Jan Heynsius à Heiman (opgehangen bij Alva)

Jan Heynsius alias Heiman (? – Haarlem, 28 juli 1568), was de knecht van de Heer van Brederode en werd bij Alva ter dood veroordeeld en opgehangen na Van Brederode.

Enkele historische bronnen melden de ophanging van ene Jan Heynsius met een aantal rederijkers, waaronder Heynsoon Adriaensen, de schrijver van een zogeheten "Echodicht". Jan Heynsius zou met een zekere Barend van Utrecht gehangen zijn, weinig minuten voor Adriaensen stierf, na een mislukte vluchtpoging, die ontstond door een noodweer met een blikseminslag. Jan Heynsius werd ook neergeschreven als Jan Heiman, waardoor men zich afvraagt of er wel werkelijk sprake was van een hellebaardier of ridder van Brederode met de achternaam Heinsius. Deze 'taalvirtuose' protestanten noemt men wel De Haarlemse Rederijkers. Met hun lyriek trachtte men o.a. de Haarlemse bisschop Nicolaas van Nieuwland te beschimpen. De Raad van Beroerten, ook wel de Bloedraad genoemd, was in 1567 ingesteld, na de Beeldenstorm. In de Volksmond weet men echter vooral van de ophanging van de Graven van Egmond en Horne. Het lijstje ter dood veroordeelden zag er dan als volgt uit: Dirck van Bronckhorst (1 juni), Gijsbert van Bronckhorst (1 juni), Lamoraal van Egmont (5 juni), Filips van Montmorency (5 juni), Hendrik van Brederode (28 juli), Jan Heynsius à Heiman (28 juli), Barend van Utrecht (30 juli) en Hein Adriaensen (30 juli), waarna velen volgden, naar verluidt wel 1.100 in totaal.