XVI-3493 Pauw, Lambert de

Lambert de Pauw (= XVI-3497)


ouders: Matheus de Pauw en Ida van Ewijk


geboren:

gedoopt:

overleden:

begraven: Utrecht 24-11-1602


beroep: substituut-secretaris (1594), secretaris van het gerecht van Utrecht (1597-1602)

woonplaats / adres: Utrecht


relatie: trouwt


Aleijda van Leijenberch (XVI-3494 = 3498)

alternatieve spelling: Aletta, Aeltgen | Leijker


ouders: Cornelis van Leijenberch en Lutgerda van Doeyenburch


geboren:

gedoopt:

overleden: Utrecht voor/op 27-6-1634

begraven: Utrecht 7-7-1634


beroep:

woonplaats / adres:


kinderen:

biografische aantekeningen


bronnen

filiatie?

* 1594, 29-4: HUA NA nots J. van Herwaerden [34-4.U003a010, akte 142]: Mr. Adelbert van Egmondt van der Nijenborch, canonickende Scholaster der kercke van Audemunster t'Utrecht machtigt Lambert de Pauw, St. secretaris der Stadts Gerechte om namens hem te compareren voor het gerecht van de stad Utrecht om op zijn huisinge of camere in de Winssensteege op de hoeck van de Campstraet , gelegen naast het woonhuis van Van Egmondt, de Heerestraat Oost- een Noordwaarts en Geertruid Dircksdr westwaarts te verhypothequeren ten behoeve van de armenproven in de kerk voorsz voor een hoofdsom van fl 200,- en jaarlijkse rente van fl 12:10:-, aan die armen besproken en gelegateerd door za: meijster Heijmen Ruijsch, canonick derselven kerk, die Van Egmondt als executauer tot zijn last genomen heeft. En de Pauw moet het huis vervolgens transporteren en overgeven aan mr. Aernt van Buchel, advocaat.

* 1597: Groot Placcaatboek : Blijkens de 'Lijste van de secretarissen van den Gerechte der Stad Utrecht' in het Groot Placcaatboek (1729) is Lambert de Pauw secretaris geworden na de dood van Herman van de Pol, op 13-10-1597. Na de dood van Lambert Pauw is Beernt Uytten Enge op 6-12-1602 secretaris geworden.

* 1602, 24-11: publicatie overluidingen van de dom in Utrecht: Item XXIIII Novembris 1602 in obitu et funerere Lamberti Mathei de Pauw secretarii civitatis Trajactensis.

* 1634, 27-6: publicatie overluidingen van de dom in Utrecht: Zij wordt in de overluidingen van de dom Aletta van Leijenberch genoemd [beluid 27-6-1634]

* 1634, 7-7: HUA DTB begraven [711-122, p 24]: Aeltgen van Leijenberch wehe van za: Lambert de Pauw in sijn leven secrets van d'E Gerechte der Stadt, nalatende mundige kijnderen. Reguliers.


kind 2: Lucretia de Pauw

* 1618, 15-2: HUA DTB ondertrouw: Gerrit Wissing, j.m. wonende in 's-Gravenhage met Lutien de Pau, j.d. te Utrecht, getrouwd op 15-2 door ds. Speenhovius.

* 1631, 3-7: Stadsarchief Den Haag: NA nots P.v.G. [69 fol 83]: Gerrit Stevensz van Wissen, slotenmaker, en zijn vrouw Lucretia Lambrechts de Pauw maken hun testament. Ze herroepen het testament gemaakt op 7-12-1619. Zij begeren dat hun kinderen, genaamd Lambert, Aeltgen, Cornelia, Ida en Abraham Gerrits, bij het overlijden van de eerststervende fl 1500,- krijgen. (w.g. Gerrit Stevense Wissing; Luetgen de Paw (zij schrijft onhandig).

* 1649, 20-2: Stadsarchief Den Haag, NA nots A.v.d.D. [59 fol 57]: Testament. Aeltje en Ida Wissingh, dochters, en Lambrecht, zoon van Gerrit Stevensz. Testament van Gerrit Stevensz Wissingh, waarin hij de huwelijkse voorwaarden en twee testamenten, opgesteld samen met zijn vrouw (één daarvan dd 9-11-1641 voor nots Gerbrand van Warmenhuizen) herroept, voorzover strijdig met dit nieuwe testament. Hierin krijgt zijn dochter Aeltgen fl 500,- en Ida fl 600,- voor hun uitzet, soo van hem kost, klederen en .. zijn testateurs zoon Lambrecht genoten en andere redenen. Wissing benoemt hier Godefridus de Pauw, dominee tot Amersfoort, naast Samuel Spinhovius, chirurgijn te Utrecht en Frans <Dammisz Langendelft> te samen tot executeurs.

* 1649, 15-4: Stadsarchief Den Haag, NA nots Johan van der Vijver [213 fol 25 e.v.]: inventaris van de nalatenschap van Gerrit Stevensz Wissingh, overleden op 4 maart 1649, op verzoek van voogd Frans Dammisz Langendelft, vervangende Godefridus de Paeuw, predikant te Amersfoort, en Samuel van Spenhoveius, tot Utrecht, in aanwezigheid van Lambert, Aeltje en Ida Wissingh als kinderen en erfgenamen. Een gevuld huis, ook met schilderijen, maar geen familieportretten.

* 1649, 15-4: Stadsarchief Den Haag, NA nots Johan van der Vijver [213 fol 57 e.v.]: administratie van de verkoop van de goederen van Gerrit Stevensz Wissing door de ordinaris Boelhuijsmeester van Den Haag. De totale opbrengst, t.b.v. de drie kinderen, bedraagt fl 983:15:12.

* 1650, 15-12: Stadsarchief Den Haag, NA nots J.v.d.V. [213 fol 401]: Alijda Wissingh, vr.v. Paulus Pijl wonende te Amsterdam, en Lambert Wissingh te Den Haag verdelen onderling de twee huizen die ze van wijlen hun vader hebben geerfd. Kennelijk is Ida inmiddels overleden.


kind 3: Ida de Pauw

* 1639, 23-6: HUA DTB ondertrouw: Samuel Spinhovius, wedenaer van Maria van Rijberts wonende an de Voorstraet en Ida de Pauw, j.d. (I.m.: In st Jacob den 7 julij 1639 getrouwt).

* 1660, 2-11: HUA NA nots C. van Vechten [34-4.U031a008, akte 68]: Ida Pauw, wed wijlen mr. Samuel Speenhovius, in leven chirurgijn, legateert bij testament aan haar neef Jelis Pauw en haar nicht Alpheda Pauw, weeuw van Johan Luchtenborch, haar testatrices broeders zoon ende dochter elk de somme van vijftig gulden; aan de kinderen van haar neef Lambart Wissingh tesamen fl 50,-; aan de twee dochters van haar neef Goijert de Pauw eveneens samen fl 50,- en aan de oudste van de twee haar beste huijck en aan de andere haar middelste huijck; aan docter Schaeck te Enkhuizen een bier en een wijn kan met zilveren lid; aan haar nicht Johanna Pauw fl 600,-, maar dat moet na diens overlijden terecht komen bij de nabenoemde erfgenamen; aan de dochter van Havell <? Carell?> Speenhovius te Rotterdam haar papagaaij; aan Aleijda Willingh, vrouw van Pauwells Pijll chirurgijn te Amsterdam fl 800,- plus enkele sieraden plus alle familieportretten ('conterfeijtsels van haer testatrices vrunden) en aan hun zoontje Samuel Pijll al haar potpenningen; aan haar nichten Anna Ram en Cornelia Pauw twee rozen nobels; tenslotte stelt ze tot haar universele erfgenamen van de rest van haar nalatenschap de gezamenlijke dochters van hare neve Lambartus de Pauw; mochten die al overleden zijn, dan hun broer, zoon van Lambartus de Pauw voor 1/3, Aleijda Wissingh (X Pauwels Pijll) voor 1/3 en voor het laatste deel de gezamenlijke dochters van haar nicht Hendrina Pauw, verwekt bij Johan Ram an als die overleden zijn hun broers, de zonen van Johan Ram; Opgesteld te Utrecht ten huize van de testatrice aan de zuidzijde van de Brestraat bij het begijnhof.

* 1665, 22-8: HUA NA nots C. van Vechten [34-4.U031a011, akte 51]: nieuw testament van Ida Pauw, weduwe wijlen mr. Samuell Speenhovius, in zijn leven chirurgijn, gaande en staande en haar verstand hebbende en gebruikende. Ze herroept al haar vorige wilsbeschikkingen. Ze legateert aan haar neve Gilles Pauw en haar nicht Alpheda Pauw, weduwe van Johan Luchtenborch, haar testatrices broeders zoon en dochter, elk fl 50,-. Item de kinderen van hare neve Lambert Willingh samen fl 50,- en aan de twee dochters van haar neve Goijert de Pauw samen ook fl 50,-. Aan de heer docter Schaeck von Acht.. tot Enchuijsen twee rozennobels. Aan Johanna Pauw, haar nichte, fl 200,- eens plus haar gouden hoeprinck en twee gouden rozennobels. Aan de dochter van Harell Speenhovius, wonende tot Rotterdam, haar papegaai met kooi en Gruck. Aan juffr. Hendrina Ram, huisvrouwe van Johan Ram, haar beste huijck. Item nog aan de voorgenoemde Johanna Pauw nog zes gouden rozennobels, tenminste, als de straks genoemde Aleijda Wissing dan gestorven is. Prelegateert dan aan Aleijda Wissingh, huisvrouw van Pauwels Pull, chirurgijn tot Amstelredamme, fl 800,-. Of, als ze dan al overleden is, aan haar kinderen samen fl 600,-, en aan Aleijda Wissing (of haar kinderen) haar gouden rinck met diament, haar sleutelriem, zilveren ketting en kussenbuidel, en de messenkoker met de beide messen met zilveren heften, en ook nog haar lijfs-kleren en alle de contrefeijtsels van haer testatrices vrunden. Aan Anna Ram en Cornelia Pauw, haar nichten, elk twee rozennobels, en (indien Aleijda Wissingh al is overleden) nog zes gouden rozennobels, en aan Anna Ram nog haar gouen naald en aan Cornelia Pauw nog haar testament met zilverbeslag en kettingkje. Aan haar neef Lambartus de Pauw fl 100,- voor de moeite die hij zich moet getroosten voor haar begravenis. Tenslotte nomineert zij tot haar universele erfgenamen over het restant van de erfenis de dochters van haar neef Lambartus de Pauw die op haar sterfdag in leven zijn, maar als ze allemaal al gestorven zijn dan hun broeder, de zoon van Lambartus de Pauw voor 1/3 part, de voorgenoemde Aleijda Wissingh, vrouw van Pauwels Pijll te Amsterdam (of haar kinderen) ook voor 1/3 part en de gezamenlijke dochters van haar nichte Hendrina Pauw en haar man Johan Ram, of bij hun vooroverlijden hun broeders, de zonen van Johan Ram en Hendrina Pauw - zij het dat de ouders van deze erfgenamen hun leven lang het vruchtgebruik genieten van deze erfdelen.

* 1674, 1-8: HUA NA nots. S. van den Aelpoel [34-4.U054a003 akte 294]: Joffrouw Ida Pauw, weduwe wijlen mr Samuel Speenhovius, in zijn leven chirurgijn, maakt haar testament op grond van het daartoe verleende octrooi dd 7-9-1640. Zij prelegateert aan haar nicht Hendrina Pauw, huisvrouw van Johan Ram, raad en thesaurier van Utrecht, fl 200,-. En aan de vier dochters van het echtpaar Ram-Pauw fl 400,-. Ze prelegateert aan Sophia van Luchtenborch fl 100,-. Aan Cornelia en Maria Pauw, of de langstlevende van hen, fl 200,-. Aan de twee dochters van haar neef Goijert de Pauw fl 50,- samen. Aan de kinderen van haar neef Lambertus Wissingh fl 50,- per kind; aan de kinderen van Paulus Pijll fl 400,-. Aan doctor Schaack te Enckhuijsen twee rosenobels. En tenslotte aan haar meid Geertruijd, als zij op het sterfuur nog bij haar woont, tot rouwkleed des heeresaijen tabbert met een schort, en aan de dochter van dr. Engels, genaamd Magdaleentje Engels, wonende tot Haarlem de papegaai die Ida Pauw tegenwoordig heeft. Voorts noemt zij haar universele erfgenamen Hendrina Pauw, huisvrouw van Johan Ram, Alpheda Pauw, weduwe d'heer Luchtenborch, en Johanna Pauw, haar respectievelijke nichten of, bij vooroverlijden, de kinderen van Hendrina en Alpheda. Executeur: Johan Ram, of bij zijn vooroverlijden zijn zoon die schout is van de Vaert, die voor de moeite een legaat van fl 100,- krijgt. Opgesteld ten huize van de comparante op de Voorstraet NZ.

* 1675, 23-11: HUA NA nots S. van den Aelpoel [34-4.U054a003, akte 375]: Yda de Pauw, weduwe van Mr. Samuel Speenhovius, in leven chirurgijn, verklaart, alzo joffr. Alpheda de Pauw, weduwe van d'heer Luchtenborch, is comen te overlijden, de in haar testament opgenomen bepalingen ten gunste van Alpheda de Pauw of diens nakomelingen, te herroepen. Bovendien bepaalt ze dat de huisvrouw van Johan van Santes, bij wie ze tegenwoordig inwoont, fl 50,- en als pillegift aan de dochter van deze Van Santen, genaamd Aletta van Santen fl 150,- en tenslotte nog aan Neeltje Gijsberts fl 100,-.

*1679, 10-2: HUA DTB begraven: Juffr Ida de Pauw, weduwe van Samuel Spenofius, gesonken, geeft 15:15:- (Reguliers)


openstaande vragen / discussie


In een akte van Jelis Block (de schoonvader van Lamberts zoon) dd 1578, treedt als getuige op Lambert Matheusz. Het is de moeite waard om op die naam verder te zoeken.

Godefridus de Pauw, met Samuel Speenhovius executeur testamentair van Gerrit Wissingh, was predikant in Baarn (1620-1621), Bunschoten (1621-1636). Hij trouwde, als predikant te Bunschoten afkomstig van Utrecht, op 6-11-1621 (ondertr 20-10) met Weyntgen van Cortcamp (transcriptiefout: betr. Cortcamp), j.d. van Amersfoort (dochter van de predikant die De Pauw in Baarn bevestigde in 1620). Hij staat te Amersfoort 1636 tot zijn dood in het voorjaar van 1653. In Utrecht wordt begraven op 6-9-1663 Maria NN, weduwe van wijlen predicant Godefridus de Pau, overleden op de Oude Camp, nalatende collaterale mundige erffgenamen. Archief Eemland heeft een transportakte, verkopende partij: edele Arnoldus Cortcampius, dienaar des Woords als weduwnaar en boedelhouder van Margareta ter Ham, met gevolg van zijn zoons Evert en Amelis van Cortcamp, en ook zijn schoonzoon de edele Godefridus de Pauw, dienaar des Heiligen Woords te Bunschoten, dd 14-1-1632. 

Er is, later, een Godefridus de Pauw die goudsmid is te Rotterdam, X Lucretia Cornelisdr van Stigt (haar testament, als weduwe, 4-9-1660 te R'dam; hun huwelijksvoorwaarden op 20-4-1653, waarbij hij door zijn neef, Michiel van Diest, wordt bijgestaan). Dat is opmerkelijk, omdat er ook een Lambert de Pauw is, goudsmid te Rotterdam, die in Utrecht in 1624 trouwt met Joosjen Anthonis. Dat is Lambert Lambertsz de Pauw.

Dit doet dus vermoeden dat het hierbovengenoemde echtpaar nog twee zonen had: Lambert en Godefridus de Pauw. Of wellicht drie:

Op 29-10-1618 trouwt te Amersfoort Cornelis Lambertsz de Pau: Cornelis Lambertsz. de Pau, van Utrecht, en Janneken Peters van Bary, zijn door sekere attistatie van de predicanten van Utrecht alhier getrout den 29 Oct. 1618.