Hormonale invloeden
De rol van oestrogeen en testosteron
De rol van oestrogeen en testosteron
Mannen en vrouwen kunnen er verschillend uitzien van de buitenkant, maar aan de binnenkant zijn er ook grote verschillen. Dit komt onder andere door de rol van geslachtshormonen. Deze stofjes zorgen er bijvoorbeeld voor dat mannen en vrouwen andere geslachtsorganen ontwikkelen, enkel vrouwen een menstruatiecyclus hebben en dat mensen zich kunnen voortplanten [1].
Naast deze functies hebben de geslachtshormonen ook nog invloed op veel andere processen in het lichaam én lijken ze ook een rol te spelen bij zowel schizofrenie als coronaire hartziekten. In dit stukje komt u meer te weten over de mogelijke rol van oestrogeen en testosteron, de belangrijkste geslachtshormonen voor vrouwen en mannen. Wat zijn deze stofjes? Hoe kunnen ze een rol spelen? En ligt hier een mogelijke rol voor preventie? Lees het onderstaande stuk voor het antwoord op deze en nog vele andere vragen!
Nb. We spreken in deze verdieping van "vrouwen" en "mannen" en hiermee bedoelen wij de biologische sekse. Wij includeren hierin ook iedereen die zich niet als een van deze twee genders identificeert. U kunt dus ook 'mensen met meer vrouwelijke/mannelijke hormonen' lezen.
Als we kijken naar het voorkomen van schizofrenie en coronaire hartziekten bij vrouwen dan valt er iets op: het risico op beide aandoeningen stijgt fors wanneer vrouwen de menopauze (of 'overgang') bereiken [2, 3] . Het is nog niet helemaal duidelijk waarom dit zo is, maar een van de mogelijke theorieën is de rol van het vrouwelijke hormoon oestrogeen. Oestrogeen wordt namelijk minder of helemaal niet meer aangemaakt na de menopauze [4] en wellicht dat dit een verklaring is voor de forse stijging van beide aandoeningen na de menopauze.
Oestrogeen is een verzamelnaam van hormonen die voornamelijk worden gemaakt in de eierstokken van vrouwen, maar ook in de mindere mate in de bijnieren en vetcellen. Vandaar dat oestrogenen in kleine hoeveelheden ook voorkomen bij mannen [3]. Deze hormonen hebben invloed op de ontwikkeling en het behouden van geslachtskenmerken en hebben invloed op de menstruatie cyclus [4].
Daarnaast hebben oestrogenen ook invloed op veel andere plekken in het lichaam, zo hebben ze ook een effect op het hart, de bloedvaten, de botten, de huid, het haar en tenslotte het brein [5]. Tijdens de overgang gaat het lichaam van vrouwen minder oestrogeen aanmaken, dit gebeurt meestal wanneer zij tussen de 45 en 55 jaar oud zijn. Deze vermindering van oestrogeen kan klachten zoals opvliegers en stemmingsproblemen veroorzaken [6].
Figuur 1. De scheikundige opmaak van estradiol, een van de meest belangrijke oestrogenen [7].
Oestrogeen heeft een zogenaamde 'antagonistische werking' voor dopamine, dit houdt in dat oestrogeen de receptoren voor dopamine blokkeren [8]. Hierdoor zullen de effecten van dopamine in het lichaam minder tot uiting komen, ze worden in een zekere zin geremd. Dopamine speelt naar alle waarschijnlijkheid een belangrijke rol in schizofrenie. Zo blijkt dat de dopamine receptoren in het brein van mensen met schizofrenie heel anders verdeeld zijn, in vergelijking met mensen zonder deze aandoening. Ook is er bewijs dat een te hoge mate van dopamine receptoren gelinkt is aan de positieve symptomen (v.b. hallucinaties) van schizofrenie [9].
Dus als oestrogeen niveaus minder worden, bijvoorbeeld tijdens de overgang, dan wordt een overmatige werking van dopamine minder geremd, waardoor positieve symptomen van schizofrenie, zoals psychoses eerder tot uiting zullen komen.
Oestrogeen heeft een beschermend effect voor coronaire hartziekten doordat het bijdraagt aan het vermogen van bloedvaten om zich te verwijden, ook wel vasodilatatie genoemd [10]. Bovendien is oestrogeen betrokken bij lichamelijke processen die vetachtige substanties en inflammatoire processen verminderen [11], waardoor de kransslagaders minder snel vernauwd of verstopt raken.
Het is daarom ook niet verrassend dat vrouwen na de menopauze een verhoogd risico hebben op hart- en vaataandoeningen. Met name het risico op vernauwingen in de kleinere bloedvaten (micro-vasculatuur) stijgt [12]. Deze vernauwingen zijn niet altijd goed te zien op de scans die we tegenwoordig gebruiken en geven ook niet de typische klachten die je zou verwachten van iemand met hartproblemen. Dit is dan ook de reden waarom een hartziekten, bijvoorbeeld, bij vrouwen soms niet, of te laat, opgemerkt worden.
De 'typische' klacht die duidt op coronair vaatlijden is pijn op de borst, deze klacht komt ook het meest voor bij zowel mannen als vrouwen [13]. De 'atypische' klachten van coronaire hartziekten die relatief meer bij vrouwen voorkomen zijn bijvoorbeeld rugpijn, misselijkheid/braken, spierzwakte of een vol gevoel in de buik [14]. Het is belangrijk voor zorgmedewerkers om alert te zijn op deze atypische klachten, omdat deze dus ook kunnen duiden op coronaire hartziekten. Vroege detectie van deze klachten en de juiste diagnosestelling kunnen bijdragen aan een betere prognose voor deze patiënten [15].
Om deze bevindingen samen te vatten hebben wij het model hiernaast ontwikkeld, die beschrijft wat er gebeurt bij vrouwen in de overgang waardoor zowel schizofrenie als coronaire hartziekten aanzienlijk toenemen. Oestrogeen heeft dus een aparte werking voor twee verschillende ziektes, maar deze effecten hebben geen directe invloed op elkaar. Toch is het belangrijk om je bewust te zijn van deze onderliggende hormonale veranderingen die in dit geval een onderliggende factor zijn voor de relatie tussen schizofrenie en coronaire hartziekten.
Figuur 2. De lichamelijke effecten die ontstaan als gevolg van de overgang
Testosteron wordt ook wel gezien als het belangrijkste mannelijke geslachtshormoon. Scheikundig gezien lijkt het erg op oestrogeen, kunt u de verschillen tussen Figuur 1 en Figuur 3 spotten?
Testosteron wordt aangemaakt in de testikels en de bijnieren. Hier wordt cholesterol, een vetachtige stof, omgezet naar testosteron [18]. Dit stofje is betrokken bij de ontwikkeling van primaire geslachtskenmerken in mannen, zoals de penis en de testikels. Ook zorgt het voor de ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken, zoals gezichtshaar, stemveranderingen en spiergroei [19].
Wat veel mensen niet weten, is dat testosteron ook bij vrouwen voorkomt. Mannen maken alleen 10 tot 20 keer meer testosteron aan dan vrouwen, dus de effecten van dit stofje zijn vele malen groter bij mannen. Het kleine beetje testosteron dat bij vrouwen wordt aangemaakt, wordt grotendeels ook weer omgezet tot de vrouwelijke variant, oestrogeen [20].
Net zoals bij vrouwen, neemt de productie van geslachtshormonen bij mannen ook af na een bepaalde leeftijd. Als mannen rond de 40 jaar zijn, dan beginnen ze hier echt wat van te merken. Je kan hierbij denken aan minder spiermassa kweken, minder sterke botten, minder zin hebben in seks en een toename in lichaamsvet [21]. Eigenlijk hebben mannen dus ook hun eigen 'menopauze'.
Figuur 3. De scheikundige opmaak van testosteron [22]
Tot nu toe is er nog niet heel veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen testosteron waardes en schizofrenie. Toch zijn er al een aantal opvallende dingen gevonden. Zo bleek uit een onderzoek in een Amerikaanse kliniek dat mannen met schizofrenie gemiddeld gezien een lager gehalte van testosteron in hun lichaam hadden [23]. Van de 61 mannelijke schizofrenie patiënten die ze getest hadden, had iets meer dan 1 op de 3 zelfs een klinisch lage waarde van testosteron. Ook viel op dat er geen één patiënt was die bovengemiddeld veel testosteron had [23].
Uit een Koreaans onderzoek is er gebleken dat er ook een relatie is tussen testosteron gehaltes en de ernst van de negatieve symptomen [24]. Even als opfrisser, negatieve symptomen zijn klachten waarbij er iets ontbreekt of verminderd is in iemands gedrag of gevoel, voorbeelden hiervan zijn depressieve gevoelens, somberheid en lusteloosheid [6]. Uit het onderzoek bleek dus dat er een relatie was tussen testosteron en negatieve symptomen. In andere woorden, schizofrenie patiënten met lagere testosteron gehaltes, scoorden hoger op negatieve symptomen van schizofrenie dan mensen met hogere testosteron gehaltes. Je kan deze relatie ook omgedraaid zien, namelijk dat mensen met ernstigere negatieve klachten, lagere testosteron niveau's hadden [24].
Er is ook onderzoek gedaan naar de relatie tussen testosteron gehaltes en cognitief functioneren bij mannen met schizofrenie [25]. De resultaten van dit kleinschalige onderzoek waren een beetje dubbelzijdig. Zo vonden de onderzoekers dat testosteron gehaltes gebruikt kon worden om een voorspelling te maken over cognitief functioneren, waarbij een lager testosteron gehalte gerelateerd was aan een lager cognitief functioneren. Tegelijkertijd vonden de onderzoekers ook dat deze schizofrenie patiënten gemiddeld gezien lager scoorden op cognitieve testen dan een controle groep, maar dat zij niet verschilden in testosteron gehaltes [25]. Het kan dus zijn dat testosteron wel een rol speelt in de cognitieve beperkingen bij schizofrenie, maar er lijken nog andere zaken een rol te spelen in deze relatie.
Wanneer er wordt gekeken naar de incidentie van coronaire hartziekten is er wat opvallends te zien: coronaire hartziekten komen in elke leeftijdscategorie meer voor onder mannen dan vrouwen [26]. Wanneer hier een verklaring voor gezocht wordt, kan er gedacht worden aan het verschil in hormonen tussen mannen en vrouwen. Mannen maken van nature meer testosteron aan, zou dit misschien een onderliggend mechanisme kunnen zijn? Hoewel dit klinkt als een logische verklaring, wijzen huidige onderzoeken geen direct verband aan tussen het aanmaken van testosteron en het ontwikkelen van coronaire hartziekten. In tegendeel zelfs: normale levels van testosteron hebben in veel gevallen een beschermende werking [27]. Zo bevordert testosteron de ontspanning van bloedvaten, waardoor het bloed beter kan stromen. Ook zorgt het hormoon voor een lager vetpercentage en een betere insulinegevoeligheid. Dit zijn allemaal factoren die een beschermend werken voor het ontwikkelen van coronaire hartziekten.
Wel is er een potentieel verklaringsmechanisme gevonden in het hebben van een te laag testosterongehalte [27, 28]. Uit onderzoek blijkt dat lagere levels van testosteron gelinkt kunnen worden aan een grotere kans op aderverkalking, en dus aan coronaire hartziekten. Ook blijkt dat het geassocieerd is met hogere levels van het 'slechte' cholesterol (zogenoemd LDL-cholesterol), wat een relatie heeft met het ontwikkelen van coronaire hartziekten. Bovendien gaan lagere testosteron gehaltes vaak gepaard met ernstigere coronaire hartziekten en is de prognose in veel gevallen slechter. Bij deze uitkomsten moet wel een grote kanttekening geplaatst worden: de resultaten van verschillende onderzoeken zijn tegenstrijdig.
Concluderend kan er gesteld worden dat er tot op heden geen relatie is gevonden tussen testosteron en het ontwikkelen van coronaire hartziekten. De verklaring voor de grote verschillen tussen mannen en vrouwen moet dus ergens anders gezocht worden.
Dit verdiepende onderwerp heeft zich gericht op het vergelijken van geslachtshormonen en hun invloed op zowel schizofrenie als coronaire hartziekten.
Kijkend naar schizofrenie zien we dat oestrogeen vooral inspeelt op het dopamine mechanisme van schizofrenie. Bij testosteron lijkt vooral een klinisch lage waarde van testosteron een slechte voorspeller voor schizofrenie.
Wanneer we deze twee hormonen in verband brengen met coronaire hartziekten kunnen we concluderen dat vooral het hormoon oestrogeen een beschermende werking heeft. Een grote aanwijzing hiervoor is te vinden in vrouwen die in de menopauze komen: oestrogeen levels nemen vanaf dat moment af en het risico op coronaire hartziekten neemt fors toe. Wanneer we dit linken aan de bevinding dat enkel lage testosteron gehaltes zorgen voor coronaire hartziekten, kunnen we misschien wel stellen dat het verhoogde risico voor mannen (op coronaire hartziekten) komt door een tekort aan het beschermende hormoon oestrogeen.
Het moet gezegd worden dat veel van de hierboven genoemde onderzoeken vrij kleinschalig waren, waardoor je je af kan vragen of dit niet 'gelukstreffers' waren. Grootschaliger onderzoek moet uitwijzen wat de precieze relatie is tussen de geslachtshormonen en hun invloed op schizofrenie en coronaire hartziekten. Het zou een mooie stap zijn als er in de toekomst op een veilige manier onderzoek kan worden gedaan, waarbij hormoon supplementen worden ingezet als behandeling voor schizofrenie.
Klik op de knoppen om door te gaan naar een van de andere verdiepende onderwerpen.
Sensoa. Hormonen: functie van testosteron en oestrogeen [Internet]. Allesoverseks.be; [geciteerd op 5 mei 2025]. Beschikbaar via: https://www.allesoverseks.be/hormonen-functie-van-testosteron-en-oestrogeen
Steiner M, Dunn E, Born L. Hormones and mood: from menarche to menopause and beyond. Psychoneuroendocrinology. 2003;28 Suppl 3:35–47. https://doi.org/10.1016/S0306-4530(02)00125-7
HartKliniek. Vrouw-specifieke hartklachten [Internet]. [geciteerd op 15 april]. Beschikbaar via: https://www.hartkliniek.com/klachten-hartziekten/vrouw-specifieke-hartklachten
https://www.isala.nl/patientenfolders/7442-de-overgang-menopauze/
Homediq. Wat is oestrogeen? [Internet]. [geciteerd op 14 april 2025]. Beschikbaar via: https://www.homediq.com/nl/wat-is-oestrogeen/
Zorginstituut Nederland. Oestrogenen - Farmacotherapeutisch Kompas [Internet]. [geciteerd op 14 april 2025]. Beschikbaar via:: https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/groepsteksten/oestrogenen
Johns Hopkins Medicine. Estrogen’s effects on the female body [Internet]. [geciteerd op 14 april 2025]. Beschikbaar via:: https://www.hopkinsmedicine.org/health/conditions-and-diseases/estrogens-effects-on-the-female-body
UMC Utrecht. De Overgang [Internet]. [geciteerd op 14 april 2025]. Beschikbaar via:: https://www.umcutrecht.nl/nl/ziekte/overgang/folder
American Chemical Society. Estradiol - Molecule of the Week [Internet]. [geciteerd op 14 april 2025]. Beschikbaar via:: https://www.acs.org/molecule-of-the-week/archive/e/estradiol.html
Seeman MV. The role of estrogen in schizophrenia. J Psychiatry Neurosci. 1996 Mar;21(2):123–7. PMID: 8820178; PMCID: PMC1188751.
Häfner H, Behrens S, De Vry J, Gattaz WF, Löffler W, Maurer K, et al. An animal model for the schizophrenia prodrome. Am J Psychiatry. 1991 Nov;148(11):1474–85. https://doi.org/10.1176/ajp.148.11.1474
Riecher-Rössler A, Häfner H. Gender aspects in schizophrenia: bridging the border between social and biological psychiatry. Braz J Med Biol Res. 2003;36(9):1109–19. https://doi.org/10.1590/S0100-879X2003000900002
Riecher-Rössler A, Häfner H. Schizophrenia and oestrogens--is there an association? Int J Psychophysiol. 2000;38(2):229–35. https://doi.org/10.1016/S0306-3623(02)00129-5
Toffol E, Heikinheimo O, Partonen T. Hormone therapy and mood in perimenopausal and postmenopausal women: a narrative review. Trends Endocrinol Metab. 2020;31(2):115–27. https://doi.org/10.1016/j.tem.2019.11.001
Mendelsohn ME, Karas RH. The protective effects of estrogen on the cardiovascular system. Am J Cardiol. 1999 Jun 24;84(1A):18–23. https://doi.org/10.1016/S0002-9149(99)00322-7
Campesi I, Montella A, Seghieri G, Racagni G, Franconi F. Sex and gender differences in cardiovascular disease: impact on therapeutic approaches. Nutr Metab Cardiovasc Dis. 2010 Dec;20(12):521–6. https://doi.org/10.1016/j.numecd.2010.02.013
Adams A, Bojara W, Schunk K. Early Diagnosis and Treatment of Coronary Heart Disease in Asymptomatic Subjects With Advanced Vascular Atherosclerosis of the Carotid Artery (Type III and IV b Findings Using Ultrasound) and Risk Factors. Cardiol Res. 2018;9(1)22-27. https://doi.org/10.14740/cr667w
Cyberpoli. Wat gebeurt er in de puberteit bij DSD? [Internet]. Cyberpoli.nl; [geciteerd op 5 mei 2025]. Beschikbaar via: https://www.cyberpoli.nl/dsd/faq/1630
Vitakruid. Wat is testosteron? Alles over het mannelijk hormoon [Internet]. Vitakruid.nl; [geciteerd op 5 mei 2025]. Beschikbaar via: https://www.vitakruid.nl/blog/wat-is-testosteron-alles-over-het-mannelijk-hormoon
Vitakruid. Hoe belangrijk is testosteron bij vrouwen? [Internet]. Vitakruid.nl; [geciteerd op 5 mei 2025]. Beschikbaar via: https://www.vitakruid.nl/blog/hoe-belangrijk-is-testosteron-bij-vrouwen
Mount Reach More. Wat is testosteron en wat doet het met je lichaam? [Internet]. Mountreachmore.nl; [cited 2025 Mei 5]. Available from: https://www.mountreachmore.nl/wat-is-testosteron-en-wat-doet-het-met-je-lichaam/
Vecteezy. Testosteron icoon chemisch moleculair structuur steroïde seks hormoon teken [Internet]. Vecteezy.com; [geciteerd op 2025 Mei 5]. Beschikbaar via: https://nl.vecteezy.com/vector-kunst/15601767-testosteron-icoon-chemisch-moleculair-structuur-steroide-seks-hormoon-teken
Agarwal SK. High prevalence of low testosterone levels in male patients with schizophrenia. European Psychiatry. 2013;28(S1):28-E715. https://doi.org/10.1016/S0924-9338(13)76427-7
Ko YH, Jung SW, Joe SH, Lee CH, Jung HG, Jung IK, et al. Association between serum testosterone levels and the severity of negative symptoms in male patients with chronic schizophrenia. Psychoneuroendocrinology. 2007 May;32(4):385–91. https://doi.org/10.1016/j.psyneuen.2007.02.002
Moore LT, Kyaw M, Vercammen A, Lenroot RK, Kulkarni J, Curtis JR, et al. Serum testosterone levels are related to cognitive function in men with schizophrenia. Psychoneuroendocrinology. 2013 Sep;38(9):1717–28. https://doi.org/10.1016/j.psyneuen.2013.02.007
Volksgezondheid en Zorg. Coronaire hartziekten | Leeftijd en geslacht | Totaal [internet]. 18 december 2024 [geciteerd op 5 mei 2025]. Beschikbaar via: https://www.vzinfo.nl/coronaire-hartziekten/leeftijd-en-geslacht/totaal
Zhao D, Liu J, Li Y, et al. Burden of cardiovascular disease in China: Current status and future challenges. J Am Heart Assoc. 2013;2(5):e000272. https://doi.org/10.1161/jaha.113.000272.
Malkin CJ, Pugh PJ, Morris PD, et al. Laag testosteron en verhoogd risico op coronaire hartziekten. [internet]. Juli 2020 [geciteerd op 5 mei 2025]. Beschikbaar via: https://www.acesototalhealth.com/wp-content/uploads/2020/07/Low-T-and-Increased-risk-CHD.pdf