Wat gaan jullie in Roermond doen? Limburg is zo ver weg. Het was de meest gehoorde reactie die Mark Steinen (52), Sylvia Massy (48) en zoon Joep (11) te horen kregen van vrienden in Loenen aan de Vecht. Toch besloot het gezin een halfjaar geleden terug te keren naar de stad waar hun roots liggen. ,,We komen allebei uit Roermond en brachten hier onze middelbareschooltijd door. Toen we gingen studeren, waaierden we uit over het land.” Net als veel klasgenoten, maar de vriendschappen hielden stand en carnaval bleek een bindende factor.
Voor Steinen en Massy voelt Limburg dichtbij. ,,Wij denken niet regionaal. We moeten regelmatig voor ons werk in de Randstad zijn en dat kan gewoon. In Nederland is niets ver. Wat is nu een uurtje in de auto”, zegt Mark Steinen. Zijn vrouw Sylvia vult aan: ,,De Randstedelijke hardheid begon ons tegen te staan en we verlangden terug naar Limburg. Toen ik op mijn negentiende uit Roermond vertrok, was hier veel minder. Alles en iedereen trok weg en ging op avontuur. Nu is het hier leuk wonen. Het is een klein stadje met goede scholen, sportverenigingen, veel groen in de omgeving en mogelijkheden op het gebied van cultuur. En de binding met mensen van hier blijft altijd groter, dan met mensen die gedurende je leven voorbijkomen. In Roermond voel ik me thuis.”
Voor Joep, geboren in het westen, was het wennen, maar ook hij voelt zich thuis. ,,Het Limburgse dialect klinkt grappig en de mensen zijn aardiger.” Zijn vader knikt instemmend: ,,Hier in het zuiden heerst trots en soms Calimero-gedrag, maar in Roermond vonden we wat we zochten.”
Hij was een van de eerste buitenlandse kindjes die werd geboren Roermond. Verpleegsters kwamen speciaal naar hem kijken, vertelde zijn moeder later. De nu 43-jarige Mohammed Mazouz kwam in Roermond ter wereld doordat zijn vader in mei 1964 naar Nederland was gekomen om hier te werken. Zeven jaar later (1973) kwam ook zijn moeder met haar twee oudste zoons. ,,Ik werd geboren een jaar nadat mijn moeder naar Nederland was gekomen”, vertel Mazouz. Zijn vader woonde toen al in Roermond waar hij werkte bij een aannemersbedrijf en later bij een staalfabriek. ,,Voordat hij naar Roermond verhuisde werkte mijn vader in de mijnen in België en later in Brunssum. Een oom van mij vertrok naar Amsterdam, maar het beviel mijn vader in Roermond zo goed dat hij hier bleef. Dat kan ik begrijpen. Ik ben hier opgegroeid en heb een fijne jeugd gehad in deze stad”, vertelt Mazouz. ,,Ik was altijd met veel vriendjes aan het voetballen op het Kiki-veldje in de wijk Donderberg.” Na de geboorte van Mazouz volgden er nog vijf zusjes. Alle familieleden wonen nog altijd in Roermond.
Inmiddels is Mazouz al heel wat jaren zelf getrouwd met een Nederlandse vrouw en heeft hij twee zoons van elf en vijftien. Even woonde het jonge gezin in Echt, maar de stad riep ze terug. ,,We misten de bedrijvigheid van de stad. Onze kinderen geven we iets mee van beide culturen. Voor de kinderen is dat geweldig want dan krijgen ze cadeautjes met Sinterklaas en met het Suikerfeest. Mazouz heeft geen last van zijn Marokkaanse roots. ,,Ik ben op de eerste plaats Roermondenaar, ik spreek alleen geen dialect. Roermond is een geweldige multiculturele stad. Hier ben ik thuis.”
,,In het pand waar we nu zitten, ben ik geboren”, vertelt Onno de Bock (64) in zijn kapsalon Salons de Bock aan de Hamstraat in Roermond. Zijn vader, Sjef de Bock, een rasechte Roermondenaar was herenkapper, maar toen hij in de Tweede Wereld Oorlog werd geëvacueerd naar Groningen, vroegen de Remunjse dames of hij hun kon knippen. ,,Zijn antwoord was dat hij een herenkapper was, maar in de oorlogstijd maakte dat weinig uit. Als je elkaar kon helpen, dan deed je dat.” Zo kreeg Sjef de Bock een fascinatie voor het behandelen van dameshaar.
Na de oorlog keerde De Bock terug in Roermond en vervolgde hij zijn werkzaamheden als herenkapper, maar zijn interesse om ook dames te knippen en te verven bleef. ,,Mijn vader ging toen bij L’Oréal in Amsterdam een cursus volgen hoe je damesharen moest verven. Die cursus werd gegeven door mijn moeder. Mijn vader deed er alles aan om haar als ras-Amsterdamse het hof te maken. Dat lukte, ze kwam naar Roermond waar mijn ouders samen de zaak aan de Hamstraat begonnen.”
De kapsalon stond centraal binnen het gezin De Bock. ,,Mijn vader deed op zondag voor de hoogmis de notabelen de haren zodat ze netjes in de kerk zaten. Zo kon iedereen zien dat ze door Sjef de Bock waren gesoigneerd.” Al begin vijftig werd Sjef de Bock ongeneselijk ziek. ,,Voor mijn vader ging ik ook naar de kappersschool. Met vier jongens en 21 meisjes in de klas was dat een leuke tijd”, vertelt hij met een lach. ,,Ook was ik de betere van de klas omdat ik het van huis uit had meegekregen. Maar mijn vader bleef altijd streng, hij wilde het perfect hebben.” Sjef de Bock stierf op 58-jarige leeftijd toen Onno pas zestien jaar was. Inmiddels is Onno al jarenlang eigenaar van de zaak die zijn vader ooit begon.
,,Binnen een week kende iedereen in Vlodrop mij en wisten ze dat ik die tienermoeder uit Den Haag was.” Debra Keijzer (29) lacht. ,,Ik heb nooit last gehad van die nieuwsgierigheid van mensen. Ze wilden gewoon weten wie ik was.” Keijzer raakte heel jong in verwachting en in Den Haag knokte ze hard om een leven op te bouwen, zichzelf te ontwikkelen en een goede moeder te zijn, maar ze zocht ook rust. ,,Mijn moeder is overleden toen ik veertien was. Twee zussen van haar, mijn tantes woonden in Limburg en boden mij aan om bij hun te komen wonen. Dat aanbod heb ik aanvaard ondanks dat ik niet weg wilde uit Den Haag. De bedoeling was om tijdelijk te blijven totdat ik alles weer op de rit had, maar het voelde als een warm nest en dat gaf me veel steun.”
Inmiddels is het negen jaar later en woont Keijzer nog altijd in Limburg, maar nu in Roermond. ,,Na een jaar leerde ik een Roermondse jongen kennen met wie ik ging samenwonen en volgde ik een hbo-studie social work in Eindhoven. Door mijn baantje in de horeca leerde ik veel mensen kennen.” Na zeven jaar liep haar relatie stuk en verhuisde haar ex-partner ironisch genoeg naar Den Haag. ,,Ik heb wel gedacht om ook terug te gaan, maar mijn leven is nu in Roermond. Mijn zoon Milan zit in groep zeven. Zelf ben ik aan het solliciteren, maar ik merk wel hoe moeilijk dat is. Ik overweeg om nog een jaar te gaan studeren om mijn lerarenbevoegdheid te halen. Misschien gaan we daarna terug naar Den Haag, want qua banen is daar wel meer toekomstperspectief.” Maar Keijzer voelt zich thuis in Roermond. ,,Waar je je in de grote stad anoniem en alleen kunt voelen, is dat in Roermond onmogelijk. Als ik hier een café binnenloop, kom ik altijd een bekende tegen. Ik hou van dat gemoedelijke en bovendien past die bourgondische leefstijl me ook wel.”
,,Roermond heeft mij gekozen. Misschien was het een computer, maar misschien was het ook wel toeval”, zegt Nabil Aleid (33). De Syrische vluchteling is nu 28 maanden in Nederland. In juni 2016 werd hij inwoner van Roermond. Ontzettend dankbaar is hij daarvoor. Na een lange, gevaarlijke reis en tal van asielzoekerscentra in Nederland, kreeg hij Roermond als woonplaats toegewezen. ,,Ik vind Roermond bijzonder. Het is een mooie stad. In het begin kende ik niemand, dat was een moeilijke tijd voor mij. Ik voelde mij vaak alleen en had heimwee. Mijn moeder van zeventig heb ik achter moeten laten in Damascus, de stad van liefde en jasmijn”, zegt hij in het Nederlands. Hij bloost als hij een compliment krijgt over zijn uitspraak. ,,Ik ben heel gauw met taallessen begonnen. Ik wilde de Nederlandse taal leren zodat ik snel kon integreren.”
Vaak zit Aleid in de bieb, op het Munsterplein of aan de Roerkade te lezen of huiswerk te maken. Hij probeert dan contact te maken met mensen door op een interactieve manier met de taal bezig te zijn. Ook gaat hij naar het Taalcafé in de bibliotheek om zijn Nederlands te verbeteren. ,,Ik ben geslaagd voor mijn inburgeringsexamen en doe vrijwilligerswerk.” Over het vinden van een baan is hij positief gestemd. ,,Ik zie Roermond als inspiratie voor de toekomst. Hier kan ik een nieuw en veilig leven opbouwen. Nederland opende zijn hart voor mij door me hulp te bieden en me een uitkering en dak boven mijn hoofd te geven. In Roermond kan ik weer dromen. Dankjewel Roermond.”
Een vakantieliefde op de camping in Herkenbosch, maar daar bleef het niet bij. Bijna veertig jaar later is Agnes Stijnen nog altijd in Roermond. ,,Ik was in de zomer van 1978 samen met een vriendin voor het eerst alleen op vakantie. Op de kermis in Herkenbosch waren we gespot door Paul en een vriend. Toen we liftend terug naar het kampeerterrein gingen om daar naar de campingdisco te gaan, sprak Paul me aan. Hij zou me een dag later Roermond laten zien.” Na een hele dag sightseeing volgde aan het einde van de avond in café Hemmingway aan de Roermondse Markt de eerste kus. ,,Paul had wel gelijk een verrassing voor me, want hij moest een dag later in militaire dienst. Maar ondanks de grote afstand voor die tijd, hield de liefde stand. In het begin reisden we elk weekend op en neer. En dat was wat in die tijd hoor”, herinnert Stijnen zich.
Als meisje uit Wijlre volgde ze na de havo de sierteeltvakschool. Na een succesvolle stage ging ze aan de slag bij Bloemenzaak Hermien in ‘t Roermondse Veld waar ze nu nog af en toe de dochter van wijlen Mientje helpt in drukke tijden. ,,Paul en ik zijn hier bij de Heilig Hart Kerk getrouwd en zo was de cirkel rond, want mijn eigen vader werd geboren op een steenworp afstand van de kerk.” In de beginjaren was het voor de Zuid-Limburgse wennen. ,,Ik kwam uit een beschermde omgeving, maar toen ik eenmaal hier de mensen voor me had gewonnen, bleken ze goud waard. Ik ben een Roermondse geworden, ook al woon ik nu in Melick.”
De combinatie van haar bijzondere voornaam en Nederlandse achternaam is iets waar mensen bij Zakija Timmers vaak op reageren. ,,Ik gebruik de achternaam van mijn Brabantse moeder. Een bewuste keuze. Mijn moeder komt uit Deurne en mijn vader is Marokkaans”, legt ze uit. ,,Mijn ouders leerden elkaar kennen in de Heinekenfabriek in Den Bosch, maar gingen hun geluk beproeven in Roermond, waar ik werd geboren. In de stad, die eigenlijk een groot dorp is, en waar gezelligheid en het kneuterige regeert, maar dat besef je pas als je wat ouder bent”, zegt ze met een lach.
De 43-jarige Roermondse werd geboren in het Laurentiusziekenhuis en bracht haar jeugd door in het centrum van de stad. Als tiener had ze een sterke drang om Roermond te verlaten. ,,De Randstad, Amsterdam daar gebeurde het. Roermond was maar gewoon Roermond. Iedereen kende elkaar en er werd geroddeld. Ik wilde altijd weg, maar ben toch gebleven. Daar heb ik nooit spijt van gehad, want diep van binnen zat ik goed hier.”
Timmers werkt bij het VVV-kantoor aan de Markt en ziet een stad met veel mogelijkheden. ,,In Roermond is het heel gemoedelijk. Het is een prettige stad om op te groeien. Als ik nu in de Randstad zit, ben ik blij als ik in de trein naar Roermond stap.”
Voetbal staat centraal in het leven van Amanuel Luel Asfeha (25). In zijn geboorteland Eritrea zag hij op televisie het Nederlands elftal. Hij kent ze allemaal, onze vedettes van weleer. Arjen Robben, Wesley Sneijder, Robin van Persie. Een voor een noemt hij hun namen op. Ze maakten indruk op hem en leerden hem Nederland kennen.
Hij was achttien toen hij te voet vluchtte vanuit Eritrea naar buurland Ethiopië. Daarna volgde een gevaarlijke reis naar Sudan en Libië. Tien dagen zat hij met veertig andere mensen in een pick-up naar Libië. Van daaruit nam hij de boot naar Italië. ,,Die reis duurde 24 uur. We zaten met vierhonderd personen op een boot.” In Italië wist hij dat hij naar Nederland wilde: het land dat hij kende van het voetbal. En nu woont hij in Roermond. ,,Het is hier wel een beetje koud”, maar hij zegt het met een stralende glimlach. ,,Ik ben gelukkig hier. Nederland is veilig en ik kan een opleiding volgen en de taal leren.”
Zijn ouders heeft hij al acht jaar niet gezien. Ze hebben alleen via de telefoon contact. Ze zijn gevlucht naar Ethiopië waar ze wonen. Zijn broer (22) en zus (18) wonen in Veenendaal en Almere. Als het even kan, zoekt hij ze op. Naast familiebezoekjes en school is Luel Asfeha vaak aan het voetballen op een pleintje in de Donderberg. Ooit had hij de droom om profvoetballer te worden, maar daar is hij nu te oud voor. ,,Soms ga ik kijken naar wedstrijden van PSV. Het is heel fijn dat het kan. In Nederland mag ik doen wat ik wil. In Eritrea kan dat allemaal niet. Daar bepaalt de dictator alles.”
Terugkijkend op zijn levensloop tot nu toe, was het voor Ruud Hanssen (76) niet meteen duidelijk dat zijn bestemming Roermond zou worden. ,,Ik was me van een dergelijke bestemming in die tijd niet bewust. Ik weet wel zeker van niet. Maar of het achteraf gezien echter louter toeval is dat ik nu in Roermond woon, valt te bezien.”
Hanssen werd geboren in Geleen waar hij voor een groot deel ook opgroeide. Na zijn opleiding werkte hij eerst als docent en hoofd van een basisschool en later in verschillende bestuurlijke functies. Zo woonde hij voor zijn werk ook in Blokker, een plaats in Noord-Holland in de buurt van het IJsselmeer. Maar een nieuwe baan als directeur van de Katholieke Schoolraad Limburg zorgde ervoor dat hij terugkeerde naar Limburg. ,,Het onderwijs heeft mij naar Roermond gebracht. En de keuze van mijn woonplaats werd mede bepaald door de aanwezigheid van rivieren en meren.” Als voorbeeld herinnert Hanssen zich dat hij als peuter vaak met zijn ouders op bezoek ging bij een oom en tante die in Weesp aan de Vecht woonden. ,,Het voorbij varen van boten liet een geweldige indruk achter.” Toen Hanssen later in Blokker woonde, konden hij en zijn gezin daar met veel plezier zeilen. ,,En met de terugkeer naar Limburg kozen we uiteindelijk voor Roermond, een stad dichtbij het water. Het is dan ook bijna een lotsbestemming te noemen dat we uiteindelijk daar gingen wonen.” In Roermond startte Hanssen begin jaren negentig samen met zijn zoon een softwareontwikkelingsbedrijf waaraan hij al 28 jaar als directeur verbonden is.
Hanssen gelooft erin dat bepaalde ervaringen en omstandigheden je lot mede kunnen bepalen. ,,Ik denk dat dingen die je in je vroege jeugd hebt meegemaakt veel herinneringen bij je oproepen. In mijn geval was dat wonen in een aantrekkelijke waterrijke omgeving. En dat hebben we hier in deze stad natuurlijk.” Niet geheel toevallig werd een woning gekozen met uitzicht op de Maas. ,,Als je jong bent, denk je niet na over je bestemming, maar misschien was dit wel zo voorbestemd. Voor mij is Roermond de juiste bestemming.”
Vijf dagen per week reist Nina Holthuizen (17) met de trein vanuit Roermond naar het Brabantse Boxtel en aan het einde van de dag ook weer terug. 47 minuten doet de trein erover. Holthuizen studeert aan het SintLucas in Boxtel en wil aan de slag als mediavormgever. ,,Het creatieve heb ik van mijn moeder. Ik was als kind altijd bezig met knutselen en tekenen. Nu moeten we voor school veel creatieve opdrachten doen zoals zelf een tijdschrift maken. Dat vind ik leuk en ook ga ik vaak eropuit met mijn fotocamera”, vertelt de 17-jarige studente enthousiast. Ze mist alleen wel wat dingen in Roermond. ,,Je hebt hier niet echt een plek met een mooie graffitimuur waar je foto’s kunt maken. Of huizen in pastelkleurige tinten. Voor mij mist Roermond wel wat kleur.” Toch komt ze graag in de stad waar ze al haar hele leven woont. ,,Eigenlijk woon ik vanaf mijn vierde in Herten, maar dat vind ik ook Roermond. Ik ben graag in het centrum, maar zou wel willen dat er meer winkels waren. Natuurlijk hebben we het Designer Outlet, maar ik bedoel in de binnenstad. Ik vind het er somber uitzien dat er veel panden leegstaan.” Holthuizen mist ook drukte in Roermond. ,,Het is hier best rustig. Ik vind het vervelend om alleen te zijn en ben graag op plekken waar veel mensen zijn. Hier is het toch wat kleinschaliger. Maastricht heeft in mijn ogen veel meer.” Dat is een stad waar de jonge meid zich in de toekomst wel ziet wonen. ,,Mijn vriend wil graag naar Amerika, maar ik blijf toch het liefste in de buurt van Roermond. Ergens in Limburg, zodat mijn ouders nog dicht in de buurt zijn.”
Met haar samengestelde gezin kwam Jolande Ross (57) in Roermond terecht. En dat terwijl de niet-Limburgse al jarenlang in Swalmen woonde. ,,In Oostenrijk op een camping ontmoette ik een man die in Limburg woonde. Daar trouwde ik mee en we kregen samen een dochter.” Maar op haar 44e werd Ross weduwe toen dochterlief twaalf jaar was. ,,Mijn man overleed toen hij vijftig was.”
Inmiddels lacht het geluk Ross weer toe. Negen jaar geleden werd ze opnieuw verliefd. ,,Ik kreeg een relatie met een gescheiden man met twee kinderen. Alleen in het dorp werd dat naar mijn gevoel niet helemaal geaccepteerd. Als ik de supermarkt binnenliep viel het stil. Dat vond ik heel erg, want waarom zou ik niet opnieuw geluk verdienen.” Ross en haar huidige partner verhuisden naar Roermond. Niet alleen vanwege het geklets in het dorp, maar ook vanwege de praktische kant. ,,We hadden drie thuiswonende studerende kinderen. Door in Roermond te gaan wonen, zaten we dichtbij het station en hoefden we ze niet overal heen te brengen of op te halen”, vertelt ze en vervolgt: ,, In een stad zijn we anoniem en maken mensen zich niet druk over elkaar. En aan de andere kant maakten we ook veel makkelijker contact.” Het leven in de stad bevalt Ross prima. ,,Hoe heerlijk is het als je links gaat de natuur inloopt en rechtsaf in de stad bent. Alles ligt op loopafstand van ons huis. Ik zou nooit meer terug willen naar een dorp. Voor kinderen is het leuk, maar toen ze ouder waren, was de stad veel fijner.” Inmiddels zijn alle kinderen het huis uit, maar wekelijks gaat Ross met haar 23-jarige dochter lunchen of samen winkelen. Ze vindt dat Roermond steeds leuker en hipper wordt. Of ze voor altijd in Roermond blijft, weet ze niet. ,,Ik hoef hier niet weg, maar ik hoef hier ook niet per se te blijven.”
Honderdvijfentwintig dagen te voet onderweg van Roermond naar Santiago de Compostela en in twee dagen retour met een bus
(Enkele korte, fragmentarisch bespiegelingen in proza en poëzie)
De wandelaar loopt op de pelgrimsroutes vooral alleen met zichzelf, met zijn heden en verleden, gedachten en herinneringen, steeds verder verwijderd van het alledaagse geneuzel. Niet meer nodig dan de inhoud van 2 kleinere rugzakken.
Het tikken van zijn loopstokken geeft het ritme aan van de eenzame uren, de wijkende horizon achterna …...
Je vindt 'alles' langs de weg! Kleding, schoeisel, huisraad, sanitair, gereedschap, cosmetica, pennen, speelgoed, batterijen, electronica, werkhandschoenen, wegwerp(!)aanstekers, (klein)geld, enz. Heel vreemd: 2 nieuwe kluwens breiwol, donkerrood en rose! Daar kun je een verhaal bij verzinnen: man, vrouw, gezellig op vakantie. Zij wil maar één ding, zelfs in de auto. Breien! Hij supernerveus van dat getiktak ...... enz.
Tragisch alle dode dieren, die ik zie liggen op en naast de weg: slakken, (hazel)wormen, kevers, kikkers, muizen, 1 rat, vogeltjes, 1 buizerd (waarschijnlijk onthoofd door stroomdraden), duiven, poezen, 3 vossen, 1 grote en 1 kleine slang, 1 eekhoorn en veel onduidelijke substanties.
Bovenaan de dodenladder der dieren staat de egel! Tientallen! Soms net doodgereden, soms alleen nog maar een borstelmatje met pootjes. Wie leert de egeltjes veilig over te steken?
De eenzaamheid vind ik geen probleem, je verleert het spreken. Er draaiden films in mijn hoofd. Fragmentarische levensfilms met veel heen en weer spoelen tussen de jaren. Het een riep het ander op. Heel veel moeite met het voorbijgaan van alles en van heel veel gezichten, die met mij waren op de levensweg, maar die in dat verleden zijn achtergebleven. In de stilte die geen naam heeft. Emoties komen aanrollen als de wind over de heuvels, die de adem afsnijdt, de ogen doet tranen.
Nadat ik de honderd rivieren ben overgestoken
overvalt me opeens een vermoeidheid
die ik ook wel waarneem bij bomen
in het jaargetijde van de vroege herfst
De licht opkrullende huid
van de bladeren en de verkleuring
wat op inkeer duidt
Het lager en lager vallende zonlicht
geeft de avond niet langer uitstel
en dwingt tot terugkeer
naar waar het ooit begon
Enkele gedichten met Roermond in het achterhoofd
(Bij een glasexpositie)
Als getuige van het licht
in het kwetsbare glas
verpoosde ik die middag
in het oude gebouw
waar gebeden nog
tussen de gewelven warrelen
en mij even breekbaar maken
als het glas in het kwetsbare licht
Ik brak
in woorden uit
Wandelde dan door de oude stad
waar we nieuwe gebouwen bewonen
en onze gebeden wachten
om gehoord te worden
waar we beschutting zoeken
achter dubbelgelaagd glas
in de breekbare schijn
van alledag
Gelouterd kwam ik thuis
Harrie B. een verre verwant
is in zijn vaderstad Roermond teruggekeerd
na ruim een halve eeuw
in Amerika gewoond en gewerkt te hebben
Hij was de laatste jaren erg verstrooid
volgens zijn vrouw maar nu helemaal
nu zij hem naar zijn laatste wil
heeft uitgestrooid in de Roer
In de grijze novemberochtend
was hij snel opgelost
07-09-2012
Het licht is oud en dooft uit
Een gouden glans van boven
brengt een laatste groet
en een restje warmte
aan bloemen en mensen
op de brug, op de terrassen
Als het helemaal donker is
herinneren ze zich dat
Ook de bloemen
houden elkaar vast
en zeggen zacht:
‘Tot morgen in het nieuwe licht’
29-09-2011
Vanmorgen in het nog lage ochtendlicht
zag ik hem lopen op de Markt
halt houden bij de plaquette
met de geschiedenis van de stad
Afscheid nemen wellicht
Zijn stralende, zilvergrijze hoofd gebogen
lezend waartoe Roermond ooit behoorde
Kan het beeld duidelijker?
Met één voet op de ronde steen
behoort Huub voor altijd tot de herinnering
aan de speelse geest van de creatieve stad
Altijd broeide er wat, klonk poëzie en gezang
speelde hij zijn spel op elk podium
en bleef toch onmiskenbaar Huub Graus
Met aarzelende tred zag ik hem daarna
de hoek omgaan naar zijn Swalmerstraat
Nog even tijd voor een afscheidskus
van een voorbijgangster
Het zonlicht in zijn haar verdween
in de schaduw van de gebouwen
Dag Huub, moge het je goed gaan
(Voor Ine)
De zon schuift schaduwen van bomen
over het Munsterplein
Wij blijven nog wel even in de zon terwijl muziek
van de kiosk omhoogklinkt en gesprekken stilvallen
Glazen langzaam leeggedronken
Tussen twee muziekstukken in hoor ik het haar opeens zeggen:
Als ik nadien terug mag komen dan liefst weer in Roermond
Ik zie de stad knipogen en glimmen van trots
De wind steekt op
verwaait de klanken van de muziek
Bibberende rafelrandjes vooral aan de schaduwen
die over ons heen naar de avond reiken
Op verzoek van Olivier van Wijk van Bestemming Roermond.
Begin 1984 betrokken Ed en ik, net getrouwd, een erg leuke woning in Oirsbeek. We waren beiden in Schaesberg opgegroeid, dus ons vertrek naar Oirsbeek, 16 km verderop, voelde al als een ware verhuizing. We werden echter goed ontvangen in onze nieuwe straat, hadden daar eeuwig kunnen blijven, ware het niet dat Ed’s droom nog steeds was, om ooit eens zelf te bouwen. Ik zag dat helemaal niet zitten, wij met onze vier linker handen, maar hij bedoelde natuurlijk, dat hij onder eigen beheer wilde bouwen.
In Oirsbeek was op dat moment geen bouwgrond te koop.
Toen Ed dan ook voor zijn werk bij Smurfit Kappa Roermond Papier in Roermond terecht kwam, hebben we de gok gewaagd, ons ingeschreven voor het nieuwbouwproject De Wijher en opties genomen op vijf kavels. In eerste instantie werden we voor alle kavels uitgeloot. We besloten dan maar ons huis in Oirsbeek een beetje te laten verbouwen en onze bouwplannen voorlopig in de ijskast te zetten.
Na een maand kregen we echter bericht, dat we de kavel van onze eerste keuze, waar we op de zesde plaats stonden, alsnog konden kopen.
Als ik mijn baan in Schaesberg na de geboorte van onze oudste eind 1988 niet had opgegeven, hadden we het vanwege de afstand nooit gedaan, maar nu lagen werkelijk alle opties open en gíngen we er dan ook voor 100% voor.
Een week lang ging ik elke dag op stap - jongste in de Maxi Cosi mee - om foto’s van mooie huizen in nieuwbouwwijken te maken en om ideeën op te doen.
Een architect werd gezocht en gevonden.
Ook hij reed nog eens met mij langs een tiental andere door hem ontworpen huizen. Ik zal jullie de bouwbeslommeringen besparen en een lang verhaal niet nog veel langer maken, maar ik heb met volle teugen van het uitzoeken van alle materialen en nieuwe meubels en van het meedenken, kortom van het hele bouwtraject genoten!
In mei 1996 betrokken we ons mooie huis in Maasniel/Roermond en we kwamen in deze buurt echt in een warm bad terecht.
Het voordeel was, dat we in een nieuwe wijk en niet in een bestaande wijk, waar alle banden reeds gesmeed waren, terecht waren gekomen.
Al onze nieuwe buren, velen inmiddels vrienden, zaten in hetzelfde schuitje, hadden allemaal gebouwd, of waren daar nog mee bezig en we hadden zodoende meteen veel te delen.
Ook waren onze kinderen allemaal ongeveer van dezelfde leeftijd en kwamen we niet per se uit Roermond, maar overál vandaan en we stonden allemaal open voor nieuwe vrienden.
Inmiddels wonen we hier ruim 21 jaar en we willen nooit meer weg, niet meer terug naar Oirsbeek en al helemaal niet meer terug naar Schaesberg. Zo’n verhuizing moet je goed aanpakken en niet denken ‘als het niet bevalt, ga ik terug’, want dan doe je dat geheid.
Wij hebben ons gewoon voorgenomen dat we het leuk gingen krijgen in Roermond en dat is meer dan gelukt.
Roermond leent zich daar dan ook uitstekend voor. Een heerlijke stad!!!
Marianne Halmans - van Ooijen
In 1992 woedt de oorlog in Servië, Bosnië-Herzegovina, Kroatië en nog veel meer kleine staatjes in de Balkan. Ruim 45 jaar na de Tweede Wereldoorlog wordt Europa opnieuw geconfronteerd met verschrikkelijke beelden. Tienduizenden mensen slaan op de vlucht en worden in heel Europa opgevangen. Roermond stelt haar leegstaande kazerne ter beschikking en in heel korte tijd stroomt deze vol.
De toenmalige burgemeester van Roermond benadert mij met de vraag of ik bereid ben om in noodlokalen bij de kazerne een school te stichten. Een school waar terugkeeronderwijs kan worden gegeven. In dit geval dus een Bosnische school.
In een paar weken tijd richten we een school in. Er wordt een tolk aangesteld en meubilair verzameld. We zoeken drie Nederlandse docenten en onder de vluchtelingen vinden we snel een tiental leraren die bereid zijn om les te geven. Alles in het Bosnisch. Tolk Milos rijdt een keer per maand met gevulde beurs naar Zagreb om lesmateriaal te halen.
De kazerne biedt een mistroostige aanblik. Veel mannen revalideren van oorlogsverwondingen, vrouwen bekommeren zich om hun kinderen, veel mensen zijn gewoon ziek. Zwaar getraumatiseerd. Het spreekuur zit altijd vol. Kinderen vervelen zich. Maar bovenal heerst er ellende. Veel vrouwen en kinderen hebben hun man, zoon of vader verloren of weten niet of zij nog leven. We horen berichten van moordpartijen en genocide. De kazerne is overvol. Kinderen gaan laat naar bed.
Er volgt een enerverende en emotionele periode. De Roermondse bevolking zorgt voor kleren, speelgoed, fietsen en doet vrijwilligerswerk. De Bosnische leraren doen, ondanks de ellende waarin ze verkeren, hun uiterste best. Soms vertellen zij iets over hun eigen situatie, maar zeker in het begin zijn ze daarin erg terughoudend. De kazerne herbergt op enig moment zo’n vijfhonderd vluchtelingen, de school tachtig leerlingen.
Voordat de school opent, is er in de oude filmzaal van de kazerne een ouderavond. Het is een beeld dat voor altijd op mijn netvlies staat gebrand. De zaal met afgebladderde muren, kapotte stoelen, felle tl-verlichting en gevuld met een paar honderd mannen en vrouwen. Naast mij op het podium zit Milos, die elke zin vertaalt in het Bosnisch. Er komt geen reactie. Uitzichtloosheid. Mensen zitten met hoofd en hart in Bosnië.
De Nederlandse leraren zorgen vooral voor het emotionele gedeelte van het onderwijs. Met zang, dans en creatieve werkvormen probeerden zij er voor te zorgen dat kinderen zich beter voelen. De verhoudingen binnen ons schoolteam zijn in eerste instantie wat aftastend, maar een gezamenlijk kerstdiner doet wonderen. Iedereen zorgt voor een gedeelte van het diner. We drinken wijn en zelfgestookte jenever die Milos uit Zagreb meebracht in een colafles. De sfeer wordt ontspannen en de verhalen komen los. Voor het eerst hoor je persoonlijke verhalen. Schrijnende, maar ook mooie verhalen over het land, het huis, de vrienden en hun vrijheid. Maar vooral over het belangrijkste wat ze hebben moeten achterlaten. Familie.
Bij een enkeling breekt het besef door dat het wellicht wel eens voor goed kan zijn. Het verblijf in Nederland of in Roermond. Dat er van terugkeer geen sprake kan zijn. Later op de avond klinkt er muziek en wordt er gedanst. Nederlandse en Bosnische leraren spreken het vertrouwen in elkaar uit. Voor het eerst sinds maanden klinkt er gelach en is er hoop op een beter leven.
Een jaar later verandert de kazerne in een school voor tweede taalonderwijs. Daar kunnen mensen zo snel mogelijk Nederlands leren. De Bosnische leraren hebben een woning toegewezen gekregen in Roermond of in een van de omliggende dorpen. Een enkeling keerde terug naar Bosnië.
Chrit Achten
Nou het begon in de jaren '70 een kennis was pas eigenaar van een Nachtclub in Roermond die belde ons op (mijn man en ik werkte alle 2 in de Horeca) met de vraag zouden jullie met de Carnaval naar Roermond willen komen om mij te helpen het wordt dan heel druk. Oké wij in de trein naar Roermond daar aangekomen naam je een Taxi (wisten wij veel waar we heen moesten) geven het adres door de Taxi chauffeur draait zich om en zegt....Kenne jullie dat niet leupen!!!! due (wij kwamen uit Adam) ... wisten wij veel.... bleek als je naar de overkant keek kon je bijna de straat zien. De carnaval was voorbij en de eigenaar bood ons aan om boven zijn (andere) Café nog ff lekker vakantie te houden in R'mond. Na 2 weken kwam de uitbater van het Café naar boven met de sleutels en kassa...."ik krijg de eigenaar niet te pakken maar ik stop ermee hier heb je de spullen" wij bellen en bellen en ja kregen de eigenaar aan de telefoon die zei ga maar gewoon open dan zoek ik ondertussen iemand anders.......zoek zoek hahaha na 3 weken was de omzet 2 x zo hoog geworden (nou hij ging dus helemaal niet zoeken) en na een tijd vroeg hij "is het niets voor jullie zelf"........... waren toen al paar jaar getrouwd en dachten aan kinderen .... kiezen opgroeien in R'mond of Adam.....keuze was gemaakt ......wij hadden een Café in Roermond en zo zijn wij als Amsterdammers naar R'mond gekomen. Zijn nu met pensioen hebben 2 zoon's een schoondochter en een pracht van een kleindochter. Op 20 km afstand België en Duitsland de Mijnweg voor de deur..........wie zou hier weg willen!!!!
Waarom Roermond? Waarom woon ik in Roermond?
Dit is geen verhaal met oorlog op de achtergrond. Het is een verhaal over het leven. Plannen, familie, kinderen.
Ik kwam zo’n vijf jaar geleden naar Nederland. Ik wilde meer verdienen. Het begin was niet makkelijk. In de Randstad maakte ik dagen van twaalf tot zestien uur per dag. Ik woonde met zes mensen in een klein vakantiehuis en werkte voor vijftig euro per week in een Nederlands bedrijf. Ik voelde me een slaaf, maar had geen geld om terug te gaan of kans op ander werk. Moeilijke tijden. Voor mij en mijn familie, maar een geweldige man bood hulp. Hij gaf me een normale baan voor eerlijk geld en zei: 'Taal opent vele deuren. Je kunt niet opgeven.’ Hij zei dat hij uit het zuiden kwam, het zuiden van Nederland.
In Roermond kwam ik erachter hoe andere mensen leven. Naar deze stad besloot ik mijn dochter mee op vakantie te nemen. In het begin woonde ik opnieuw in een vakantiehuis samen met twee anderen. Het werk was zwaar en tegen het laagste tarief. Maar ze betaalden eerlijk en op tijd.
Tijdens de zomer kwam mijn dochter uit Polen. Ik werkte 's nachts, maar overdag gingen we naar het zwembad of wandelen. Na drie weken kwam mijn vrouw en werd het makkelijker. Ik sliep wanneer ik kon.
Mijn vrouw was gelijk verliefd op Roermond. Ze wilde bij ons wonen. Het regelen van alle formaliteiten zoals school, dokter, de zorg voor mijn dochter, moest allemaal gedaan worden door een werkende man die geen Nederlands sprak. Het was een rare tijd.
Ik had geen plan om hier voor altijd te blijven. Mijn vrouw dacht er over terug te keren. Zonder moeder, oma, vrienden en onze taal bleek het leven soms moeilijk. Maar we zijn gebleven. Het hele gezin. Als ik terugkom van mijn werk in Tegelen glimlach ik altijd. In deze mooie stad staat ons huis.
Roermond, mijn verhaal
Het jaar 2014 is een doorbraak voor ons gezin. Onze 9-jarige dochter Kornelia wil na een vakantie bij haar vader in Nederland wonen. Ik ben bang, onze dochter wil zonder mij naar Roermond. Zonder familie, een vreemde taal, hoe moet ze daar mee omgaan.
Ik hoop dat het een bevlieging is maar onze dochter laat niet los. Ook mijn man verandert niet van gedachten. De wens van onze dochter heeft een grote impact op onze beslissing.
Mijn man neemt in Polen regelmatig medicijnen. In Nederland heeft hij nergens last van. Misschien is het klimaat beter of zijn het de bomen. We besluiten het te proberen. Mijn dochter gaat vooruit. Haar vertrek naar Nederland is een nachtmerrie voor mij. Mijn hart huilt, maar ik zal mijn leven niet voor haar leven. Ik doe mijn best en leg haar uit hoe moeilijk het zal zijn. Maar mijn verhaal komt niet aan, zij is een optimist. Een nieuwe school, het leren van een andere taal, geen moeder, geen oma, zus, vrienden. Niets houdt haar tegen. Ik koop voor haar een retourticket. Voor het geval dat.
Kornelia vertrekt in december. De eerste dagen zijn een drama voor mij. In januari gaan ook het speelgoed en de poppen. In april de hond, het is haar hond. We brengen de vakantie samen door. Drie weken Nederland, drie weken Polen. Tijdens die vakantie hoor ik Kornelia voor het eerst zeggen: ‘Ik mis thuis.’ Haar thuis in Roermond. Eenmaal daar zie ik hoe ze opgroeit, hoe groot haar vriendenkring is en hoe ze is veranderd. Nederland is een land om kinderen groot te brengen.
Ik begin in te zien dat mijn dochter een kleine Nederlander is geworden. Dat Roermond haar nieuwe thuis is, dat daar haar toekomst ligt. Niet veel later begin ik met inpakken. Hallo Roermond, we komen er aan.
.
Mijn stad, Roermond!
Papa en ik hebben een plan. Ik wil bij mijn vader in Nederland wonen.
Hoe zeg je dat tegen je moeder, oma en zus? Dat is een taak voor mijn vader. Ik moet mijn moeder en anderen laten zien dat ik het kan.
Iedereen zegt me dat het geen goed idee is. Ze zeggen iets over stress, problemen en andere wijze woorden. Ik weet niet echt wat dat betekent :).
Wat ik wel weet: mijn vader zal me helpen en geen pijn doen. Hij is erin geslaagd en ik wil dat ook. Ik zal bij mijn vader wonen.
Na de eerste schooldag in Roermond vraag ik me af wie mij heeft overgehaald. Ik ga met mijn vader mee. Ik denk dat ik die 'stress' heb, waar mijn familie het over had. Maar mijn vader zegt: ‘Rustig, je kunt het. In het leven ga je voor- of achteruit. Er is geen andere optie.' Zijn woorden helpen niet echt.
Inmiddels lijkt het of ik altijd Nederlands heb gesproken. Dit is mijn taal. Notabene, de taal die ik dacht nooit te leren :). Ik ga hier nu een jaar naar school. Prachtig. Straks ga ik naar de middelbare school en krijgen we weer een ander huis. Ik heb nu ervaring. Dat wordt geen probleem.
Ik heb inmiddels veel vrienden en samen met mijn ouders gaan we er vaak op uit. Scheveningen, Rotterdam of Amsterdam. Het is allemaal mooi, maar ik mis altijd mijn thuis: Roermond.
Ik wil een keuze hebben in wie ik wil zijn. Leren is nu het belangrijkste. Papa zegt: beslis zelf wat je wilt zijn, geef jezelf een kans. Ik heb goede resultaten op school. Ik doe HAVO-VWO. Mijn vader zegt dat het nog beter kan. Want: alles kan altijd beter.
Mijn moeder is drie maanden geleden ook in Roermond aangekomen. Thuis spreek ik nog veel Pools, maar geef me wat tijd. Ik werk eraan :).
Ik leef goed hier. Dit is mijn stad! En als ik later iets belangrijks word, zal het nog mooier zijn :).
Ik ben geboren en getogen in Roermond op de Hamstraat 18 tegenover vroeger de Edah en Breuer de speelgoedzaak. Heb heel veel fijne herinneringen aan deze tijd. Mijn ouders kwamen uit Haarlem en Venlo.
drie verhalen in de maak.
mijn verhaal: op mijn dertigste in t millenniumjaar vertrok ik uit Zeeland voor de ❤richting Roermond. Omdat t toch niet zo simpel bleek, besloot ik later dat jaar weer terug naar huis te gaan. Wat had ik een heimwee
😢. In 2004 zei ik Zeeland definitief vaarwel en keerde terug naar Limburg (Melick). Zo kon onze, toen 2,5 jarige dochter opgroeien met haar vader.
Een van mijn voorvaders was veerman (een Christoffel tussen Noord-Brabant en Gelderland) en bracht mens, dier en goederen over van links naar rechts vv. Mijn vader was schipper, kroop met baggerbedrijf Smals vanuit Venlo de Maas op naar Roermond en bracht zand en grind van onder naar boven vv. Mocht meewerken aan het uitbaggeren van de eerste grindplas in Midden Limburg, de Driehoek, net boven het oude veerpont in Ool.
Grind en zand bestemd voor het maken van mijn stutten in Beringen, België.
Ik ben geboren in een schip, op de Maas, bij Café Kanters voor de deur, in Ool gemeente Herten later Roermond.
Uiteindelijk woonachtig met zicht op het water, nabij de plek waar Roer en Maas samen weer op zoektocht gaan naar de sporen van die “andere Christoffel”.
Onze Stuf staat helaas met “de vot” naar het water en de Maasbrug, sorry Louis Raemaekers Brug, maar houdt zo wel toezicht op het Roermonds bestuurscentrum! Uiteindelijk blijk ik voorbestemd te zijn voor Roermond?
Bestemming Roermond:
Ik hoorde jullie oproep op TVEllef/ Hoe ben je in Roermond terecht gekomen?
Graag wil ik (mijn /ons) familieverhaal delen, omdat het, een speciaal verhaal is! Ons verhaal begint in Eindhoven, waar mijn moeder 75 jaar geleden ter wereld kwam, te midden van de Tweede Wereldoorlog in 1942. Mijn moeder was het tweede kindje van een tot dan toe, zeer gelukkig en pril gezinnetje. Toen mijn Opa, net als alle mannen, tijdens de razzia van Eindhoven, werd opgepakt door de Duitsers, werd het gezin ernstig ontwricht. Oma was hoog zwanger, van haar derde kindje. Opa, die een goede opleiding en aanstelling had bij Philips, werd al snel ingezet voor diverse belangrijkere klussen, dan dode lichamen begraven in het kamp. Oma was een gevierd zangeres en verdiende na de geboorte van het derde kindje, ‘broodnodig, om te overleven’, haar geld met zingen voor de soldaten aan beide fronten. Een van de Engelse officieren waarvoor ze zong, had ze op een van die avonden, gered uit een bombardement. Deze man was zo dankbaar dat hij zich het lot van de zangeres aantrok. Hij probeerde voor het gezin te zorgen en stond zelfs zijn eigen voedselpakketten, af voor het gezin. Op het moment dat de oorlog voorbij was keerde opa, verzwakt, depressief en vooral getraumatiseerd terug uit de oorlog. Het nam aanstoot aan de band die zijn vrouw had opgebouwd met de officier. Dit liep dusdanig uit de hand, dat hij haar op straat zette en haar verbood ooit de kinderen nog te zien. Opa had echter zelf, als gevolg van zijn eigen slechte lichamelijke conditie, open TB, en moest naar het sanatorium te Horn. Hierdoor kon hij zelf ook niet voor de kinderen zorgen. Het laatste kindje was tijdens zijn afwezigheid geboren in de hongerwinter van 1944 en was een vreemde voor hem. De kinderen verdwenen in verschillende windrichtingen. Zo werd mijn moeder overgebracht naar Roermond en kwam ze terecht in het weeshuis ‘De Steenen Trappen’. Ze was nog maar 2 jaar. Hiermee was onze basis met Roermond gelegd. Nadat ze enkele jaren in het weeshuis had verbleven, werd ze na de oorlog geadopteerd door een kinderloos echtpaar. Moeder groeide op en ging als jonge vrouw werken als kindermeisje, bij diverse gezinnen in Roermond en als tolk net over de grens in het militaire kamp te Elmpt. Toen ze mijn vader leerde kennen, gingen ze eerst in Montfort, het thuisdorp van mijn vader wonen. Later toen mijn vader werd overgeplaatst vanwege zijn werk aan de Stuw bij Linne, naar de stuw bij Belfeld, verhuisde het hele gezin mee naar Belfeld. Voor vader die alleen een brommer bezat was de afstand in de barre winter van 1969 te groot. De roots van moeder lagen echter in Roermond. Hierdoor bleven we in Roermond bij de tandarts en ook mijn middelbare schooltijd sleet ik in Roermond. Moeder was gek op de stad en die liefde heb ik van haar geërfd. Dat was voor mij de reden om mij 15 jaar geleden hier definitief te vestigen, samen met een echte Roermondse echtgenoot. Soms weet je meteen dat je echt thuis bent! En dat zijn wij samen in Roermond.
Over het leven van mijn moeder schreef ik het boek ; ‘Weg van de Steenen Trappen’, (verkrijgbaar bij Bol.com) Ik vond het te bijzonder, om voorbij te laten gaan, en besloot haar levensverhaal te bundelen. Vooral omdat de zoektocht naar haar familie tot haar 67e levensjaar heeft voortgeduurd. Pas toen er ergens in Engeland ,een doosje van zolder kwam, met brieven, waarin alle antwoorden stonden waar ze haar hele leven naar op zoek was, vielen alle puzzelstukken, eindelijk op hun plek Mijn boek begint met mijn gedicht “Samen op de Kapellerlaan’, mijn eerste herinnering aan Roermond. Moeder werkte als kindermeisje, ik liep aan haar hand, vanuit het station, over de kapellerlaan naar de Muggenbroeklaan. Deze prille herinnering is meteen een van mijn dierbaarste.
Samen Op de Kapellerlaan
Ik weet het nog zo goed
Ruik nog de geur en voel nog de gloed
De warmte, van mijn moeders warme hand
Samen lopend richting Kapel in ’t Zand
Kijkend naar haar lieve ogen
Hand in hand samen op pad
Door de , voor mij nog, O zo grote stad
Stap voor stap op de Kapellerlaan
Voor mijn kindervoetjes kwam er geen einde aan
De golvende heg, waarover mijn arm heen en weer ging
Het Kapelletje, waaraan een gevlochten bloemenkrans hing
De tijd is gevlogen
Toch lijkt het nog zo kort gelee
Dat ik daar liep, met mijn moeder mee
Grote huizen, kastelen in mijn kinderogen
Hoge bomen, die in de wind, sierlijk heen en weer bewogen
Wat een heerlijk gevoel, veilig te zijn
Onschuldig en nog maar zes jaar te zijn
Nu, jaren later, loop ik naar mijn huis op deze mooie laan
Moeder zie ik wachtend aan de ijzeren poort staan
Ze kust me en even voel ik haar warme hand
Ons verbindend, als een onzichtbare band
Ook al vliegen de jaren en glijdt de tijd
In gedachte blijf ik toch altijd, haar kleine meid
Mijn naam is Said afkomstig uit Utrecht en inmiddels woon ik sinds 2014 in
Roermond. Ik ben naar Roermond verhuisd vanwege mijn vriendin die in Roermond woont en
mijn moeder en zus wonen ook in Roermond .
In het begin vond ik Limburg helemaal niets aan ,ik kon de mensen hier niet
verstaan ,ik voelde me niet thuis in Limburg en was zeker ongelukkig hier.
Ik vind Limburgers moeilijke mensen qua mentaliteit is hier totaal anders dan in
de randstad .
Ik had meer het gevoel dat ik in Duitsland of België woonde dan in Nederland ,
had vaak het gevoel wat doe ik hier eigenlijk, ik dacht Roermond heeft weinig
Nederlands aan .
Enige wat ik leuk vond was de carnaval, daar is voor mij ellende ontstaan .
Ik ben toen aan de drank en drugs verslaafd geraakt .
Het was een hele heftige periode ben toen enorm afgegleden.
Ik raakte mijn vriendin familie huis kwijt door die verslaving .
Begin dit jaar ben ik opgenomen geweest 6 weken in een kliniek op de Veluwe en
daarna in een Safehouse.
Inmiddels ben ik iets meer dan half jaar clean en heb een studio in Roermond
ingetrokken .
Het was wel een hele heftige emotionele tijd .
Inmiddels heb ik mijn leven weer klein beetje op orde.
Ik begin in februari met HBO Rechten in Eindhoven
Ik zou iedereen in Roermond willen waarschuwen voor drank en drugs met
carnaval, begin er niet aan.
Het is namelijk nooit voor een keer en nooit alleen voor carnaval ,na carnaval
kom je er ook niet vanaf
Verleiding is voor even ,verslaving is voor altijd .
Met vriendelijke groeten,
Said
Ik ben 62 jaar en ik had twee bestemmingen waarvan de eerste door mijn ouders gekozen werd (61
jaar geleden) en de tweede werd het dorpje, waar mijn man vandaan komt en waar ik nu al 32 jaar
woon: Karken, vlak over de grens bij Posterholt.
Andere bestemmingen zaten alleen in mijn hoofd - daarom ben ik nu schrijfster, vertaalster en
docente Duits als vreemde taal.
Nu ik mijn eerste eindbestemming moet vervangen heb ik voor Roermond gekozen. Roermond is rijk
aan mensen, gedachten, aansporing, geschiedenis. Dus kom ik er tenminste twee of drie keer per
week langs en ik leer en geniet van het alledaagse leven van de mensen.
Ik heb ook het een of ander van Roermond geschreven, ik neem foto's, ik neem koffie verkeerd, ik
neem van alles want ik heb een nieuwe bestemming nodig.
Twee keer per maand ga ik terug naar mijn eerste bestemming en neem fotos`:
Foto's van een dorp wat langzamerhand verdwijnt onder de sloophamer...
Het huis van de buren.... ...het huis van mijn familie
Het dorpje verdwijnt voorgoed (googel maar Immerather Dom)
Dus - als bestemming Roermond betekent dar er iemand Roermond voor inspiratie heeft gekozen:
Enfin.
Groetjes
Gabriele Windeln
Inzendingen online op de vraag:
zie link op startpagina