Jobcontrol instellen

TROTEC JOBCONTROL INSTELLEN & OPDRACHT STARTEN

Trotec JobControl is de lasersoftware van Trotec. Hier worden o.a. per kleur de juiste parameters en acties ingegeven.

INTRODUCTIE

Jobcontrol doet de volgende zaken:

  • Nauwkeurige positionering van je taken

  • Je taken doorsturen naar de lasersnijder

  • Reacties van de graveur visualiseren

  • Taak- en lasergegevens verzamelen

  • Controle van de laserparameters

  • Beheer van de materiaalsjablonen

  • Opdrachten archiveren

STAP 1: ONTVANGEN

Stuur via de opdracht ‘afdrukken’ je bestand door naar de JobController van Trotec .

Op een gegeven moment zal het icoon van de Jobcontroller, onderaan in de Windows werkbalk, bruin beginnen te flikkeren. Dit wil zeggen dat het bestand is aangekomen.

Het verschijnt rechts in de wachtlijst. Onderaan de lijst krijg je een klein voorbeeld te zien.
Zie je geen voorbeeld (enkel een wit vakje) dat is er waarschijnlijk iets fout met de opmaak van je bestand.

STAP 2: BESTAND SELECTEREN / KLAAR ZETTEN

Sleep jouw bestand uit de wachtlijst naar het werkvlak of dubbelklik op het bestandje.
(Het werkveld moet leeg zijn, zie verder door indien dit niet het geval is).
Zet het goed neer in de linker bovenhoek.

Door op het icoontje van het oogje te drukken maak je jouw tekening zichtbaar.
Het zou kunnen dat er 1 of meerdere kleuren niet zichtbaar zijn.
Geen paniek! Dit komt waarschijnlijk omdat die kleuren nog niet gedefinieerd zijn.

STAP 3: OPEN DE MATERIALENBIBLIOTHEEK

Druk op het icoontje van de materialenbibliotheek.
Hier vind je heel wat presets. Diegene die met een slotje zijn voorzien kan/mag je niet aanpassen.

Indien gewenst, kan je met ctrl-C en ctrl-V een kopie maken van een preset.
Deze kopie is dan niet vergrendeld en kan je dus naar eigen voorkeur gaan aanpassen.

STAP 4: DEFINIEER JE KLEUREN

Indien je geen preset gebruikt kan je per kleur aangeven wat er moet gebeuren.

De opties (processen) zijn:

  • graveren 
(raster graveren)

  • snijden 
(vector snijden)

  • positioneren 
(enkel een rode laserpointer, deze kleur wordt weergegeven in de WYSIWYG-weergave maar wordt niet verwerkt. Dit kan je gebruiken bij het positioneren.)

  • overslaan 
(voert niets van deze kleur uit)

Let op!
Zwart MOET ALTIJD op graveren staan.
De volgorde van de kleuren is aan te passen door ze te verslepen.
De lasersnijder werkt de kleuren van boven naar beneden af!
Graveerproceskleuren worden eerst uitgevoerd en vervolgens 
worden snijkleuren uitgevoerd.

Dikte

Toont de dikte van het materiaal in millimeters.
Gezien wij NIET overeen automatische focusmodule beschikken is deze parameter van geen belang!

Kleur

Er zijn 16 verschillende kleuren beschikbaar die kunnen worden aangepast voor verschillende processen met verschillende instellingen.
Beweeg met de muis over één van de kleurvakken om de RGB-kleurcomponenten (rood / groen / blauw) onderaan de kleurenkolom weer te geven.

Door de juiste parameters in te stellen, kan aan elke kleur een proces worden toegewezen, bijvoorbeeld zwart voor het graveren van bitmaps, rood voor het snijden van vectoren en blauw voor opmerkingen.

Let op! Zwart MOET ALTIJD op graveren staan!

Vermogen

Percentage van het maximale laservermogen.


De graveerdiepte hangt in principe af van het ingestelde laservermogen en de ingestelde snelheid.
Verhoogd vermogen en lagere snelheid resulteren in dieper graveren of snijden.
Instelbereik: 0-100% (100% is gelijk aan het maximale vermogen van de laser).

Snelheid

Percentage van de maximale snelheid.

Snijsnelheid percentage heeft betrekking op maximale graveersnelheid. Dit betekent dat als de lasermachine een maximale graveersnelheid van 355 cm per seconde heeft, een instelling van 1% betekent 3,55 cm per seconde snijsnelheid.

PPI

Pulsen per inch (laserpulsen per inch).

Deze instelling bepaalt het aantal laserpulsen per inch die door de laser worden uitgezonden.
Aanpassingsbereik: 500 - 1000
PPIAuto Setting berekent automatisch de optimale
PPI-instellingen.

Om een goed resultaat te krijgen, moet de PPI-waarde meestal groter zijn dan of ten minste hetzelfde zijn dan de dpi-instelling van het printerstuurprogramma, b.v. een minimumwaarde van 500 PPI moet worden gekozen voor een resolutie van 500 dpi.
In tegenstelling tot de resolutie in dpi heeft een toename in PPI geen effect op de graveertijd.

Hz

Frequentie van laserpulsen tijdens het snijden.
Deze instelling bepaalt het aantal laserpulsen per seconde dat door de laser wordt uitgezonden. Instelbereik: 1000 - 60000 Hz voor CO2-systemen

Auto

Auto Setting berekent de PPI- of Hz-instellingen automatisch.

Passages

Deze waarde definieert hoe vaak een kleur wordt herhaald.
Herhaling kan je gebruiken voor graveren als voor snijprocessen.

Lucht

Hiermee kan de (optionele) perslucht voor elke kleur afzonderlijk worden geactiveerd of gedeactiveerd.

Z-offset

Deze parameter regelt de Z-as (tabel) tijdens de verwerking.

Dit maakt het mogelijk om bv werkstukken met verschillende hoogteniveaus te graveren en de focus telkens opnieuw scherp te stellen.
Aan het einde van de verwerking wordt de tafel in dezelfde positie gebracht als vóór de start.
Waarden zijn mogelijk van -5 mm (omhoog) tot 25 mm (omlaag).
In geval van afbreken van en opdracht wordt de z-Start-positie niet hersteld. Opnieuw scherpstellen is noodzakelijk.

Richting

Gevorderd