XIV-875 Pauw, Lambert de

Lambert de Pauw


ouders: Matheus de Pauw en Sophia Block


geboren:

gedoopt:

overleden: tussen 6 juni en 22 juli 1671

begraven:


beroep: licentiaet in beide rechten (1637), domheer (1646), kanunnik van St Pieter en raad in de Admiraliteit van het Noorderkwartier (1649), kameraar van Lekdijk en Hinderdam (1655)

woonplaats / adres: Utrecht (Hamburgerstraat, 1640, '45; Zuijlenstraat, 1655, '57, '71)


relatie: trouwt Utrecht 18-1-1638


Anna van der Voort (XIV-876)


ouders: Cornelis van der Voort en Cornelia Strick


geboren:

gedoopt:

overleden:

begraven: Utrecht, 30-7-1655


beroep:

woonplaats / adres:


kinderen:

biografische aantekeningen


bronnen


* 1637, 31-12: HUA DTB trouwen [96-145]: ingeschreven: De heer Lambertus de Pauw, licentiaet in beijde rechten, Joffr Anna van de Voordt. I.m.: getrout den 18 janu in den Dom.

* 1640, 21-6: HUA DTB dopen [4-4]: Cornelia, dr.v. Mr. Lambert de Pauw ende Anna de Pauw, woon in de Hamborgerstraet, getuij de commissaris Luchtenbroeck ende joffr: Van de Voort woon op de Nieugraft.

* 1643, 13-2: HUA NA nots. G. Vastert [34-4.U021a010 akte 17 sub 2]: Gecompareerd d'eerbare Cornelia Strick, weduwe van za: Cornelis van der Voort, als moeder en mombersche over Cornelis van der Voort, hare onmundige zoon, mitsgaders Elisabeth van der Voort en Johannes van der Voort, mundige zoon en dochter, verklaarden als mede-erfgenamen van haer za: vader uit handen van Gerrit Pelt, als possesseur van 't hypotheek van een onderpand van Jacques Wttenhoven de somma van fl 1000,- hoofdsom met de rente tot date dezes dd 10-6-1623, en zij machtigen her Lambert de Pauw omme voor het stadsgerecht de hypotheek te laten royeren. Tezelfdertijd compareerde Johanna van de Voort, die de heer De Pauw machtigt om voor het gerecht namens haar te bekennen dat dr. Quirijn van Weede als possesseur van een huis en kamer aan de westzijde van de Springweg de hypotheek betaald heeft van fl 200,- op grond van een plecht van Annetge Witts, jonge dochter dd 20-4-1626 die eveneens geroyeerd kan worden. Opgemaakt ten huize van voorn juffr Van de Voort staende op de Nieuwe gracht omtrent de Brigittebrugh <?>

* 1645, 20-3: HUA DTB dopen [4-218]: In den dom gedoopt: Matteus, soon v Lambert de Pau woon in de Hamborgerst

* 1646, 12-9: HUA NA nots. G. Vastert [34-4.U021a013 akte 81]: [akte niet gepasseerd; datum = "september 1646", maar de akte is bewaard tussen akten met datum 12-9]: Juffr. Cornelia Strik, weduwe za: Cornelis van de<r> Voort, mij notaris bekend, heeft bij deze opnieuw haar testament gemaakt. Zij bepaalt dat haar zoons Johan en Cornelis van de Voordt in de ongedeelde boedel zullen moeten inbrengen wat ze in het voren hebben gehad, te weten: Johan van de Voort de prebende die zij voor hem in de kerk van St. Maria in Utrecht heeft geacquireert ter grootte van fl 8000,-, en Cornelis van de Voordt voor twee vicaries die hij bezit in het kapittel van Oudemunster, de somme van fl 3000,-, en haar dochter Anna van de Voordt, getrouwd aan domheer Pauw, moet haar huwelijksgoed inbrengen. C. Strik prelegateert ten behoeve van haar ongetrouwde dochter Elijsabeth van de Voort drie lijfrentebrieven op haar naam, ten laste van de generale middelen van 's lands van Utrecht, één van 50 en twee van 25 gulden per jaar. Verder bepaalt ze tot haar wettige erfgenamen deze vier kinderen: Johan, Cornelis, Anna en Elijsabeth van de Voort. Strik heeft, samen met haar za: man, octrooi gekregen voor het mogen maken van dit testament op 13 oktober 1621. [akte niet ondertekend]

* 1647, 12-7: HUA NA Nots B. Terbeeck van Coesfelt [34-4.U035a002, akte 113]: Lambertus de Pauw, connonik van St Peter (en speciaal gemachtigde van Bernt van Munster zu Zoulenborch, kanunnik van St Peter) en Herbert van Hanwert, secretaris van den Capele St Peters (gemachtigde van jnkr Adolf van Welich, kanunnik van St Peter). Zij verklaren te renunciëren van de procedures die gevoerd is tussen de Heere Munster en de Deken van St Pieter, ter eenre, en tussen de weduwe en erven van Jacob van Asch van Wijk – etc.

* 1649, 23-8: HUA NA nots. T. Masius [34-4.U037a001, akte 186]: Compareerden Johanna van der Voort, Elisabet van der Voort, Johan van der Voort, domheer van Sinte Marien binnen Utrecht, Cornelis van der Voort, do:r der medicinen, en zich sterk makende en de rato caverende voor jo: Anna van der Voort, huisvrouwe van Lambert Pouw, canoninck Ste Peter ende raet der Admiraelentijt van 't Noorderquatier, allen kinderen van wijlen den E. Cornelis van der Voort, in zijn leven ontvanger der Ed Heren Staten Toll te Utrecht. Zij verklaarden dat Folpert van der Nijpoort, man van Odilia van Vianen, c.s., door het overlijden van wijlen Aleijdis van der Voort, die mede geweest is een dochter van Cornelis van der Voort en dus de zus van de comparanten, nu een bedrag eist van fl 1600,- op grond van het testament van Cornelis van der Voort samen met Nicolaa Zaell, zijn vrouw, voor notaris Gerrit Kruijff op 2-9-1607 - Nicolaa Zaell is geweest een zuster van Harmanna Zaell, de moeder van Odilia van Vianan. De Comparanten verklaren dat zij, noch geen van de kinderen van wijlen Cornelis van der Voort, niet en zijn geweest erfgenamen van wijlen Aleidis van der Voort, hun zuster, die overleden is in Gluckstadt in Duijslant, maar dat Aleijddis tot haar erfgenaam heeft geinstitueerd de manhafte kapitein Josua Merhem, haar man, en daarom zijn de comparanten niet gehouden die fl 1600,- te betalen, mogende niet te min lijden dat die vervorderd worden bij Folpert van de Nipoort aan de goederen van Aleidis van der Voort. Aldus gedaan ten huize van juffr Cornelia Strick.

* 1649, 14-12: HUA NA nots N. de Cruijff [34-4.U034a002, akte 306]: Johan Block, wonende aen de Groenekan, verklaart alnoch te approberen en ratificeren de procuratie op 8-9-1649 gepasseerd op Matheus de Pauw, ontvanger, als procurator in rem suam, om voor hem te verkopen zijn huisinge, , hofstede, berch en schuer en ander getimmer, bepotinge, beplantinge met 13 morgen land, gelegen in het gerecht van Oostveen, tussen de oude en de nieuwe wetering, plus nog 3 morgen lands nader in die procuratie gespecificeerd, ter betaling van zodanige schulden waarvoor Matheus de Pauw zich als borg heeft gesteld en nog van andere lasten en schulden waarvan Block aan zijn genoemde zwager de betaling verzoeken zal. Voor het geval Matheus de Pauw dezer wereld zou komen te overlijden, machtigt Johan Block naast deze ook Mr. Lambert de Pauw, en Mr. Johan Ram, desselfs zoon en zwager om op dezelfde manier te handelen.

* 1650, 14-12: HUA NA Nots G. Vastert [34-4.U021a017, akte 164]: Mr. Johannes Ram, advct in vrsz hoven en Juffr Hendrina de Pauw, echtelieden, hebben, uit matrimoniële liefde die zij elkaar toedragen, elkaar toebedeeld de lijftocht van al hun na te laten goederen. Als mombers over hun eventueel na te laten kinderen nomineren zij, naast de langstlevende, in zijn naam Andries van Wijck, burgemeester van Utrecht, en in haar naam mr. Lambert de Pauw, advocaat in het Hof van Utrecht, haar broer.

* 1651, 30-9: HUA NA nots G. Vastert [34-4.U021a018 akte 154]: Gillis de Pauw, jongman, geassisteerd met joffr Sophia Block, weduwe van Matheus de Pauw, en (met) mr. Lambert de Pauw, raad ter admiraliteit in ’t Noorderkwartier, zijn respectieve moeder en broeder, in deze voorzover nodig optredend als zijn voogd, machtigt in rem suam Johan Ram, raad en vroedschap in Utrecht om de vicari of prebende animarium gefundet in Ste Marie kerke alhier, staande op naam van Gillis de Pauw, te verkopen voor de som die zijn zwager of diens medewerker goedvinden zal. Opgemaakt ten huize van voorn. juffrouw De Pauw, in bijzijn van mr. Cornelis van der Voort, medicine doctor, en Schreur Adriaensen, backer, als getuigen.

* 1652, 1-11: HUA NA nots G. Vastert [34-4.U021a019, akte 170]: Gillis de Pauw, jongman, geassist met juffr Sophia de Block, weduwe van de heer Matheus de Pauw zijn moeder, machtigt Johan Ram, Raet in de vroedschap en schepen van Utrecht, en Mr. Lambert de Pauw, kanunnik der kerke van Sint Peters, zijn resp. broeder en zwager, om de vicarie of prebende gefundeerd in de capelle Bronckhorst in het kapittel van Oudemunster alhier, staande op Gillis de Pauws naam, aan iemand anders te veraliëneren. Ten huize van vrsz weduwe de Pauw op de Nieuwe Gracht bij de Ambachtstraet.

* 1653, 7-2: HUA DTB begraven [123-527]: een soontje van heer mr. Lambert de Pauw domheer St Peter, naelatende echte vaeder en moeder Reguliers. fl 2:0:0

* 1653, 24-2: HUA DTB dopen [5-75]: Gedoopt in den Dom, Matheus, soon van Lambert de Pauw

* 1655, 6-6: HUA NA Nots H. Schaep [34-4.U032a001 akte 29]: Mr. Lambert de Pauw, Domheer van St Peter ende cameraer van de Leckendijck ende Hijnderdam, als mede momber en voogd over de onmondige kinderen van za: Johan van Luchtenburch, in zijn leven commissaris ordinaris van monsteringe, ende heeft in die qualiteijt geconstitueerd en machtig gemaakt mr. Jacob Dedell, advocaat voor het Hof van Holland en Westfriesland, zijn mede voogd, om mede uit zijn naam voor de genoemde kinderen penningen te ontvangen, beleggen en uit te geven, alsof Lambert de Pauw er zelf bij aanwezig was.

* 1655, 30-7: HUA DTB begraven [123-706]: er is betaald aan de kosters van de Dom voor 1,5 uur luiden, en van de Buerkerk, de doodgravers "Reguliers te laet", en de doodbidders De Geest, twee knechten , dom groot 1,5 uur, te laet k.: begraven Joffr Anna van de<r> Voort, huijsvr van de heere Mr. Lambert de Pauw, domheer van St Peter, Cameraer van den Leckendijck ende Hinderdam, in de Zuijlenstraet, naelaetende haer man mit echte onmundige kinderen. Reguliers.

* 1656, 9-2: HUA NA nots L. van Vuyren [34-4.U036a011, akte 18]: Philibert van Tuijll van Serooskercken, heer van Wulven, en Jasper van Lijnden, heer van Mijnden, en Girardt van Reede, heer van Drakesteijn, als vertegenwoordigers van de Edelen en Ridderschappe van de Ed. Mog. Heren Staten ’s Landts van Utrecht machtigen, op grond van een besluit van 4-2-1656, Cornelis van der Voort, raad in de Vroedschap van de stad Utrecht, en mr. Lambert de Pauw, canonnick van de capittule van St Peter alhier om te verschijnen voor het kapittel van St. Peter en daar ten behoeve van Johan van der Voort te presenteren ende <?> de cannonicale prebende die de Edelen en Ridderschap door het overlijden van Richard van Bemmel vervallen is, en alles te doen wat nodig is om daarvoor te zorgen (dwz: Johan van der Voort krijgt als opvolger van Richard van Bemmel en op gezag van de Adelstand in de Staten van Utrecht de prebende toebedeeld uit het kapittel van St Peter).

* 1656, 12-9: HUA NA nots H. Schaep [34-4.U032a001, akte 37]: Anthonis Cornelisz, dijkmeester van de Leckendijck bovensdams, machtigt mr. Lambert de Pauw, domheer Ste Peters te Utrecht en Cameraer van de voorsz Leckendijck, en mr. Johan de Goijer, secretaris van dezelfde dijk, om voor het Gerecht van Schalkwijk 8 morgen land te transporteren ten behoeve van Johan van de Voort, domheer te Utrecht.

* 1656, 22-12: HUA NA nots G. Vastert [34-4.U021a022 akte 230]: in de marge: is gepasseerd besloten januario 1657. [Deze akte is ongedateerd en niet ondertekend; akte 228 is van 20 december, akte 229 ook ongedateerd, akte 231 is van 23 december]. Gecompareert Joffr Cornelia Strick, weduwe van de heer Cornelis van der Voort za: , gezond van lichaam en geest. Ze vernietigt alle voorheen gemaakte testamenten, behalve het prelegaat, genoemd met haar man samen, op 16-10-1621 voor nots Jan Antonisz Wttewael, ten behoeve van haer dr. Elijsabeth van der Voort van vijff ende tseventich gulden jaerlix. Zij prelegateert uit haar gereetste goederen nu aan deze dr. Elijsabeth bovenop de genoemde uitkering een bedrag van fl 1000,-. Verder prelegateert zij tbv haar jongste zoon Cornelis van der Voordt de <…> van de penningen gekomen van zeker … vicarij bij hem beseten, geprocedeert ende in haren boedel gecomen d’somma van … fl 17,-. Begeerende dat haar oudste zoon Johannes van der Voort zal behouden de goederen die hij heeft, en op haar overlijdensdag zal possideren, daaronder begrijpende zijne prebende, en dat hij daarmede zijn vaderlijke en moederlijke erffenisse t’eenenmaal zal afstaan, alsmede van de erffenisse van zijn zalige neve Acrijn van der Voort, waarmede zij verklaarde tot haar universele erfgenamen te institueren haar kinderen Cornelis van der Voort en Elijsabeth van der Voort, ieder voor een derde part, en de kinderen van haar dochter Anna van der Voort, in haar leven vrouw van Mr. Lambert de Pauw, bij representatie voor het laatste derde part – waarbij in het laatste geval fideïcommis wordt opgelegd – de goederen mogen niet uit de familie vervreemd worden.Ze sluit de weeskamer uit van voogdijschap over haar onmondige erfgenamen, te weten de kleinkinderen de Pauw, en benoemt tot hun voogd de heren Johannes en Cornelis van de Voort. Etc. Mede gecompareerd is Johan van de Voort die zich akkoord verklaart met de clausules. Opgemaakt in het huis van de comparante bij de Magdalenenbrug, niet ondertekend.

* 1657, 10-10: HUA NA nots H. Schaep [34-4.U032a001 akte 41]: Anthonis Cornelisz, dijkmeester van de Leckendijck bovendams, wonende ’t Waell, consenteert dat mr. Lambert de Pauw, cameraer van dezelve Leckendijck, zal inhouden alle penningen die Cornelisz zal competeren op Martini 1657 (emolumenten, jaargelden en vacatiën) , inclusief de fl 250,- die hij dit jaar nog verdienen zal, om op die manier alle tijene die De Pauw op Cornelisz te vorderen heeft, zoals de Leckendijcks en Hinderdamsgelden en pacht over zeker vicarieland, verschuldigd sinds 1655. Cornelisz machticht procureur Johan de Wijs om hem tot deze overeenkomst te veroordelen. Op gesteld in Utrecht ten huize van de cameraer voornoemd, staande in de Suijlestraet, in het bijzijn van Cornelis van der Voort, schepen en raad in de vroedschap, en Henrick Hermansz, schrijnwerker. (w.g. o.a. Cornelis van der Voort)

* 1658, 8-1: HUA NA nots H. Schaep [34-4.U032a001 akte 42]: Mr. Lambert de Pauw, domheer van St Peters, Cameraer van de Leckendijck bovendams, zich sterk makende voor zijn zuster Alpheda de Pauw, weduwe van Johan van Luchtenburch, in leven commissaris van de monsteringe, als voogd over Matheus van Luchtenburch, en de heer Gielis de Pauw, veendrich onder de compagnie van de heer Grave van Dona, verklaren te annuleren en dood en teniet doen de acte van cessie die Gielis de Pauw op 4-11-1656 voor notaris H. Schaep gepasseerd heeft aan Alpheda de Pauw ten behoeve van Matheus van Luchtenburch, haar zoon, van zekere vicarie waarvan Jacob van Wassenaer patronatus is namens de Staten der Verenigde Nederlanden, alsof die akte nooit gepasseerd is.

* 1658, 3-8: HUA NA nots F.C. Engel34-4.U052a001, akte 43]: Johan van Bijlevelt, te Alkmaar, belooft de schulden te betalen die zijn broer heeft gemaakt die momenteel gevangen gehouden wordt in de gijzelkamer van het Hof van Utrecht. De schuldeisers zijn Wilhelm Vincent van Wittenhors, heer van de stad Utrecht etc, Lambert de Pauw, cameraer van de Leckendijck en de Hinderdam en Margaretha van der Togt, weduwe van de schout Johan van der Schuijr.

* 1660, 25-6: HUA NA nots H. Schaep [34-4.U032a001 akte 54]:Lambert de Pauw, domheer St Peters, ziekelijk te bedde liggende, nomineert tot voogden over zijn na te laten onmondige kinderen Johan Ram, raad in de vroedschap van Utrecht en drossaard op de Vaert, en Cornelis van Noort (als er van der Voort staat is het erg slecht geschreven) schepen en raad in de vroedschap van Utrecht. Opgesteld ten huize van De Pauw aan de Noordzijde van de Zuijlestraet, ten presentie van Jonathan van Luchtenburch en Caleb Copstadt als getuigen

* 1664, 10-10: HUA NA nots H. Schaep [34-4.U032a001 akte 72]: Gerrit van Leuwen, burger van Utrecht, vertoonde een machtiging van Michiel de Bruijn van Berendrecht, tegenwoordig wonende te Londen als zilversmid van de koninginne van Groot Brittaniy, opgesteld door notaris Johannes Nannius op 23-9-1664, waarin hem o.a. het recht wordt gegeven om een ander te machtigen. En daarom machticht Van Leuwen mr. Lambert de Pauw, domheer van Sint Peter, om de directie te voeren over alle goederen van De Bruijn van Berendrecht die in Utrecht gelegen zijn.

* 1664, 7-11: HUA NA nots H. Schaep [34-4.U032a001 akte 73]: Cornelis Dirck Schouten, wonende in Portengen, voogd over de kinderen van Gerrit Dirck Schouten, zijn broer, machtigt mr. Lambert de Pauw, domheer te Utrecht, cameraer van Leckendijck en Hinderdam, om bij het Hof van Utrecht fl 200,- te lichten, de helft van het legaat dat Neeltje Peters bij testament van 26-8-1656 aan de twee kinderen heeft vermaakt.

* 1665, 25-2: HUA NA nots. H. van Zuylen [34-4.U048a002 akte 193]: Phlips Eersten Pauw, wonende aan de Oudenrijn is schuldig, vanwege het gebruik van huis, hofstede, bogert en weiland, samen 8 morgen groot, aan de Oude Rijn en bij hem in gebruik, vier jaar lang voor fl 225,- per jaar (maar één jaar daarvan is door hem betaald aan Gijsbert van Bijlevelt) voor diverse pacht en jaargelden, alles ten behoeve van mr. Lambert de Pauw als gemachtigde van Alida van Leijen, weduwe Gerard van Leeuwen. Etc etc.

* 1665, 22-4: HUA NA nots H. Schaep [34-4.U032a001 akte 81]: Bernt, heer van Rijsenburch, machtigt mr. Lambert de Pauw, domheer Ste Peters en cameraer van de Leckendijck bovendams, en Johan de Goijer, secretaris van de Leckendijck, om te verschijnen voor de stadhouder van Leenen van zijn genade de heer Grave van Cuijlenburch om aldaar te verheffen een leen van 15 morgen lands Carstell van Rijswijk

* 1665, 3-6: HUA NA nots H. Schaep [34-4.U032a001 akte 84]: Samuell en Cornelis Adriaensz Vernoij bekennen schuldig te zijn aan mr. Lambert de Pauw, domheer te Utrecht, te voldoen een renteobligatie door hun vader Adriaen Samuelsz ten behoeve van Jan Naborch en Aeltje Gerritsdochter op 25-5-1635 gepasseerd, welke obligatie door Barbara van Batesteijn (wed. van Johan van Vianen, in leven raad van de graaf van Cuijlenburch) op 26-5-1650 gecedeerd is ten behoeve van Philips Eersten Pauw die dezelve obligatie op 25-2-1665 ten behoeve van heer De Pauw voor notaris Henrick van <?> heeft gecedeerd; de comparanten beloven daarom de achterstallige rente aan De Pauw te voldoen. Opgesteld in bijzijn van raadslid Johan van Ram en Reijnier van Buijn

* 1666, 14-7: HUA NA nots. W. van der Houde [34-4.U047a004 akte 213]: De kerk van Bunnik heeft fl 500,- uitgeleend aan de Hinderdam, 's lands van Utrecht. De vorige schout is echter de rentebrief en schuldbekentenis verloren. De kerk verzoekt daarom aan de Staten om de cameraer van de Hinderdam, mr. Lambert de Pauw, opdracht te geven de fl 500,- plus rente terug te betalen. Mocht de verloren rentebrief alsnog worden teruggevonden, dan zal hij vernietigd worden.

* 1666, 27-9: HUA NA nots H. Schaep [34-4.U032a001 akte 89]: Lambert de Pauw, domheer te Utrecht en cameraer van de Leckendijck en Hinderdam, gemachtigde van Aletta van Leijden, weduwe van Gerrit van Leuwen, machtigt procureur Arnoud van Cuijlenburch om bij preferentie uit de verkochte goederen van Michiell de Bruijn van Berendregt fl 1200,- plus verschuldigde rente te claimen. Opgesteld ter presentie van mr. Jonathan van Luchtenburch en passementswerker Abraham Glaude.

* 1667, 18-2: HUA NA nots H. Schaep [34-4.U032a001 akte 91]: Dievertie Damen, weduwe van Jan Dircxss Verweij, in Benschop, heeft de notaris gemachtigd, ten behoeve van Lambert de Pauw, (domheer, als gevolmachtigde van Alida van Leijden, weduwe van Gerrit van Leuwen, in zijn leven borgtochter voor Philips Eersten Pauw, de zwager van Dievertje Damen) geconstitueerd en als borg gesteld om de pacht en andere gelden te betalen die Philips Eersten Pauw tot petri 1667 verschuldigd zal zijn over de huur en het gebruik van huis, hof, bogaert, weiland van 8 morgen aan de oude Rhijn aan Lambert de Pauw. Procureur Johan de Wijs mag haar daartoe veroordelen.

* 1667, 4-5: HUA NA nots H. Schaep [34-4.U032a001 akte 93]: Gerard Arisz, wonende op het noordereind van Jutphaas, heeft weder ingehuurd van Mr. Lambert de Pauw, domheer van St Peters, cameraer van de Leckendijck, drie morgen lands gelegen in 't Block te Jutphaas voor fl 20,- per jaar.

[nog enige ongetranscribeerde acties zonder familie-relaties].

* 1671, 2-6: HUA NA nots H. Schaep [34-4.U032b001 akte 105, sub 1]: Ik, Lambert de Pauw, cameraer van de Leckendijck bovensdams en den Hijnderdam, maakt op grond van het op 25-8-1638 verleende octrooi mijn testament. Ik prelegateer aan mijn twee dochters, Cornelia en Maria de Pauw elk fl 1000,- en daarenboven de paerlen van haer moeder Anna van de Voort om haar armen heeft gedragen en aan mijn zoon Matheus de Pauw zijn vicarie die hij is possederende in de kerke van St Peters plus het schoutambt van Abcoude proostij gerecht, door mij voor hem van de deken van het kaipttel St Peter verkregen, mits hij in mijn boedel inbrengt fl 1000,-. Mijn Franse bijbel vereer ik aan mijn zwager Cornelis van de Voort, burgemeester van Utrecht, en aan mijn schoonzoon Jonathan van Luchtenburch, secretaris van Utrecht, de boeken die hij heeft geleend en het Corpus Glossarium. Voor de rest van mijn nalatenschap instueere ik tot mijn erfgenamen mijn - of bij aflijvigheid derzelven wettige geboorte bij representatie van mijn voorsz zoon Matheus de Pauw instituere alleen in zijn legitieme portie en de rest blijft onder beheer tot hij 36 jaar oud is. Ik nomineer tot voogd over mijn minderjarige erfgenamen de heren Cornelis van de Voort, tegenwoordig burgemeester van Utrecht, en Johan Ram, raad in de vroedschap, met uitsluiting van de vroedschap en de weeskamer. Opgemaakt ten huize van de comparant in de Zuijlestraet. Onder stond: dit testament is geopend in presentie van ons, notaris en getuigen, den 22-7-1671.


openstaande vragen / discussie


Er is verwarring over diverse personen in de zeventiende eeuw in Utrecht die Lambert de Pauw heetten. In 1594 komt iemand in de stukken voor die Lambert de Pauw heet, en substituut secretaris is van het Gerecht van de stad Utrecht. Blijkens de 'Lijste van de secretarissen van den Gerechte der Stad Utrecht' in het Groot Placcaatboek (1729) is Lambert de Pauw secretaris geworden na de dood van Herman van de Pol, op 13-10-1597. Na de dood van Lambert Pauw is Beernt Uytten Enge op 6-12-1602 secretaris geworden. In 1634 overlijdt Aeltgen van Leijker, weduwe van wijlen Lambert de Pauw, die vroeger secretaris was van het Gerecht van Utrecht.

In 1625 trouwt Lambert Lambertsz de Pauw met de Rotterdamse Joosken Anthonis. Deze Lambert Lambertsz is goud- en zilversmid. Zij krijgen in 1628 een zoon die Lambert de Pauw heet. In 1638 wordt een dochtertje van wijlen Lambert de Pauw begraven, met achterlating van een onmondige broer; haar oom heet Matheus de Pauw. Deze 'wijlen Lambert' kan zowel de man van Joosken Anthonis zijn als de man van wijlen Aeltgen van Leijker - dat laatste is niet waarschijnlijk, aangezien Lambert de oude al in 1602 is overleden en zijn dochter in 1638 al minstens 36 jaar oud moet zijn - en dan niet als anonieme dochter begraven wordt. Het dochtertje kan niet het kind zijn van Lambert de Pauw X Anna van de Voort, want die Lambert is nog in leven.

In 1645 houdt Lambert de Pauw zijn zoontje Matheus ten doop, en in hetzelfde jaar treedt een Lambert de Pauw op als advocaat. Omdat de man van Anna van de Voort licentiaet (d.w.z.: doctorandus) in beide rechten was in 1637, ligt het voor de hand dat hij de advocaat is. Het is veel minder waarschijnlijk dat een zilversmid zich laat omscholen tot advocaat: de echtgenoot van Joosken Anthonis is niet dezelfde als de echtgenoot van Anna van de Voort.

Ik concludeer hieruit vooralsnog dat er vijf verschillende personen zijn die Lambert de Pauw heten:

1. Lambert de Pauw, begraven 1602, secretaris van het gerecht van Utrecht (1597-1602) X Aeltgen Leijker die wordt begraven in 1634. Zij wordt in de overluidingen van de dom Aletta van Leijenberch genoemd [beluid 27-6-1634]. Ook hij wordt in de overluidingen genoemd: Item XXIIII Novembris 1602 in obitu et funerere Lamberti Mathei de Pauw secretarii civitatis Trajactensis.

2. Lambert Lambertsz de Pauw, geboren voor 1605, overl. voor 1638, goud- en zilversmid, X 1625 Joosken Anthonis

3. Lambert Lambertsz de Pauw, geboren uit bovenstaand echtpaar in 1628, overl. waarschijnlijk na 1638

4. Lambert Matheusz. de Pauw, zoon van Matheus de Pauw en Sophia Block (dat X 2-4-1611), rechtsgeleerde, advocaat, domheer St Pieter, X 1638 Anna van der Voort. Hij is broer van Alpheda de Pauw en Gielis/Gilles de Pauw.

5. Lambert Acrijnsz Pauw, zet zijn handtekening als Lambert de Pau, boer in 't Goy, X Johanna de Ridder. Er moet een familieband bestaan, maar die is mij nog niet duidelijk - loopt via Alida van Leijden en fam. Van Leeuwen. Broer van Gijsbert de Pauw/Pouw (Utrechtse notaris akte dd 10-3-1668 bv)


Kinderen van Cornelis van de Voort (X 1593 Aeltgen Dirks de Goijer [beluid als Aleydis Dircksdr de Goeyers, uxoris Cornelii de Voort, 1602], XX 1603 Nicolaa/Claesken Zaell [beluid 24-10-1610 als Nicolae Zalen, Dignus Claeszn Salendr, uxoris Cornelii van der Voort], XXX 1612 Cornelia Strik):

    1. Johanna van der Voort

    2. Johan van de Voort, domheer St Marien

    3. Cornelis van de Voort, beroep: dokter, burgemeester van Utrecht

    4. Anna van de Voort

    5. Elisabeth van de Voort

    6. Aleijdis van der Voort, geboren:
      overleden: Gluckstadt (Duitsland) voor aug. 1649
      relatie: trouwt Josua Merhem, militair kapitein