XII-209 Van Bercheijck, Gerard

Gerard van Bercheijck (= XII-221)

alias Gerrit, Garhardt, Gerhard


ouders: Johan van Bercheijck en Elisabeth van Dompselaer


geboren: voor 1620?

gedoopt:

overleden: na 30-4 en voor 17-11-1684

begraven:


beroep: doctor in de beide rechten, advocaat aan het Hof van Utrecht (1644, '47), raadslid (1676), schepen (1677) en burgemeester van Rhenen (1679-1684), ordinaris gedeputeerde in de Staten van Utrecht (1681)

woonplaats / adres: Rhenen


relatie: trouwt tussen okt 1670 en juni 1674


Catharina Elisabeth de Cupre van Berchambacht (XII-210 en XII-222)


ouders: Christiaan de Cupre en Maria Magnus


geboren:

gedoopt:

overleden: Utrecht 8-1-1730

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:

weduwe van George/Jurriaen van Lennip


kinderen:

  1. Gerard Johan van Bercheijck, ?-1738, X 1699 Maria Catharina de Sweserengh, VOLGT XI-105

  2. Lumea Elisabeth van Bercheijck, geboren: , gedoopt: Rhenen 15-8-1677
    overleden: Utrecht 3-10-1766
    beroep:
    woonplaats / adres: Utrecht (1721; Ambachtstraat, 1766)
    relatie: ongehuwd.

biografische aantekeningen


Burgemeester Gerard van Bercheijck bezit landerijen buiten de Bergpoort in Rhenen, en ook een boomgaard. Na zijn dood bezit zijn vrouw die boomgaard, en nog later dochter Lumea Elisabeth. Ze hebben ook grondbezit in Klein-Ammers en Bergambacht, dat ze verhuren.

Hij is eigenaar van een vicarie (een fonds op geestelijk bezit, dat jaarlijks inkomsten oplevert) gevestigd op de St Joriskerk van Amersfoort, waarschijnlijk aangekomen via de familie van zijn moeder Van Dompselaer

In 1670 treedt Gerard van Bercheijck als advocaat op in een zaak die de kinderen van Christiaen de Cupre aanspannen tegen de secretaris van Berchambacht. En Gerard zal in plaats van Jacob de Cupre in datzelfde jaar de vergadering van Waarsmannen van Bergambacht voorzitten. Heeft hij bij die gelegenheid zijn toekomende vrouw Catharina Elisabeth de Cupre ontmoet, die dan nog getrouwd is met Van Lennip?


bronnen


lit: Algemeen Ned. Familieblad 1888: genealogie Van Berch Eijck.

* 1637, 17-10: Streekarchief Zuidoost Utrecht, policieboeken Rhenen, invnr 8: pte requeste bij Gerrit Bercheijck op huijden den 17en october 1637 gepresenteert, is geappoincteert. Tgerecht ontseijt den suppliant sijn versoeck.

* 1639, 30-12: HUA, notariële akten nots G. Vastert [U21a7 - 158]: Adrianus Heurnius, Sect:s en Capit: van St Johans te Utrecht, en Margareta van Bercheijck, echtgenoten, verklaren tot momboirs over hun onmondige kinderen (naast de langstlevende van hen) aan te stellen Bartholomeus van Bercheijck, advocaat in het hof van Utrecht, en Gerrit van Bercheijck, des comparanten broeders en behuwdbroeders, en de vroedschap en weeskamer van het voogdijschap uit te sluiten. etc. (w.g. Heurnius 1639 advct.., Maergrita Bercheick + get. en nots)

* 1644, 18-12: HUA, notariële akten nots F. Zwaerdecroon [U28a10-103]: Mr. Gerard Bergeijck, advocaat voor het hof van Utrecht, als posseseur, voor zichzelf en zich sterk makende voor Elisabeth van Dompselaer, zijn moeder, als collatrice van "sekere vicarije gefundeert op sekeren Altaer aen de Noortsijde van St. Joriskercke 't Amersfoort" bekennen, als gevolg van een arbitrale uitspraak door mr. Richard van Coetsfelt en Bernhard van Zutphen, advocaten aan het Hof van Utrecht, dd 19-11-1644, uit handen van Thijman van Gessell, vader en voogd over zijn kinderen en daarom possesseur van een erf en goed in Soest te hebben ontvangen fl 134:8:- als aflossing van de jaarlijkse rente van dit postulaat, waarvoor betaald werd fl 8:8:- voor verlopen rente tot heden toe. Gerard van Bercheijck belooft deze aflossing te doen valideren en machtigt Cornelis van Portengen, procureur, om dit te doen registreren. (w.g. Ger: Bercheijck, + get en nots) [een vicarie is een fonds, gevestigd op een kapel of ander geestelijk bezit, dat jaarlijks inkomsten opleverde]

* 1647, 15-12: Streekarchief Zuidoost Utrecht, transporten, plechten etc Rhenen, invnr 410: Gijsbert Hermansen van Beem x Anna van Hoeven bekennen schuldig te zijn aan Gerard Bercheijck, advocaat voor het Hof van Utrecht, een jaarlijkse losrente van 31-5 wegens 500 gulden hoofdsom. Als onderpand stellen zij hun huis in de Kruisstraat, daar oostwaarts de straat, zuidwaarts Evert Evertsen, noordwaarts Dirck Robbertsen en westwaarts Willem Woutersen Roest, zijnde deels thijnsgoed van het kind van jonker Huijbert van Rhenen.

* 1648, 5-10: Streekarchief Zuidoost Utrecht,transporten, plechten etc Rhenen, invnr 410: Gosen Roelofsen x Margaretha van Wijck constitueren Jorden Thonissen, gerechtsbode te Wageningen, om daar te bekennen schuldig te zijn aan Gerard Bercheijck, advocaat voor het Hof van Utrecht, 800 gulden. Als onderpand stellen zij 13 morgen wei- en bouwland te Lakemond onder Wageningen.

* 1651, 26-5: HUA, Notariële akten nots G. Vastert [U21a18-71]: Gerard van Bercheijck wordt gemachtigd om namens de erfgenamen van Jacob van Asch van Wijck en Elysabeth Uijtten Engh een hof in Buiten Wittenvrouwen over te dragen aan Adrianus Heurnius, secretaris van het kapittel van St Jan te Utrecht.

* 1653, 24-6: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Johan Gilpin, invnr 2055: Louw Jacobsz x Hendrickje Jans, won. Achterberg, Jan Jansz, Hendrick Jansz Haen en Eb Willemsz als ooms en mombers over de onmondige kinderen van Jan Jansz Haen x Hendrickje Willems, constitueren Gerrit Bercheijck om voor mr. Joannes Heurnius, raad en rentmeester-generaal van de domeinen van Utrecht, te transporteren aan Bartholomeus Bercheijck x Geertruijt Heurnius 1/3 van een huis, hofstede, boomgaard, bouw- en hooilanden te Achterberg, groot 13-14 morgen, waarvan de andere 2/3 delen hen al competeren.

* 1653, 21-12: Streekarchief Zuidoost Utrecht,overdrachten, hypotheken, verkopen Amerongen, invnr 148: Thonis Gijsbertsz x Harmken Gijsberts, won. Dwarsweg, nemen hypotheek van Gerard Bergeijck, advocaat voor het Hof van Utrecht, op hun hofstede aan de Dwarsweg, genaamd den Diemen, daar ow ’t kerkenveen, ww Cornelis Jansz Boschman. Geroijeerd 20-2-1665. En een hypotheek aan Gosuinus de With x Elisabeth Houwel van 400 gl. Ook geroijeerd 20-2-1665.

* 1654, 6-7: Het Utrechts Archief, Hof van Utrecht 236-1: Sophia Staels wonende in Emmerick int lant van Cleeff, eerst wed. van zaliger Daniel van Beugum en daarna van Bartholomeus van Been zaliger, voor haar zelf en als voogdes van Cornelis van Beugum haar zoon possesseur en mede patroon van de vicarie in de kerck van Wyck geheten Vorsselaersvicarie, cst Mr Gerart Bercheyck

* 1655, 21-12: Streekarchief Zuidoost Utrecht, stukken van particulieren, Rhenen, invnr 903a: Regest 141.01=147.01. De weduwe van de Raad, rent-, hof- en tinsmeester van de domeinen 's Lands van Utrecht beleent Mr. Gerardt Bercheyck met het erfpachtgoed groot 4 morgen veen en veld, zijnde het 3e deel van 12 morgen gelegen in Veenendaal op het Overeinde van de Oude Compagnie tussen de Veengrift en de Monnicken weg, na dode van zijn moeder Elisabeth van Dompselaer. (Transfix bij 1625 December 23.)

Transcriptie

Ick Margareta Wtenbogaert, als weduwe ende boedelharster van wijlen mr. Joannes Heurnius, in sijn leven raedt, rentmeester, hoff- ende thinsmeester generael vande Domeijnen slandts van Utrecht, ende in crachte vanden appoinctemente vande heeren, edelen ende ridderschappe slandts voorschreven, in dat den XXII januarij 1655, den VI februarij daeraenvolgende, ter beschrijvinge vande Edel Mogende Heeren Staten deser provincie geaggreeert, doe condt allen luijden dat voor mij ende thinsgenoten naerbeschreven in propre parsoon gecomen ende gecompareert is mr. Gerardus Bercheijck, advocaat sHooffs voorschreven, ende verclaerden hij comparant hoe dat door dode ende overlijden van Elisabeth van Dompselaer, sijn moeder saliger, op hem als outste soon gesuccedeert ende bestorven waren seeckere vier mergen veenen ende velde, wesende het rechte dardendeel van twaelff mergen, gelegen in Venendael opt Overeijndt vande Oude Compaignie, streckende uijtte gemeen Veengrift noortwaerts op tot aende Monnickewech toe, ende dwars uijt Anthonis Raep sijn Bronwijck, oostwaerts tot aende splittinge van Gerrit Beerents, wesende erffpachtgoedt vande voorschreven Domeijnen, biddende ende versoeckende hem comparant daermede te willen verlijden, verleenen ende investisuer daer van gunnen ende geven. Gehoort welck versoeck ende mede gesien hebbende de doorgetransifxeerde brieven, soo hebbe ick Margareta Utenbogaert inde qualite voorschreven verlijdt ende verleendt, verlije ende verleene mitsdesen mr. Gerardt Bercheijck, advocaet voornoemt, mijnen jegenwoordigen brieve mitte voorschreven vier mergen gelijck deselve hier vooren oock mede inde doorgetransfixeerde brieven breder verhaelt staen, omme de selve te houden ende te gebruijcken tot een erffpachtgoedt vande voorschreven Domeijnen, ende voorts aen te maecken in conformite ende op alle de conditien als den eersten uijtgiftbrieff, wesende van date den XXVIII decembris 1610 medebrengende is. Beheltelick dat de voorschreven mr. Gerardt Bercheijck, sijne erffgenamen ende nacomelingen, gehouden sullen wesen jaerlicx ende alle jaer elff gulden van twijntich stuijvers tstuck aent comptoir vande voorschreven Domeijnen te betalen Martini inden winter ofte binnen ses weecken daer naer, op peijne van dubbelden erffpacht, ende voorts deselve Domeijnen ende een ijeder sijns rechts. Alles sonder arch ofte list. Hier waren over ende aen daer dit geschieden Elias van Rhijn, Olderoq, ende Gerrit van Duijvenhoff, pander vande voorschreven Domeijnen, thinsgenoten. Des toirconde heb ick Margreta Wtenbogaert inde voornoemde qualite desen brieff mit mijn mans [138] segel uijthangende bevesticht. Gegeven int jaer ons Heeren duijsent ses hondert vijff ende vijftich opten XXI decembris.

* 1661, 19-8: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Johan Gilpin, invnr 2055: Aert Rutgersz constitueert Gerard Bercheijck contra Aert van Doorn.

* 1661, 26-9: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Jacob Boumeister, invnr 2056: Peter Cornelisz van Schoonhoven constitueert Gerrit Bercheijck, advocaat voor het Hof van Utrecht, om te kopen de tins van de Domeinen van Utrecht uit zijn huis gaande.

* 1662, 15-9: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, transporten, plechten etc, invnr 421: Conform acte van 19-7-1654 waarbij Cornelis Harmensz van Holten x Heijltje Jaspers hebben schulden opgebouwd bij hun pachtheer Gerard Bercheijck tot 630 gl. Cornelis doet afstand van een akker land in Asch en het recht van 1/3 in een dergelijke akker ook daar gelegen, gekomen uit de boedel van Jasper Hermansz, haar vader, en van Lijsje Jaspers, hun zuster.

* 1665: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, stukken betreffende gevoerde civiele processen, invnr 219-4. Garhardt Bercheijck contra Jan Gerritsz Reumelaer, betreft betaling van 24 penningen heercomende van opgebeurde pen: wegens executie van een koe.

* 1667, 12-2: HUA, notariële aktes nots G. de Coten [U38a1 - 237]: Cent Dircx van de Cuijll en Gerard Bercheijck, advocaat, geassisteert met Jacobus van Huern, zijn neef, van wege de wed. van de heer Adrianus Hernius in sijn leven secretaris capittule St Jan, verklaren dat de eerste comparant op één mei 1667 toekomende of binnen 14 dagen daer na fl 215,- zal betalen aan de wed Heunius, conform een uitspraak van 21-6-1664 en conform het contract dat op 10-3-1655 tussen partijen is opgericht

* 1667, 13-2: HUA, notariële aktes nots J. Duerkant [U70a2-14]: Pieter Haegman en zijn vrouw Johanna van Bronckhorst, die mede-erfgenaam is van Gerrit Gerritsz Bronckhorst, in leven Raad in Rheenen, machtigt Thomas Bercheijck en Hendrick van Swol om nomens hen een weiland en een boomgaardje bij de Luisenberch, buiten de Bergpoort te Rhenen te verkopen aan Mr. Gerard Bercheijck, advocaat in den Hove van Utrecht, gelegen noordelijk naast het land en de boomgaard van de koper.

* 1667, 24-10: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Johan Gilpin, invnr 2055: Willme Branden constitueert Ludolph de With om te consenteren in de eis van Gerrit Bercheijck om de geëiste schuld op Kerstdag te betalen.

* 1670, 19-10: HUA, notariële aktes nots N. van Vechten [U64a2 - 149]: De heren Jacob, Pieter en Sijmon de Cupre, kinderen en mede-erfgenamen van de hoogedelgeboren Vrouwe Maria Magnus, in haar leven vrouwe van Berchambacht etc, hun moeder zaliger, voor zichzelf en zich sterk makende voor hun andere broeder en hun zusters, machtigen Mr. Gerard Bercheijck, advocaat voor het Hof van Utrecht, en Johan Roosenboom, procureur voor de Hoge Raad in Holland, om aan te nemen de "arremente van de processe bij wijlen welgemelte vrouwe van BerchAmbacht in haer leven gesustenteerd voor den vrsz Hove van Hollant in cas van liquidatie ende Jacob Henricxsz David in sijn leven gewesene schout van Berchambacht, ende voorts daerinne te procedeeren...", alsmede tegen Nicolaes van Soelen (w.g. Jacob de Cupre, Pieter de Cupre, Simon de Cupre). Deze acte is een herhaling van een nagenoeg gelijkluidende akte van 12-7-1670.

* 1670, 21-10: HUA, notariële aktes nots N. van Vechten [U64a2 - 151]: Jacob de Cupre, heer van Berchambacht etc, committeert en constitueert Mr. Gerard Bercheijck om in zijn naam en in zijn plaats "voor te sitten op de gemeene landts reeckeninge die de waersluijden van Berchambacht over dese jaere 1670 sullen comen te doen, ende voorts aldaer des gemeenen landts welvaeren ende profijten (...) voor te staen ende voorts alles daerinne te doen wes nodich is".

* 1671, 23-1: HUA, notariële aktes, nots. F. van Merkerck [U77a2-45]: Mr. Gerard Bercheijck, advocaat 's Hoofs van Utrecht, en Joffr argrieta Bercheijck, weduwe van den heer Adriaan Heurnius, in sijn leven secretaris van den Capittele St Jan te Utrecht, herroepen alle eerdere procuraties, en machtigen opnieuw Dirck Woertman, procureur te Utrecht, om namens het te procederen.

* 1671, 1-5: HUA, notariële aktes nots R. van Cuijlenborch [U86a1-65-2]: Francois Ormea en Wolterus van Loon verschijnen, en Ormea verklaart dat hij de voogdij over Hendrik van Deuverden, de innocente zoon van wijlen Gerard van Deuverden, niet langer kan vervullen. Wolterus van Loon verzoekt vervolgens Gerard Bercheijck om het voogdijschap op zich te nemen, die daarin toestemt.

* 1671, 3-7: HUA, notariële aktes, nots C. van Vechten [U31a14-134]: Catharina Elisabeth de Cupre, weduwe wijlen dhr Georgius van Lennip, wonende ter Elborgh in Gelderland, mede-erfgename van Christiaen de Cupre en vrouwe Maria Magnus, in leven heer en vrouwe van Bergambacht, machtigt notaris Nicolaes van Vechten om namens haar, naast de andere erfgenamen, te hypotheceren, vestigen en verzekeren op alle landerijen, huizinge, getimmerte, beplantinge en bepotinge die tot de boedel van haar ouders behoort, in Zeeland, Holland en het Sticht.

* 1671, 6-9: HUA, notariële aktes, nots. F. van Merkerck [U77a2-65]: Jan van Wijk, herbergier te Utrecht, machtigt Gerrit Bercheijck, procureur te Rhenen, om van de zonen van heer Commandeur en Kapitein Van Reede fl 15:2:- te vorderen, die hij Van Wijk schuldig is wegens vertering van eten en drinken, en de zonen desnoods te arresteren

* 1674, 3-6: Het Utrechts Archief, notarieel nots. C. van Vechten [U031a15 - 147]: Jacop de Cupre, heer van Berchambacht, Pieter de Cupre, heer van 'sHeerenAertsberge, Simon de Cupre, heere van Ammerstoll, voor zichzelf, dominee Harmannus van Halen, predikant te Utrecht, als man van Petronella de Cupre, en Cornelia de Cupre voor zichzelf, en te samen zich sterk makende voor Joost Caspar van Rhenes, man van Maria de Cupre, en voor Gerardt Bercheijck, man van Catharina Elisabeth de Cupre - allen erfgenamen van de weledele heer Christiaen de Cupre en vrouwe Maria Magnus, in hun leven echtelieden, en heer en vrouwe van Berchambacht, 'sHeerenAertsberch en Ammerstoll. Zij machtigen de Utrechtse notaris Nicolaes van Vechten om namens hen de lijfrenten te ontvangen die de Staten van Zeeland en de stad Middelburg hen schuldig zijn, en die uit te betalen aan Catharina Verbrugge, weduwe van Cornelis Elsdijck (burgemeester vanm Middelburg), die namens mr. Pieter Minninckx (gecommiteerde Raad in Zeeland) een vordering heeft op de boedel - op grond van tweeobligatie, de ene ten laste van wijlen Pieter Magnus, de ander ten laste van wijlen George de Cupre.

* 1674, 16-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, rol van civiele zaken Amerongen, invnr 124-132: Dhr. Garhart van Bergeijck contra Thonis Hendricksz van Colfschoten, den ouden voor hem selven, ende als fiduciare momber over ende van Thonis Hendricksz den jongen sijnen broeder eenige erfgenamen van Joost Thonisz ende Neeltjen sijn huijsvrouw haer grootvader ende grootmoeder, tot kennen of ontkennen hun handtekening onder huurcedulle van 4-4-1662. Voortgezet 30-11-1674.

* 1675, 1-3: Streekarchief Zuidoost Utrecht, rol van civiele zaken Amerongen, invnr 124-132: 1-3-1675 Dhr. Gerard Bergeijck contra Tonis Hendricksz den ouden. Derde default alsnoch te begeren. ende dat uijt crachte vandien de hant onder de huercedulle staende, sal gehouden worden voor bekent

* 1675, 12-7: Streekarchief Zuidoost Utrecht, rol van civiele zaken Amerongen, invnr 124-132: Dhr. en mr. Gerard Bercheijck contra Lambert Gijsbertsz. Hij uijt krachte van req. aen desen Ed. Gerechte gepresenteert 28-6-1675 concludeert tot decretement ende obedientie vanden arreste en interdictie poenael stadthoudende tot dat cautie voor de verschenen pachten en ongelden sal werden gestelt en voorts tot betaling van 160 gl van twee jaren pacht. Op 26-7-1675 compareren Lambert Gijsberts x Lijsien Thomas, won. Ginkel, en verklaren dat zij hiervoor geen borg kunnen krijgen. Zij geven hun goederen over.

* 1675, 18-9: HUA, Notariele aktes, nots N. van Vechten [U64a4-131]: Jacob de Cupre, heer van Bergambacht, dominee Harmannus van Haelen en zijn vrouw Pitronella de Cupre, Gerardt Bercheijck en zijn vrouw Catharina Elisabeth de Cupre, en Cornelia de Cupre, mede-erfgenamen van Christaen de Cupre en vrouwe Maria Magnus machtigen vrouwe Catharina Verbrugge, vrouwe van Elfdijck, wonende te Middelburg, om namens hen de lijfrenten te incasseren die zij (samen met de mede-erfgenamen van hun ouders) te vorderen hebben op de Staten van Zeeland en de stad Middelburg, en om daarmee de schuld die zij hebben bij dhr Munnincx te voldoen.

* 1676, Streekarchief Zuidoost Utrecht, Policieboeken Rhenen, invnr 8: Op een lijst van het Stadsbestuur van Rhenen uit 1676 prijken Thomas Bercheijck en Gerrit Bercheijck als Raadslid

* 1676, 7-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Amerongen, nots. Godert v.d. Doorslag invnr 168: Mr. Gerhardt van Bercheijck als oudste leenvolger op straat van Morre van Domselaer constitueert mr. Samuel Gerobulus, oud-raad in de vroedschap en schepen te Utrecht, om te verschijnen voor stadhouder en leenmannen van Utrecht en te verlenen met de helft van 1,5 hoeve veen te Elstervenen, strekkende van de Carthuijserveenen tot in Elsterboschweer toe, zoals Morre van Domselaer die laatst bezeten heeft en daarmee in 1603 of in 1604 verleid is geweest. Voorts uit krachte van koopcedulle dd 24-10-1608 het veen te transporteren aan Simon van Holten voor hemzelf en voor zijn moeder Mechtelt Jans en zijn andere broers en zuster, het recht van zaliger Harman van Holten hebbende.

* 1676, 7-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Amerongen, nots. Godert v.d. Doorslag invnr 168: Simon van Holten constitueert Jacob van Heurne om voor stadhouder en leenmannen bij willige afstand van Garhardt van Bercheijck te verlenen ten behoeve van Simon van Holten, zijn moeder en andere broers en zuster de helft van 1,5 hoeven veen in Elsterveenen.

* 1676, 24-10: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Thomas Bercheijck beroept zich op het Hof van Utrecht contra Gerard Bercheijck.

* 1676, 20-12: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Thomas Bercheijck procureur alhier, beroept zich op Hof van Utrecht, contra Gerard Bercheijck.

* 1677, Streekarchief Zuidoost Utrecht, Policieboeken Rhenen, invnr 9: In 1677 zijn Thomas Bercheijck en mr. Gerard Bercheijck raadslid, maar prijkt Gerard op de lijst van genomineerde Schepenen. Hij wordt ook daadwerkelijk in dat jaar tot Schepen benoemd.

* 1677, 10-9: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Wijk bij Duurstede, nots Johan van Sandick invnr 2500-281: Cornelis Janss van Spithoven en Joost Casperss van Renese, cs. beloven een achterstallige huurschuld van vier jaar te betalen, staende drie morgen land op de Noort. Alsmede Gerardt van Bercheyck, samen voor hun beider vrouw alsmede voor Cornelia de Cuypere van Berchambacht, allen erfgenamen van Joris de Cuypere van Berchambacht.

* 1678, 21-4: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Catharina Elisabeth de Cupere van Berchambacht, mede-erfgenaam voor 1/8 van Christiaen de Cupere x Maria Magure, in leven heer en vrouw van Ammersen, Bergambacht en Seraertsberg, etc, haar vader en moeder, en mede-erfgenaam voor ¼ van Joris de Cupere, haar broer, die een mede-erfgenaam voor 1/8 was van dhr en vrouw van Bergambacht, gehuwd met Gerard van Bercheijck, constitueert Johannes de With en Nicolaes van Vechten om te Schalkwijk uit een kapitaal van 2000 gl die Joachim van Schadenbroeck te spreken had op de boedel van de vrouw van Bergambacht door deling van die boedel aangewezen ten laste van Cornelia de Cupere x kapitein Swesereng.

* 1678, 17-6: HUA Notariële akten, nots N. van Vechten [U64a7-113]: Joost Caspar van Renesse, Duijtsche Ordens Ridder en commandeur van Dieren, voor zichzelf en voor Gerard Bercheijck als man van Catharina Elisabeth de Cupre en voor vrouwe Cornelia de Cupre, machticht Gerard Adriaansz van Leenst, notaris en procureur te Vianen, om arrest te doen op de vruchten die Henrick Evertsz heeft staan op acht morgen land in Hagestein in de Biesen, die de comparant, Bercheijck en Cornelia de Cupre competeert, ten zij Henrick Evertsz alsnog cautie stelt (iemand die borg staat) voor de pacht van dit lopende jaar à fl 80,- en de voorgaande twee jaren zal hebben voldaan.

* 1679, 20-4: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Attestaties voor en door het gerecht Rhenen, invnr 176: Attestatie van gerecht dat in 1676 in levende lijve is geweest Catharina Elisabeth de Cupre, dochter van Christiaen de Cupre, in leven heer van Berchambacht, tegenwoordig huisvrouw van mr. Garhardt van Bercheijck, burgemeester onzer stad.

* 1679, 14-8: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Maria van Eck, laatst wed. Jan Vincent van Dijck, sieck te bedde leggende, legateert aan Lumea Elisabeth van Bercheijck, dochtertje van burgemeester Bercheijck x Catharina Elisabet de Cupere van Berchambacht, 200 gl en sekere silvere penning waer op staet afgebeelt de belegeringh van Munster, en alle zijden- en wollen kleren. En aan haar dienstmaagd Willemijna Herpijn 50 gl aan geld. En aan vrouwe Bercheijck een dekbed met kussentjes. En aan Jacoba van Dijck, haar man zaliger voordochter een vergulden penning die haar van haar man op trouw gegeven is. Etc.

* 1680: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, stukken betreffende gevoerde civiele processen, invnr 232-2: Attestatie van mr. Gerhardt van Bercheijck op verzoek van Elisabeth Vogelsanck erfgenaam van haar zuster. Over Reijnier van Groenevelt, wonende te Veenendaal

* 1680: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, stukken betreffende gevoerde civiele processen, invnr 232-9: Mr. Gerard van Becheijck contra Thomas Bercheijck. Advies van rechtsgeleerden over 3000 gl

* 1680, 16-5: Streekarchief Zuidoost Utrecht, sententies in civiele zaken etc, Rhenen, invnr 162: Gerard van Bercheijck contra Thomas Bercheijck.

* 1680, 20-12: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Attestaties voor en door het gerecht Rhenen, invnr 176: Garhardt van Bercheijck, doctor in beide de rechten, eerste burgemeester van Rhenen, en Wolphert van Brederode geseijt Cloetingen verklaren dat Margrita van Aleman weduwe richter Arnt Feith is geweest een wettige dochter van Astnius van Aleman en Maria van Holsteijn, welke Maria van Jselsteijn wij verstaan hebben geweest te zijn de wettige en volle zuster van jonker Maximiliaen van Iselsteijn en dat Maria van Jselsteijn nog heeft gehad een dochter Sibilla Sack in echte verwekt bij jonker Sack. Maria van Jselsteijn is in Rhenen overleden en begraven, en haar beide dochters tot Elburgh en daar omtrent aan Johan en Arnt Feijt getrouwd zijn geweest.

* 1681: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, stukken betreffende gevoerde civiele processen, invnr 234-12. Mr. Garhard van Bercheijck contra Jan Aertsz de Vaell; Gerecht doet uitspraak

* 1681, 21-1: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Garhard Bercheijck, burgemeester van Rhenen, constitueert Jan Abrahamsz den dicken schout van Bergambacht om uit de nagelaten boedel van Merrigje Jans, wed. Jacob Hendricksen Davit, als borg voor Klaes van Soelen te vorderen betaling van 2 jaren pacht van een weijkampjen te Bergambacht tot 26 gulden.

* 1681, 5-2: HUA, Notariële akten nots J. van Paddenburgh [U81a1 - 253]: Jacob van Heurn, advocaat voor het Hof van Utrecht, oom paternel en mede voogd van Elisabeth Heurnius, enige nagelaten dochter van Johan Heurnius en Theodora van Buijren, geeft toestemming voor het huwelijk van zijn nicht met luitenant Johan Palljee. Ter zelfder tijd compareert Mr. Gerard van Bercheijck, eerste Borgemeester der Stad Rhenen en ordinaris gedeputeerde ter vergadering van de Ed. Mog. Heren Staten van deze provincie, als oud-oom van Elisabeth Heurnius, geeft ook zijn toestemming.

* 1681, 14-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, sententies in civiele zaken etc, Rhenen, invnr 162: Gerhard van Bercheijck contra Jan Aertsz de Vael.

* 1682: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, Stukken betreffende voornamelijk lijfstraffelijke, boetstraffelijke en vrijheidsstraffelijke processen, invnr 48-3: Verhoor van Willem van Brummen, Maijgje Lamberts, diens huisvrouw, Neeltje Henricks ter Horst, Helena Scheffelers, en de weduwe van schepen Verweij. Jonker Warnard van Lennip is uit het huis van burgemeester Bergeijck gekomen. Op straat zong hij een liedje van Franse Dragonders. Hij heeft daarop gevochten met een schildwacht voor het huis van de dragonders

* 1682, 18-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Gerard van Bercheijck x Catharina Elisabeth de Cupere hebben verhuurd aan Wouter Sijbertsen Backer, won. Klein-Ammers, alle des verhuurders landen in Bergambacht, uitgezonderd hun erfelijke portie in de nagelaten goederen van Joris de Cupere, voor 16 jaren.

* 1682, 6-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 133-138: Civiele processen Amerongen: Request van mr. Gerard Bergheijck op en jegens Cornelia Beerten wed in de Ginkel.

* 1682, 13-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 124-132: Rol van Civiele zaken Amerongen: Dhr Gerard Bergeijck, burgemeester Rhenen contra Cornelia Beerten wed Willem Lentsz voor, ende van Wouter Westenengh na, voor haer selven ende mede als moeder ende momberse van hare onnmundige kinderen omme te kennen of ontkennen de hand van Willem Lentsz onder huurcedulle van 1-3-1682. Voortgezet 14-11-1682.

* 1682: ZOU 64 Dorpsgerechten invnr 156 Amerongen (overige zaken): Dhr van Bercheijck wil de hofstede te Ginkel verhuren waar za: Wouter Westeneng op gewoond heeft. Hij wil ook de inboedel op de hofstede verkopen. Op dinsdag 21-11-1682 is er open dag op de hofstede.

* 1683: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, Stukken betreffende voornamelijk lijfstraffelijke, boetstraffelijke en vrijheidsstraffelijke processen, invnr 48-10: Getuigenverklaring van Roelofje Dircks, huisvrouw van Dirck Woutersz van Tinderen, Gerrit Cornelisz Carman, en Jan Jansz van Benthem /Over schelden van Jacob Verweij aan burgemeester Bercheijck

* 1683, 16-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Mr. Gerard van Bercheijck, burgemeester, constitueert Johan van Bijlert om in de eis bij Christina Knijff q.q. voor het Hof van Utrecht tegen hem gedaan te consenteren. Christina is mede-erfgenaam van Victor Knijff.

* 1683, 13-3: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Mr. Gerard van Bercheijck, eerste burgemeester, constitueert N. de Cruijf, procureur voor de kleine rol ’s lands van Utrecht in omnibus ad lites in communi forma cum ratificatione actorum.

* 1683, 10-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Stukken over gefundeerde vicariën in de kerk te Rhenen, invnr 806: Burgemeester Bercheijck heeft voorgesteld dat door secretaris Quint was verzocht te willen onderzoeken welke goederen behoren tot de vicarie toebehorende de pater van Sicilië en gefundeerd in de Kloosterkerk alhier, wegens de tertie. In de omslag zitten twee specificaties van de vicariegoederen van de vicarie St. Spiritus, waarvan possesseur is geweest jonker Cornelis van Stoutenburgh. Cornelis Ponsen heeft voorheen gebruikt 4 morgen land in de Marsch en een weinig land. Een zekere Jan Marens? heeft voorheen 8 morgen hooi- en weiland gebruikt, genaamd ?? ?? gelegen omtrent Rhenen. En 8 morgen hooiland omtrent Rhenen en een huis met een hofstede En 3,5 morgen bergland, voorheen gebruikt om de derde garf. En 1 morgen mede gebruikt om de derde garf. En 4 percelen bergland omtrent Rhenen, mede gebruikt voor de derde garf.

* 1684, 17-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Catharina Elisabeth de Cupere van Bergambacht, wed. Gerard van Bercheijck, vertoont een besloten testament van 30-4-1684 met seclusie van de weeskamer. Het bevat het testament van Gerard van Bercheijck, zoon van Johan van Bergeijck en Elisabeth van Domselaar. Hij stelt tot zijn erfgenamen zijn twee kinderen verwekt bij Catharina Elisabeth de Cupere van Bergambacht, met namen Gerard Johan en Lumea Elisabeth van Bercheijck.

* 1685, 9-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Catharina Elisabet de Cupere van Bergambacht, wed. Gerard van Bercheijck, constitueert Henrick Ribbius, procureur voor het Hof van Utrecht, tegen Jacob Verweij.

* 1685, 13-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Jacob Verweij, burger alhier, bekent heden afgerekend te hebben met Catharina Elisabeth de Cupere van Bergambacht wegens levering van vlees, hooi, weigeld van een paard, het maken van de heining aan de boomgaard en anderszins.

* 1685: ZOU 66 Stadsgerecht Rhenen, civiele processtukken [invnr 238-15]: Kupius en Bercheijck /Betalingen aan weduwe Bercheijck en cameraer Verweij

* 1686, 11-4: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Jacob Verweij, vleeshouwer te Rhenen, constitueert Anthonis Versteegh, procureur voor het Hof van Utrecht, tegen Catharina Elisabeth de Cupere van Bergambacht, wed. Gerhard Bercheijck.

* 1687: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Rhenen, stukken betreffende gevoerde civiele processen, invnr 241-12. Catharina Elisabeth de Cupere van Berghambacht, laatst weduwe burgemeester Bercheijck, contra Jacob Verweij. Attestatie van Dirck Jordensen dat hij een jaar geleden in opdracht van Jacob Verweij als pachter van een boomgaard tussen de Rijn- en de Bergpoort verschillende wilgenbomen heeft geknot. Deze boomgaard was van de eister.

* 1687, 26-5: ZOU 66 Stadsgerecht Rhenen, invnr 162, sententies akkoorden txaties etc: Substituut-schout Reumelaer en deurwaarder Lijster verklaren op verzoek van de weduwe van procureur Bercheijck executie te hebben gedirigeerd aan de kooppenningen van een huis onder Peter Dircksz berustende, toekomende de erfgenamen van de rentmeester Huijbert van Wijck.

* 1688, 16-8: Het Utrechts Archief, notarieel nots D. Woertman [U065a2 - 426]: Catharina Elisabeth de Cupere, nu weduwe van mr. Gerard Bercheijck, in zijn leven burgemeester van Rhenen, maakt een nieuw testament. Ze herroept alle oude bepalingen en legaten, uitgezonderd de donatie van de boot die zij aan haar oudste dochter, Christina Maria van Lennip, heeft gedaan. Verder legateert ze aan deze oudste dochter de helft in het land te Mourick, dat ze heeft georven van Juffr. Van Dijck, en waarvan de andere helft eigendom is van De Cupere's twee nakinderen, verwekt door Gerard Bercheijck. Voorts legateert ze aan haar jongste dochter, Lumea Elisabeth van Bercheijck "de peerlen van de vrouwe Comparante", onder de restrictie dat de oudste dochter er ook voor kan kiezen om de peerlen te nemen, en dan erft Lumea Elisabeth de boot. Verder erven deze twee dochters alle kleren, linnen, wol, en tafelkleden; mocht één van beide dochters kinderloos overlijden, dan gaan de nu genoemde goederen zonder aftrek van iets naar de andere dochter. De overige erfenis wordt verdeeld onder haar vijf kinderen, te weten: Warnerus Jacob van Lennip, Christiaan van Lennip (heer van Putten), Christina Maria van Lennip, Gerard Johan Bercheijck en Lumea Elisabeth van Bercheijck. Ze wil graag dat de twee jongste kinderen na haar dood blijven wonen bij haar oudste dochter Christina Maria van Lennip, en dat zij ook de administratie over hun erfdeel voert. De in een eerder testament aangewezen voogd, dominee Johannes Rauwersz te Rhenen, heeft bedankt voor de eer; daarom benoemt ze nu haar oudste zoon Wernerus Jacob tot voogd over haar twee jongste kinderen, en Christiaan van Lennip als plaatsvervanger. Daartoe had ze het recht blijkens de dispositie van wijlen haar man op 30 april 1684 voor nots. Adriaan van Wijk te Rhenen.

* 1691, 23-6: Streekarchief Zuidoost Utrecht, sententies in civiele zaken etc, Rhenen, invnr 162: Alzo burgemeester Kupius en Bercheijck zijn gecommitteerd in de zaak van preferentie rakende de boedel van Jan Petersz Waecker. Bercheijck is inmiddels overleden. Een onpartijdige rechtsgeleerde moet de stukken onderzoeken.

* 1691, 22-12: Streekarchief Zuidoost Utrecht, vnl overdracht en hypotheek Amerongen, invnr 141: Jan Cornelisz den Osch x Aeltje Jans verklaart ingevolge huurcedulle dd 21-3-1690 tussen Warnardus van Lennip namens zijn moeder opgericht voor alle verschenen huurpenningen cedeert hij aan Catharina Elisabeth de Cupere wed dhr Bergheijck, moeder van Warnardus van Lennip zijn inboedel.

* 1691: ZOU 66 Stadsgerecht Rhenen, civiele processtukken [invnr 248-14]: Abraham Kupius en Bergeijck /Zijn gecommitteerd geweest in de boedel van Jan Petersz Waecker. Inmiddels is Bergeijck overleden. Er moet nieuwe commissaris komen

* 1695, 5-3: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Register van erfpachten van de stad, de kerk, het gast- en weeshuis Rhenen, invnr 174: Henrick van Wijckerslooth, oud-burgemeester en schepen, krijgt in erfpacht een hof buiten de Bergpoort daar ten oosten het land van weduwe van burgemeester Bercheijck, ten westen de gemene weg, ten zuiden de weg gaande naar de boomgaard van wed. Bergeijck. Vorige pachter was zijn vader Johan van Wijckerslooth.

* 1695, 9-3: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Register van erfpachten van de stad, de kerk, het gast- en weeshuis Rhenen, invnr 174: Jacob Verweij krijgt in erfpacht een boomgaardje buiten de Bergpoort daar ten zuiden de stadsweigemeente, ten noorden de weg naar het boomgaardje van burgemeester Bergeijck, ten oosten deze boomgaard en ten westen een gemene weg.

* 1700, 3-8: GaHetNa, archiefinventaris 3.19.18, Heerlijkheid ’s-Heeraartsberg, invnr 210: Verklaring afgelegd door Catrina Elisabet de Cupere, weduwe van Gerrit van Bercheyck, Christina Marie van Lennip en Srimia van Bercheyck over het gene wat er op 17 juni 1700 te Ammerstol tussen de heren Jacob en Simon de Cupre enerzijds en Hendrick van der Berch anderzijds over het schout en bodeambt is besproken

* 1703, 12-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 124-132: Rol van Civiele zaken Amerongen: Maria Catharina de Sweserengh als gemachtigde vande hr Gerard de Bergheijck vendrig onder het regiment vanden Hartog van Holsteijn Norborgh des eijsers man in guarnisoen tot Mastrigt, conform procuratie voor den notaris B.D. Meline tot Mastrigt den laesten Janrij 1703 en seeckere getuijgen gepasseert oock als gemachtigde van joffr Catharina Cupere wed van den heer Bergheijck contra Wouter Morren. Hij seijde dat de eijser s.s. ageert was competerende vanden gedaagde als rest van pacht ss: petri 1702 eene somme van acht gulden ende van ongelden voor hem betaelt vijftien gulden mitsgrs vier jaren tiend tot vijftien gulden jaarlijks boven noch een en twintig gulden tien sts wegens turf geld, alle verschenen of vervallen in den Jare 1702. Idem 26-2-1703, 12-3-1703.

* 1717, 22-3: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Register van erfpachten van de stad, de kerk, het gast- en weeshuis Rhenen, invnr 174: Willem Adriaen Bouwensch krijgt in erfpacht een boomgaardje buiten de Bergpoort, daar ten zuiden de stadsweigemeente, ten noorden de weg naar het boomgaardje van burgemeester Bercheijk, ten oosten de voorzeide boomgaard, en ten westen een gemene weg. Vorige pachter Jacob Verweij.

* 1727, 17-3: HUA, Notariële aktes nots J. van den Doorslag [U139a15-38]: De hoogedelwelgeboren Vrouwe Catharina Elisabeth de Cupre, weduwe wijlen de heer Bergeijck, Johan Adolf baron van Renesse, heer van Lokhorst etc, en jonkvrouw Maria Lucretia van Halen, dochter van vrouwe Petronella de Cupre en professor Van Halen, kind en kindskinderen van Christiaen de Cupre en vrouwe Maria Magnus, heer en vrouwe van Bergambacht, machtigen Johan Tilburg, advocaat, om voor het gerecht van Overlangbroek te transporteren aan koper Gijsbert Brantsz, wonende op Berckesteijn, 19 morgen wei-, bouw- en hofland (...) (w.g. dit merck (een kriebellijntje) is gestelt bij vrouwe Catharina Elisabeth de Cupre, wed:e Bercheijck. + get. en nots.)

* 1727, 17-4: HUA, Notariële aktes nots J. van den Doorslag [U139a15-49]: De hoogedelwelgeboren Vrouwe Catharina Elisabeth de Cupre, weduwe wijlen de heer Bergeijck, en Johan Adolf baron van Renesse, heer van Lokhorst etc, kind en kindskinderen van Christiaen de Cupre en vrouwe Maria Magnus, heer en vrouwe van Bergambacht, welke Maria Magnus een dochter was van de heer Jacob Magnus, machtigen jonkvrouw Maria Lucretia van Halen, eenigh kind van Petronella de Cupre en professor van Halen, om namens hen te ontvangen de rente van een renteobligatie van fl 1440,- tot laste van de lande en graafschap van Vlaenderen, en ook nog de rente van twee lijfrenteobligaties tot laste van Middelburg ten lijve van Catharina Elisabeth de Cupre. (w.g.: dit merck (een kriebellijntje) is gestelt bij vrouwe Catharina Elisabeth de Cupre, wed:e Bercheijck. + get. en nots.)

* 1757, 4-4: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 141: vnl hypotheken en overdrachten Amerongen: Gerecht estimeert ten verzoeke van kinderen en erfgenamen van wijlen G. van Bercheijk een huijsinge hofstede met het getimmerte bepotinge beplantinge bouw weij en veenlanden vanouds genaamd Den Heuvel in pacht gebruikt wordende bij de wed van Dirk Langelaar op 2700 gl. En een huijsinge hofstede met het getimmerte bepotinge beplantinge bouw weij en veenlanden in pagt gebruijkt wordende bij Dirk Janse op 500 gl. En een huijsinge en hofstede etc in pacht gebruikt wordende bij Jacob Cornelissen op 1600 gl. En een huijsinge hofstede etc in pacht gebruikt wordende bij Hendrik Aartsen op 1200 gl.


kind 2: Lumea Elisabeth van Bercheijck

* 1677, 15-8: HUA, DTB Rhenen: Lumea Elisabeth, dogter van de Hr Gerhard Bergheijck en Joffr Catharina Elisabeth de Cupere van Berchambacht

* 1679, 14-8: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Maria van Eck, laatst wed. Jan Vincent van Dijck, sieck te bedde leggende, legateert aan Lumea Elisabeth van Bercheijck, dochtertje van burgemeester Bercheijck x Catharina Elisabet de Cupere van Berchambacht, 200 gl en sekere silvere penning waer op staet afgebeelt de belegeringh van Munster, en alle zijden- en wollen kleren. En aan haar dienstmaagd Willemijna Herpijn 50 gl aan geld. En aan vrouwe Bercheijck een dekbed met kussentjes. En aan Jacoba van Dijck, haar man zaliger voordochter een vergulden penning die haar van haar man op trouw gegeven is. Etc.

* 1715, 27-3: familysearch: DTB dopen Ned Herv 's-Gravenhage [scan image 337]: gedoopt Antonis Cornelis, zoon van Hieronimus Slicher en Maria van Outhoorn, get: Antonis Slicher en Susanna Muller, wed. wijlen Cornelis van Outhoorn, gerepresenteerd werdende door Lumea Elisabeth van Bergheijk

* 1720, 6-5: Het Utrechts Archief, Notarieel nots J. van den Doorslag [U139a8-51]: Lumea Elisabeth van Bercheijck leent fl 2000,- uit aan Johannes Picquart te Maurik, onder borgtocht van zijn broer Emond Picquart. [akte niet ingezien]

* 1720, 29-4: HUA, Notariële akten nots J. Woertman [U114a7-71]: Lumia Elisabeth van Bergeijck verkoopt de weesmeesters ten behoeve van de erfgenamen van Nicolaes van de Poort drie afzonderlijke obligaties

* 1721, 26-4: HUA, Notariële akten nots J. Woertman [U114a8-76]: Lumea Elisabeth van Bercheijck, wonende te Utrecht, verkoopt aan de erfgenamen van Cornelis Jansz Schinckel een obligatie, groot fl 526:6:-. [akte niet ingezien]

* 1723, 29-5: HUA, Notariële akten nots J.Vreem [U159a2-169-1]: Johan wernard Fijtingh, verpachter, verkoopt in openbare verpachting aan Lumea Elisabeth van Bercheijck een huyssinge en hoffstede met een stuk veld en veens aan de Dwarswegh in Amerongen/Rhenen, een stuk velds en veen aan de Hooywegh, een stuk velds en veen een de zuidzijde van de Dwarsweghen twee weyden groot respectievelyk 3 mergen 345 roeden en 3 mergen 231 roeden, aen de Rooden Haen in Renswoude. [akte niet ingezien]

* 1724, 25-1: Streekarchief Zuidoost Utrecht, vnl overdracht en hypotheek Amerongen, invnr 141: Frederick van den Honert namens Johan Wernert Feijting transporteert aan Lumea Elisabeth van Bergeijk een stuk velts aan de Dwarsweg

* 1732, 25-3: HUA, Notariële akten nots A.N. Keppel [U164a2-33]: Lumea Elisabeth van Bercheijck machtigt de meester schoenmaker Teunis Bieshaar om haar hofstede onder Amerongen en 't Baggerveld onder Veenendaal en Renswoude te beheren [akte niet ingezien]

* 1736, 3-11: HUA, Notariële akten nots J. van den Doorslag [U139a21-81]: Lumea Elisabeth van Bercheijck leent fl 2000,- uit aan Jan Cornelis Meelhofft, de man van Neeltje Wouters de Bruijn, te Schoonhoven. Als borg staat Neeltje Willems de Jong, de weduwe van Wouter de Bruijn. Op 22-11-1760 verklaar Van Bercheijck dat de lening inclusief de achterstallige rente, is voldaan.

* 1737, 16-12: Het Utrechts Archief, Notarieel nots A. van Woerden [U189a1-112]: Lumea Elisabeth van Bercheijck weigert een wisselbrief te betalen. De brief is uitgeschreven in Paramaribo, Suriname op 1-8-1637 door NN Labadie, gericht aan Lumea Elisabeth van Bercheijck, met het verzoek om fl 56:10,- te betalen aan Dirk Boes of zijn waarnemer. Lumea zegt echter dat ze helemaal geen geld beheert van Labadie uit Suriname, dus dat ze niet zal betalen.

* 1738, 1-8: Het Utrechts Archief, Notarieel nots J. van den Doorslag [U139a23-69]: Lumea Elisabeth van BerchEijck machtigt de camerbode Pieter Huygen om namens haar een huis aan de noordzijde van de Steenweg tegenover de Donkerstraat in utrecht te transporteren aan Anthoni van Buren, die het op 5-7-1738 op een publieke veiling heeft aangekocht.

* 1738, 1-8: Het Utrechts Archief, Notarieel nots J. van den Doorslag [U139a23-70]: Testament van Lumea Elisabeth van Bergeijck, waarin ze de kinderen van wijlen Gerrit Johan van Bergeijck, verwekt bij Maria de Sweseringh, bedenkt, te weten: de oudste dochter Catharina Elisabeth Cornelia van Bergeijck, de tweede dochter: Gerardina Jacoba van Bergeijck, de derde dochter: Lumea Constantia van Bergeijck, aan haar broeders zoon Wernard Jacob van Bergeijck, aan haar neef Frans Dirk van Bergeijck, aan haar neef Anthoni Johan van Bergeijck (soo hij int vaderlant komt), haar broeders zoon Christiaan van Bergeijck (nog ongetrouwd, en hetzelfde geldt voor Catharina Elisabeth Cornelia) en Simon Cornelis van Bergeijck; als executeur benoemt ze capitein Wernard Jacob van Bergeijck.

* 1738, 17-11: HUA, Notariële akten nots J. van den Doorslag [U139a24-73]: Lumea Elisabeth van Bercheijck te Utrecht machtigt Hendrik Bruijst, wonende aan de Dwarsweg onder Rhenen, om, als gevolg van de koopakte van 29-11-1738, een huis en hofstede met alles wat er op en aan hoort, aard en nagelvast is, plus een stuk land, veen, en andere landerijen, gelegen onder de Hoge Heerlijkheid van Amerongen aan de Dwarsweg, van de Schoonderbeekse Grift (of Waterslotinge) tot aan de Hooiweg, Thinsplichtig aan de Ridderhofstad en het Huis van Amerongen op een jaarlijkse thins van vier penningen, te betalen op Sint Martini, plus nog een veld met een schaapskooi en nog twee weiden in Renswoude, in erfpacht van de Carthuisers. Lumea Elisabeth van Bercheijck heeft het hier voorbeschreven goed bij koop verkregen van Jan Wernard Feijttink

* 1739, 17-11: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 141: vnl hypotheken en overdrachten Amerongen: Lumea Elisabeth van Bercheijk, won. Utrecht, constitueert Hendrik Bruijst, won Rhenen bij den Dwarsweg om aan Gerrit Arentse x Maaijke Henriks, won aan den Dwarsweg te transporteren seekere huijsinge en hofstede mitsgaders een stuk velts en veens aan den Dwarsweg, strekkende van de Schoonderbeekse Grift tot aan den Hooijweg. Transport op 27-1-1740.

* 1741, 26-7: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Register van erfpachten van de stad, de kerk, het gast- en weeshuis Rhenen, invnr 174:

Susanna Elisabeth Boumeester, wed. Simon Laats, krijgt in erfpacht een hof buiten de Bergpoort daar ten oosten ’t land van juffr. Bergeijck, ten westen de gemene weg, ten zuiden de weg strekkende naar de boomgaard van juffr. Bergeijk en ten noorden Gerrit van Sandbrink. Vorige pachter Hendrik van Wijkerslooth.

* zonder jaartal (maar ergens tussen 1746 en 1767): Streekarchief Zuidoost Utrecht, Register van erfpachten van de stad, de kerk, het gast- en weeshuis Rhenen, invnr 174: Johannes Menso, predikant te Rhenen, krijgt in erfpacht een boomgaardje buiten de Bergpoort daar ten zuiden de stadsweigemeente, ten noorden de weg naar het boomgaardje van juffr. Bergeijck, ten oosten die boomgaard en ten westen de gemene weg. Vorige pachter Willem Adriaan Bouwensch.

* 1748, 30-1: HUA, Notariele aktes, nots G.F. van der Graaff [U212a1-25]: Frans Dirck van Bercheijck, kapitein in dienst van dezer lande, jonkvrouwe Lumea Elisabeth van Bercheijck, samen gemachtigden van Gerardina Jacoba van Bercheijck, weduwe Jan Bart, van Laurens Storm van 's-Gravesande, man van Lumea Constantia van Bercheijck, van dhr Simon Cornelis van Bercheijck - volgens procuratien van 24-9-1736 en 30-8-1739 ter secretarie te Essequibo (West-Indië) en te Amerongen verleden, en bovendien de rato caverende voor de innocente Cristiaan van Bercheijck, allen te samen erfgenamen ab intestato van haar overleden broeder Anthony Johannes van Bercheijck, in leven Capitain Militair in den Oorlogstrain, overleden begin juli 1743 in Semarang op Java's noordoostkust: zij machtigen Wernard Jacob van Bercheijck, insgelijks erfgenaam van zijn overleden broeder, om gelden te ontvangen bij de VOC ter kamer Amsterdam (w.g. F.D. van Bercheijck, L.E. van Bercheijck)

* 1756, 16-3: HUA Notariële aktes nots N. de Graaff [U218a6-21] notaris Dirk van Poolsum is fl 300,- schuldig aan Lumea Elisabeth van Bercheijck, en zij krijgt in onderpand een obligatie van fl 500,- ten laste van de provincie Utrecht. De schuld is voldaan op 31-5-1757 [niet ingezien]

* 1757, 28-1: HUA, Notariële akten nots N. de Graaff [U218a7-8]: Jonkvrouwe Lumea Elisabeth van Bergeijk, gezond van oordeel en verstand, verwijst naar haar testament van 1-8-1737 (notaris Jacob van den Doorslagh), en maakt nu een codicil, vermits door het vooroverlijden van Catharina Elisabeth Cornelia van Bercheijck, en Gerardina Jacoba van Bercheijck, mitsgaders haar neef Anthony Johan van Bercheijckde betreffende legaten waren vervallen. Ze legateert aan haar neef Christiaen van Bercheijck de lijftocht van alle obligaties die zij zal nalaten, zijn leven lang, en na zij dood worden de obligaties dan onder haar andere erfgenamen verdeeld, maar zo dat fl 3000,- terecht komt bij de executeur en mede-erfgenaam Wernard Jacob van Bercheijck en zijn huisvrouw Helena Geertruijd Willemot, na hun dood bij hun dochters, en als die allemaal kinderloos overlijden, dan tenslotte bij Laurens Lodewijk van Bercheijck en zijn vrouw Maria Catharina Storm van 's-Gravesande. H.G. Willemot erft haar gouden snuifdoos (en na haar overlijden erven de drie dochters van Willemot die, dwz: de oudste van degenenen die dan nog leven). Haar parels legateert ze aan Lumea Constantia van Bercheijck, echtgenote van Laurens Storm van 's Gravesande; die parels mogen niet worden verkocht, maar vererven op de oudste dochter etc. De huisvrouw van Simon Cornelis van Bercheijck erft haar beste kleed en een paar zilveren Schoupen, de rest van haar kleren gaan naar de drie dochters van wernard Javcob van Bercheijck. Haar neef Frans Dirk van Bercheijck erft haar gouden horloge, en tenslotte legateert ze aan boerin Jans, weduwe van Hendrick Bruijs, die op haar Hofstede woont, een jaar huur van die hofstede. Wernard Jacob van Bercheijck is de executeur testamentair.

* 1762, 24-5: HUA, Notariële akten nots P. van Schoonhoven [U252a1-99]: Willem van Vloten verkoopt een geconverteerde lijf- en losrente obligatie van fl 500,- aan Lumia Elisabeth van Bercheijck. [niet ingezien]

* 1762, 2-9: HUA, Notariële akten nots G. Bilstijn [U220a5-200]: notaris Wernard van Vloten verkoopt een gesplitste obligatie van fl 1000,- ten laste van de provincia Utrecht aan Lumea Elisabeth van Bercheijck [niet ingezien]

* 1762, 10-9: HUA, Notariële akten nots G. Bilstijn [U220a5-202]: notaris Wernard van Vloten, gemachtigde van Catharina Wuesten, weduwe Carel Adolph de Lely, dochter van wijlen Johan Fredrik Wuesken, verkoopt een obligatie van fl 1000,- ten laste van ridderschap en stad Nijmegen aan Lumea Elisabeth van Bercheijck [niet ingezien]

* 1765, 21-3: HUA, Notariële akten nots. J. Boomhoff [U234a1-149]: Jonkvrouwe Lumea Elisabeth van Bergeijk, gezond van oordeel en verstand (maar van lijf en leden?), vertelt dat ze op 1-8-1738 voor nots. Jacob van den Doorslag haar testament heeft opgesteld, en op 28-1-1757 voor Notaris Nicolaas de Graaff nog een codicil met wijzigingen. Die documenten laat ze in stand, maar nu voegt ze een nieuw codicil toe. Ze legateert aan Maria Catharina Bergijk, de dochter van grootmajoor Wernard Jacob van Bergeijk, haar zilveren koffiekannetje. De huisvrouw van vendrig Roeks krijgt, wegens verleende diensten, een gouden rijder. Dienstmaagd Maria Catharina Bekkings krijgt wegens trouwe dienst fl 100,- plus de helft van Lumea's kleren. Aletta van Bemmel, haar ex-dienstmaagd, krijgt de andere helft van de kleren en de zilveren beugeltas. (w.g. L.E. van Bercheijck)

* 1766, 3-10: zoekakten DTB begraven alle gezinten boek 136:Buurkerk, 3 october: Jonkvrouwe Lumea Elisabeth van Bercheijk, in de Ambachtstraat, laat na mondige vrienden, gezonden fl 63,-; 16 ellen laken gescheurt.

* 1774, 17-1: Streekarchief Zuidoost Utrecht, Register van erfpachten van de stad, de kerk, het gast- en weeshuis Rhenen, invnr 174: Adam Christiaan Metz, raad in de vroedschap, krijgt in erfpacht een boomgaardje buiten de Bergpoort daar ten zuiden de stadsweigemeente, ten noorden de weg naar het boomgaardje van juffr. Bergeijk, ten oosten die boomgaard en ten westen de gemenen weg. Vorige pachter Johannes Menso, predikant te Rhenen.


openstaande vragen / discussie


Ik heb geen van bovenstaande aktes uit ZuidOost Utrecht bekeken, maar slechts de samenvattingen uit online inventarissen overgenomen.

In de akte uit 7-2-1676 wordt Gerard van Bercheijck de "oudste leenopvolger op straat" van Morre van Domselaer genoemd. Is Morre zijn oom of zijn grootvader?

Elisabeth van Dompselaer is in 1655 reeds overleden. Dat geldt ook voor Johannes Heurnius, die getrouwd blijkt te zijn met Margaretha Wtenbogaert, die in 1655 als zijn boedelhoudster een leen kan vergeven.