update oktober 2025
We zeggen en schrijven juni 1980. Het werd mijn eerste poging om een karper in het kanaal te vangen! Tijdens de jaren er voor, jaren '70, viste ik vooral met de vaste stok op voorn met hennep en witte tarwe. Het idee rijpte stilaan om eens de karper te belagen want met de regelmaat van een klok kwamen er karpers op mijn voerplek een sprongetje maken om nadien even mijn onderlijntje stuk te trekken.
Bij de opening in juni 1980 was het zover, we hadden net zes weken sluitingstijd achter de rug, die bestond toen nog , nu niet meer uiteraard, zouden we een poging wagen. Ik zou karpers proberen te vangen. Tijdens de gesloten tijd had ik mij er stilaan op voorbereid om een voerstek aan te leggen. We zouden vissen met voorgeweekte en gekookte mais. Iets anders was er niet voor handen. Want boilies bestonden niet eens.
Maar met welk materiaal, want er was niks op de hengelmarkt? Zo goed en zo kwaad als het kon koos ik voor een telescoophengel, in glasvezel, in een lengte van 3.20m. Een daiwa molen erop zonder baitrunner, want die bestonden niet eens, molens met baitrunner. De slip was min of meer behoorlijk, maar tijdens een dril moest je toch telkens bijsturen.
Een rodpod was er al even min. Dus zouden het twee pikketjes, in de grond geduwd, worden voor twee hengels.
Beetverklikkers?? Nooit van gehoord. Dus hingen er in de lijn twee hangertjes gevuld met zand of water om de beet te registreren. Met een koordje aan de hengelsteun om hem niet te verliezen. Enkel op zicht dus. O ja de molenslip stond voldoende open want anders was je hengel soewieso foetchie.
Een veel groter probleem was het schepnet. Dit net moest aan bepaalde voorwaarden voldoen : maaswijdte 2 cm, beugel mocht niet groter zij dan 45 cm, diepte van het net 50 a 60 cm. Dat was dus niet te doen als je al maar een vis van 10 kilo zou moeten netten. We zouden daar een mouw aan passen. Het wettelijke schepnet lag naast de hengels, het onwettige onder de wagen of verstopt tussen planten langs de oever. Want dat grotere net had te kleine mazen, 42 inch en voldoende diep. Gelukkig had ik met de viswachter, Jules Kimpen ,een goede relatie want hij liet oogluikend toe dat ik dat grotere net gebruikte, nadat ik hem enkel foto's toonde van gevangen karpers en dat ik er voor zorgde dat het niet op zicht lag.
Ondertussen waaiden er berichten uit Engeland over hoe men daar op karper viste. Collega en vriend, Rudi De Zutter, van hengelsportwinkel, Watersportcentrale, zou daar een voortrekkersrol in spelen. Het was hij ook die me dat grotere schepnet bezorgde.
In de UK ging hij zijn licht op steken. Na wat heen weer gereis, telefoontjes en de nodige ontmoetingen met UK-vissers liet hij sumier materialen overkomen naar het vaste land. Het was natuurlijk een risico of dat nieuwe materiaal zou aanpakken want er ging een grote investering mee gemoeid. Het zou een explosie worden voor de karpervisserij in België. Gelukkig voor hem was dit financieel ook een goede zaak!
Beetverklikkers, rodpods, carbonhengels, wakers, onthaakmatten, boilieplanken bewaarzakken, weegzakken en nog veel meer veroverden de markt. En niet te vergeten boilies uiteraard. Die moesten echter nog met de hand gerold worden. Een huzarenstukje, ja monnikenwerk, tijdrovend, fysiek zwaar, echt vermoeiend. Je kon er dus weinig rollen en weinig voeren tot later de boilieplanken op de markt kwamen en nog later boiliemachines, echte fabriekjes. We leerden naast vissen ook de nodige technieken.
Maar voor het zo ver was gingen er al enkele jaren voorbij eer we behoolijk op karper visten. Strategieën waren ons onbekend. Het was inwerpen en je tijd er over doen om een karper aan de haak te slaan. O ja, we visten ondertussen wel met het hairsysteem, uitgevonden door Glen Middelton, eerst met een echte haarspriet van op zijn hoofd, en later gecommercialiseerd door Kevin Maddockx. Met tijd kwam raad en leerden we van mekaar. Het duurde toch tot de jaren '90 voor er vaart in de vangsten kwamen. Die jaren '90 waren de vruchtbaarste. Nadien liepen de vangsten enorm terug om allerhande redenen. De voornaamste : vissen werden mee genomen en in privaatwater uit gezet. De wetgeving werd te laat aangepast, meeneemverbod en maat op de vis kwamen te laat. Ook handhaving van de wetgeving liep spaak, geen of nauwelijks controle.
Tegenwoordig moet je al een diehard zijn om het vol te houden aan een kanaal. Met gevolg dat veel vissers naar vijvers, privaat wateren of betaalwateren trekken.
De karpervisserij heeft ondertussen een enorme evolutie doorgemaakt en evolueert nog steeds verder met nieuwe ontwikkelingen. Vooral de Chinese markt tracht het Westen in te palmen met goedkope prijzen, namaak en een uitgebreid aanbod aan materiaal waar heel wat vissers op ingaan en het failliet van vele hengelsportwinkels hier bij ons, betekende. Ook de Watersportcentrale gaf er de brui aan.
Ik heb door de jaren heen veel plezier aan mij visserij beleefd, veel adrenaline gepompt, maar ook tegenslagen en twijfels moeten overwinnen. Want ondertussen, we zeggen en schrijven 2025, doe ik nog steeds aan karpervissen. De vaste stok staat nog steeds aan de kant, ja die is vervangen door een hele batterij karperhengels, omringd door de nodige materialen en attributen om het leven van een karper aangenaam te maken!
Vang ze!!!
Jaren later nog steeds karpervisser!
Pionieren was de boorschap!!!
Geen mat voor handen. Zoon lief met een 30 plus op zijn knieën Op een handdoek dan maar.
De karper in het gras. De telescoop waar ik mee viste. Ook geen behoorlijk lood te krijgen.
Een bewaarzak of wat daar moest voor door gaan...😣
Mijn eerste dertiger!!!Nog geen ervaring met foto's maken! Zoon en dochter erbij, ondertussen veertigers🥹
Het was bij de opening van het seizoen al onmiddellijk prijs.😯😯 De hengelsteunen gezien ???😣
Geen rodpod, geen mat te zien. Ze waren gewoon niet voor handen.🙃
Het niet wettelijke schepnet rechts onder.
De foto's uit de oude doos zijn foto's van foto's. Eenvoudig : digitaal bestond nog niet!!!