor dat ze de juiste wegen bewandelen en een geschikte oplossing zoeken voor het probleem. Als mentor is het tijdens de individuele gesprekken altijd een terugkomende vraag: “Heb jij wel eens te maken met pesten of merk je weleens dat er gepest wordt?”
Pubers zien vaak niet in dat de taal die ze schrijven vaak gemakkelijk is genoteerd in een bericht, maar dat het moeilijk is om het op de juiste manier te interpreteren wanneer de nuance van je gesproken toon weg valt. Als mentor komt dit aan de orde binnen de Kanjertraining die we met de klas doen.
3.3.6) De docent toont aan dat hij zijn leerlingen bewust om kan laten gaan met de mogelijkheden van internet en sociale media ten behoeve van het eigen leren.
De leerlingen delen in de groepsapp alleen zaken die met school te maken hebben. Dat kan zijn:
https://drive.google.com/file/d/1KCUogwJui-SvE-7aw58aoquIa4EDr4HH/view?usp=sharing
https://drive.google.com/file/d/1-cgJ8bPBX7Pe4eP7rngEaJdqXggSbaY-/view?usp=sharing
https://drive.google.com/file/d/1B7QurF2ry4va_zhylMwVPwsWuJTlWVga/view?usp=sharing
https://drive.google.com/file/d/1OoUM_3gimplnRehdFdNv4EqqDzzPzIJC/view?usp=sharing