Machine voorbereiden

Nu moeten we ons materiaal klaarleggen, de lasersnijder klaarmaken.

MACHINE ONDERDELEN

TOETSENBORD (BEDIENINGSPANEEL)

OPSTARTEN

Ben je vandaag de eerste gebruiker van de lasersnijder?
Dan is de kans groot dat je alles eerst moet opstarten! Werkte er al iemand voor je met de machine, dan sla je deze stap over.

  • Zet de lasersnijder aan. Achteraan links is een powerknop.

  • Zet de bijhorende afzuiging aan.
    De tuimelschakelaar moet op 1 (naar beneden) gezet worden.
    De afzuiging wordt gestart, de ventilatieklep wordt geopend.

  • Maak in Jobcontrol verbinding tussen de computer en de lasersnijder.
    Dit doe je door op het USB-pictogram te drukken. Er volgen enkele popups en beebjes.

CONTROLE VAN DE MATERIALEN

Wanneer je eigen materiaal meebrengt, vragen we om dit eerst even te laten zien aan een FabLab+ medewerker.
Bepaalde materialen zijn niet geschikt om te snijden/graveren.
Ze verbranden en/of er komen bij het snijden giftige dampen vrij.

Zorg dat je materialen niet groter zijn dan 600 x 300mm.

PLAATS DE JUISTE WERKTAFEL IN DE MACHINE

Er bestaan verschillende methodes om de materialen in de machine te plaatsen.
Dit zijn de meest gangbare die bij ons gebruikt worden.

  • Honingraattafel
    De honingraattafel is geschikt voor de meeste materialen met een optimale vlakheid. Dus geen krom getrokken hout. Het aluminium raster geeft wel enige reflectie waardoor aan de onderkant van je materiaal meestal wel wat brandplekjes ontstaan (niet interessant bij bv transparante materialen).

  • Acrylaat rastersnijtafel
    Het speciale acrylaatraster voorkomt reflectie. Het is daarom ideaal voor het lasersnijden van acrylaat, laminaat of kunststof.

  • Pintafel
    Verschillende pinnetjes kunnen geplaatst worden waardoor het materiaal zwevend boven de tafel hangt. De reflectie wordt zo tot een minimum herleid.
    Je materiaal dient wel een bepaalde stevigheid te hebben, het mag niet gaan doorbuigen.

Meer info over werktafels vind je hier.

PLAATS JE MATERIAAL

Open de afdekkap en plaats het materiaal onder 
de laserkop.
Plaats het op de gewenste positie op de werktafel 
die standaard van een honingraat voorzien is.


De meest gangbare manier van werken is om het 
werkstuk in de linkerbovenhoek tegen de horizontale 
en verticale linialen te plaatsen, maar het is ook 
gewoon mogelijk om op een andere plaats op de 
graveertafel te beginnen.

Gebruik de linialen op de honingraat om de afmetingen van het te graveren 
object te bepalen.

POSITIONEER X en Y

Positioneer de laserkop boven het te graveren 
materiaal met de X- en Y-positietoetsen.
Het brandpunt van de laserstraal ligt op 5.08 cm 
onder de lens.

Om een optimaal resultaat te behalen moet de lens 
zo op de oppervlakte van het te snijden of graveren 
materiaal afgesteld worden, dit noemen we 
focussen (stap 5).

FOCUSSEN

Focussen gebeurt met de hulp van de focus-tool.
Deze vind je aan de binnenkant van de machine, op het randje aan de voorkant.

  • Zet de werktafel laag genoeg zodat de focus-tool zo dadelijk vrij kan hangen. Dit doe je met de Z-positietoets.

  • Hang de focus-tool met het bruine blokje aan het ringetje/randje van de laserkop, zodat deze ongehinderd kan bewegen.

  • Breng de werktafel naar boven met de Z-positietoets. Terwijl u dit doet, moet u de focus tool nauwlettend in de gaten houden.

  • Voordat de focus tool bij uw werk in de buurt komt, moet je de werktafel stap voor stap heel langzaam naar boven laten komen.
    Dit doe je door de Z-positietoets licht aan te tikken tot dat de focus tool begint te kantelen.
    Wanneer de focus-tool het materiaal raakt en van de ring valt staat de lens op de juiste afstand.

  • Nu is de lens gefocust op de oppervlakte van het door jou te gebruiken materiaal.

  • Berg de focus-tool opnieuw op aan de binnenkant van de machine, op het randje aan de voorkant.