XIII-417 Van Bercheijck, Johan

Johan van Bercheijck

alias Jan


ouders: Bartholomeus van Bercheijck en Aleid Momme


geboren:

gedoopt:

overleden: tussen 1-5-1637 en 22-4-1638

begraven: Rhenen (Cunerakerk)


beroep: Kleermaker (?, 1604), burger en procureur te Rhenen (1607), kerkmeester te Rhenen (1635/37)

woonplaats / adres:


relatie (1): trouwt na 1598


Elisabeth Lijsters


ouders: Willem Lijsters en NN


geboren:

gedoopt:

overleden: na feb. 1603

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:

weduwe van Johan de Keijser


relatie (2): ondertrouwt Utrecht 13-1-1611, trouwt Utrecht (St Janskerk) 3-2-1611


Elisabeth van Dompselaer (= XIII-418)

ouders: Gerrit van Dompselaer en Aleijda van Amerongen


geboren: 1577

gedoopt:

overleden: (kort) voor 1655

begraven:


beroep:

woonplaats / adres: Utrecht (Voorstraat, 1611), Rhenen (Kruisstraat, 1639, '40, '46)


kinderen:

biografische aantekeningen


Johan van Bercheijck is in 1604 woordvoerder van kleermakers, en geeft met zijn pleidooi voor beschermende maatregelen de aanzet tot oprichting van het kleermakersgilde. Of hij dat doet als voorman van de kleermakers, of als procureur met een expliciete opdracht, blijkt niet uit zijn brief aan de overheid.

P.C. Bloys van Treslong Prins: "Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de Provincie Utrecht", (Utrecht, 1919) beschrijft de grafzerken in de Cunerakerk van Rhenen. Grafnummer 42: Dese groefstede hoort toe de erfgenamen van Za. Johan Bercheyck anno 1648. Graf nummer 68 Opschrift: CVO. Van 1648 af is de advocaat Bergeyck eigenaar. Op de derde lijst is dat diens weduwe. Van de vijfde lijst af is Cornelis van Overmeer eigenaar. Op de zesde lijst is het de huisvrouw van Jan Sterk. Doch op de zevende lijst is Cornelis van Overmeer weer eigenaar "in plaats van Jan Sterk". In 1787 staat het graf weer op naam van de kerk.

Bartholomeus van Bercheijck is in de archieven van het Streekarchief Zuid-Oost Utrecht prominent aanwezig als procureur en advocaat, maar ook als degene die huurpenningen int. Zijn weduwe blijkt bij het opmaken van de boeken na zijn dood, niet in staat om de achterstallige betalingen te verrichten. Ze moet een lening sluiten, met haar hofstede te Achterberg als onderpand, ze verkoopt een bouwterrein aan de Koningsstraat in Rhenen en hun zoon Thomas moet zich zelfs in gijzeling laten nemen.


bronnen


lit: Genealogieonline.com: stamboom Mom

lit: Algemeen Ned. Familieblad 1888: genealogie Van Berch Eijck.


* 1593: Hogenda: Nat.Archief, Landsadvocaat Van Oldenbarneveldt, Transcriptie Rekening Zegelrecht 1593 [3.01.14, inv.nr 1036, fol. 11]: "Jan Andries Huijgensz. bij opdrachte van Johan van Bercheijck als procuratie hebbende van Johan van Brouchuijsen als getrout hebbende Susanna van Est een viertel lants, gelegen op de westzijde vanden Vlist. Middelbaer leen £ 4."

* 1603, 21-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 400: transporten, plechten e.a. schepen-documenten: Evert van Netelroijen x Johanna van Oord transporteren aan Jan Bercheijck x Elisabeth Lijsters de helft van 4 morgen hooiland en de helft van 2 morgen weiland bij elkaar gelegen in de Horstbrand, waarvan Jan Bergeijck en zijn vrouw, mitsgaders Jan Vonck, de wederhelft competeren, daar oostwaarts de kerk van Rhenen, zuidwaarts de gemene steeg, westwaarts [niet ingevuld], noordwaarts de Maatsteeg. Met de verkoopakte van 14-12-1602.

* 1604: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 111a: stukken over gilden. Kleermakersgilde.: (ongedateerde brief, maar geschreven in 1604): Aen de Edele regierders der steede Rheenen, Gheeven zeer dienstelicken te kennen de kleermaeckers, droochscheerders, ende wandtsnijders alhier binnen Rhienen, dat alhier tot Rhenen daegelicx ende hoe langer hoe meerder groote misbruijcken ende disordre in haere voorschreven ambachten ende neeringen gebruijckt worden, door dijen vreemde ende vuijthemsche coomende van buyten in deeser steeden, voor off aleer zij eenige borgerschap off andere des stadts previlegien hebben gewonnen off vercregen, terstont off soe haest zij in deeser steede zijn comende ende voorschreven ambachten ende neeringen zijn exercerende ende gebruijckende, jae dat kleermaeckers vuijt andere provintien ende oock steeden alhier te werck gestelt worden. Alle twelck emmers alsoe niet en is behoerende, ende directelicken is strydende tegens der supplianten ende oock deeser steede welvaeren, te meer soe zij supplianten alle stadts lasten ende impositien, mitsgaders wachten ende andere beswaernissen in deeser steede geven te lasten ende draegen, welcke misbruijcken oock in egeene steeden off republycquen getolereert off geleeden behooren te werden, nochte oock geleeden en werden dan alleenlicken in deese onse steede ende republycque. Ende can sulcx lichtelicken by u edele voorsien off geremedieert worden, mits den supplianten permitterende, gelyck als in andere naebuer steeden een broederschap off gilde te moogen oprichten. Soe zyn zy supplianten haer keerende tot u edele, ootmoedelicken versoeckende, dat u edele gelieven hemluijden, volgens dese bygevoechde geconcipieerde op u edele begeren ordonnantie, den selven gilde off broederschappe hemluijden te accordeeren. Dit doende, etc. ofte anders etc. J. Bercheijck.

* 1605, 17-11: HUA: 511 / NL 1986 k.56 (ontleend aan verzameling Kemp, archief ZO Utrecht): Johan Vonck en Claesken Lijsters, medeerfgenamen van Jfr Janna Lijsters; procuratie hebbend van Johan van Wijck, Jan Dirckx Vonck en Hillebrant Vonck Dircksz gebroeders, als erfgenamen van hun moeye Marie Vonck weduwe van Dirck Lijster; nog de vrsz Johan Vonck Dircksz vervangende Jan Berntsz x ....[niet ingevuld] ook erfg van Marie Vonck; Evert Lijster momber van de kinderen van zaliger Gerrit Keyser verwekt bij Claesken Lijsters vrsz met borgemeester Johan Vonck en Dirck Kreevanger mombers van de onmondige kinderen van Elisabeth Lijsters bij zaliger Johan de Keyser en Jan Bercheyck als vader van zijn kind bij dezelfde Elisabeth, transporteren een huis te Rhenen in de Lange Herestraat aan Cornelis van Schoonhoven en Mechteltgen Rutgers de Raidt

* 1607, 29-10: HUA: RA 233-2: (ontleend aan verzameling Kemp, archief ZO Utrecht): Jan van Bercheyck, borger en procureur te Rhenen, borg voor Elisabeth van Bercheyck zijn zuster, die proces heeft met de weduwe van Henrick van Baecxen in leven Maerschalck van der Eem.

* 1610: 15-1: ZOU 66 Stadsgerecht Rhenen, invnr 100 (kleine rol): Jeurifaes Jansz eiser contra Cornelis Gerritsz Lam. Bercheijck verzoekt default. Het gerecht verleent dat.

* 1610, 3-9: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Jan Bercheijck contra Jerifaes Berntsz om te kennen of ontkennen zijn handtekening staande onder afrekening van 10-7-1609.

* 1611, 13-1: HUA DTB ondertrouw: Johan Bergeijck, procureur te Rhenen, wed. van Lijsabeth Lijsters, ende Elisabeth Gerritsdr van Dompselaer, j.d. van Wtrecht, wonende aen de Voorstraet. (getrout in S Jansk den 3 februarij).

* 1613: ZOU 152 Stadsbestuur Rhenen, Policieboeken invnr 8: Op huijden den 4en augusti [1613] presentes den edele scholtus, Amerongen, burgemeester, Dirck Melis ende Schoonhoven, De Veer ende Stoutenburch, schepenen, Peter Henricxz, Aelbert Adriaensz, Adrian Aertsz, Oth Adriaensz ende Willem Jansz, raiden, Henrick van Reempst, Verweij, Bercheijck, Isaac Jansz, Jan van Altorp vuijte borgerije. Kennelijk vindt er een vergadering plaats met Burgemeesters, Schepenen, Raadsleden en burgers.

* 1615, 9-1: ZOU 152 Stadsbestuur Rhenen, Policieboeken invnr 8: Is voorts geresolveert, datmen van nu voortaen zal registreren alle commissien die op ijemant zal mogen worden gedepecheert, presentes de schout, beijde de burgemeesters, alle de schepenen excepto Bercheijck, Stoutenburch, Slocher. Kennelijk is Bercheijck inmiddels Schepen

* 1616, 30-1: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra Gerrit Brantsz, won. Remmerden om te kennen of ontkennen zijn handtekening staande onder huurcedulle van 10-2-1608?

* 1616, 20-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Jan Bercheijck contra Gerrit Brants op Remmerden. Het gerecht verleent default.

* 1616, 27-2: ZOU 66 Stadsgerecht Rhenen, invnr 100 (kleine rol): Joost Petersz, metselaar, contra weduwe van Henrick Matheus de Guijlicker. Bercheijck dient.

* 1616, 12-3: ZOU 66 Stadsgerecht Rhenen, invnr 100 (kleine rol): Jan Jansz van den Huevel contra Bartrandt Colijn, luitenant, en zijn huisvrouw. Bercheijck dient intendit en verzoekt sententie.

* 1616, 28-5: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Vonck van Lienden contra Fulvio Portone als borg voor Cornelis van Sijl om te kennen of ontkennen zijn handtekening onder koopcedulle van gegraven en nog te graven turf van 2-11-1615. / 28-5-1616 Idem en Johan Bercheijck contra Cornelis Clerck om te kennen of ontkennen zijn handtekening onder koopcedulle van venen van 11-12-1613.

* 1616, 2-7: ZOU 66 Stadsgerecht Rhenen, invnr 100 (kleine rol): Joost Adriaensz van Driebergen contra Jacob Dircksz. Bercheijck ten fine dat nieuwe letteren van executie zullen worden gedecerneert op zeeckere acte van conclusie van deesen edele gerechte in date den 4 aprilis 1614.

* 1616, 10-9: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Jan Bercheijck contra Jan Lambertsz, smid. Het gerecht verleent default.

* 1616, 24-9: ZOU 66 Stadsgerecht Rhenen, invnr 100 (kleine rol): Cornelis Michielsz contra Cornelis Dircksz den Buecken. Rempst dient en levert. Bercheijck over en dach.

* 1616, 1-10: ZOU 66 Stadsgerecht Rhenen, invnr 100 (kleine rol): Idem contra Wouter Engbertsz. Bercheijck dient. Idem contra Jacob Cornelisz van Schoonhoven. Bercheijck dient.

* 1616, 8-10: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra juffrouw Anna van IJselmuijden, wed. Jacob van Gendt om te kennen of ontkennen zijn handtekening onder obligatie van 17-4-1611.

* 1616, 15-10: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra Anna van Iselmuijden om te kennen of ontkennen als in de eis.

* 1616, 22-10: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck in cas van salaris contra Assuerus Olleman. Akte staat doorgestreept. Idem contra Anna van IJselmuijden. Het gerecht verleent default.

* 1616, 19-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Jan Bercheijck contra Anna van IJselmuijden. Het gerecht verleent default.

* 1616, 26-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra Anna van IJselmuijden.

* 1616, 3-12: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra Anna van IJselmuijden.

* 1617, 9-12: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Jan Bercheijck in cas van salaris contra Olof? Aertsz. Het gerecht verleent default. Idem contra Aert Crijnen. Het gerecht verleent default. Idem contra Steven Claesz. Akte staat doorgestreept. Idem contra Jan Jacobsz Knipesteijn. Het gerecht verleent default.

* 1619, 20-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 744a, Koopbrieven tbv de kerk, regest 108: Schepenen van Rhenen oorkonden, dat Gerrit Keyser c.s. aan de Cunerakerk aldaar den eigendom overdragen van 12½ morgen land, gelegen op Remmerten.

Wij Fredrick van Deuverden van Voort, schout, Niclaus van Schoonhoven ende Bartholomeus Bruel, burgemeester ende schepen der stede Rhenen, doen condt ende certificeren midts desen dat voor ons gecomen ende gecompareert zijn Gerrit Keyser voor hem zelven ende als een mede erffgenaam van zaliger Willem Lijster, zijnen oom, Johan Vonck, burgemeester, voor ende van weegen Henrick Keijser ende Aeltgen Keysers, midtsgaders Johan Bercheyck als vader ende voocht van Bartholomeus Bercheyck, sijn soon, mede erffgenaam vanden voorschreven Willem Lijster zaliger, ende hebben inden voorschreven qualiteite voor haer ende haren erffgenamen getransporteert ende overgegeven, gelyck zij doen midts desen, in ende ten behouve vanden kerckmeesters van Cunera kercke alhier ende hare naecomelingen ende dat voor ende van weegen de zelve kercke den vrijen eijgendom van zeeckere ontrent derthiendalffe mergen lants aen verscheijden parcelen inde kerckenbouwinge op Remmerten gelegen met allen zijnen ouden rechten ende toebehoren, sulcx ende gelijck de selve aldaer gelegen sijn den coperen bekent zonder mate te leveren gelijck Rutger Ewouden den kercken bouman die alsnu mede is gebruijckende ende dat voor een vrije eijgen erff ende goet. Doende zij comparanten inde voorschreven qualiteite voor haer ende haren erven vande voorschreven landen geheel ende all volcomen affstant tot proffijt ende behouff vande voorschreven kerckmeesters ende haren erffgenamen daer van onterft ende ontgoet ende de voorschreven kerckmeesters ende hare naecomelingen daer aen geerft ende gegoet wesen ende blijven zullen met recht ende bekenden hun de voorschreven comparanten van desen transporte vernoucht ende voldaen te sijn belovende tselve te vrijen ende waren naer erffcooprecht der stede Rhenen ende alle voorcommer daerop staende aff te doen. In oirconde hebben wij desen brieff besegelt opten XX november 1619. J. van Harn

* 1620, 15-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck in cas van salaris contra Cornelis van Zijl. Idem contra Cornelis Aertsz Hardeman, idem. 142

* 1620, 22-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra Cornelis van Zijl. Het gerecht verleent default. Idem contra Cornelis Aertsz Hardeman. Idem. Idem contra Gerrit Brantsz op Remmerden. Idem.

* 1620, 14-3: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra Cornelis van Zijl. Idem; Idem contra Cornelis Aertsz Hardeman, te dienen van kosten.

* 1620, 21-3: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck in cas van salaris contra Cornelis van Zijl. te dienen van kosten; Idem contra Cornelis Aertsz Hardeman, idem. Johan Bercheijck in cas van salaris contra Rutger Aertsz. Het gerecht verleent default.

* 1620, 4-4: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck in cas van salaris contra Huijbert Otten, samoreusschipper, tot betaling van 4 gulden en een goede foeij.

* 1620, 2-5: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra Aelbert Corssen om te bekennen of ontkennen zijn handtekening staande onder obligatie.

* 1620, 5-5: ZOU 152 Stadsbestuur Rhenen, Policieboeken invnr 8: Op huijden den vijften meij 1620 presentes den edele scholtus Deuverden, Vonck, burgemeester, omnes scabini excepto Knijff, raiden Isaack Jansz, Mutshagen, Stoutenburch, Verhel vuijte borgerije, den commissaris Cloetingen, Peter Henricxz, Rempst, Bercheijck, Walraven Lijster ende Walraven Thonisz. Is gelesen de missive vanden mogende heeren staeten van Utrecht … 1621, 20-1: ZOU 152 Stadsbestuur Rhenen, Policieboeken invnr 8: Op huijden den 20en januarij 1621 presentes den edele scholtus, beijde de burgemeesters, Amerongen, De Veer, Verhuet, Snack, schepenen, raiden Mutshagen, Stoutenburch, Jan Thonisz Verhel ende Slocher vuijte borgerije den commissaris Brederode, Peter Henricxz en Snouck, Adrian Aertsz, Dirck Krauwel, Bercheijck, Thonis Dircxz, Evert van Triest, Gerrit Jansz, Cornelis van Schoonhoven representerende de policie deser stede.

* 1620, 9-5: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra Aelbert Corsz om te bekennen of ontkennen als in de eis.

* 1620, 23-5: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra Fulvio Portone, als borg voor Aelt van Amerongen, schout van Amerongen, om te bekennen of ontkennen zijn handtekening staande onder obligatie van 1-1-1613, inhoudende de som van 639 gulden.

* 1620, 21-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra Willem Dircksz de Beer om te bekennen of ontkennen zijn handtekening staande onder obligatie van 28-7-1620.

* 1620, 28-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra Willem Dircksz de Beer. Idem.

* 1620, 5-12: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra Willem de Beer. Het gerecht verleent default.

* 1621, 21-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, policieboeken Rhenen, invnr 8: in een overzicht van zittende burgemeesters, schepenen en raden, en “genomineerden”: Jan Bercheijck is genomineerd raadslid.

* 1621, 1-7: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 903a, Stukken van particulieren, regest 109: Johan Vonck, als voogd van Huybert van Rhenen en in die hoedanigheid tinsheer, verklaart dat de erfgenamen van Aert Thonisz. Moll hem opgedragen hebben een huis en hofstede in den Dijk Achterberch, heerlijk tinsgoed van Huybert van Rhenen, en dat hij dat daarop verleend heeft aan Henrick Beyir en Margriet Rooloffsdochter, zijne vrouw. Thinsgenoten Frans van Ewick en Johan Bercheijck.

Wij Johan Vonck als momboir voor Huijbert van Rhenen ende indier qualiteit thijnsheer doen condt ende certificeren midts desen dat voor mijn ende thijnsgenoten naer genoemt gecomen ende gecompareert sijn Jacob Cornelis ende Thonis Aertsz midtsgaders Joris Aertsz, vader ende voocht van zijne twee onmondige kijnderen geprocreert bij Gerarda Aerts ende Rijck Willemsz als man ende voocht van Aeltgen Aertsdr., alle in dier qualiteit erffgenamen van zaliger Aert Thonisz Moll, haerlieder respectieve vader ende grootvader ende hebben getransporteert ende opgedragen in des thijnsmeesters handen eene huijsinge ende hoffstede staende ende gelegen inden Dijck Achterberch, bepaelt oostwaarts de Domeynen slants van Utrecht, zuijden Gillis van Stoutenburch, westwaart den Dijckschen wech ende noortwaarts de kijnderen van Evert Evertsz, wesende een heerlijck thijnsgoet vanden voorschreven Huijbert van Rhenen, soo groot ende cleijn tzelve aldaer gelegen is. Ter zelver tijt als dit geschiede heeft den voorschreven thinsheer daer mede verlijt ende verleent Henrick Bilijder ende Margriet Roelofsdr., echteluyden, ende haren erven te hebben ende te behouden van ons ende onsen erven voor een vrije eijgen erff en goet beheltelijck den thijn ende een ijegelijck zijnen goeden rechten ende bekenden hun de voorschreven comparanten van desen transporte ten vollen vernoucht ende voldaen te sijn belovende tzelve te vrijen ende waeren naer erffcooprecht der stede Rhenen ende alle voorplecht daerop staende aff te doen in oirconde hebbe ick dese neffens Frans van Ewick en Johan Bercheyck als thijnsgenoten besegelt opten eersten julij 1621.

* 1622, 5-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra Fulvio Portone als borg voor Aelt van Amerongen, schout van Amerongen, om te bekennen of ontkennen zijn handtekening staande onder obligatie of koopmansbrief van 1-1-1617; Idem contra Adriaen Vereem, koperslager, als een debiteur van Cornelis Hendricksz, won. Maurik; Idem contra Jan Lambertsen smid als impetrant van decreet van de verkochte goederen van zaliger Aernt Berntsen.

* 1622, 27-6: Kareldegrote.nl/Rhenen: tab: grafstenen in de Cunerakerk: "Claes van Schoonhoven was vele jaren schepen en in 1619/1620 en 1621/1622 burgemeester van Rhenen. In het Rechterlijk Archief van Rhenen (Inv.Nr. 511) lezen we dat op 27 juni 1622 dat Nicolaes van Schoonhoven, oud burgemeester van Rhenen, en echtgenote Jannichjen Cornelis een huizinge en hofstede aan de Berghpoort verkopen aan Johan Bercheijck en diens echtgenote Elisabeth van Dompselaer."

* 1622, 9-7: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck in cas van salaris contra Jan Cornelisz Cock.

* 1622, 24-9: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra Claes Gerritsen; Idem contra Jan Jacobsen Knijpesteijn. In state.; Idem contra Jasper Gerritsen In state.

* 1622, 22-10: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 100: kleine rol van civiele zaken: Johan Bercheijck contra Roelof Lambertsz, kleermaker.

* 1624, 16-5: HUA: NU 200-1: (ontleend aan verzameling Kemp, archief ZO Utrecht): Henrick de Keyser wonend Rhenen cst Johan van Bercheyck erfg van Geertruyt Lijsters weduwe Aelbert Verhaer wonend Haerlem, zijn moeye.

* 1629, 9-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Amerongen, akten vnl overdracht en hypotheek, invnr 141: Hendrick Jansz van Wageningen, schout, namens Dirck de Ridder als vader en momber over de kinderen van hem en zijn overleden vrouw Adriana van Domselaer, Ludolph de With voor zichzelf en Cornelis van Pallaets x Maria van Domselaer, en Johan van Bercheijck x Elisabeth van Dompselaer, erfgenamen van Anthonis van Amerongen, transporteert aan Corstean Cornelisz en de erfgenamen van Neeltgen Hendricks een stuck veen en veenveld in de Amerongense venen, genaamd vanouds Jan van Amerongens groote veen

* 1632, 4-1: HUA Notariële aktes nots G. van Waey [U19a4-4]: Agneta van Velthuysen, wed. Joachim Cornelis van Vlook, machtigt Jan van Bercheijck, procureur te Rhenen om beslag te leggen op huurpenningen, door Claes Petersz, mandenmaker te Rhenen, verschuldigd aan Herbert Thonisz, man van Jutgen NN. wonend in de Betuwe, in verband met vordering fl. 20:0:0 wegens geleverde zilveren knopen en kettinkjes en om in rechte te ageren tegen Herbert Thonisz. Herbert Thonisz is eigenaar van de helft van het door Claes Petersz gehuurde huis; Claes Petersz wordt gemachtigd om het bedrag onder zich te houden en later uit te betalen aan comparante en om Herbert Thonisz te kwiteren

* 1635, 25-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, policieboeken Rhenen, invnr 8: in een lijst met ambtsdragers staat Jan Bercheijck als kerkmeester

* 1636, 15-5: HUA, Notariële aktes, nots. G. van Waey [U19a7-80]: De schoolmeester Louys Isaacsz, man van Geertruyd van Bronkhorst (eerder weduwe van Peter Jacobsz van Honthorst), machtigt Johan Bercheijck, procureur te Rhenen, om te procederen, in het byzonder om betaling te eisen van 2 jaar renten van plecht f.200-0-0 van Jacob Jansz, huidige eigenaar van huis, erf en grond gelegen in Rhenen, waarop plecht is gevestigd (dd 8-8-1580 voor het gerecht van Rhenen), oorspronkelyk ten behoeve van de erfgenamen van Mechtelt, weduwe Dirck van Everwyn, tante van Peter Jacobsz van Honthorst, haar mede-erfgenaam en om zo nodig het onderpand te veilen

* 1637, 1-5: Streekarchief Zuidoost Utrecht, policieboeken Rhenen, invnr 8: in een lijst met ambtsdragers staat Jan Bercheijck als kerkmeester

* 1638, 22-4: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, transporten, plechten en overige schepen-akten invnr 409: Cornelis Jacobsz Lam x Metje Willems bekennen schuldig te zijn aan de wed. van Jan Bergeijck een jaarlijkse losrente van 25 gulden wegens 400 gulden hoofdsom. Als onderpand stellen zij hun huis en hofstede in Veenendaal, genaamd de Hullick mitsgaders hun huis en hofstede te Rhenen in de Kruisstraat, tijnsgoed van Culemborg, daar noordwaarts Anthonie Both en zuidwaarts wed. Wouter van Zuilen. Op 29-3-1724 Elisabeth Spoor, wed. Cornelis van Beek, als hebbende lijftocht op dit kapitaal, bekent ontvangen te hebben van Hermanus van Maarseveen, als eigenaar van de hypotheek, 400 gulden.

* 1638, 22-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, invnr 903a, Stukken van particulieren: Joannes Heurnius, raad Raad, rent-, hof- en tinsmeester van de domeinen ’s Lands van Utrecht beleent Elisabeth van Dompselaer wede. Johan Bercheyck met het erfpachtgoed groot 4 morgen veen en veld, zijnde het 3e deel van 12 morgen gelegen in Veenendaal op het Overeinde van de Oude Compagnie tussen de Veengrift en de Monnicken weg, na verkoop door Cornelis Hendricxs.van Hensborch. (Transfix bij 1625 December 23.) Transfix met charters Reg.No.’s 119x en 147x.

Ick Joannes Heurnius, raedt, rentmeester, hoff- ende thinsmeester generael vanden Domeijnen slandts van Utrecht, doe condt allen luijden dat voor mijn ende thinsgenoten naerbeschreven in propre parsoon gecomen ende gecompareert is Gerardt Bercheijck, ende verclaerden dat Johan Bercheijck, sijn vader saliger, ende Elisabeth van Dompselaer, sijn moeder, gecoft hadden van Cornelis Hendricxs van Hensborch ende Gijsbertgen Bruenisdr, echteluijden, seeckere vier mergen veens ende velds, wesende het rechte dardendeel van twaelff mergen gelegen in Venendael opt overeijndt vande oude compaignie, streckende vuijtte gemeen veengrift noortwaerts op tot aende Monickewech toe, ende dwars vuijt Anthonis Raep sijn brouwijck, oostwaerts tot aende splittingh van Gerrit Beerentsz, wesende erff pacht goet vande voorschreven Domeijnen, biddende ende versoeckende van mijn als rentmeester voornoemt Elijabeth van Dompselaer, sijn moeder voornoemt, daer mede te willen verlijen ende nieuwe brieve daer van gunne ende geve. Gehoort welck versoeck ende mede gesien hebbende seeckere quitantie ende consent wesende van dat den XVII februarij 1634 bijde voorschreven Cornelis Hendricxsz van Hensborch ende Gijsbertgen Bruenis voornoemt ondertekend, soo heb ick als rentmeester, hoff- ende thinsmeester voornoemt verlijdt ende verleent, verlije ende verleene mits desen Elijabeth van Dompselaer, weduwe ende boedelharster van saliger Johan Bercheijck mijnen jegenwoordigen brieve mitte voorschreven vier mergen, gelijck de selve hier vooren oock mede in der doorgetransfigeerde brieff breder verhaelt staen, omme de selve te houden ende te gebruijcken tot een erffpacht goet vande voorschreven Domeijnen, ende voorts aen te maecken in conformite ende op alle de conditien als den eersten vuijtgiftbrieff wesende van date den 28e december 1610 medebrengende is. Beheltelick dat de voorschreven Elisabeth van Dompselaer haere erffgenamen ende naecomelingen gehouden sullen wesen jaerlicx ende alle jaer elff gulden van twijntich stuivers tstuck aen ’t comptoir vande voorschreven Domeijnen te betaelen Martini inden winter ofte binnen ses weecken daer naer, op peijne van dubbelden erffpacht, ende voorts de selve Domeijnen ende een ijeder sijn rechts. Alles sonder arch ofte list. Hier waeren over ende aen daer dit geschieden Elias van Rhijn, clercq, ende Jan van Schaijck, pander van de voorschreven Domeijnen, thinsgenoten. Des toirconde heb ick Joannes Heurnius, raedt, rentmeester, hoff ende thinsmeester voornoemt desen brieff mit mijn segel vuijthangende bevesticht. Gegeven int jaer ons Heeren duijsent ses hondert acht ende dartich opten 22e november.

* 1638, 17-12: Streekarchief Zuidoost Utrecht, arch 66 Stadsgerecht Rhenen, (transporten, plechten ed) invnr 409: Jan Jansz en Jan Jacobsz x Wouterken Jans, Gerrit Simonsz x Grietjen Jans, en Jacob Aertsz als momber van de nagelaten onmondige kinderen van Janneke Gerrit Jansz, transporteren aan Peter Jansz hun deel van een huis waarin zij wonen in de Koningsstraat, daar oostwaarts ds. Broeckhuijsen, westwaarts Aert Geurtsz, zuidwaarts Gijsbert Hermansz. Bezwaard met 100 gulden die de weduwe van Bercheijck daarop sprekende heeft.

* 1639, Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, Civiele processen, invnr 193-7: De weduwe van Alert den Haan contra juffr. Eliesabeth van Dompselaer, weduwe Johan Bercheijck. En Jonker Anselmus van Dueverden van Voort. Overeenkomst tot betaling van fl 247:12:8 als rest van de kerkenrekening. En betaling van fl 31:5 van twee jaren rente.

* 1639, Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, Civiele processen, invnr 193-8: De crediteuren van de weduwe van Aelbert Arisz. Over het huis in de Kruisstraat daar oostwaarts het gasthuis, zuid- en westwaarts de gemene straat en noordwaarts de weduwe van Bercheijck naast gelegen zijn, bij Willem Lobe gekocht, die het bij decreet zal worden geleverd. De crediteuren zijn Bartholomeus Bercheijck, Dirck van Leeuwen, burgemeester Stoutenburch, Jan Gerritsz van Steenbeeck als erfgenaam van Heijlten Aerts, de weduwe van Bercheijck en Willem Lobe.

* 1640, 2-9: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, transporten, plechten en overige schepen-akten invnr 409: Jan Cornelissen van de Poll x Judith Dircks bekennen schuldig te zijn aan Jeriphaes Dircksz Zoet x Anna van Triest een jaarlijkse losrente van 25 gulden wegens 400 gulden kapitaal. Als onderpand stellen zij hun huis waarin zij wonen, in de Kruisstraat, bepaald oostwaarts het gasthuis, westwaarts de Kruisstraat, noordwaarts Willem Lobe en zuidwaarts de weduwe van Jan Bergeijck.

* 1643, 13-7: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, transporten, plechten en overige schepen-akten invnr 410: Jan Petersen Waker en Anthonis Aelbertsen Steck bekennen de afstand van hun recht op het huis van Cornelis Jacobsen Lam x Metgen Willems, won. Veenendaal, staande in Rhenen, onlangs verkocht aan Evert Evertsen c.s. Jan en Anthonis hebben bekend dat op 2 juli de weduwe van Jan Bercheijck de 400 gulden die zij sprekende hadden op Cornelis Jacobsen Lam en gevestigd in dit huis te Rhenen en het huis in Veenendaal dat Lam competeert <zie 22-4-1638>, heeft voldaan.

* 1644, 18-12: HUA, notariële akten nots F. Zwaerdecroon [U28a10-103]: Mr. Gerard Bergeijck, advocaat voor het hof van Utrecht, als posseseur, voor zichzelf en zich sterk makende voor Elisabeth van Dompselaer, zijn moeder, als collatrice van "sekere vicarije gefundeert op sekeren Altaer aen de Noortsijde van St. Joriskercke 't Amersfoort" bekennen, als gevolg van een arbitrale uitspraak door mr. Richard van Coetsfelt en Bernhard van Zutphen, advocaten aan het Hof van Utrecht, dd 19-11-1644, uit handen van Thijman van Gessell, vader en voogd over zijn kinderen en daarom possesseur van een erf en goed in Soest te hebben ontvangen fl 134:8:- als aflossing van de jaarlijkse rente van dit postulaat, waarvoor betaald werd fl 8:8:- voor verlopen rente tot heden toe. Gerard van Bercheijck belooft deze aflossing te doen valideren en machtigt Cornelis van Portengen, procureur, om dit te doen registreren. (w.g. Ger: Bercheijck, + get en nots) [een vicarie is een fonds, gevestigd op een kapel of ander geestelijk bezit, dat jaarlijks inkomsten opleverde]

* 1646, 17-7: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, transporten, plechten en overige schepen-akten invnr 410: Jan Hendricksen Puijck x Jantje Willems cederen aan Dirck van Hoeven x Maria Verheut een huis, erf en schuur in de Kruisstraat, daar oostwaarts het gasthuis, zuidwaarts de weduwe van Jan Bercheijck, westwaarts de Kruisstraat en noordwaarts Willem Lobe, vrij erf en goed, uitgezonderd 1-10 die het gasthuis daaruit heeft, zoals zij dit hebben gekocht bij decreet van Jeriphaes Dircksen Zoet als gemachtigde van Jan Cornelissen Poll x Judith Dircks Zoet, volgens appoinctement van het gerecht van 4-2-1645.


kind 1: Bartholomeus van Bercheijck

Er zijn, zowel te Utrecht als in het Streekarchief Zuid-Oost Utrecht, een zeer omvangrijk aantal notariële akten waarin Bartholomeus van Bercheijck optreedt. Ik vermeld hier alleen de aktes met belangwekkende genealogische gegevens. Zie de bijlage onderaan deze pagina voor een completer overzicht.

* 1619, 22-11: Archief ZOUtrecht archief 744a, transportbrieven tbv de kerk, Rhenen [invnr 108]: Schepenen van Rhenen oorkonden, dat Gerrit Keyser c.s. aan de Cunerakerk aldaar den eigendom overdragen van 12½ morgen land, gelegen op Remmerten. / Transcriptie /

Wij Fredrick van Deuverden van Voort, schout, Niclaus van Schoonhoven ende Bartholomeus Bruel, burgemeester ende schepen der stede Rhenen, doen condt ende certificeren midts desen dat voor ons gecomen ende gecompareert zijn Gerrit Keyser voor hem zelven ende als een mede erffgenaam van zaliger Willem Lijster, zijnen oom, Johan Vonck, burgemeester, voor ende van weegen Henrick Keijser ende Aeltgen Keysers, midtsgaders Johan Bercheyck als vader ende voocht van Bartholomeus Bercheyck, sijn soon, mede erffgenaam vanden voorschreven Willem Lijster zaliger, ende hebben inden voorschreven qualiteite voor haer ende haren erffgenamen getransporteert ende overgegeven, gelyck zij doen midts desen, in ende ten behouve vanden kerckmeesters van Cunera kercke alhier ende hare naecomelingen ende dat voor ende van weegen de zelve kercke den vrijen eijgendom van zeeckere ontrent derthiendalffe mergen lants aen verscheijden parcelen inde kerckenbouwinge op Remmerten gelegen met allen zijnen ouden rechten ende toebehoren, sulcx ende gelijck de selve aldaer gelegen sijn den coperen bekent zonder mate te leveren gelijck Rutger Ewouden den kercken bouman die alsnu mede is gebruijckende ende dat voor een vrije eijgen erff ende goet. Doende zij comparanten inde voorschreven qualiteite voor haer ende haren erven vande voorschreven landen geheel ende all volcomen affstant tot proffijt ende behouff vande voorschreven kerckmeesters ende haren erffgenamen daer van onterft ende ontgoet ende de voorschreven kerckmeesters ende hare naecomelingen daer aen geerft ende gegoet wesen ende blijven zullen met recht ende bekenden hun de voorschreven comparanten van desen transporte vernoucht ende voldaen te sijn belovende tselve te vrijen ende waren naer erffcooprecht der stede Rhenen ende alle voorcommer daerop staende aff te doen. In oirconde hebben wij desen brieff besegelt opten XX november 1619. / J. van Harn

* 1628: Archief ZOUtrecht archief 66, Stadsgerecht Rhenen, civiele processen [invnr 192-13]: De gemene crediteuren van Geertruijt Versteech, weduwe Willem Claesz de Cruijff c.s. /Gerecht verklaart dat van de penningen gekomen van de verkochte huijsinge ende acker lants de onkosten moeten worden afgetrokken. Daarna moet eerst Bartholomeus Bercheijck betaald worden, en Alert van Harn als cameraer leeckmeester, Dirck van Leeuwen als het recht verkregen hebbende van jonker Dirck van Renen, de gasthuismeesters alhier. En Thomas Hubertsz van Bemmel als gewezen weesmeester. En Claes de Bont als gewezen weesmeester. Willem Woutersz, Jan Roeloefsz en de overige crediteurs: jonker Gerrit van Elderen, de rentmeester van de goederen van zaliger heer Thomas van Nijkercken, Henrick van Amerongen en Thijman van Leeuwen als borgen voor Willem Claesz de Cruijff en de weduwe van Rutger de Cruijff de erfgename van haar overleden kinderen in welke mede-erfgenaam zijn geweest van zaliger Geertruijt van Brienen, jonker Gerrit van Suijlen man van Cunera van Nestelraet, weduwe van jonker Gijsbert van Herdenbrouck, Maria van Asch, weduwe Sebastiaen de Cruijff, won. Utrecht, Willem Budding, de weduwe van Jan Thonisz Slocker en Jan Toll

* 1634, 9-3: HUA, DTB Rhenen: Mr. Bartholomeus Bergheijck, licentiaet in beijden de reghten ende advocaet voor den Ed Hove van Wtrecht, wonende aldaer, en Joffr Geertruijt van Heurn ook aldaer wonende. Attestatie op Wtrecht.

* 1634, 9-3: HUA DTB Utrecht: Mr. Bartholomeus Bergheijck, licentiaet in beijden de reghten met Geertruit van Heurn, j.d. van Wtrecht, woon op St Jans Kerckhoff. Procl tot Rhenen vidimus. In St Jacob den 26 martij 1634 getrout

* 1635, 1-6: HUA, NA nots G. Vastert [U021a003-18]: Gecompareerd Hillegonda Hoevenaer, weduwe en boedelhoudster van Mr. Thomas Heurnius, in leven raedt en rentmeester van de domeynen 's lants van Utrecht, en Johan Heurnius, raedt en rentmeester van de domeynen 's lants van Utrecht, voor zichzelf en als momber en voogd over zijn onmondige broeder en zuster met namen Pauwels en Margareta van Heurn en van het nagelaten onmondige kind van wijlen Jacobus Heurnius, zijn overleden broer, verwekt bij Baukia van Doijma, voorts Adriaen en Cristina Heurnius en Bartholomeus van Bercheijck, advocaat 's Hoofs van Utrecht, de man van Joffr Geertruijt Heurnius: te samen kinderen en erfgenamen van Mr. Thomas Heurnius - machtigen Joost van Ewijck en Gerrit van Lienden, procureurs te Utrecht, om een huis ("alinge huijsinge ende erve van onder tot boven met kelder, cluijs, bodem, glasen, glasenraemten ende alle 'tgeene daerinne aert en nagelvast is")  aan de oostzijde van de Lijnmarkt te Utrecht te transporteren aan Lambert Rutgerss van der Meulen, zilversmid te Utrecht.

* 1635, 31-10: HUA, NA nots G. Vastert [U021a003-28]: Hillegonda Hoevenaer Constituant: erven Thomas Heurnius, Constituant: Johan Heurnius, Constituant: Pauwels van Heurn, zoon, Constituant: Margreta van Heurn, dochter, Constituant: onmondig kind van zoon + Jacobus Heurnius en Baukia van Doyma, Constituant: Adriaen Heurnius, zoon, Constituant: Cristina Heurnius, dochter, Constituant: Bartholomeus van Bercheyck, machtigen Geconstitueerde: Gerrit Janss van Sethoven en Geconstitueerde: Harman Ghysen van Outhuysen om hofstede in Oudhuizen te transporteren aan Cornelis Cleyntge te Oudhuizen [akte niet ingezien]

* 1635, 2-11: HUA, NA nots G. Vastert [U021a003-42]: Hillegonda Hoevenaer, wed. Thomas Heurnius, in leven rentmeester van de domeynen 's lants van Utrecht, wonende Utrecht, Voorstraet met de volgende mede-erfgenamen van Thomas Heurnius: Cristina Heurnius; Bartholomeus van Bercheyck, x Geertruyt Heurnius, advocaat 's hooffs van Utrecht; Adriaen Heurnius, secretaris capittule van St. Jans binnen Utrecht; machtigen Johan Heurnius, schoonzoon [stiefzoon] en broer, raedt en rentmeester van de domeynen 's lants van Utrecht, om land met huis c.a. in Oudhuizen te transporteren aan Swaentge Pieters [akte niet ingezien]

* 1638, 13-5: zoekakten DTB Rhenen doopregister 383a fol 59: Pinxterdach des naemiddags gedoopt Lijsbet doghter van den advocaet Bartholomeus Bergheijck [Er is een hiaat in de doopregisters over de jaren 1639-1640.]

* 1639, 22-4: Archief Zuidoost Utrecht, Stadsbestuur Rhenen archiefnr 152, policieboeken invnr 8: Alsoo ter ooren vanden regierders deser stede is gecomen, dat mr. Bartholomeus Bercheijck hem onderstaet de stadt van haere gerechticheijt te priveren aengaende ’t vergeven van het secretarischap door dien hij hem is addresserende aende gedeputeerden vanden edele heeren Staten ’s lants van Utrecht dewelcke daer van immemorabile tijden int minste geen seggen in hebben gehadt, soo wort gevraecht ofmen deselve inique proceduren sall toestaen sonder een woort daer tegen te seggen dan ofmen hem daer tegen ten uijtersten sall opposeren, dien quaden cours stuijten ende tegen den selven Bercheijck procederen naer rechts behooren. / Alsoo tot noch toe eenich verschil geweest is tusschen de gedeputeerde der edel mogende heeren Staten ’s lants van Utrecht ende de regierders der stede Rhenen nopende ’t vergeven van ’t secretaris-ampt der selver stede, twelcke bijde heeren gedeputeerden gegeven was aen mr. Bartholomeus van Bercheijck ende bijde voorschreven regierders als daer toe van outs gerechticht sijnde aen Antoni Both,  soo ist dat de voorschreven regierders der stadt Rhenen omme de saecke te  middelen ende alle verdere costen ende onlusten voor te comen met de voornoemde mr. Bartholomeus Bercheijck verdragen ende overcomen sijn op manieren naervolgende ende dat door versoeck van den edele heer Nicolaes van Berck te weten dat de voorschreven regierders nu [057r] ende voor altijt sullen blijven bij haer out recht van ’t vergeven van ’t secretarischap, gelijck den voornoemde Both ’t selve uijt crachte vande commissie hem bij de voorschreven regierders verleent voor alsnu hebben ende behouden sall ende sall daerentegen den voornoemde Bercheijck genieten d’ uijtdeijlinge vande serviciepenningen mitsgaders den 30en ende 40en penning belovende den voornoemden mr. Bartholomeus Bercheijck inde volle vergaderinge vanden heeren vanden magistraet sijn leefdagen naer het voorschreven secretarisampt aen de edel mogende heeren Staten niet te sullen solliciteren ’t sij directeijck ofte indirectelijck alles ter goeder trouwe. Actum in pleno collegio exceptis Clercq ende Leuven den 19en april 1640.

* 1639, 27-4: HUA, NA nots G. Vastert [U21a7-44]: mede-erfgenamen van Adriaen Hesselss en Margareta van Mierlo: Johan Heurnius, kleinzoon; onmondig kind van + Jacob Heurnius, kleinzoon, en Baukia van Doyma; Adrianus Heurnius, kleinzoon; Henrick ten Hagen; Pauwels Heurnius, Gerrit van Rheede, Bartholomeus van Bercheyck, x N.N. kleindochter: allen kinderen van + Thomas Heurnius en Deliana Hesselss, machtigen Niclaes van Merkerck en Didolff van de Poel tot transport van huis aan de zuidzyde van de Mariaplaats te Utrecht aan Johannes Portengen, advocaat hof van Utrecht (zie akte d.d. 27-8-1610 voor notaris [C.] Bruningh) [akte niet ingezien]

* 1639, 30-12: HUA, notariële akten nots G. Vastert [U21a7 - 158]: Adrianus Heurnius, Sect:s en Capit: van St Johans te Utrecht, en Margareta van Bercheijck, echtgenoten, verklaren tot momboirs over hun onmondige kinderen (naast de langstlevende van hen) aan te stellen Bartholomeus van Bercheijck, advocaat in het hof van Utrecht, en Gerrit van Bercheijck, des comparanten broeders en behuwdbroeders, en de vroedschap en weeskamer van het voogdijschap uit te sluiten. etc. (w.g. Heurnius 1639 advct.., Maergrita Bercheick + get. en nots)

* 1641, 27-1: zoekakten DTB Rhenen doopregister 383b fol 1: Den advocaet Bartholomeus Bercheijck vaeder, tkint Deliaentgen

* 1642, 17-4: zoekakten DTB Rhenen doopregister 383b fol 8.: Den advocaet Bartholomeus Bercheijck vaeder, tkint Joannes

* 1644, 26-1: zoekakten DTB Rhenen doopregister 383b fol 16: Bartolomeus Bercheijck, advocaet, vaeder, tkint Lijsabeth

* 1645, 30-8: zoekakten DTB Rhenen doopregister 383b fol 23: advocaet Bercheijck vaeder, 't kin Fransois

* 1646, 14-12: zoekakten DTB Rhenen doopregister 383b fol. 27v: den advocat Bercheijck vader, 't kint Isabella

* 1649, 4-4: zoekakten DTB Rhenen doopregister 383b fol 34: advocaet Bartholomeus Bergeijck vader, kint Margriet

* 1649, 30-7: Archief ZO Utrecht, archnr 66: Stadsgerecht Rhenen, Procuraties, borgen ea schepenaktes invnr 516: Ansem van Deuverden van Voort x Angnes van Lauwijck constitueren Jan de Kemp om hun huis, hofstede en landerijen te Achterberg, en het huis aan de bergpoort te verkopen en te transporteren en betaling te doen aan Bartholomeus Bercheijck.

* 1653, 19-6: zoekakten DTB Rhenen doopregister 383b fol 44v: Mr Bartolomeus Bergheijck, advocaet, vader, het kint Karel

* 1653, 24-6: Archief ZO Utrecht: NA, Nots Johan Gilpin Rhenen invnr 2055: Louw Jacobsz x Hendrickje Jans, won. Achterberg, Jan Jansz, Hendrick Jansz Haen en Eb Willemsz als ooms en mombers over de onmondige kinderen van Jan Jansz Haen x Hendrickje Willems, constitueren Gerrit Bercheijck om voor mr. Joannes Heurnius, raad en rentmeester-generaal van de domeinen van Utrecht, te transporteren aan Bartholomeus Bercheijck x Geertruijt Heurnius 1/3 van een huis, hofstede, boomgaard, bouw- en hooilanden te Achterberg, groot 13-14 morgen, waarvan de andere 2/3 delen hen al competeren. [akte niet ingezien]

* 1653, 27-8: Archief ZO Utrecht, Stdsbestuur Rhenen (arch 152), invnr 250: Specificatiën van gelden, verschuldigd door de regeerders van Rhenen aan Bartholomeus Bercheijck, advocaat's Hoofs van Utrecht, voor door hem verrichte diensten in de zaak der gemeene burgers der stad Rhenen tegen den magistraat aldaar, 1644-1653. [1 lias] / N.B. Op het eerste blad bevindt zich het op 27 Augustus 1653 voor voldaan gettekende acquit van deze specificatiën. [niet ingezien]

* 1660, 23-3: Archief ZO Utrecht, NA nots Jacob Boumeister (Rhenen) [2056]: Evert Evertsz Dionijs en Dirck van Hoeven, schepenen, attesteren ten verzoeke van Geertruijt Heurnius, wed. Bartholomeus Bercheijck, dat dhr. Bercheijck op 5-1-1659 te Rhenen is overleden.

* 1660, 23-7: Archief ZO Utrecht, Stadsgerecht Rhenen (arch 66), Transportakten etc van/voor Schepenen invnr 419: Kopie van een verzoekschrift aan het Hof van Utrecht door Geertruijt Heurnius, wed. Bartholomeus Bercheijck hoe haar man gehad heeft de billetten van het huisgeld van Rhenen, waarvan zij ten achteren is omtrent 2000 gulden. Op 24-7-1660 compareerde voor het gerecht van Rhenen Ludolph de Wit als procureur om deze 2000 gulden te mogen negotiëren. Op 8-9-1660 bekent Geertruijt Heurnius schuldig te zijn aan Johan Moll, Jacomina Moll, Maria Moll, Dirck Moll, kinderen van Henrick Mol, 2000 gulden. Zij stelt als onderpand een hofstede te Achterberg waar Cornelis Hendricksz op woont, groot met huis, hof, berg 9 morgen bouwland, zo voor de hofstede als op de berg gelegen met nog 5 morgen hooiland in de Maten en omtrent de Vogelkooi te Achterberg, daar oostwaarts Cornelis Petersz van Schoonhoven, zuidwaarts de gemene weg, westwaarts de wed. en erfgenamen van Thomas Huijbertsz en noordwaarts Cuneraweg.

* 1661, Archief ZO Utrecht, Stadsgerecht Rhenen (arch 66), civiele processen invnr 216-15: Thomas Bercheijck, zoon van advocaat Bercheijck zaliger, gewezen ontvanger van het huisgeld /Verklaart zich te hebben laten gijzelen voor kameraar Rutger Buddingh die door pander Bor was gegijzeld wegens huisgeld

* 1665, Archief ZO Utrecht, Stadsgerecht Rhenen (arch 66), civiele processen invnr 219-11: Johan (later) Hendrick van Wijckersloot contra Cornelis van Maurick als getrouwd met de wed. mr. Bartholomeus Bercheijck /Hendrick van Wijckersloot heeft diverse restanten overgeleverd aan Bercheijck om die in te vorderen voor het gerecht. O.a. aan Alert Willemsen te Ingen, Adriaen de Haes te Ijzendoorn, Thomas Jansen of zijn zwager Jan Gerritsen Koedam, Cornelis Thomasz te Heusden

* 1667, 14-3: ZOU 63 Not.Arch.: invnr 2056 nots J. Boumeister, Rhenen: Thomas Bercheijck voor zichzelf en namens zijn zuster Deliana Bercheijck, mitsgaders Johan Bercheijck constitueren Paulus Heurnius, raad en vroedschap in Utrecht, om te negotiëren de penningen van 2000 gl waarmee bezwaard is de hofstede Achterberg, hun twee halve zusters Elisabeth en Isabella Bercheijck competerende.

* 1679, 8-12: Archief ZO Utrecht, NA nots Adriaen v Wijk [2057]: Thomas Berckeijck, procureur alhier, verklaart dat zijn moeder Geertruijt Heurnius, laatst wed. Cornelis van Maurick, en tevoren van Bartholomeus Bercheijck, is overleden. Zij moet worden begraven maar Thomas wil geen erfgenaam zijn.

* 1682, 20-11: Archief ZO Utrecht, Stadsgericht Rhenen (arch. 66), attestaties gerecht invnr 176: Attestatie van gerecht dat Carel Bercheijck, in Rhenen geboren, een zoon is van Bartholomeus Bercheijk in leven advocaat voor het Hof van Utrecht en Deliana Heurnius. Zijn ouders zijn te Rhenen overleden.


kind 2: Aleid van Bercheijck

Mijn enige bron is Alg. Ned. Familiebladen 1888


kind 4: Margaretha van Bercheijck [actes van Adrianus Heurnius niet opgezocht]

* 1635, 15-3: HUA DTB Utrecht: Adrianus Heurnius, j.g., secretaris van het Capittel van St Jan en Margaretha Bergheijck, j.d. wonende te Rhenen. Proclam. tot Rhenen. Den 15 martij 1635 attestatie gegeven om te Rhenen mogen trouwen.

* 1635, 1-3-165: HUA DTB Rhenen: Adrianus Heurnius, j.g., secretaris van het Capittel van St Ian, woonachtich tot Utrecht ende Margaretha Bergheijck, j.d., woonachtich alhier. Getrout den 18 martij.

* 1639, 30-12: HUA, notariële akten nots G. Vastert [U21a7 - 158]: Adrianus Heurnius, Sect:s en Capit: van St Johans te Utrecht, en Margareta van Bercheijck, echtgenoten, verklaren tot momboirs over hun onmondige kinderen (naast de langstlevende van hen) aan te stellen Bartholomeus van Bercheijck, advocaat in het hof van Utrecht, en Gerrit van Bercheijck, des comparanten broeders en behuwdbroeders, en de vroedschap en weeskamer van het voogdijschap uit te sluiten. etc. (w.g. Heurnius 1639 advct.., Maergrita Bercheick + get. en nots)

* 1664, 20-12: HUA, NA nots D. de Swart [U67a1-69]: Jacob Willemse van Oostrum bekend fl 123:18:- schuldig te zijn aan Margareta Bercheijck, weduwe van Adriaen Heurnius, secretaris van de Capittele van St Johans te Utrecht "ter cause van gecoften hennip, huijshuer ende verschoten gelt, vermogens coopcedulle, huercedulle ende afreeckeningen respectivelijck daerover gemaeckt", "verclaerde hij comp:. mede te approberen de huere vande Hof De Ruimestech, begrepen in de huercedulle van den 20e Maert 1664 verleden met de verhuijderesse opgerecht, jaerl voor de somme van vijftich guldens" (vervolgens over de lijfrentes waarmee Van Oostrum deze schuld zal gaan voldoen)

* 1668, 21-7: HUA NA nots F. van Meerkerck [U77a1-43]: Margareta Bergeijck, weduwe Adriaen Heurnius, en Jacob van Heurn Canonik capittulair des capittels St. Jans tot Wyck by Duerstede stellen zich borg voor Amelis Ingen Nuelandt, Capiteijn ten dienste deser lande,  ten behoeve van Cornelis Loechborgh, wijncoper alhier, arrestant voor het arrest dat Leechborg op Nuelandt heeft laten doen om op die manier te voldoen aan het gewijsde van het Gerecht alhier.

* 1669, 20-11: HUA NA nots F. van Meerkerck [U77b1-5]: Margarita Bercheijck,weduwe en boedelhoudster van secretaris Adrianus Heurnius, en Pieter Levingston, Lt., en Deliana van Heurn zijn vrouw, respectievelijk moeder, schoonzoon en dochter, sluiten een overeenkomst voor het ruilen van hofsteden, hier nader gespecificeerd. Margareta ontvangt van haar dochter en schoonzoon de hofstede gelegen in Venendael onder het gerecht Rhenen, groot in de 70 morgen lands, in ruil van een hofstede gelegen in het gerecht van Bambrugh (Baambrugge?), groot 14 morgen lands, met alles daartoe behorende, plus een rentebrief t.w.v. fl 1350 gulden (w.g. Maergrieta Bercheijck weduewe Hurnius, P. Levingstoune, Deliana van Heurne + nots en get)

* 1669, 24-11: HUA NA nots F. van Meerkerck [U77a1-118]: Margarita Bercheijck, weduwe Adriaen Heurnius, machtigt Mr. Johan van Duerkant, procureur, om namens haar te procederen. (w.g. Maergritta Bercheijck + nots en get)

* 1671, 4-1: HUA NA nots H. van Zuijlen [U048a004-212]: Margareta van Bercheijk, weduwe van Adrianus van Heurn, secretaris van het Capittule van St Jan, belooft, op verzoek van de heren decanen van het Kapittel van St Jan om op de vervaerdag 1671 zelf en met haar kinderen het Kapittelshuis te ontruimen, dat destijds door de secretaris zonder huur te betalen werd bewoond. Deze belofte zal iungebracht worden in de procedure die Guiljam van Lamsweerde, procureur, voor het hof aan het voeren is. De akte is niet voltooid noch ondertekend.

* 1671, 23-1: HUA, notariële aktes, nots. F. van Merkerck [U77a2-45]: Mr. Gerard Bercheijck, advocaat 's Hoofs van Utrecht, en Joffr Margrieta Bercheijck, weduwe van den heer Adriaan Heurnius, in sijn leven secretaris van den Capittele St Jan te Utrecht, herroepen alle eerdere procuraties, en machtigen opnieuw Dirck Woertman, procureur te Utrecht, om namens het te procederen.

* 1671, 26-10: HUA, notariële aktes, nots. F. van Merkerck [U77a2-80]: Margarita Bercheijck machtigt haar zoon Jacob Heurnieus, kanunnik kapittulair St Jans tot Wijck om een bedrag van fl 27,- en ettelijke stuivers te incasseren van deurwaarder Noortwijck, die Noordwijck voor Margareta Bercheijck heeft ontvangen van Teunis Jansz Stulting, voerman buiten de Wittevrouwenpoort omdat Stulting daartoe veroordeeld is op verzoek van Bercheijck, voor het Hof van Utrecht

* 1671, 30-11: HUA, notariële aktes, nots. F. van Merkerck [U77a2-83]: Margarita Bercheijck machtigt procureur Johan Duerkant om namens haar te procederen. Gedaan ten huize van de comparante, staande op het St Johans Kerkhoff binnen Utrecht

* 1672, 17-1: HUA, notariële aktes, nots. F. van Merkerck [U77a2-87]: Margarita Bergeijck, weduwe Adriaen Heurnius, en Jacob van Heurn Canonik capittulair des capittels St. Jans tot Wyck by Duerstede machtigen procureur Johannes Wenning om namens hen op te treden en te procederen.

* 1673, 24-11: zoekakten, DTB begraven Utrecht: Jansk: Joffr Margarita Bergeijck, weduwe van Hr Adriaen van Heurn, aen de Wittevroubrugh, laet na mundige en onmundige kinderen, begraven in Jans k. 8 dr, met een swartebaer.


openstaande vragen / discussie


De families Vonck van Lienden en Lijster zijn familie van Johan van Bercheijcks eerste vrouw.

Adriana, Maria en Elisabeth van Dompselaer, kennelijk zusters, zijn erfgenamen van Anthonis van Amerongen (zie akte 9-2-1629)

Bartholomeus van Bercheijck (kind 1) is beslist tweemaal getrouwd: in 1667 treedt Thomas van Bercheijck, mede namens zijn zuster Deliana en met Johan Bercheijck op in een acte waarin sprake is van hun halfzusters Isabella en Elisabeth. Bartholomeus wordt overleefd door zijn vrouw Geertruid Heurnius, die pas in 1679, na een tweede huwelijk, overlijdt. Er blijkt echter ook een zoon Cornelis Bercheijck te zijn, die volgens het Gerecht van Rhenen de zoon is van Deliana Heurnius. Dat is de enige maal dat ik die naam tegenkom; zij zou dus de eerste vrouw van Bartholomeus moeten zijn geweest, en behalve van Cornelis dus zeer waarschijnlijk ook de moeder van Thomas, Deliana en Johan Bercheijck. Die vier kinderen moeten dan voor 1635 zijn geboren. Maar dat blijkt niet het geval: Deliana is gedoopt in 1641 en moet dus een dochter zijn van Geertruid Heurnius. Een hele verwarrende kwestie, dus.

Ik verwarde aanvankelijk deze Johan van Bercheijck met een Jan van Bercheijck die in dezelfde tijd in Schoonhoven actief is als procureur, Schepen en notaris. De Schoonhovense Jan is echter een generatie ouder: hij is namelijk al in 1568 procureur in Schoonhoven (ergo: hij moet voor 1545 geboren zijn), in 1573 schepen van die stad, en rond 1605 notaris in Schoonhoven, dat matcht minder goed met zijn optreden rond 1600 (huwelijk) in Rhenen. De Schoonhovense procureur, schepenen en notaris kan wel goed een oom geweest zijn van "onze" Johan. De actes waarin sprake is van de Schoonhovense Bergeijck:

* 1568, 21-3: HUA, Notariële akten nots. S. van Hamersfelt [U001a1-70]: Gerrit Knoop van Merenburch, weduwnaar van Marie Wijnen, advocaat voor het Hof van Utrecht, machtigt Jan van Bercheijck, procureur wonende te Schoonhoven, om protest te insinueren, en zo te voorkomen dat lastgever schade lijdt ten gevolge van akkoord en om eventueel aan de erven Maria Wijnen toe te staan om een akkoord te sluiten met Roloff Gerritsz van Puderoijen [akte niet ingezien]

* 1573, Streekarchief Midden Holland: [Lijst van Schepenen]: Jan van Bercheyck was in 1573 schepen van Schoonhoven

* 1579, 31-3: HUA, Notariële akten nots. J. van Herwaerden [U003a1-248]: protest. Roeloff van Poeroyen en zijn zoon Daniell van Poeroyen, bijgestaan door curator Johan van Bergeijck protesteren tegen de ontkenning door Herman van Delft cs van een buiten de rechter om gesloten compromis, inzake cautie voor voldoening van uitspraken die nog gedaan moeten worden. [akte niet ingezien]

* 1579, 31-3: HUA, Notariële akten nots. J. van Herwaerden [U003a1-23]: Op verzoek van Roeloff van Poeroyen en zijn zoon Daniell van Poeroyen en curator Johan van Bergeijck protesteert de notaris bij Herman van Delft tegen diens weigering om tot een billijk akkoord te komen betreffende uitspraken van arbiters d.d. 15-7-1569; Herman van Delft blijkt echter de stad te hebben verlaten. [akte niet ingezien]

* 1582, 6-5: HUA I 175 (ontleend aan verzameling Kemp, archief ZO Utrecht): Gelis Daemsz van Schayck brouwer en borger Utrecht, is ten achteren aan Jan Outgersz wonend Schoonhoven 56 gu voor geleverde bieren en cst nu Johan van Bercheyck substituut schout en procureur aldaar [akte niet ingezien]

* 1622, 29-7: Streekarchief Midden Holland, Schoonhoven, Notariële aktes, Nots. G.A. Bullick, [7153-45]: Jan Aertsz en IJchgen Adriaensdr, mutueel testament, inwoners van Schoonhoven, echtgenoten, beiden gezond, doen te niet hun testamentaire dispositie d.d. 27-11-1605 voor notaris mr. Johan Bercheyck. De langstlevende zal aan de verwanten ab intestato geven 30 stuivers.

* 1623, 11-6: Streekarchief Midden Holland, Schoonhoven, Notariële aktes, Nots. G.A. Bullick, [7153-53]: Testament. Brant Jansz en Anna Jansdr, echtpaar, wonende in Bonrepas, beiden gezond, doen te niet hun testament d.d. 12-3-1605 voor notaris mr. Johan Bercheyck. Zij prelegateren aan hun twee dochters, Janneken en Anneken Isbrants, elk fl 50, te voldoen de ene helft uit de gereedste goederen door de eerststervende van de testateurs nagelaten, de andere helft uit de gereedste goederen, na te laten door de langstlevende. Zij benoemen elk zijn en haar voor- als nakinderen en kleinkinderen bij gelijke porties tot hun erfgenamen. Behalve haar testatrices 3 voorzonen Jan, Claes en Cornelis Gerritsz, die boven hun vaderlijke erfenis tot hun "avancement" nog hebben genoten: Jan Gerritsz een paard van 5 pond of fl 30, gekomen van Lange Willem; item een koe en een bed, dat hij nog op 14-05-1608 als geld van testatrice ondergenomen heeft de som van fl 44:13:0, lopende op rente; item Claes Gerritsz 3 koeien met een bed, en heeft op 14-08-1615 aan geld ondergenomen fl 200; en Cornelis Gerritsz een koe met een bed.