Plaatsingsdatum: Aug 06, 2012 1:36:22 PM
Ecoterpen concept - Een pleidooi voor nieuwe woonmogelijkheid in landelijke gebieden volgens het ecoterpenconcept
Nieuwe woongelegenheid in landelijke gebieden blijkt vaak een onbespreekbaar item. Maar waarom? Als gevolg van talloze saneringen en ruilverkavelingen is het buitengebied ontvolkt geraakt en ontdaan van nagenoeg alle kleinschalige elementen. En met die kleinschaligheid verdween ook de ecologische diversiteit van het eeuwenoude cultuurlandschap. Voor herstel van deze flora en fauna (cultuurvolgers) is bewoning van elementair belang.
In een poging nieuwe woonvormen bespreekbaar te maken heb ik voor het NELK (Netwerk Ecologische Landelijke Kernen) een concept geformuleerd, waarin de vergunning voor nieuw te stichten woon- of woonwerkgelegenheid wordt gekoppeld aan voorwaarden die ecologische meerwaarde garanderen. Omdat de woongelegenheden, zoals in het concept weergegeven, een wijkplaats zullen vormen voor bedreigde flora en fauna, is gekozen voor de aanduiding Ecoterpen. ‘Ecologische cultuurontwikkelingseenheden’ is een mooi ambtelijk equivalent.
Arie van Herpen
(2 fotos van topokaarten)
Revitalisering van landelijke gebieden door het Ecoterpenconcept
'Verrijking van landelijke gebieden met een grote ecologische diversiteit, gekoppeld aan nieuwe economische impulsen.' Deze schijnbaar tegenstrijdige doelstelling is volgens het Ecoterpen-concept door particulieren en zonder gemeenschapsgelden te realiseren.
Een beleidswijziging is al wat nodig is.
(foto)
Landelijke gebieden hebben sinds de jaren vijftig een dramatische verandering ondergaan als gevolg van steeds verder gaande saneringen, verkavelingen en rationalisering van de landbouw. In deze periode zijn ook veel woonelementen (vooral arbeiderswoningen en kleinere boerenhuizingen) verdwenen. Voor nieuwe bewoningsvormen zijn landelijke gebieden vrijwel algemeen taboe verklaard.
(foto)
Aan deze ontwikkeling danken we het landschap zoals we het nu kennen: monotone agrarische industriegebieden, giftige gronden en dode sloten. De nieuwe agrarische bedrijfsgebouwen weerspiegelen de efficiënte bedrijfsvoering: daar heerst de techniek; daar moet met zo min mogelijk poespas gewerkt worden; daar wordt, als het maar even kan, afgerekend met alles wat de bedrijfsresultaten ongunstig kan beïnvloeden.
(foto)
Wanneer we analyseren wat er mis is gegaan met de leefbaarheid van onze landelijke gebieden, dan zien we dat vrijwel alle gebruiksvormen die van oudsher een specifieke flora en fauna konden herbergen, zijn verdwenen uit het landschap. Boomgaardjes, hooibergen, houtwallen, windsingels, hakhoutbosjes en knotboomcultures werden tot in de jaren vijftig algemeen in het landschap aangetroffen. Ook de boerenbedrijven hadden toen nog een andere structuur dan de bedrijven die we nu kennen. Bewoners van het landelijk gebied waren tot voor kort goeddeels zelfvoorzienend in hun voedselbehoefte.
Een boerenerf zonder kippen en ander kleinvee was vrijwel ondenkbaar, een flinke moestuin en fruitbomen waren vanzelfsprekend. Daarnaast was er stookhout en materiaal voor bonenstokken, hooiruiters en gereedschapsstelen, dat werd gewonnen uit boomwallen en hakhoutbosjes. Kortom: er was een scala aan kleinschalige voorzieningen dat zorgde voor een boeiend en afwisselend landschap.
(foto)
Ook in ecologisch opzicht! Veel vogelsoorten, kleine zoogdieren, amfibieën, insecten en wilde planten vonden er een geschikte leefomgeving. Een aantal van deze soorten zijn 'cultuurvolgers': plant- en diersoorten die zich hebben aangepast aan menselijke bewoningspatronen. Om deze soorten nieuwe kansen te geven is herstel van kleinschalige cultuurelementen noodzakelijk.
Particulier initiatief
(foto)
Het opnieuw introduceren van kleinschalige cultuurelementen in het landschap, vooral in gebieden waar vrijwel alle natuurwaarden verloren zijn geraakt, is nauwelijks een item en voor particuliere inbreng is in de beleidsplannen al helemaal geen ruimte. Dat is een gemiste kans, want er is een groot potentieel aan milieubewuste en sterk gemotiveerde particulieren, die vorm willen geven aan een ecologisch integere leefwijze, maar er geen gelegenheid toe krijgen.
(foto)
Wonen in landelijke gebieden is nu slechts weggelegd voor de 'happy few'. Door het schaarse aanbod zijn bewoonbare objecten op een ruim perceel voor gemiddelde inkomens onbetaalbaar geworden. Wanneer, binnen een regeling die een duurzame ecologische meerwaarde garandeert, betaalbare ruimte voor bewoning wordt geboden, kan een groot potentieel aan particuliere arbeidsinzet benut worden voor het revitaliseren van ons cultuurlandschap.
(foto)
Veel mensen die 'buiten' willen wonen, hebben daar motieven voor die we moeten koesteren.
Want wat zijn die wensen: wonen in een natuurlijker omgeving met ruimte voor een flinke moestuin en wat fruitbomen, met een melkgeit of ander kleinvee en een grote natuurlijke tuin. Tuinieren, hobbyen en genieten van de natuur. Ruimte om de kinderen te laten spelen en om creatief kunnen werken in een inspirerende omgeving. Een (hobby)kwekerijtje beginnen of een ecologisch bedrijfje, zelf een eigen natuurgebiedje aanleggen.
(foto)
Ons landschap snakt naar dat soort activiteiten! Zo zullen immers weer tal van kleinschalige cultuurvormen ontstaan die tegenwicht kunnen bieden aan de ecologisch onleefbare monotonie van het moderne agrarisch bedrijf.
Wanneer tegen betaalbare (agrarische grond)prijzen ruimte geboden wordt aan alternatieve woonvormen in landelijke gebieden, zal daar een grote belangstelling voor blijken. Bijvoorbeeld van vijftig-plussers die gaandeweg uit het arbeidsproces raken en zich, financieel onafhankelijk, kunnen vestigen in economisch minder florissante gebieden. Of juist van jongeren die al hun energie willen geven aan het opbouwen van een milieuvriendelijke kwekerij of een ambachtelijk bedrijfje. Daarbij zijn er tal van beoefenaars van vrije (al dan niet kunstzinnige) beroepen die niet aan een vestigingsplaats gebonden zijn en grote affectie hebben met wonen in het landelijk gebied.
Om te garanderen dat het toelaten van nieuwe woonvormen in landelijke gebieden een duurzame ecologische verbetering bewerkstelligt, is wel een aangepaste regelgeving nodig. De hoofdzaken hebben we hieronder in een ontwerpconcept weergegeven. De naam Ecoterpen is gekozen omdat daarmee de doelstelling bondig wordt samengevat. Je zou ook kunnen spreken van Ecologische Cultuurontwikkelingseenheden.
De basis van het Ecoterpen-concept kan als volgt worden samengevat:
Het toekennen van een vergunning voor nieuw te stichten woongelegenheid in landelijk gebied, moet gekoppeld zijn aan ontwikkeling van natuur en het duurzaam beheer daarvan. Om blijvende betrokkenheid te garanderen dienen de percelen bij voorkeur in eigendom verworven te kunnen worden.
(foto)
In het concept wordt uitgegaan van zeer ruime percelen waarvan een vast percentage de bestemming 'natuur' krijgt. De percelen moeten niet kleiner zijn dan 7500 vierkante meter en aan 25% van het oppervlak moet een permanente natuurbestemming moeten worden gegeven. Voor dit natuurdeel is aanplant met streekeigen bebossing de meest gewenste inrichting
(foto)
Voldoende formaat van de percelen is belangrijk, omdat ruime afmetingen plaats kunnen bieden aan hoogstamboomgaardjes, hagen, hakhoutsingels, laanbomen en andere klassieke landschapselementen.
Grotere percelen zullen de bewoners ook dwingen tot een extensiever gebruik en onderhoud. Er zullen 'vergeten' hoekjes ontstaan en weinig betreden plaatsen waar vogels en kleine zoogdieren daar een rustig onderkomen kunnen vinden. Daarbij geeft een groter oppervlak ook mogelijkheden tot eigen waterbeheer zodat er slootjes en poelen kunnen ontstaan die niet in verbinding staan met het, meestal te voedselrijke en vervuilde, water uit de omgeving.
(foto)
Als toegestane gebruiksvormen van de percelen kunnen worden aangemerkt: Alle denkbare ecologische teelten en cultures, zowel voor eigen gebruik als kleinschalig commercieel; Alle vormen van milieuvriendelijk hobbytuinieren.
(foto)
Op het vrij te gebruiken perceeldeel mogen uitsluitend gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt die algemeen zijn toegestaan bij ecologische teelten.
Op het natuurgedeelte mogen in het geheel geen middelen worden gebruikt. Het houden van huisvee als hobby en/of voor zelfvoorziening. Het toegestane aantal dieren per oppervlak dient gebonden te zijn aan een strikte quotering die overbemesting uitsluit. Het natuurgedeelte telt niet mee voor dit quotum.
Als gebruik van woning en opslag of werkruimten kan worden toegestaan: Particuliere bewoning in combinatie met het al eerder genoemde gebruik van het perceel; Uitoefening van vrije (kunstzinnige) beroepen en niet-vervuilende (ambachtelijke) bedrijfjes.
(foto)
Het bouwvolume (grootte van het bouwblokwoonvolume in kubieke meters) dat wordt toegestaan moet in relatie staan tot de perceelgrootte. Daarbij dient een duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen verwarmbare woon/werkvolumes en koude kasjes, schuren, afdaken, bergingen of hokjes. Voor deze laatste categorie van bouwsels dienen ruime mogelijkheden te worden geboden. Er mag uitsluitend met toegestane (milieuvriendelijke) materialen worden gewerkt. Het aanbrengen van diervriendelijke voorzieningen (zwaluwpannen; spouw met opening voor vleermuizen; invliegopeningen voor uilen; etc.) wordt gestimuleerd.
(foto)
Voor een acceptabel wooncomfort zijn alleen electriciteit- en watervoorziening noodzakelijk. Deze voorzieningen zijn al fijn vertakt in onze infrastructuur aanwezig, zodat dit nauwelijks een probleem kan vormen. Aansluiting op riolering is onnodig en zelfs ongewenst. Door de ruime perceelgrootte is het niet moeilijk gebruik te maken van bijvoorbeeld composttoiletten en rietfilters. Zo'n voorziening dient dan gewoon aan de algemeen geldende voorschriften te voldoen. Een eigen voorziening dwingt tot verstandig handelen. Niet in de laatste plaats vanwege de verplichting tot sanering bij aangetoonde vervuiling. Afwezigheid van aardgasleidingen kan door tankgas worden opgevangen. Door de draadloze netwerken is telecommunicatie ook zonder bekabeling mogelijk.
(foto) Bouwexperiment in Steenwijk
Bouwstijlen & experimenteel bouwen
Experimenteel bouwen en wonen zal, daar waar het landschappelijk geen weerstanden ontmoet, zoveel mogelijk moeten worden toegestaan. Zonnehuizen, aardwoningen, huizen met levende daken, organische vormen: in principe moet alles kunnen mits het veilig is en ecologisch verantwoord.Voor bewoners die over een gering startkapitaal beschikken moet het mogelijk zijn met een eenvoudig groeicasco te beginnen. Algemeen maatschappelijke opvattingen over een vereist geacht minimaal wooncomfort mogen niet leiden tot betutteling. Door ruimte te bieden aan eigen initiatief en opvattingen zal een waardevol referentiekader ontstaan ten opzichte van de diverse woonvormen. En bovendien een boeiend landschap dat door vernieuwende woonvormen een extra dimensie krijgt.
(foto) De situatie van september 2006
(foto)
Met de aanwijzing van het verplichte natuurgedeelte (1/4 van het terrein) ontstaan mogelijkheden tot gestuurde landschappelijke vormgeving. Hiervoor zouden een aantal met elkaar harmoniërende basisconcepten ontworpen kunnen worden. Zichtassen vanaf de weg naar de woningen garanderen een levendig kijkspel. Door de terreinen van een gedifferentieerd profiel te voorzien ontstaat een gevarieerder biotoop. Een geaccidenteerd terrein legt visuele nadruk op de Ecoterpfunctie. Uitholling van het terrein kan bevorderlijk zijn voor een schone 'eigen' waterhuishouding.
(foto)
Door brede zones langs landweggetjes te bestemmen voor Ecoterpen, ontstaan gevarieerde cultuurstroken die belangrijke corridors kunnen vormen voor de ecologische structuur. Linten Ecoterpen lenen zich niet alleen uitstekend als overgang van stedelijk gebied naar het agrarische landschap. Ook als buffer langs natuur- en waterwingebieden zullen Ecoterpen een onmiskenbare bijdrage zijn aan de natuurlijke diversiteit van het landschap. Her en der verspreid staande Ecoterpen, variërend van het minimumformaat tot kleine landgoederen, verhogen de leefbaarheid en belevings- waarde van het landelijk gebied.
Wanneer het Ecoterpen-concept wordt ingepast in de huidige bestemmingsplannen voor buitengebieden - in het bijzonder in de kernrandzones in het bestemmingsplan buitengebied - verschaft de overheid zich een instrument om, zonder stichtings- en onderhouds- kosten, waardevolle elementen aan ons landschap toe te voegen.
Een van de grondslagen van het Ecoterpen-concept is de betaalbaarheid. Aangeboden als 'bouwgrond' worden omvangrijke percelen snel voor velen onbetaalbaar. Kavels voor Ecoterpen (ecologische cultuurontwikkelings-eenheden) zouden tegen reguliere agrarische grondprijzen verkocht moeten worden.
Zo moet het mogelijk zijn om een hectare te verwerven voor gemiddeld 40.000 Euro en er een eenvoudige basisvoorziening op neer te zetten (b.v. schuur met woonunit) voor zo’n 50.000 Euro.
Wanneer daar de kosten voor grondwerkzaamheden en beplanting van het natuurgedeelte (+/- 5.000 Euro) bijgeteld worden, komen de stichtings- kosten voor de bewoner op ongeveer 100.000 Euro.
Ook voor lagere inkomens is dit een leenbaar bedrag. Zo'n formule biedt tevens overlevingskansen aan nieuw te stichten ecologische bedrijfjes op wat grotere percelen.
Nieuwe bewoners zijn voor landelijke gebieden altijd belangrijk. Zeker wanneer linten Ecoterpen gepland worden in dunbevolkte agrarische gebieden, zal dit een gunstig effect hebben op de lokale voorzieningen. De vestiging van kleinschalige ecologische bedrijfjes zal dit effect nog extra versterken.Door ecologische cultuurontwikkelingszones (Ecoterpenstelsels) zullen landelijke gebieden aan belevingswaarde winnen en worden kansen geboden aan kleinschalig cultuurtoerisme.
(2 fotos)
Het klassieke kleinschalige cultuurlandschap is vrijwel verdwenen en zal in de oude vorm nooit meer terugkeren. Daarvoor is de aard van het agrarisch bedrijf te veel veranderd, en is ook onze maatschappij te veel veranderd.
Het Ecoterpen-concept biedt een eigentijdse oplossing om - voor een ecologische samenhang noodzakelijke - kleinschalige elementen in ons landschap te herintroduceren.
Wanneer het concept met enig planologisch inzicht wordt toegepast ontstaat er een voor meerdere aspecten profijtelijke situatie: winst aan leefbaarheid en natuur; ruimte voor nieuwe bewoners die zo gelegenheid krijgen een bevredigende en duurzame leefwijze te realiseren en een versterking van de lokale gemeenschap.
(foto)