Kerfstokken

Al in de prehistorie kon men tellen. Dat bewijzen kerfstokken die men gevonden heeft. De mens heeft in die tijd al begrip gehad van aantallen, afmetingen en vormen. Zo hebben paleontologen in een grot in Zuid Afrika ruim 70.000 jaar oude okerstenen gevonden met meetkundige figuren erop. Er zijn ook andere voorwerpen gevonden waaruit dit bleek.

Herders en jagers kenden mogelijk een systeem van 'geen' (nul), 'één', 'een aantal' en 'veel'.Ze gebruikten zogenaamde kerfstokken om aantallen bij te houden. Eén van de oudste kerfstokken die gevonden is, is het Lebombo-beentje uit Swaziland, dat dateert van 35.000 v.Chr.

Het Ishango-beentje geldt als de oudste echte wiskundige vondst. Men schat de ouderdom op 22.000 jaar. Het beentje werd in 1960 ontdekt door Jean de Heinzelin de Braucourt. Het beentje werd genoemd naar de vindplaats Ishango, in Congo (15 km van de evenaar).

Onderzoek door archeologen en wiskundigen heeft aangetoond dat het telstokjes betreffen.Ze zijn waarschijnlijk opgesteld in een zestallig stelsel. Dat was gebruikelijk in Afrika. De voorkant van het beentje heeft drie inkervingen, dan zes. Vervolgens staan er vier inkervingen, dan acht. Dat is dus steeds keer twee. Als je de inkervingen optelt per kolom is het antwoord steeds 60, 48 en 60. Dat zijn allemaal veelvouden van 6. Dit wijst er waarschijnlijk op dat ze een zestallig stelsel gebruikten.

uit: http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_de_wiskunde

2. Prehistorie.docx