De boot en de kruik- verhaal

Lang geleden was ons land woest en leeg. Soms trokken er mensen door het land.Ze leefden van wat ze vonden: noten, vruchten, zaden en planten. Soms vingen ze een vis of een rendier. Dan aten ze die vis of dat rendier op. Rauw. Om te koken, te bakken of te braden was vuur nodig, en dat was moeilijk te maken. Het lukte maar heel af en toe.

In die tijd hadden de mensen maar weinig spullen. Ze hadden wel bijlen en messen van steen. Die hadden ze zelf gemaakt. Als je maar lang genoeg met de ene steen tegen de andere hakte, kreeg zo'n steen een scherpe rand. Daarmee kon je een rendier slachten of een boom omhakken.

Er kwam een tijd dat het sneeuwde en vroor zonder dat er een eind aan leek te komen. Het land raakte bedenkt onder een dikke laag ijs. De mensen trokken weg naar warmere landen. Zelfs voor de dieren was het te koud. Ook de beren, de wolven en de mammoeten trokken weg.

Een paar duizend jaar later werd het pas weer wat warmer in ons land. Het ijs smolt. Eén voor één kwamen de dieren terug. Eerst de vissen en de vogels. Toen de rendieren, de wolven en de wilde varkens. En tenslotte ook de mensen.

In die tijd was er een jongen die Jurre heette. Jurre had een zus, Maren.

'Wat ben je aan het doen?' vroeg Maren op een dag aan haar broer.

'Dat zie je toch?' Jurre stond naar de stam van een boom die hij zelf had omgehakt. Met zijn bijl hakte hij net zo lang tot de boom van binnen hol werd. Maren was trots op haar broer. Jurre kon bijlen maken van vuursteen. Hij had een jong wolfje tam gemaakt. Het diertje hielp hem zelfs bij het jagen op vogels. Jurre was zo handig met zijn speer dat hij er vissen mee kon vangen. Maar wat hij nu aan het doen was, begreep ze niet.

"Het wordt een boot,' zei Jurre. 'Met die boot ga ik het water op. Dan kan ik nog meer vis vangen.'

'Goed idee,' zei Maren en ze ging weer verder met haar eigen werk.

'En jij?' wilde Jurre weten. 'Wat ben jij aan het doen?'

'Dat zie je toch?' zei Maren. 'Ik maak een kruik om water in te doen.'

Jurre keek naar zijn zus. Haar soepele handen maakten van de klei een kruik.

'Mag ik je iets vragen?' zei Jurre.

"Hmmm," deed Maren.

'Een poosje geleden heb je toch van plantenstelen een draad gemaakt? Je weet wel, die draad waarmee je een dierenvel aan elkaar hebt genaaid. Kun je voor mij ook zo'n draad maken?'

"Hmmm," deed Maren weer.

'Ik denk dat ik van zo'n draad een net kan maken,' legde Jurre uit. 'Een visnet.'

Marens kruik was klaar.

'Hij is mooi,' zei Jurre.

'Maar nog niet mooi genoeg,' zei Maren.

Ze pakte een takje en begon figuurtjes in de kruik te krassen.

'Wat doe je nu?' riep Jurre verbaasd uit.

'Ik ga de kruik versieren,' legde Maren uit. 'Dan wordt hij nog mooier.'

Jurre haalde zijn schouders op. Versieren? Wat was dat nu weer? Had Maren niets beters te doen? Kon ze niet aan een volgende kruik beginnen in plaats van haar tijd te verspillen? Snel ging hij aan het werk. Het zou nog wel een paar weken duren voor zijn boot klaar was. De houtschilfers vlogen in het rond. Jurre veegde het zweet van zijn voorhoofd. Langzaam begon hij zijn zusje te begrijpen. Ze hadden het goed. Ze woonden in een stevige tent, die hen beschermde tegen storm en kou. Ze hoefden niet altijd hard te werken, er was ook wel eens tijd voor iets anders. Een kruik versieren bijvoorbeeld. Plotseling kreeg Jurre een idee: als zijn boot af was, ging hij hem versieren. Hij zou er een paar figuren in krassen. Gewoon, omdat hij dat mooi vond.

Lang geleden moesten de mensen hard werken om aan eten te komen. Soms namen ze de tijd om andere dingen te doen. Ze versierden hun spullen. Als het lukte om vuur te maken, gingen ze in een kring eromheen zitten om te zingen en elkaar spannende verhalen te vertellen. Niet zo lang geleden werd er een boot gevonden uit de tijd dat Jurre en Maren leefden. Hij werd opgegraven in het dorpje Pesse, in Drenthe. Het is de oudste boot van de hele wereld. Er zijn ook kruiken gevonden. Door hun prachtige versieringen zijn ze wereldberoemd geworden.

En zo.... is het echt gebeurd.

(uit: Lang geleden- Arend van Dam & Alex de Wolf)

1. Prehistorie.docx