update juli 2025
Ik ben Jean-Pierre Ketelslegers, 72 jaar oud en woonachtig te Diepenbeek, samen met mijn echtgenote Mieke Voets. Vader van een zoon en een dochter die beiden al het huis uit zijn. Ondertussen opa van vier. De tijd vliegt snel, gebruik hem wel zegt een spreekwoord.
Vissen doe ik al van mijn negende. Het begon allemaal met een wilgentak, gekapt uit een boom, die klaargemaakt werd om te hengelen in de Mombeek
.Een beek die toen nog goed voorzien was van voorn, karper, brasem...Nylon draadje eraan, een dobbertje van een ganzeveer, haakje en enkele loodhagels en vissen maar. De eerste voorns kwamen op de kant en in de emmer.
Niet veel later kreeg ik mijn eerste bamboehengel. Vier meter, vier delen. Diezelfde beek was ons jachtterrein. Ons, want ondertussen waren we met meerdere snaken die vissen wel prettig vonden. Heel wat vissen werden als trofee naar huis gesleurd om fier te poseren of ze te laten verdwijnen in de bakpan, ja zelfs in de vuilbak(foei!!).We wisten in die tijd echter niet beter en hadden nog nooit gehoord over weidelijk vissen.
Ondertussen werd er in het dorp een vijver aangelegd om te vissen met de handlijn. Een nieuwe wereld ging voor ons open. We waren van het water niet meer weg te slaan en visten er van de morgen tot de avond op karper met de bamboe, ieder weekend, iedere zondag en zaterdag. Want alleen in het weekend en de schoolvakanties mocht er gehengeld worden. Er werd verwoed gevist en gevangen. Wedstrijden werden georganiseerd, bekers uitgedeeld, de kantine werd belaagd. Enkel voor de jongeren een frisdrankje, terwijl de oude garde lustig het rijke gerstenat liet vloeien, rustig toekijkend. Een prettige tijd. De jeugd hield zich buiten de schooltijd zinnig bezig !
Dit ging zo ettelijke zomers maar door, van begin april tot einde oktober. Om dan in de wintermaanden de batterijen weer op te laden. Tijdens die zomerperiode werd het vissen alsmaar gekker. In principe mocht er pas gestart worden om zes uur 's ochtends tot zes uur 's avonds. Maar omdat de betere stekken altijd het eerst bezet werden, kwam ik alsmaar vroeger aan het water. Daar ik slechts enkele honderden meters van de vijver vandaan woonde was het een makkie om de hengels thuis reeds op te tuigen en voor dag en dauw naar het water te trekken. Uiteindelijk sliep ik 's nachts zodanig onrustig dat ik mijn bed uit moest, naar het water. Dat resulteerde in nachtelijke vispartijen, die rond vier uur al begonnen, want je ondervond stilaan dat de karpers vooral 's nachts aasden. Ik deed dus al aan nachtvissen zonder het te beseffen !!.
Twotone, een vijftiger uit een Frans water!
Kanaalbolleke.....
Jens zijn eerste karper!!!
De jonge kerel werd ouder en kreeg andere interesses. Uitgaansleven, het andere geslacht, sporten bij de plaatselijke clubs.... Het karperen dreef een beetje naar de achtergrond. Enkele jaren zou er niet meer gevist worden. Trouwen, huisje bouwen, voor nakomelingen zorgen ... Het zou nog enkele jaren duren voor ik weer de draad opnam.
Toen ik in Diepenbeek terecht kwam maakte ik kennis met de Pomperik. Pracht van een water, maar de karpers waren er toen nog niet sterk vertegenwoordigd. Ook maakte ik kennis met het AK(Albertkanaal). Dit zou mijn echte thuiswater worden. Vele nachten, vele uren heb ik aan dit kanaal vertoeft. Soms met veel succes ,Soms met veel tegenslagen en ontgoochelingen. Maar uiteindelijk leverde me dit water de mooiste en zwaarste vissen op. Herinneringen eraan staan me nog steeds voor de geest en bezorgen me nog kippevelmomenten. Helaas is het AK sterk achteruit geboerd, deels door ziekte van de vissen, deels door het stelen van karpers. Het wordt nu ook veel minder druk bevist dan in de jaren tachtig en negentig. Desalniettemin zijn er nog mooie exemplaren te vangen maar je zal er je tijd, je doorzettingdvermogen en al je krachten moeten voor in de weegschaal werpen om nog eens een mooie vis aan de schubben te komen. Op mijn leeftijd is die inzet nu veel minder dus wordt er ook veel minder gevangen.
In de loop der jaren heb ik mijn grenzen dan ook verlegd naar andere waters zoals de Moezel, de Lot, lac du Der, Oriënt, de Maas...en mijn geheime(?) plas. Al deze waters heb ik bevist met wisselend succes. Altijd teruggekomen met een voldaan gevoel !! Tegenwoordig vis ik veel minder intensief want er zijn nog een heleboel andere dingen in het leven: fietsen, reizen, sporten, familie.
Ondertussen, we zeggen en schrijven 2023, wordt de wetgeving naast het vissen erg streng toegepast. Waar je vroeger makkelijk de trekweg mocht gebruiken om naar je stek te rijden, is dit mooie liedje nu uit.
Overal verbodsborden, die je niet meer kan negeren. Ongevallen tussen fietsers en voetgangers enerzijds en auto's anderzijds zijn waarschijnlijk de aanleiding. Neem daarbij de drukte op de jaagpaden en de automobilist-visser is de dupe.Elektrisch rijden brengt nu eenmaal veel fietsers op de been!
Strenge controles door de scheepvaartpolitie met de nodige boetes (financieel) zorgen voor een angstpsychose onder de vissers. Blijkbaar zijn er erg weinig vissers die nog aan een jaagpadvergunning raken. Wat welkom is als de wetgeving voor ieder dezelfde is, het geen voorheen wel anders was.. Vriendjespolitiek in zekere mate.
!!! Het wordt dus behelpen met fietskar, kruiwagen of te voet het kanaal langslopen!. Sommigen geven er ook de brui aan en verkassen naar vijvers of openbare stilstaande waters.
Neem daar nog de controles van natuur en bos bij en je zit met een erg streng beleid, te streng ??? Nee hoor want vissers proberen steeds een stap verder te gaan dan het mag!!!!!
Maar als de regelgeving voor ieder hetzelfde is kan dit geen probleem zijn. De achterpoortjes gaan dicht en dat vind ik persoonlijk een goede zaak! Meer plaats voor de hengelaar die toch nog een kanaalstek wil bevissen volgens de regelgeving, waaronder ikzelf!!
Weer eentje genet!!
..
Vlot voorbij de vijftig pond
Ik beleef(de) aan het karperviseen een heel mooie tijd.