In Friesland was het volk na de kerkdienst, in het café, van mening dat de dienst eigenlijk in het Fries moest. "Kennen de herders de taal van de slinkende kudde toch onvoldoende om die liturgisch angenehm te kunnen gebruiken". In het Fries is anders dan in het Nederlands. Aan de Friese kerkleer kan het ook niet liggen. In 1947 verscheen It boek fan’e Psalmen en in 1955 het Frysk Psalm- en Gesangboek van Fedde Schurer (1898-1968). Ook de Interkerkelijke Friese Bijbelvertaling had meer dan duizend pagina’s is in het Fries. Desondanks verdween het Fries geheel uit de kerk, evenals het Oost-Fries (Duitsland) en het Noord-Fries (Denemarken). Voor de preek behoeft men dus geen één woord Fries te leren. Weliswaar is in 1915 Het Eerste Fries Gepréekt, door zekere Ds. Wümkes in een officiële kerkdienst gepreveld te Tzum. Menigeen zag hierin een grote ontheiliging en belediging van het Friese volk. Het aantal Friese diensten bedraagt vandaag de dag ongeveer 5%, hetgeen neerkomt op gemiddeld 20 van de 400 à 500 kerkdiensten. De ironie wil dat de universiteit van Franeker floreerde toen 70 à 80% van de dominees in Friesland Fries was, maar het Fries niet de officiële taal van de kerk. Nu beheerst slechts 10 à 15% van de predikanten het Fries, en is het Fries de officiële taal. God is dus een Hollander gebleven en het kerkvolk heeft daar kennelijk vrede mee. Een hedendaagse Friese dominee heeft er de volgende verklaring voor: ‘De officiële taal is de taal van je hoofd. Moedertaal is de taal van van je hart. God is voor de Friezen een rationele zaak. Ze houden Hem op afstand door Hollands tegen hem te praten.’ Dat klopt, want toen een andere dominee, bij een Friese familie voorstelde om een rouwdienst in het Fries te houden, werd dat afgewezen met: ‘Nou nee, want in het Fries wordt de rouwdienst veel te persoonlijk’. En wanneer begon die Friese taalstrijd eigenlijk wèlniet? -Toen Gemme van Burmania, zonder te buigen, in 1555 Het Eerste Fries Gespróken heeft, bij de officiële machtsoverdracht van Karel V in Brussel, zou hij nl. de neerbuigende woorden uitroepen: "Frysken knibbeljen foar God allinne" (vert. Friezen knielen alléén voor God). Dit accute, brute beledigen en schofferen van Karel V, met diens zoon Philips II, is taalkundig in feite de opstarter geweest van de Spaanse oorlog en de aanloop naar de eerstvolgende taalkundige protesten. Formeel begint de 80-jarige oorlog 13 jaar later, op 1 juni 1568, wanneer de gebroeders Van Bronckhorst, bij ons in Eerbeek, werden onthoofd. Niet lang daarna werd ook de Haarlemse rederijker Jan Heinsius door Alva in Haarlem opgehangen om diens protesterende Hollandse echo-gedichten. Mogelijk zijn daar ook de eerste, opruiende, Friese strofen bedacht. Honderd jaar later is in 1655 Het Eerste Fries Geschréven, poeslief en zeer vriendelijk, te weten: "Yn oprjuechte njue fen sijn frjuene Sixtus Brunsvelt iz dit schreoun fen Gijsberts Jacobs Sântiende Selle", in 't poëziealbum bij Gysbert Japicx voor zijn vriend Sikke van Bruinsveld. Het ontstane Fries heeft zo zijn eigen taalgeschiedenis verworven.
Julius Smidt van Gelder
Burmania in 1555: "Frysken knibbeljen foar Gód, allinne"