XV-1747 Pauw, Matheus de

Mattheus de Pauw (= XV-1749)


ouders: Lambert de Pauw en Aleijda van Leijenberg


geboren: ca. 1586

gedoopt:

overleden: 1650

begraven: Utrecht 11-2-1650


beroep: belastingontvanger van de Staten van Utrecht, kanonik van St. Pieter te Utrecht, bewindhebber van de West-Indische Compagnie ter kamer Amsterdam (al sinds 1624)

woonplaats / adres: Utrecht (Nieuwegracht, 1611, 1627)


relatie: trouwt Utrecht 24-3-1611


Sophia Block (XV-1748 en XV-1750)


ouders: Jelis Block en Henrica van Eijnd


geboren:

gedoopt:

overleden:

begraven: Utrecht 25-6-1666


beroep:

woonplaats / adres: Utrecht (Nieuwegracht bij Ambachtstraat, 1651; bij Hijromi School, 1666)

biografische aantekeningen


Matheus de Pauw studeert in 1604/1605 aan de Universiteit van Leiden. In het studentenregister is hij vermeld als Letteren-student, maar hij ontvangt een stipendium uit het fonds van de voormalige Laurensabdij in De Bilt voor een theologische studie. Hij behoort na zijn studie tot de vooraanstaande elite van Utrecht: hij is kanunnik van St. Pieter en vanaf de oprichting van de West Indische Compagnie behoort hij tot de bewindhebbers van die investerings- en handelsmaatschappij. In 1636 legt hij het in de verkiezingen voor het lidmaatschap van de Staten van Utrecht af tegen Aart van Cuylenborch.


bronnen


lit:

* Mr. S. Muller Fz: Geschiedenis der fundatiën, beheerd door het college van regenten der vereenigde Gods- en Gasthuizen te Utrecht (1900), p. 160 (bijlage A): transcriptie van een contract dd. 3-6-1624, waarin de regenten van het gasthuis Leeuwenberch en de stad Utrecht twee kamers met grond van Jan van Campen ruilen tegen vier kamers in het Arkel-convent. Aan de kant van het gasthuis Leeuwenberch treedt onder meer op: “Matheus de Pauw, canoniek sinte Peters ende bewinthebber van de West-Indische Compagnie”.

* Mr. S. Muller Fz: Catalogus van het archief der Staten van Utrecht (1915): “789. Staat van hetgeen de gewezen ontvanger der Bisdomstienden en der quotisatie Mattheus de Pauw schuldig blijft bij de sloten zijner rekeningen; met aanteekeningen omtrent de liquidatie. 1662. (Onvolledig.) 1 stuk. N.B. Aangekocht op eene auctie.

* Joannes de Laet: Iaerlyck verhael van de verrichtinghen van de Geoctroyeerde West-Indische compagnie, Uitgave van werken van de Linschoten Vereniging, (Den Haag, 1931), p. 33: namen van de HH bewindhebberen die de compagnie van het begin tot einde 1636 gediend hebben: “Matheus de Pauw, wegen Uytrecht”

* Johan van de Water: Groot Placcaatboek, vervattende alle de placcaten ordonnantien en edicten … (1729), p. 204: benoemingen van de regeeringe en ’t gouvernement. 1636: den 3 juny bij de Vroedschap der stad Utrecht geprocedeerd zijnde tot nominatie van twee borgerlijke persoonen tot suppletie van de vacceerende plaatse in ’t lit van de Geëligeerden, is beneffens Aart van Cuylenborch, canonick St Jans, genomineert Mattheus de Pauw, Canonick St Pieters, nadat de Prins van Oranje geschreven had dat ondanks het overlijden van Jonker Dirck van Eck het Lit nog bestond uit het maximale aantal van vier edellieden. Op 23 juni verkiezen de Geëligeerde edelen en de Stad Utrecht Aart van Cuylenborch. Die verkiezing wordt op 7 juli door prins Frederik Hendrik bevestigd.

* Mr. Is. An. Nijhoff: Bijdragen voor Vaderlandse Geschiedenis en Oudheidkunde (Arnhem 1864), p. 216: In een akte van 15-8-1622 wordt verslag gedaan van een gesprek, gevoerd te Amerongen, waarin o.m. de reputatie van Adriaan Ploos door het slijk wordt gehaald. Dat gesprek was bijgewoond door ‘voorname getuigen’, namelijk Jacob van Asch van Wijk, scholaster en canonik Ste Peters t’Utrecht en Mattheus de Pauw, insgelijks kanonik en hun ambtgenoot Mr. Hendrik ter Beeck van Coetsfelt.


filiatie?

* 1604, 15-2: Album Studiosorum Academiae Lugduno Batavae 1575-1875 (1875), p. 72: "Matthaeius Pavius, Ultrajectinus, 18 [jaar], L[etteren]."

* 1604-1605: HUA, 85-2 Laurensabdij van Oostbroek te De Bilt: 176-193 Verzoekschriften van studenten in de theologie aan Gedeputeerde Staten van Utrecht om studietoelagen, met beschikkingen betreffende opdrachten van uitbetaling door Johan Ram, rentmeester van de voormalige abdij, en kwitanties, 1603-1605: [189]: Matheus de Pauw te Leiden 1604-1605.

* 1611, 24-3: HUA DTB ondertrouw [91-11]: Mattaeus de Pau, j.g. ende Sophia Blocks, j.dr, beijde van Utrecht, ende wonende aen de Nieugraffte, getrout in d'Geert den 2e Aprilis per Speenhovium

* 1621, 20-11: HUA, arch 220 Kapittel van Sint Pieter te Utrecht [929]: Matthaeus de Pauw, stadthouder van de proost van S. Pieter, beleent Anthonis van Bueghem met een viertal land te Schalkwijk

* 1627, 21-5: HUA DTB begraven [121-379]: het kijnt van mr. Matheus de Pauw, canonick St Peters, nalatende vader & moeder. Reguliers.

* 1627, 24-6: HUA DTB dopen [2-61]: in de Dom gedoopt Johanna, dr. van Mattheus de Pauw, wonende aen de Nieuw grafft

* 1628, 6-10: HUA NA nots. W. Brecht [34-4.U016a001, akte 477]: Johan van Pallaes, raet ordinaris in den hove van Utrecht, machtigt Gillis van Schendel, boeckhouder van de bewynthebberen van de WIC ter camere tot Amstelredam, om voor de bewindhebbers van de WIC te Amsterdam ten behoeve van Matheus de Pauw, mede-bewindhebber, namens Van Pallaes fl 600:0:0 te transporteren, die Van Palles volgens recipise in de compagnie bezit.

* 1644, 8-2: Stadsarchief Den Haag, NA nots. P.v.G [74, fol 45]: Matheus Paeu, gewezen huismeester van het H. Bartholomeusgasthuis te Utrecht

* 1644, 22-2: HUA NA nots F. Zwaerdecroon [34-4.U028a010, akte 23]: Richardus van Sijpenesse, wonende tot Duijts bij Ceulen, constitueert en machtigt Matheus de Pauw, ontvanger der Ed Mog Heeren Staten 's lands van Utrecht, zijns compts. oom, om in vriendschap of desnoods via justitie vanwege de legitieme portie en anderzins die hij te vorderen heeft op de boedel van wijlen de heer Matheus van Sijpenesse, zijn vader.

* 1649, 14-12: HUA NA nots N. de Cruijff [34-4.U034a002, akte 306]: Johan Block, wonende aen de Groenekan, verklaart alnoch te approberen en ratificeren de procuratie op 8-9-1649 gepasseerd op Matheus de Pauw, ontvanger, als procurator in rem suam, om voor hem te verkopen zijn huisinge, , hofstede, berch en schuer en ander getimmer, bepotinge, beplantinge met 13 morgen land, gelegen in het gerecht van Oostveen, tussen de oude en de nieuwe wetering, plus nog 3 morgen lands nader in die procuratie gespecificeerd, ter betaling van zodanige schulden waarvoor Matheus de Pauw zich als borg heeft gesteld en nog van andere lasten en schulden waarvan Block aan zijn genoemde zwager de betaling verzoeken zal. Voor het geval Matheus de Pauw dezer wereld zou komen te overlijden, machtigt Johan Block naast deze ook Mr. Lambert de Pauw, en Mr. Johan Ram, desselfs zoon en zwager om op dezelfde manier te handelen.

* 1650, 11-2: HUA DTB begraven [123-307]: Metheus de Pauw, ontfanger van Ed Mo. Heeren Staten slants van Utrecht nalatende sijn huijsfr met egte mundige en onmundige kijnderen. Reguliers (als ik het goed zie is 1,5 uur de dom geluid en is zijn wapenschaild in de kerk opgehangen)

* 1651, 30-9: HUA NA, nots G. Vastert [34-4.U021a018, akte 154]: Gecompareerd Gillis de Pauw, jongman, geassisteert met joffrouw Sophia Block, wed. za: Matheus de Pauw, en mr. Lambert de Pauw, Raed ter Admiraliteijt int Noorderquartier, zijn resp. moeder en broeder, machtigt in rem suam zijn zwager de heer mr. Johan Ram, raad en vroedschap der stad Utrecht met macht van substitutie om de vicarije ofte prebende annuarium, gefundeerd in St Maria kerke alhier, staande op de naam van voorn. Gillis de Pauw, te verkopen voor zodanige prijs en aan degene, aan wie zijn zwager of dienst gesubstitueerde het meest dienstig achten zal. Geapasseerd tenhuize van voorn. juffrouw De Pauw, staande op de Nieuwegracht omtrent de Ambachtstraat, ter presentie van mr. Cornelis van der Voort, medicine dr, etc als getuijgen hiertoe versocht.

* 1652, 1-11: HAU NA, nots G. Vastert [34-4.U021a019, akte 170]: Gecompareerd Gillis de Pauw, jongman, geassisteert met joffrouw Sophia Block, wed. za: Matheus de Pauw, machtigt mr. Johan Ram, raed in de vroedschap en schepen der stad Utrecht, en mr. Lambert de Pauw canonik der kercke van St Peters t'Utrecht, sijn resp. broeder en zwager, 't sampt en elx hun bijzonder om die vicarije ofte prebende gefundeerd in die capellen van Bronckhorst, in 't capta van Oudemunster alhier, staande op zijn comparants naam, aan iemand anders te veralieneren etc.

* 1660, 2-11: HUA NA nots C. van Vechten [34-4.U031a008, akte 68]: Ida Pauw, wed wijlen mr. Samuel Speenhovius, in leven chirurgijn, legateert bij testament aan haar neef Jelis Pauw en haar nicht Alpheda Pauw, weeuw van Johan Luchtenborch, haar testatrices broeders zoon ende dochter elk de somme van vijftig gulden; aan de kinderen van haar neef Lambart Wissingh tesamen fl 50,-; aan de twee dochters van haar neef Goijert de Pauw eveneens samen fl 50,- en aan de oudste van de twee haar beste huijck en aan de andere haar middelste huijck; aan docter Schaeck te Enkhuizen een bier en een wijn kan met zilveren lid; aan haar nicht Johanna Pauw fl 600,-, maar dat moet na diens overlijden terecht komen bij de nabenoemde erfgenamen; aan de dochter van Havell <? Carell?> Speenhovius te Rotterdam haar papagaaij; aan Aleijda Willingh, vrouw van Pauwells Pijll chirurgijn te Amsterdam fl 800,- plus enkele sieraden plus alle familieportretten ('conterfeijtsels van haer testatrices vrunden) en aan hun zoontje Samuel Pijll al haar potpenningen; aan haar nichten Anna Ram en Cornelia Pauw twee rozen nobels; tenslotte stelt ze tot haar universele erfgenamen van de rest van haar nalatenschap de gezamenlijke dochters van hare neve Lambartus de Pauw; mochten die al overleden zijn, dan hun broer, zoon van Lambartus de Pauw voor 1/3, Aleijda Wissingh (X Pauwels Pijll) voor 1/3 en voor het laatste deel de gezamenlijke dochters van haar nicht Hendrina Pauw, verwekt bij Johan Ram an als die overleden zijn hun broers, de zonen van Johan Ram; Opgesteld te Utrecht ten huize van de testatrice aan de zuidzijde van de Brestraat bij het begijnhof.

* 1663: HUA arch 37: Financiele instellingen van de provincie [1136]: Overzicht van de schulden van de gewezen ontvanger van de bisdomstienden en de quotisatie Mattheus de Pauw met aantekeningen betreffende de liquidatie, 1662, en afschriften van resoluties van de staten hieromtrent, 1663.

* 1665, 22-8: HUA NA nots C. van Vechten [34-4.U031a011, akte 51]: nieuw testament van Ida Pauw, weduwe wijlen mr. Samuell Speenhovius, in zijn leven chirurgijn, gaande en staande en haar verstand hebbende en gebruikende. Ze herroept al haar vorige wilsbeschikkingen. Ze legateert aan haar neve Gilles Pauw en haar nicht Alpheda Pauw, weduwe van Johan Luchtenborch, haar testatrices broeders zoon en dochter, elk fl 50,-. Item de kinderen van hare neve Lambert Willingh samen fl 50,- en aan de twee dochters van haar neve Goijert de Pauw samen ook fl 50,-. Aan de heer docter Schaeck von Acht.. tot Enchuijsen twee rozennobels. Aan Johanna Pauw, haar nichte, fl 200,- eens plus haar gouden hoeprinck en twee gouden rozennobels. Aan de dochter van Harell Speenhovius, wonende tot Rotterdam, haar papegaai met kooi en Gruck. Aan juffr. Hendrina Ram, huisvrouwe van Johan Ram, haar beste huijck. Item nog aan de voorgenoemde Johanna Pauw nog zes gouden rozennobels, tenminste, als de straks genoemde Aleijda Wissing dan gestorven is. Prelegateert dan aan Aleijda Wissingh, huisvrouw van Pauwels Pull, chirurgijn tot Amstelredamme, fl 800,-. Of, als ze dan al overleden is, aan haar kinderen samen fl 600,-, en aan Aleijda Wissing (of haar kinderen) haar gouden rinck met diament, haar sleutelriem, zilveren ketting en kussenbuidel, en de messenkoker met de beide messen met zilveren heften, en ook nog haar lijfs-kleren en alle de contrefeijtsels van haer testatrices vrunden. Aan Anna Ram en Cornelia Pauw, haar nichten, elk twee rozennobels, en (indien Aleijda Wissingh al is overleden) nog zes gouden rozennobels, en aan Anna Ram nog haar gouen naald en aan Cornelia Pauw nog haat testament met zilverbeslag en kettingkje. Aan haar neef Lambartus de Pauw fl 100,- voor de moeite die hij zich moet getroosten voor haar begravenis. Tenslotte nomineert zij tot haar universele erfgenamen over het restant van de erfenis de dochters van haar neef Lambartus de Pauw die op haar sterfdag in leven zijn, maar als ze allemaal al gestorven zijn dan hun broeder, de zoon van Lambartus de Pauw voor 1/3 part, de voorgenoemde Aleijda Wissingh, vrouw van Pauwels Pijll te Amsterdam (of haar kinderen) ook voor 1/3 part en de gezamenlijke dochters van haar nichte Hendrina Pauw en haar man Johan Ram, of bij hun vooroverlijden hun broeders, de zonen van Johan Ram en Hendrina Pauw - zij het dat de ouders van deze erfgenamen hun leven lang het vruchtgebruik genieten van deze erfdelen.

* 1666, 25-6: HUA DTB begraven [125-50]: begraven Jo: Sophia Block, wed. wijlen den heere ontfanger Mattheus de Pauw bij 't Hijromij School, naerl. mundige kinderen, gesoncken in de reguliersk: gr.


kind 5: Henrina de Pauw

Zie over haar het familiearchief Ram: HUA archief 752, 4e generatie, afd. 143: Johan Ram (1620-1677) en Hendrina de Pauw (1614-1695)

* 1644, 9-12: HUA DTB ondertrouw: Johan Ram, beijder Rechten Doctor, en Henrina de Pauw, j.d. (i.m.: in den Buerkerk getrouwt den 9 febr 1645)

* 1650, 14-12: HUA NA Nots G. Vastert [34-4.U021a017, akte 164]: Mr. Johannes Ram, advct in vrsz hoven en Juffr Hendrina de Pauw, echtelieden, hebben, uit matrimoniële liefde die zij elkaar toedragen, elkaar toebedeeld de lijftocht van al hun na te laten goederen. Als mombers over hun eventueel na te laten kinderen nomineren zij, naast de langstlevende, in zijn naam Andries van Wijck, burgemeester van Utrecht, en in haar naam mr. Lambert de Pauw, advocaat in het Hof van Utrecht, haar broer.


kind 6: Matheus de Pauw

Het feit dat hij niet, maar zijn broers Lambert en Gillis en zijn zusters Hendrina en Johanna wel in het testament van Ida de Pauw genoemd wordt, doet vermoeden dat hij voor 1660 is overleden.

* 1649, 8-4: HUA DTB ondertrouw: Matthaeus de Pauw in Utrecht met Lucia Ram. van beiden is geen nadere aanduiding gegeven, in de marge staat dat ze in het Anthonisgasthuis trouwen op 24-4

* 1650, 25-1: HUA NA Nots G. Vastert [34-4.U021a017, akte 17]: Matthaeus de Pauw, ziek te bedde en zijn vrouw Lucia Ram, gezond, maken een mutueel testament waarbij ze elkaar over en weer het vruchtgebruik van de nalatenschap toekennen. Hij legateert aan Matheus de Pauw, de zoon van zijn broer Mr. Lambert de Pauw, domheer, de somme van eens fl 800,- uit de goederen die hij ten huwelijk heeft ingebracht. Verder institueert hij tot mede erfgenaam zijn schoonbroeder mr Johannes Ram, advocaat in het Hof van Utrecht, voor de goederen die zijn vrouw ten huwelijk heeft aangebracht, en zij institueert Jelis Pauw, haar schoonbroeder, eveneens tot erfgenaam in de goederen die haar man ten huwelijk heeft aangebracht. En ze legateert aan Anna, de dochter van haar broer Johan Ram, fl 800,-. Opgesteld in hun huis op de Heerenstraat op de bouwcamm.


kind 7: Gillis de Pauw

* 1652, 18-3: HUA NA nots G. Vastert [ 34-4.U021a019, akte 40]: Mr. Johannes Ram, schepen en raad in de vroedschap van Utrecht als gemachtigde van zijn zwager Gillis de Pauw, belangende de overgifte van de vicarije ofte prebende animarum van de Mariakerk, maakt gebruik van zijn recht om iemand in zijn plaats aan te stellen en benoemt daartoe Johan van der Voort, kanonik van die kerk, die de vicarij moet overdragen aan de persoon van Jacob de Cruijff, burger t'Utrecht.

* 1655, 28-12: Stadsarchief Den Haag, NA nots A.v.A. [314-219]: Gillis Paaw, vendrich

* 1656, 3-1: Stadsarchief Den Haag, NA nots H.d.C [375 fol 280]: Ghillis Paeuw, vendrich

* 1656, 1-10: BHIC, DTB ondertrouw Berlicum [8-8]: den 1 Oct getrout met attestatie van den Bosch: Gillis de Pauw j.m. met Joffrouw Lijsebet Fouts j.d.

* 1665, 10-4: BHIC, DTB dopen Bergen op Zoom: gedoopt Catharina, dochter van Gillis de Pauw en Elisabeth Faust, get: Lambert de Pauw en Catarina Faust

* 1665, 10-4: familysearch DTB dopen Bergen op Zoom: gedoopt Catarina Elizabeth, V: de Hr. Gillis de Pauw en M: Juffr Elisabeth Faust, get: d'Hr Lambert de Pauw, domheer, en juff Catarina Faust.

* 1665, 3-8: HUA NA nots H. Schaep [34-4.U032a001, akte 85]: Gielis de Pauw, capitain luitenant over een compagnie voetknechten onder burggraaf Dona ten dienst van de Verenigde Nederlanden, posesseur van een vicarie in de kerk van Schalkwijk gefundeerd, machtigt Lambert de Pauw domheer St Peters t'Utrecht, zijn broer,  en Johan Ram, raad in de vroedschap van Utrecht en drossaard op de Vaert, om uit zijn naam en met consent van de patroon van de vicarij, dezelve over te zetten op Gaspar offe Matheus de Pauw, zijn zonen

* 1671, 12-10: HUA NA nots R. van Vechoven [ 34-4.U066a001, akte 110]: Johan Ram, gemachtigde van Gillis de Pauw voor de verkoop van een vicarie in het kapittel van oudmunster, verkoopt nu die vicarie aan zijn zoon Matheus Ram


openstaande vragen / discussie


Matheus de Pauw is de broer van Ida Pauw (zie 1660). Matheus van Sijpenesse is zijn familielid (dwz: diens zoon Richardus van Sijpenesse noemt Matheus de Pauw zijn oom) (In het testament van Matheus van Sypenisse legateert hij aan zijn nicht het wapenkussen met daarop de wapens van Verhorst en Block en het geschilderde portret van zijn grootmoeder -de familierelatie loopt dus via de fam. Block)