XII-210 De Cupre, Catharina E

Catharina Elisabeth de Cupre van Berchambacht (= XI-222)


ouders: Christiaan de Cupre en Maria Magnus


geboren:

gedoopt:

overleden:

begraven: Utrecht 8-1-1730


beroep:

woonplaats / adres: Elburg (1671)


relatie (1) trouwt Utrecht 3-3-1657 (ondertr. 8-2-1657)


George/Jurriaen van Lennip


ouders: Werner van Lennep en Cunera van Lennep


geboren: voor 11-2-1630

gedoopt:

overleden: na maart 1671, voor 16-3-1672

begraven:


beroep:

woonplaats / adres: Elburg (1671)

weduwnaar van Catharina Van Broekhuyzen


relatie (2) trouwt tussen 1671 en juni 1674


Gerard van Bercheijck (XII-209=XII-221)

alias Gerrit, Garhardt, Gerhard


ouders: Johan van Bercheijck en Elisabeth van Dompselaer


geboren: voor 1620?

gedoopt:

overleden: na 30-4 en voor 17-11-1684

begraven:


beroep: doctor in de beide rechten, advocaat aan het Hof van Utrecht (1644, '47, '63), raadslid (1676), schepen (1677) en burgemeester van Rhenen (1679-1684), ordinaris gedeputeerde in de Staten van Utrecht (1681)

woonplaats / adres: Rhenen


kinderen:

    1. Maria van Lennip, geboren:
      overleden:
      doet belijdenis in Rhenen 1676, komt niet meer voor in het testament van 1688 (tenzij identiek aan 2.)

    2. Christina Maria van Lennip, geboren: voor 1667
      overleden: na 1709

    3. Cunera van Lennip, geboren:
      overleden: na 1686 (niet genoemd in moeders testament van 1688) (evenmin in het testament van haar zus uit 1667)
      beroep:
      woonplaats / adres: Rhenen
      relatie: trouwt
      Thomas van Bercheijck, geboren: Rhenen
      overleden: Rhenen 1681 (doodslag)
      beroep: advocaat en procureur te Rhenen
      woonplaats / adres: Rhenen
      ouders: Bartholomeus van Bercheijck (de halfbroer van Gerard van Bercheijck) en Geertruida of Deliana Heurnius (zie Kwst XIII-417, kind 1)

    4. Werner Jacob van Lennip, gedoopt: (als Warnerus) Elburg 2-3-1661
      overleden: (gesneuveld) Malplaquet (Frans Henegouwen) 11-9-1709
      beroep: luitenant (1691), kapitein (1698), majoor (1709)
      woonplaats / adres:
      relatie: ondertrouwt Rhenen 22-3-1691, trouwt Leur (N-Br) 3-5-1691
      Maria de Wijs, geboren:
      overleden:, begraven: Wijk bij Duurstede 2-5-1749
      beroep:
      woonplaats / adres: Rhenen, Utrecht (1735), Rhenen (1747), Wijk bij Duurstede (na 1747)
      ouders: Herbertus de Wijs en NN
      > hieruit nageslacht

    5. Christiaan van Lennip, geboren: voor 1667
      overleden: voor 5 mei 1713 (wellicht begraven Hattem 30-8-1712)
      beroep: heer van Putten
      woonplaats / adres: Doornspijk
      relatie: trouwt 1685
      Mechteld Agnes Schaep, geboren:
      overleden: 1719
      beroep:
      woonplaats / adres:
      ouders: Hendrik tot den Dam en Hellendoorn en Elisabeth Cunegonde van Haeften tot Verwolde
      weduwe van Johan van Haeften
      > hieruit nageslacht

    6. Petrus van Lennip, geboren: na 1667
      overleden: tussen 1672 en 1688

    7. Cornelia van Lennip, gedoopt: Elburg 12-4-1668
      overleden: voor 1688

    8. Gerard Johan van Bercheijck, ?-1738, X 1699 Maria Catharina de Sweserengh, VOLGT XI-105

    9. Lumea Elisabeth van Bercheijck, geboren: , gedoopt: Rhenen 15-8-1677
      overleden: Utrecht 3-10-1766
      beroep:
      woonplaats / adres: Utrecht (Ambachtstraat, 1766)
      relatie: ongehuwd.

biografische aantekeningen


Henrick S. van Lennep heeft fraaie anecdotes verzameld over De Cupere's eerste man, Georgius of Jurriaen van Lennip. Hij heeft in zijn jonge jaren ene Herman Becker uit Nederasselt doodgeslagen, deed trouwbeloften aan Wilhemina van Hoengen gen. Wassenbergh, verwekte twee kinderen bij haar, maar kwam zijn trouwbelofte niet na en werd daarvoor voortdurend veroordeeld. In januari 1653 werden in de herberg De Gulden Arendt messen getrokken, waarbij in beider dronkenschap Van Lennip en de herbergier ruzie kregen over een in Van Lennips kamer aanwezig "vrouwspersoon". Hij trouwde voor 1653 zijn stiefzusje Catharina van Broekhuyzen, kreeg na haar dood een dochter uit een ongehuwde relatie met Anneke Claes, en trouwde in 1657 Catharina Elisabeth de Cupre. Een buitengewoon kleurrijk persoon, derhalve.

In het boek van Henrick S. van Lennep wordt het zesde kind, Cornelia, ten onrechte Cornelis genoemd.

Catharina Elisabeth de Cupre heeft haar tweede man ongetwijfeld ontmoet tijdens de vele verwikkelingen rond haar ouders erfenis. Bij alle notariële machtigingen die daarvoor in 1670 en 1671 moesten worden afgegeven was advocaat Gerard van Bercheijck steeds getuige, maar ook al in 1663, '68 en '69 bij aktes van Maria Magnus. Hij was dus waarschijnlijk de huisadvocaat van de familie.


bronnen


lit: Algemeen Ned. Familieblad 1888: genealogie Van Berch Eijck.

lit: Henrick S. van Lennep: "OUDSTE TAKKEN VAN DE FAMILIE VAN LENNEP, versie januari 2017"

* 1657, 8-2: HUA DTB ondertrouw: Joncker Jurrien van Lennip, heer tot Biljoen, en Joffr Catharijna Elijsabeth de Cupere (doorgehaald: dochter van de vrouwe van 'sHeeraersberg ende BerchAmbacht) (i.m.: proclam tot Velp en 3 Martij 1657 Cathar Kerck getrout)

* 1661, 2-3: Gelders Archief, DTB dopen Elburg: gedoopt Warnerus, zn.v. Georgius van Lennip en Catharina Elisabeth de Cupere

* 1668, 12-4: Gelders Archief, DTB dopen Elburg: gedoopt Cornelia, dr.v. Georgius Lennep en Catharina de Cupere

* 1670, 19-10: HUA, notariële aktes nots N. van Vechten [U64a2 - 149]: De heren Jacob, Pieter en Sijmon de Cupre, kinderen en mede-erfgenamen van de hoogedelgeboren Vrouwe Maria Magnus, in haar leven vrouwe van Berchambacht etc, hun moeder zaliger, voor zichzelf en zich sterk makende voor hun andere broeder en hun zusters, machtigen Mr. Gerard Bercheijck, advocaat voor het Hof van Utrecht, en Johan Roosenboom, procureur voor de Hoge Raad in Holland, om aan te nemen de "arremente van de processe bij wijlen welgemelte vrouwe van BerchAmbacht in haer leven gesustenteerd voor den vrsz Hove van Hollant in cas van liquidatie ende Jacob Henricxsz David in sijn leven gewesene schout van Berchambacht, ende voorts daerinne te procedeeren...", alsmede tegen Nicolaes van Soelen (w.g. Jacob de Cupre, Pieter de Cupre, Simon de Cupre). Deze acte is een herhaling van een nagenoeg gelijkluidende akte van 12-7-1670.

* 1670, 21-10: HUA, notariële aktes nots N. van Vechten [U64a2 - 151]: Jacob de Cupre, heer van Berchambacht etc, committeert en constitueert Mr. Gerard Bercheijck om in zijn naam en in zijn plaats "voor te sitten op de gemeene landts reeckeninge die de waersluijden van Berchambacht over dese jaere 1670 sullen comen te doen, ende voorts aldaer des gemeenen landts welvaeren ende profijten (...) voor te staen ende voorts alles daerinne te doen wes nodich is".

* 1671, 3-7: HUA, notariële aktes, nots C. van Vechten [U31a14-134]: Catharina Elisabeth de Cupre, weduwe wijlen dhr Georgius van Lennip, wonende ter Elborgh in Gelderland, mede-erfgename van Christiaen de Cupre en vrouwe Maria Magnus, in leven heer en vrouwe van Bergambacht, machtigt notaris Nicolaes van Vechten om namens haar, naast de andere erfgenamen, te hypotheceren, vestigen en verzekeren op alle landerijen, huizinge, getimmerte, beplantinge en bepotinge die tot de boedel van haar ouders behoort, in Zeeland, Holland en het Sticht.

* 1674, 3-6: Het Utrechts Archief, notarieel nots. C. van Vechten [U031a15 - 147]: Jacop de Cupre, heer van Berchambacht, Pieter de Cupre, heer van 'sHeerenAertsberge, Simon de Cupre, heere van Ammerstoll, voor zichzelf, dominee Harmannus van Halen, predikant te Utrecht, als man van Petronella de Cupre, en Cornelia de Cupre voor zichzelf, en te samen zich sterk makende voor Joost Caspar van Rhenes, man van Maria de Cupre, en voor Gerardt Bercheijck, man van Catharina Elisabeth de Cupre - allen erfgenamen van de weledele heer Christiaen de Cupre en vrouwe Maria Magnus, in hun leven echtelieden, en heer en vrouwe van Berchambacht, 'sHeerenAertsberch en Ammerstoll. Zij machtigen de Utrechtse notaris Nicolaes van Vechten om namens hen de lijfrenten te ontvangen die de Staten van Zeeland en de stad Middelburg hen schuldig zijn, en die uit te betalen aan Catharina Verbrugge, weduwe van Cornelis Elsdijck (burgemeester vanm Middelburg), die namens mr. Pieter Minninckx (gecommiteerde Raad in Zeeland) een vordering heeft op de boedel - op grond van tweeobligatie, de ene ten laste van wijlen Pieter Magnus, de ander ten laste van wijlen George de Cupre.

* 1674, 16-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, rol van civiele zaken Amerongen, invnr 124-132: Dhr. Garhart van Bergeijck contra Thonis Hendricksz van Colfschoten, den ouden voor hem selven, ende als fiduciare momber over ende van Thonis Hendricksz den jongen sijnen broeder eenige erfgenamen van Joost Thonisz ende Neeltjen sijn huijsvrouw haer grootvader ende grootmoeder, tot kennen of ontkennen hun handtekening onder huurcedulle van 4-4-1662. Voortgezet 30-11-1674.

* 1675, 1-3: Streekarchief Zuidoost Utrecht, rol van civiele zaken Amerongen, invnr 124-132: 1-3-1675 Dhr. Gerard Bergeijck contra Tonis Hendricksz den ouden. Derde default alsnoch te begeren. ende dat uijt crachte vandien de hant onder de huercedulle staende, sal gehouden worden voor bekent

* 1675, 12-7: Streekarchief Zuidoost Utrecht, rol van civiele zaken Amerongen, invnr 124-132: Dhr. en mr. Gerard Bercheijck contra Lambert Gijsbertsz. Hij uijt krachte van req. aen desen Ed. Gerechte gepresenteert 28-6-1675 concludeert tot decretement ende obedientie vanden arreste en interdictie poenael stadthoudende tot dat cautie voor de verschenen pachten en ongelden sal werden gestelt en voorts tot betaling van 160 gl van twee jaren pacht. Op 26-7-1675 compareren Lambert Gijsberts x Lijsien Thomas, won. Ginkel, en verklaren dat zij hiervoor geen borg kunnen krijgen. Zij geven hun goederen over.

* 1675, 18-9: HUA, Notariele aktes, nots N. van Vechten [U64a4-131]: Jacob de Cupre, heer van Bergambacht, dominee Harmannus van Haelen en zijn vrouw Pitronella de Cupre, Gerardt Bercheijck en zijn vrouw Catharina Elisabeth de Cupre, en Cornelia de Cupre, mede-erfgenamen van Christaen de Cupre en vrouwe Maria Magnus machtigen vrouwe Catharina Verbrugge, vrouwe van Elfdijck, wonende te Middelburg, om namens hen de lijfrenten te incasseren die zij (samen met de mede-erfgenamen van hun ouders) te vorderen hebben op de Staten van Zeeland en de stad Middelburg, en om daarmee de schuld die zij hebben bij dhr Munnincx te voldoen.

* 1676, Streekarchief Zuidoost Utrecht, Policieboeken Rhenen, invnr 8: Op een lijst van het Stadsbestuur van Rhenen uit 1676 prijken Thomas Bercheijck en Gerrit Bercheijck als Raadslid

* 1676, 7-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Amerongen, nots. Godert v.d. Doorslag invnr 168: Mr. Gerhardt van Bercheijck als oudste leenvolger op straat van Morre van Domselaer constitueert mr. Samuel Gerobulus, oud-raad in de vroedschap en schepen te Utrecht, om te verschijnen voor stadhouder en leenmannen van Utrecht en te verlenen met de helft van 1,5 hoeve veen te Elstervenen, strekkende van de Carthuijserveenen tot in Elsterboschweer toe, zoals Morre van Domselaer die laatst bezeten heeft en daarmee in 1603 of in 1604 verleid is geweest. Voorts uit krachte van koopcedulle dd 24-10-1608 het veen te transporteren aan Simon van Holten voor hemzelf en voor zijn moeder Mechtelt Jans en zijn andere broers en zuster, het recht van zaliger Harman van Holten hebbende.

* 1676, 7-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Amerongen, nots. Godert v.d. Doorslag invnr 168: Simon van Holten constitueert Jacob van Heurne om voor stadhouder en leenmannen bij willige afstand van Garhardt van Bercheijck te verlenen ten behoeve van Simon van Holten, zijn moeder en andere broers en zuster de helft van 1,5 hoeven veen in Elsterveenen.

* 1676, 24-10: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Thomas Bercheijck beroept zich op het Hof van Utrecht contra Gerard Bercheijck.

* 1676, 20-12: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Thomas Bercheijck procureur alhier, beroept zich op Hof van Utrecht, contra Gerard Bercheijck.

* 1677, Streekarchief Zuidoost Utrecht, Policieboeken Rhenen, invnr 9: In 1677 zijn Thomas Bercheijck en mr. Gerard Bercheijck raadslid, maar prijkt Gerard op de lijst van genomineerde Schepenen. Hij wordt ook daadwerkelijk in dat jaar tot Schepen benoemd.

* 1677, 10-9: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Wijk bij Duurstede, nots Johan van Sandick invnr 2500-281: Cornelis Janss van Spithoven en Joost Casperss van Renese, cs. beloven een achterstallige huurschuld van vier jaar te betalen, staende drie morgen land op de Noort. Alsmede Gerardt van Bercheyck, samen voor hun beider vrouw alsmede voor Cornelia de Cuypere van Berchambacht, allen erfgenamen van Joris de Cuypere van Berchambacht.

* 1678, 21-4: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Catharina Elisabeth de Cupere van Berchambacht, mede-erfgenaam voor 1/8 van Christiaen de Cupere x Maria Magure, in leven heer en vrouw van Ammersen, Bergambacht en Seraertsberg, etc, haar vader en moeder, en mede-erfgenaam voor ¼ van Joris de Cupere, haar broer, die een mede-erfgenaam voor 1/8 was van dhr en vrouw van Bergambacht, gehuwd met Gerard van Bercheijck, constitueert Johannes de With en Nicolaes van Vechten om te Schalkwijk uit een kapitaal van 2000 gl die Joachim van Schadenbroeck te spreken had op de boedel van de vrouw van Bergambacht door deling van die boedel aangewezen ten laste van Cornelia de Cupere x kapitein Swesereng.

* 1678, 17-6: HUA Notariële akten, nots N. van Vechten [U64a7-113]: Joost Caspar van Renesse, Duijtsche Ordens Ridder en commandeur van Dieren, voor zichzelf en voor Gerard Bercheijck als man van Catharina Elisabeth de Cupre en voor vrouwe Cornelia de Cupre, machticht Gerard Adriaansz van Leenst, notaris en procureur te Vianen, om arrest te doen op de vruchten die Henrick Evertsz heeft staan op acht morgen land in Hagestein in de Biesen, die de comparant, Bercheijck en Cornelia de Cupre competeert, ten zij Henrick Evertsz alsnog cautie stelt (iemand die borg staat) voor de pacht van dit lopende jaar à fl 80,- en de voorgaande twee jaren zal hebben voldaan.

* 1679, 20-4: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Attestaties voor en door het gerecht Rhenen, invnr 176: Attestatie van gerecht dat in 1676 in levende lijve is geweest Catharina Elisabeth de Cupre, dochter van Christiaen de Cupre, in leven heer van Berchambacht, tegenwoordig huisvrouw van mr. Garhardt van Bercheijck, burgemeester onzer stad.

* 1679, 14-8: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Maria van Eck, laatst wed. Jan Vincent van Dijck, sieck te bedde leggende, legateert aan Lumea Elisabeth van Bercheijck, dochtertje van burgemeester Bercheijck x Catharina Elisabet de Cupere van Berchambacht, 200 gl en sekere silvere penning waer op staet afgebeelt de belegeringh van Munster, en alle zijden- en wollen kleren. En aan haar dienstmaagd Willemijna Herpijn 50 gl aan geld. En aan vrouwe Bercheijck een dekbed met kussentjes. En aan Jacoba van Dijck, haar man zaliger voordochter een vergulden penning die haar van haar man op trouw gegeven is. Etc.

* 1680: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, stukken betreffende gevoerde civiele processen, invnr 232-2: Attestatie van mr. Gerhardt van Bercheijck op verzoek van Elisabeth Vogelsanck erfgenaam van haar zuster. Over Reijnier van Groenevelt, wonende te Veenendaal

* 1680: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, stukken betreffende gevoerde civiele processen, invnr 232-9: Mr. Gerard van Becheijck contra Thomas Bercheijck. Advies van rechtsgeleerden over 3000 gl

* 1680, 16-5: Streekarchief Zuidoost Utrecht, sententies in civiele zaken etc, Rhenen, invnr 162: Gerard van Bercheijck contra Thomas Bercheijck.

* 1680, 20-12: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Attestaties voor en door het gerecht Rhenen, invnr 176: Garhardt van Bercheijck, doctor in beide de rechten, eerste burgemeester van Rhenen, en Wolphert van Brederode geseijt Cloetingen verklaren dat Margrita van Aleman weduwe richter Arnt Feith is geweest een wettige dochter van Astnius van Aleman en Maria van Holsteijn, welke Maria van Jselsteijn wij verstaan hebben geweest te zijn de wettige en volle zuster van jonker Maximiliaen van Iselsteijn en dat Maria van Jselsteijn nog heeft gehad een dochter Sibilla Sack in echte verwekt bij jonker Sack. Maria van Jselsteijn is in Rhenen overleden en begraven, en haar beide dochters tot Elburgh en daar omtrent aan Johan en Arnt Feijt getrouwd zijn geweest.

* 1681: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, stukken betreffende gevoerde civiele processen, invnr 234-12. Mr. Garhard van Bercheijck contra Jan Aertsz de Vaell; Gerecht doet uitspraak

* 1681, 21-1: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Garhard Bercheijck, burgemeester van Rhenen, constitueert Jan Abrahamsz den dicken schout van Bergambacht om uit de nagelaten boedel van Merrigje Jans, wed. Jacob Hendricksen Davit, als borg voor Klaes van Soelen te vorderen betaling van 2 jaren pacht van een weijkampjen te Bergambacht tot 26 gulden.

* 1681, 5-2: HUA, Notariële akten nots J. van Paddenburgh [U81a1 - 253]: Jacob van Heurn, advocaat voor het Hof van Utrecht, oom paternel en mede voogd van Elisabeth Heurnius, enige nagelaten dochter van Johan Heurnius en Theodora van Buijren, geeft toestemming voor het huwelijk van zijn nicht met luitenant Johan Palljee. Ter zelfder tijd compareert Mr. Gerard van Bercheijck, eerste Borgemeester der Stad Rhenen en ordinaris gedeputeerde ter vergadering van de Ed. Mog. Heren Staten van deze provincie, als oud-oom van Elisabeth Heurnius, geeft ook zijn toestemming.

* 1681, 14-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, sententies in civiele zaken etc, Rhenen, invnr 162: Gerhard van Bercheijck contra Jan Aertsz de Vael.

* 1682: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, Stukken betreffende voornamelijk lijfstraffelijke, boetstraffelijke en vrijheidsstraffelijke processen, invnr 48-3: Verhoor van Willem van Brummen, Maijgje Lamberts, diens huisvrouw, Neeltje Henricks ter Horst, Helena Scheffelers, en de weduwe van schepen Verweij. Jonker Warnard van Lennip is uit het huis van burgemeester Bergeijck gekomen. Op straat zong hij een liedje van Franse Dragonders. Hij heeft daarop gevochten met een schildwacht voor het huis van de dragonders

* 1682, 18-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Gerard van Bercheijck x Catharina Elisabeth de Cupere hebben verhuurd aan Wouter Sijbertsen Backer, won. Klein-Ammers, alle des verhuurders landen in Bergambacht, uitgezonderd hun erfelijke portie in de nagelaten goederen van Joris de Cupere, voor 16 jaren.

* 1682, 6-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 133-138: Civiele processen Amerongen: Request van mr. Gerard Bergheijck op en jegens Cornelia Beerten wed in de Ginkel.

* 1682, 13-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 124-132: Rol van Civiele zaken Amerongen: Dhr Gerard Bergeijck, burgemeester Rhenen contra Cornelia Beerten wed Willem Lentsz voor, ende van Wouter Westenengh na, voor haer selven ende mede als moeder ende momberse van hare onnmundige kinderen omme te kennen of ontkennen de hand van Willem Lentsz onder huurcedulle van 1-3-1682. Voortgezet 14-11-1682.

* 1683: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, Stukken betreffende voornamelijk lijfstraffelijke, boetstraffelijke en vrijheidsstraffelijke processen, invnr 48-10: Getuigenverklaring van Roelofje Dircks, huisvrouw van Dirck Woutersz van Tinderen, Gerrit Cornelisz Carman, en Jan Jansz van Benthem /Over schelden van Jacob Verweij aan burgemeester Bercheijck

* 1683, 16-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Mr. Gerard van Bercheijck, burgemeester, constitueert Johan van Bijlert om in de eis bij Christina Knijff q.q. voor het Hof van Utrecht tegen hem gedaan te consenteren. Christina is mede-erfgenaam van Victor Knijff.

* 1683, 13-3: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Mr. Gerard van Bercheijck, eerste burgemeester, constitueert N. de Cruijf, procureur voor de kleine rol ’s lands van Utrecht in omnibus ad lites in communi forma cum ratificatione actorum.

* 1683, 10-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Stukken over gefundeerde vicariën in de kerk te Rhenen, invnr 806: Burgemeester Bercheijck heeft voorgesteld dat door secretaris Quint was verzocht te willen onderzoeken welke goederen behoren tot de vicarie toebehorende de pater van Sicilië en gefundeerd in de Kloosterkerk alhier, wegens de tertie. In de omslag zitten twee specificaties van de vicariegoederen van de vicarie St. Spiritus, waarvan possesseur is geweest jonker Cornelis van Stoutenburgh. Cornelis Ponsen heeft voorheen gebruikt 4 morgen land in de Marsch en een weinig land. Een zekere Jan Marens? heeft voorheen 8 morgen hooi- en weiland gebruikt, genaamd ?? ?? gelegen omtrent Rhenen. En 8 morgen hooiland omtrent Rhenen en een huis met een hofstede En 3,5 morgen bergland, voorheen gebruikt om de derde garf. En 1 morgen mede gebruikt om de derde garf. En 4 percelen bergland omtrent Rhenen, mede gebruikt voor de derde garf.

* 1684, 17-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Catharina Elisabeth de Cupere van Bergambacht, wed. Gerard van Bercheijck, vertoont een besloten testament van 30-4-1684 met seclusie van de weeskamer. Het bevat het testament van Gerard van Bercheijck, zoon van Johan van Bergeijck en Elisabeth van Domselaar. Hij stelt tot zijn erfgenamen zijn twee kinderen verwekt bij Catharina Elisabeth de Cupere van Bergambacht, met namen Gerard Johan en Lumea Elisabeth van Bercheijck.

* 1685, 9-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Catharina Elisabet de Cupere van Bergambacht, wed. Gerard van Bercheijck, constitueert Henrick Ribbius, procureur voor het Hof van Utrecht, tegen Jacob Verweij.

* 1685, 13-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Jacob Verweij, burger alhier, bekent heden afgerekend te hebben met Catharina Elisabeth de Cupere van Bergambacht wegens levering van vlees, hooi, weigeld van een paard, het maken van de heining aan de boomgaard en anderszins.

* 1686, 11-4: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Jacob Verweij, vleeshouwer te Rhenen, constitueert Anthonis Versteegh, procureur voor het Hof van Utrecht, tegen Catharina Elisabeth de Cupere van Bergambacht, wed. Gerhard Bercheijck.

* 1687: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, stukken betreffende gevoerde civiele processen, invnr 241-12. Catharina Elisabeth de Cupere van Berghambacht, laatst weduwe burgemeester Bercheijck, contra Jacob Verweij. Attestatie van Dirck Jordensen dat hij een jaar geleden in opdracht van Jacob Verweij als pachter van een boomgaard tussen de Rijn- en de Bergpoort verschillende wilgenbomen heeft geknot. Deze boomgaard was van de eister.

* 1688, 16-8: Het Utrechts Archief, notarieel nots D. Woertman [U065a2 - 426]: Catharina Elisabeth de Cupere, nu weduwe van mr. Gerard Bercheijck, in zijn leven burgemeester van Rhenen, maakt een nieuw testament. Ze herroept alle oude bepalingen en legaten, uitgezonderd de donatie van de boot die zij aan haar oudste dochter, Christina Maria van Lennip, heeft gedaan. Verder legateert ze aan deze oudste dochter de helft in het land te Mourick, dat ze heeft georven van Juffr. Van Dijck, en waarvan de andere helft eigendom is van De Cupere's twee nakinderen, verwekt door Gerard Bercheijck. Voorts legateert ze aan haar jongste dochter, Lumea Elisabeth van Bercheijck "de peerlen van de vrouwe Comparante", onder de restrictie dat de oudste dochter er ook voor kan kiezen om de peerlen te nemen, en dan erft Lumea Elisabeth de boot. Verder erven deze twee dochters alle kleren, linnen, wol, en tafelkleden; mocht één van beide dochters kinderloos overlijden, dan gaan de nu genoemde goederen zonder aftrek van iets naar de andere dochter. De overige erfenis wordt verdeeld onder haar vijf kinderen, te weten: Warnerus Jacob van Lennip, Christiaan van Lennip (heer van Putten), Christina Maria van Lennip, Gerard Johan Bercheijck en Lumea Elisabeth van Bercheijck. Ze wil graag dat de twee jongste kinderen na haar dood blijven wonen bij haar oudste dochter Christina Maria van Lennip, en dat zij ook de administratie over hun erfdeel voert. De in een eerder testament aangewezen voogd, dominee Johannes Rauwersz te Rhenen, heeft bedankt voor de eer; daarom benoemt ze nu haar oudste zoon Wernerus Jacob tot voogd over haar twee jongste kinderen, en Christiaan van Lennip als plaatsvervanger. Daartoe had ze het recht blijkens de dispositie van wijlen haar man op 30 april 1684 voor nots. Adriaan van Wijk te Rhenen.

* 1691, 23-6: Streekarchief Zuidoost Utrecht, sententies in civiele zaken etc, Rhenen, invnr 162: Alzo burgemeester Kupius en Bercheijck zijn gecommitteerd in de zaak van preferentie rakende de boedel van Jan Petersz Waecker. Bercheijck is inmiddels overleden. Een onpartijdige rechtsgeleerde moet de stukken onderzoeken.

* 1691, 22-12: Streekarchief Zuidoost Utrecht, vnl overdracht en hypotheek Amerongen, invnr 141: Jan Cornelisz den Osch x Aeltje Jans verklaart ingevolge huurcedulle dd 21-3-1690 tussen Warnardus van Lennip namens zijn moeder opgericht voor alle verschenen huurpenningen cedeert hij aan Catharina Elisabeth de Cupere wed dhr Bergheijck, moeder van Warnardus van Lennip zijn inboedel.

* 1695, 5-3: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Register van erfpachten van de stad, de kerk, het gast- en weeshuis Rhenen, invnr 174: Henrick van Wijckerslooth, oud-burgemeester en schepen, krijgt in erfpacht een hof buiten de Bergpoort daar ten oosten het land van weduwe van burgemeester Bercheijck, ten westen de gemene weg, ten zuiden de weg gaande naar de boomgaard van wed. Bergeijck. Vorige pachter was zijn vader Johan van Wijckerslooth.

* 1695, 9-3: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Register van erfpachten van de stad, de kerk, het gast- en weeshuis Rhenen, invnr 174: Jacob Verweij krijgt in erfpacht een boomgaardje buiten de Bergpoort daar ten zuiden de stadsweigemeente, ten noorden de weg naar het boomgaardje van burgemeester Bergeijck, ten oosten deze boomgaard en ten westen een gemene weg.

* 1700, 3-8: GaHetNa, archiefinventaris 3.19.18, Heerlijkheid ’s-Heeraartsberg, invnr 210: Verklaring afgelegd door Catrina Elisabet de Cupere, weduwe van Gerrit van Bercheyck, Christina Marie van Lennip en Srimia van Bercheyck over het gene wat er op 17 juni 1700 te Ammerstol tussen de heren Jacob en Simon de Cupre enerzijds en Hendrick van der Berch anderzijds over het schout en bodeambt is besproken

* 1703, 12-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 124-132: Rol van Civiele zaken Amerongen: Maria Catharina de Sweserengh als gemachtigde vande hr Gerard de Bergheijck vendrig onder het regiment vanden Hartog van Holsteijn Norborgh des eijsers man in guarnisoen tot Mastrigt, conform procuratie voor den notaris B.D. Meline tot Mastrigt den laesten Janrij 1703 en seeckere getuijgen gepasseert oock als gemachtigde van joffr Catharina Cupere wed van den heer Bergheijck contra Wouter Morren. Hij seijde dat de eijser s.s. ageert was competerende vanden gedaagde als rest van pacht ss: petri 1702 eene somme van acht gulden ende van ongelden voor hem betaelt vijftien gulden mitsgrs vier jaren tiend tot vijftien gulden jaarlijks boven noch een en twintig gulden tien sts wegens turf geld, alle verschenen of vervallen in den Jare 1702. Idem 26-2-1703, 12-3-1703.

* 1705, 7-10: www.oudrhenen.nl/wp-content/uploads/2015/09/lidmaten_hgr.pdf: Catharina Elisabeth de Cupere, weduwe Bergeijck en Christina Maria van Lennip worden ingeschreven als lidmaten bij de hervormde gemeente van Rhenen, met attestatie uit Utrecht.

* 1717, 22-3: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Register van erfpachten van de stad, de kerk, het gast- en weeshuis Rhenen, invnr 174: Willem Adriaen Bouwensch krijgt in erfpacht een boomgaardje buiten de Bergpoort, daar ten zuiden de stadsweigemeente, ten noorden de weg naar het boomgaardje van burgemeester Bercheijk, ten oosten de voorzeide boomgaard, en ten westen een gemene weg. Vorige pachter Jacob Verweij.

* 1727, 17-3: HUA, Notariële aktes nots J. van den Doorslag [U139a15-38]: De hoogedelwelgeboren Vrouwe Catharina Elisabeth de Cupre, weduwe wijlen de heer Bergeijck, Johan Adolf baron van Renesse, heer van Lokhorst etc, en jonkvrouw Maria Lucretia van Halen, dochter van vrouwe Petronella de Cupre en professor Van Halen, kind en kindskinderen van Christiaen de Cupre en vrouwe Maria Magnus, heer en vrouwe van Bergambacht, machtigen Johan Tilburg, advocaat, om voor het gerecht van Overlangbroek te transporteren aan koper Gijsbert Brantsz, wonende op Berckesteijn, 19 morgen wei-, bouw- en hofland (...) (w.g. dit merck (een kriebellijntje) is gestelt bij vrouwe Catharina Elisabeth de Cupre, wed:e Bercheijck. + get. en nots.)

* 1727, 17-4: HUA, Notariële aktes nots J. van den Doorslag [U139a15-49]: De hoogedelwelgeboren Vrouwe Catharina Elisabeth de Cupre, weduwe wijlen de heer Bergeijck, en Johan Adolf baron van Renesse, heer van Lokhorst etc, kind en kindskinderen van Christiaen de Cupre en vrouwe Maria Magnus, heer en vrouwe van Bergambacht, welke Maria Magnus een dochter was van de heer Jacob Magnus, machtigen jonkvrouw Maria Lucretia van Halen, eenigh kind van Petronella de Cupre en professor van Halen, om namens hen te ontvangen de rente van een renteobligatie van fl 1440,- tot laste van de lande en graafschap van Vlaenderen, en ook nog de rente van twee lijfrenteobligaties tot laste van Middelburg ten lijve van Catharina Elisabeth de Cupre. (w.g.: dit merck (een kriebellijntje) is gestelt bij vrouwe Catharina Elisabeth de Cupre, wed:e Bercheijck. + get. en nots.)

* 1730, 8-1: zoekakten: DTB begraven Utrecht [131]: Buerkerk: Juffr Catharina Elisabeth de Cupere, laetst wed. van de heer Gerard van Bergeijk, laat na mondige kinderen, aen de Nieuwegraft omtrent de Wittevt brugh ges... fl 63,-.

kind 2: Lumea Elisabeth van Bercheijck

* 1677, 15-8: HUA, DTB Rhenen: Lumea Elisabeth, dogter van de Hr Gerhard Bergheijck en Joffr Catharina Elisabeth de Cupere van Berchambacht

* 1679, 14-8: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Maria van Eck, laatst wed. Jan Vincent van Dijck, sieck te bedde leggende, legateert aan Lumea Elisabeth van Bercheijck, dochtertje van burgemeester Bercheijck x Catharina Elisabet de Cupere van Berchambacht, 200 gl en sekere silvere penning waer op staet afgebeelt de belegeringh van Munster, en alle zijden- en wollen kleren. En aan haar dienstmaagd Willemijna Herpijn 50 gl aan geld. En aan vrouwe Bercheijck een dekbed met kussentjes. En aan Jacoba van Dijck, haar man zaliger voordochter een vergulden penning die haar van haar man op trouw gegeven is. Etc.

* 1720, 29-4: HUA, Notariële akten nots J. Woertman [U114a7-71]: Lumia Elisabeth van Bergeijck verkoopt de weesmeesters ten behoeve van de erfgenamen van Nicolaes van de Poort drie afzonderlijke obligaties

* 1724, 25-1: Streekarchief Zuidoost Utrecht, vnl overdracht en hypotheek Amerongen, invnr 141: Frederick van den Honert namens Johan Wernert Feijting transporteert aan Lumea Elisabeth van Bergeijk een stuk velts aan de Dwarsweg

* 1741, 26-7: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Register van erfpachten van de stad, de kerk, het gast- en weeshuis Rhenen, invnr 174:

Susanna Elisabeth Boumeester, wed. Simon Laats, krijgt in erfpacht een hof buiten de Bergpoort daar ten oosten ’t land van juffr. Bergeijck, ten westen de gemene weg, ten zuiden de weg strekkende naar de boomgaard van juffr. Bergeijk en ten noorden Gerrit van Sandbrink. Vorige pachter Hendrik van Wijkerslooth.

* zonder jaartal (maar ergens tussen 1746 en 1767): Streekarchief Zuidoost Utrecht, Register van erfpachten van de stad, de kerk, het gast- en weeshuis Rhenen, invnr 174: Johannes Menso, predikant te Rhenen, krijgt in erfpacht een boomgaardje buiten de Bergpoort daar ten zuiden de stadsweigemeente, ten noorden de weg naar het boomgaardje van juffr. Bergeijck, ten oosten die boomgaard en ten westen de gemene weg. Vorige pachter Willem Adriaan Bouwensch.

* 1748, 30-1: HUA, Notariele aktes, nots G.F. van der Graaff [U212a1-25]: Frans Dirck van Bercheijck, kapitein in dienst van dezer lande, jonkvrouwe Lumea Elisabeth van Bercheijck, samen gemachtigden van Gerardina Jacoba van Bercheijck, weduwe Jan Bart, van Laurens Storm van 's-Gravesande, man van Lumea Constantia van Bercheijck, van dhr Simon Cornelis van Bercheijck - volgens procuratien van 24-9-1736 en 30-8-1739 ter secretarie te Essequibo (West-Indië) en te Amerongen verleden, en bovendien de rato caverende voor de innocente Cristiaan van Bercheijck, allen te samen erfgenamen ab intestato van haar overleden broeder Anthony Johannes van Bercheijck, in leven Capitain Militair in den Oorlogstrain, overleden begin juli 1743 in Semarang op Java's noordoostkust: zij machtigen Wernard Jacob van Bercheijck, insgelijks erfgenaam van zijn overleden broeder, om gelden te ontvangen bij de VOC ter kamer Amsterdam (w.g. F.D. van Bercheijck, L.E. van Bercheijck)

* 1762, 24-5: HUA, Notariële akten nots P. van Schoonhoven [U252a1-99]: Willem van Vloten verkoopt een geconverteerde lijf- en losrente obligatie van fl 500,- aan Lumia Elisabeth van Bercheijck.

* 1774, 17-1: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Register van erfpachten van de stad, de kerk, het gast- en weeshuis Rhenen, invnr 174: Adam Christiaan Metz, raad in de vroedschap, krijgt in erfpacht een boomgaardje buiten de Bergpoort daar ten zuiden de stadsweigemeente, ten noorden de weg naar het boomgaardje van juffr. Bergeijk, ten oosten die boomgaard en ten westen de gemenen weg. Vorige pachter Johannes Menso, predikant te Rhenen.


openstaande vragen / discussie


Ik heb geen van bovenstaande aktes uit ZuidOost Utrecht bekeken, maar slechts de samenvattingen uit online inventarissen overgenomen.

In de akte uit 7-2-1676 wordt Gerard van Bercheijck de "oudste leenopvolger op straat" van Morre van Domselaer genoemd. Is Morre zijn oom of zijn grootvader?

Elisabeth van Dompselaer is in 1655 reeds overleden. Dat geldt ook voor Johannes Heurnius, die getrouwd blijkt te zijn met Margaretha Wtenbogaert, die in 1655 als zijn boedelhoudster een leen kan vergeven.