Plaats in het vak Hollandse kruiden
Bieslook wordt ook wel pijpgras genoemd en is een plant uit de Narcisfamilie, verwant aan bolgewassen als ui, prei, daslook en knoflook. Het is een vaste plant, die afkomstig is uit Europa en Noord-Azië. De plant bloeit in juni en juli met blauw-roze-violette schermen en is aantrekkelijk voor bijen.
Zaaien kan eind maart en eind augustus, maar scheuren is makkelijker: graaf de plant uit (bij voorkeur in de lente), deel de kluit in tweeën en plant deze opnieuw. Na vier jaar kun je bieslook het beste op een andere plaats zetten.
Van de bieslook gebruik je vooral de jonge bladen of stelen. Het groeit steeds weer aan als de bladen regelmatig worden afgeknipt. Ook de bloemen kun je eten, ze zijn geschikt als garnering van gerechten. Maar ze worden ook gebruikt in bloemstukken of gedroogd in droogboeketten.
In de volksgeneeskunde wordt bieslook van oudsher gebruikt vanwege zijn vermeende bevorderende werking op de eetlust en spijsvertering. Ook zou het een vocht afdrijvende werking hebben.
Bieslook heeft een verfijnde uiensmaak, maar wordt ook gebruikt om kleur te geven aan gerechten.
Net als van andere kruiden eet je van bieslook geen grote hoeveelheden, maar ook hiervoor geldt dat alle kleine beetjes bijdragen aan je dagelijkse portie groente. Waarvoor kun je het gebruiken?
door zuivelspread, kwark of hüttenkäse als broodbeleg
over de aardappelen, rauwkost, komkommer, vis, ei, soep en ragout
op een omelet met champignons en (rauwe) ham
in salade van eikenbladsla, peer en ham
bij asperges met ei en ham
als garnering
in een dip met mayonaise, knoflook en peper voor bij cocktailgarnalen
JH