In the past decades a lot of guidelines have been described....use them
Universele usability richtlijnen
Richtlijnen voor:
>Zoeken
>Social interfaces
>Games
>Intranet
>Apps
>Ecommerce
Checklists...
Voorbeelden:
>Overheidbrede ontwerpprincipes
>...
01. Zichtbaarheid van de status
Een gebruiksvriendelijk product informeert de gebruiker over de staat waarin het verkeert door zinvolle feedback op de juiste plaats en op het juiste moment. Een gebruiker weet dan voortdurend waar hij aan toe is en wat hij kan verwachten.
Voorbeelden: een statusbalk die aangeeft hoe lang het nog duurt voordat software is gedownload; voortgangsindicator bij een bestelprocedure die aangeeft hoeveel stappen er nog moeten worden doorlopen om het proces af te ronden; Een wifi-icoon wat aangeeft dat er (g)een verbinding is; Het lampje in de lift die aangeeft op welke verdieping je je bevindt.
02. Overeenkomst tussen het systeem en de echte wereld
Sluit aan bij hetgeen gebruikers (her)kennen uit de "echte wereld". Met andere woorden: sluit aan bij het "mentale model" van de gebruiker. Het systeem spreekt geen technische taal maar de (visuele) taal van de gebruiker en gebruikt de woorden, zinnen en concepten die voor hem herkenbaar zijn. Volg "real-world" conventies waardoor de gepresenteerde informatie er logisch uitziet. Vermijd jargon tenzij is vastgesteld dat de gebruiker hiermee bekend is.
Voorbeelden: iconen zoals het envelopje (mail), de prullenbak (iets weggooien), een folder (om iets in te bewaren), realistische knoppen die lijken op echte knoppen.
03. Controle en zekerheid
Gebruikers klikken vaak per ongeluk op de “verkeerde” knop of hyperlink. De "Terug"-knop is niet voor niets de meest gebruikte knop op het internet. Het makkelijk terugdraaien van een ongewenste situatie is belangrijk voor het gevoel van controle en daarmee ook het gevoel van veiligheid en zekerheid. Ondersteun altijd de functies “undo” en “redo”.
Voorbeelden: het annuleren van een bestelling; het kunnen aanpassen van alle gegevens in een formulier totdat het wordt opgestuurd.
04. Conventies, consistentie en standaarden
Laat gebruikers niet raden naar de betekenis van hetgeen ze op het scherm zien. Sluit aan bij patronen die herkenbaar zijn voor gebruikers. Wees consistent in de wijze waarop informatie en functionaliteit wordt gepresenteerd en hoe een systeem werkt. Volg de geldende conventies voor webdesign en beeldschermcommunicatie.
Voorbeelden: iedereen herkent een blauw onderstreept woord als hyperlink; als een onderdeel op een knop lijkt dan verwacht de gebruiker ook dat hij erop kan klikken; de navigatiestructuur is duidelijk herkenbaar en de werking binnen een website is consistent.
05. Voorkom het maken van fouten
Een foutmelding die de gebruiker duidelijk informeert over wat er misgaat en opties biedt om de fout te herstellen, is belangrijk. Maar beter is het om een systeem te ontwerpen waarbij gebruikers geen fouten kunnen maken. Elimineer foutgevoelige situaties. Help gebruikers waar mogelijk met het maken van de juiste keuzes.
Voorbeelden: een geboortedatum kunnen kiezen die in de toekomst ligt; Laat de gebruiker een land uit een lijst kiezen in plaats van hem de naam van het land te laten intypen.
06. Als er toch een fout optreedt: signaleer het, en help deze op te lossen
Het perfecte systeem bestaat niet, er zullen altijd situaties voorkomen waarin fouten optreden. Laat de gebruiker echter niet vastlopen maar biedt bij door het systeem gegenereerde foutmeldingen altijd mogelijkheden om verder te gaan. Een foutmelding geeft in begrijpelijke taal (geen ingewikkelde technische codes) weer wat het probleem is en biedt een doeltreffende oplossing.
Voorbeelden: het waarschuwingslampje van de brandstoftank.
07. Flexibiliteit en efficiency
Versnellers, die door de minder ervaren gebruikers vaak niet worden opgemerkt, kunnen de interactiesnelheid van ervaren gebruikers aanzienlijk verhogen. Op die manier kan een systeem beide typen gebruikers bedienen. Faciliteer gebruikers bij het personaliseren van veelgebruikte functies en/of onderdelen.
Voorbeelden: het personaliseren van hetgeen in een portal wordt getoond op basis van de wensen van de gebruiker; De sneltoetsen waarmee acties kunnen worden uitgevoerd zoals [Ctrl]+[S] om een bestand op te slaan.
08. Vorm en minimalisme
De iPod-touch van Apple heeft een interface die uitblinkt door zijn eenvoud. Het apparaatje biedt precies de functies die je nodig om je muziek te kiezen en af te spelen op een intuïtieve manier aan waar heel goed over is nagedacht. Niet meer en niet minder. "Less is more" wordt wel eens gezegd.
Deze regel geldt ook voor het web. Beperk je tot de kern en laat alle irrelevante onderdelen weg. Dialogen moeten geen informatie bevatten die irrelevant zijn of slechts zelden worden gebruikt. Elke brokje informatie in een dialoog vraagt (onbewust) aandacht wat ten koste gaat van de relevante informatie die daardoor minder opvalt.
Voorbeelden: E-reader waar alleen maar tekst wordt getoond; Apps in het algemeen waar de focus ligt op één specifieke taak.
09. Herkennen is makkelijker dan onthouden
Mensen zijn beter in herkennen dan onthouden. Computers zijn heel goed in onthouden. Gebruik de kracht van de computer en help de gebruiker bij zijn taken. Minimaliseer de "memory load" van de gebruiker door gegeven een taak alle relevante opties te presenteren. Voorkom dat de gebruiker moet onthouden wat hij heeft gedaan als de computer dit voor hem kan doen. Instructies voor het gebruiken van een systeem moeten zichtbaar zijn of makkelijk opvraagbaar wanneer dat relevant is.
Voorbeelden: een "wizard" die de gebruiker stap voor stap door een taak heen leidt.
10. Help en gebruikersdocumentatie
De ideale situatie is dat een systeem gebruikt kan worden zonder verdere toelichting. In de praktijk is dat niet altijd mogelijk en is enige vorm van instructie noodzakelijk. Alle benodigde informatie ter ondersteuning van de gebruiker moet wel makkelijk opvraagbaar en te gebruiken zijn; makkelijk doorzoekbaar, toegesneden op de gebruikerstaak, concrete beschrijving van te doorlopen stappen, niet te omvangrijk maar compact en handzaam.
Voorbeelden: een elektronisch formulier waarin de gebruiker indien gewenst bij elke stap via het vraagtekenknopje een toelichtingstekst kan opvragen.