Schenkingen worden geregeld in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. (artikel 7:175 e.v.)
In het nieuwe recht wordt onderscheid gemaakt tussen schenkingen en giften.
Schenking
Een schenking is een overeenkomst, om niet, die ertoe strekt dat de ene partij, de schenker, ten koste van zijn eigen vermogen die andere partij verrijkt.
Met andere worden, door een overeenkomst moet de schenker verarmen en de begiftigde verrijken, waarvoor de begiftigde geen tegenprestatie hoeft te leveren.
Indien de begiftigde daarna deze schenking niet afwijst, is er sprake van een schenking.
Een schenkingsovereenkomst mag bij onderhandse akte worden opgemaakt.
Echter wanneer er een bepaling "des doods" in wordt opgenomen, moet de schenkingsovereenkomst bij notariele akte worden opgemaakt. (artikel 7:177 BW)
Er is sprake van een "bepaling des doods" indien een schenker een bedrag in contanten geeft aan een begiftigde met een bepaling dat dit bedrag pas opeisbaar is bij overlijden van schenker.
Een schenkingsakte opgemaakt bij een onderhandse akte kan nadelig zijn.
De bewijslast dat er sprake is van een schenking ligt namelijk bij de begiftigde. Indien er onenigheid tussen de schenker en begiftigde ontstaat of tussen een erfgenamen van een schenker en begiftigde is de bewijslast lastig hiervan, indien er alleen een onderhandse akte is opgemaakt, of dat de overeenkomst mondeling is aangegaan.
Daarom is er in artikel 7:176 BW een bepaling opgenomen, dat indien de overeenkomst tot schenking notarieel is opgemaakt, geen bewijslast meer nodig is voor de begiftigde.
Het is daarom aan te raden voor schenkingen met een aanzienlijk vermogen, deze via een notariele akte maken.
Giften
Een gift is iedere handeling die er toe strekt dat degene die de handeling verricht, een ander ten koste van eigen vermogen verrijkt.Dit is een wat lastige definitie
Er is sprake o.a. van een gift wanneer een verkoper een onroerende zaak voor een te lage koopsom verkoopt. Indien de begiftigde deze onroerende zaak dan voor deze lage koopsom koopt is er sprake van een gift. De gift is dan het verschil tussen de waarde onroerende zaak en de overeengekomen koopsom.
Indien er sprake is van een schenking dan is er schenkingsrecht verschuldigd.
Er zal aangifte voor het recht van schenking moeten worden gedaan, indien er sprake is van een schenking die hoger is dan het vrijgestelde bedrag.
Er wordt fiscaal geen onderscheid gemaakt tussen schenkingen en giften.
Schenkingsrecht is verschuldigd indien er sprake is van een vermogensovergang, om niet, dat wil zeggen de schenker verarmt en de begiftigde verrijkt.
Ook moet er sprake zijn van een bevoordelingsbedoeling.
Fiscaal is er altijd sprake van een bevoordelingsbedoeling indien er een schenking is tussen ouders en kinderen. (het is zeer moeilijk aan te tonen dat er bij vermogensovergang om niet, tussen ouders en kinderen, sprake is van een zakelijke overeenkomst) Tussen overige personen kan het zijn dat er wel vermogensovergang om niet is, maar geen bevoordelingsbedoeling. Dan is er geen schenkingsrecht verschuldigd, er is immer geen bevoordelingsbedoeling. Het is wel mogelijk dat er dan andere belasting geheven wordt. (zoals inkomstenbelasting.)
Voor bedragen, vrijstellingen tabellen en voorbeelden berekenen schenkingsrecht,
Het schenkingsrecht zelf berekenen kan via de site van de Belastingdienst. Ook kan via deze site een schenkingsaangifte worden gedownload.