XI-105 Van Bercheijck, Gerard J

Gerard Joan van Bercheijck

alias Gerrit Jan, Gerardus Johannes


ouders: Gerard van Bercheijck en Catharina Elisabeth de Cupre


geboren: Rijnsseveen (= Rinsseveen = Veenendaal)

gedoopt:

overleden: vermoedelijk mei/juni 1738

begraven:


beroep: vaandeldrager in het garnizoen te Bergen op Zoom (1699), vaandrig in het regiment van de Hertog van Holstein Norborg, in garnizoen te Maastricht (1703) rentmeester van de Carthuisers te Utrecht (1718, '21, '25, '27, '38),

woonplaats / adres: Bergen op Zoom (1699), Maastricht (1703)


relatie: ondertrouwt Bergen op Zoom 1-8-1699, trouwt Wouw 17-8-1699


Maria Catharina de Sweseringh


ouders: Anthonius de Sweseringh en Cornelia de Cupere


geboren: Chuijlenburgh (Culemborg? daar niet gevonden)

gedoopt:

overleden: Utrecht 10-1-1727

begraven:


beroep:

woonplaats / adres: Bergen op Zoom (1699), eerder en later te Utrecht


kinderen:

biografische aantekeningen


Gerard Johan van Bercheijck en Maria Catharina de Swesering zijn tegen de regels in en heimelijk getrouwd in Wou, buiten Bergen op Zoom, omdat haar moeder zich tegen hun huwelijk verzette. Wellicht omdat het een huwelijk tussen neef en nicht betrof, waar Cornelia de Cupere bezwaar tegen had. Het is zelfs een katholiek huwelijk geworden, hoewel ze niet katholiek waren. Pas drie jaar later, toen ze al twee kinderen hadden, geven haar moeder en haar stiefvader en haar voogd toestemming voor het huwelijk, waarna ook de kerkelijke en wereldlijke autoriteiten alsnog met het illegale huwelijk instemmen, en de twee kinderen als legitieme kinderen erkennen. Daarmee worden moeder en dochter weer "volkomen verzoend".

Gerard Johan was toen hij trouwde vaandeldrager in het garnizoen te Bergen op Zoom. Zijn stiefbroer Wernard Jacob van Lennip was op dat moment kapitein in een infanterieregiment te Bergen op Zoom. Het lijkt ondenkbaar dat Van Lennip onkundig was van het huwelijk van zijn stiefbroer met hun beider nichtje.

Gerard Johan van Bercheijck was eigenaar van een huis aan de Steenstraat te Utrecht

NB: gezien de inteelt in deze familie, is het niet verwonderlijk dat zoon Christiaan "innocent" was.


kind 8, Simon Cornelis van BerchEijck

Na de dood van zijn neef Laurens Lodewijk van Bercheijck is Simon Cornelis één van de kandidaten om hem op te volgen als gouverneur van Demerary. In een Engelse correspondentie van 13-8-1764 wordt daar spottend en verontrust op gereageerd: "...if Mr. van Bercheyck, uncle to the last [namelijk de overleden gouverneur Laurens Lodewijk], or Mr. Heyliger gets any share in the Government of the Colony. The former is applying for the Commandine of Demerary and the latter for the Secretairies of the whole Colony. They are people not fit for either of those posts. Bercheyck being a wild, mad Boy at the age of 50, and Heyliger having Slurr upon his character too well known to be repeated... should make him forever hide his Head in Darkness... these two men, who are obnoxious to the major part of the Inhabitants & who can do no good, but perhaps much Harm to our Infant Settlement."


bronnen


lit: https://demerarydata.jouwweb.nl/

* 1688, 16-8: Het Utrechts Archief, notarieel nots D. Woertman [U065a2 - 426]: Catharina Elisabeth de Cupere, nu weduwe van mr. Gerard Bercheijck, in zijn leven burgemeester van Rhenen, maakt een nieuw testament. Ze herroept alle oude bepalingen en legaten, uitgezonderd de donatie van de boot die zij aan haar oudste dochter, Christina Maria van Lennip, heeft gedaan. Verder legateert ze aan deze oudste dochter de helft in het land te Mourick, dat ze heeft georven van Juffr. Van Dijck, en waarvan de andere helft eigendom is van De Cupere's twee nakinderen, verwekt door Gerard Bercheijck. Voorts legateert ze aan haar jongste dochter, Lumea Elisabeth van Bercheijck "de peerlen van de vrouwe Comparante", onder de restrictie dat de oudste dochter er ook voor kan kiezen om de peerlen te nemen, en dan erft Lumea Elisabeth de boot. Verder erven deze twee dochters alle kleren, linnen, wol, en tafelkleden; mocht één van beide dochters kinderloos overlijden, dan gaan de nu genoemde goederen zonder aftrek van iets naar de andere dochter. De overige erfenis wordt verdeeld onder haar vijf kinderen, te weten: Warnerus Jacob van Lennip, Christiaan van Lennip (heer van Putten), Christina Maria van Lennip, Gerard Johan Bercheijck en Lumea Elisabeth van Bercheijck. Ze wil graag dat de twee jongste kinderen na haar dood blijven wonen bij haar oudste dochter Christina Maria van Lennip, en dat zij ook de administratie over hun erfdeel voert. De in een eerder testament aangewezen voogd, dominee Johannes Rauwersz te Rhenen, heeft bedankt voor de eer; daarom benoemt ze nu haar oudste zoon Wernerus Jacob tot voogd over haar twee jongste kinderen, en Christiaan van Lennip als plaatsvervanger. Daartoe had ze het recht blijkens de dispositie van wijlen haar man op 30 april 1684 voor nots. Adriaan van Wijk te Rhenen.

* 1699, 1-8: zoekakten DTB ondertrouw Bergen op Zoom: Gerrit Johan van Berg-Eijk, j.m. geboortig uijt Rijnsseveen, vaendrager onder de compagnie van d'Heer Capiteijn Jonkheer alhier in garnisoen & Maria Catharina de Sweseringh, j.d. van Kuijlenburgh, wonende alhier. (i.m.: sijn getrouwt met attestaes, sij van den dome, hij van Hartogenbosch (volslagen onleesbare tekst ... Caterina ...) den 9 augusti 1699.)

* 1699, 17-8: Westbrabants Archief, trouwregister Wouw Rommskath. parochie St Lambertus: Gerrit Johan van Bergeijck j.m. van Rijnsseveen, vaendrager in guarnisoen tot Bergen op Zoom, met Maria Catharina de Sweseringh, j.d. van Chuijlenborgh mede tot Bergen op Zoom, getrouwd op attest den 17 aug.

De dopen van de kinderen zijn, op de oudste dochter na, aangetekend in Stichts Veenendaal, gevonden bij Het Utrechts Archief. Ze hebben geen van allen doopgetuigen.

* 1701, 10-12: Het Utrechts Archief, Notarieel, nots H. van Woudenbergh [U93a41-52]: Maria Catharina de Sweseringhe, dochter van Anthoni de Sweserenghe en Cornelia de Cupre, geassist met haar voogd overste Frans Dirk de Wijs, verklaart dat haar moeder de lijftocht bezit van alle goederen die zij als enige en universele erfgenaam van haar vader Anthoni had georven, sulx de documenten en papieren dienaangaande zijn berustende onder overste De Wijs en notaris Paulus Stael als sequester. De comparante en haar voogd enerzijds en Willem van den Brinck, commis Rechergie te Medemblick met zijn vrouw Cornelia de Cupre anderzijds komen overeen dat Vanden den Brinck en De Cupere van dat vruchtgebruik afstand doen, en daartegenover betaalt Maria Catharina de Sweserengh hen fl 150,- en verder gedurende het leven can De Cupre elk jaar fl 26,-. Alle documenten worden bewaard bij notaris Augustinus van der Horst als sequester. Mocht Maria Catharina kinderloos overlijden vóór De Cupre, dan vervalt deze overeenkomst. getuigen: Gerard Johan van Bercheijck, vaendrig, en Alardus van Woudenbergh.

* 1701, 10-12: Het Utrechts Archief, Notarieel, nots H. van Woudenbergh [U93a41-53]: Willem van den Brinck en Cornelia de Cupre, die de lijftocht heeft van alle goederen die Maria Catharina de Sweserenghe aanbestorven zijn uit de erfenis van haar vader Anthoni de Sweserenghe, zijn geconfronteerd met een huurcedulle dd 10-1-1695 (gepasseerd voor nots. Willem van den Brinck), waaruit blijkt dat overste Frans Dirk de Wijs en sequester notaris Paulus Stael in huur hebben aangenomen het huis en hof waarin zij nu wonen met het huis daarnaast, voor fl 200,-, gehuurd tot Pasen 1707. Die huurovereenkomst wordt nu bevestigd.

* 1701, 13-12: Het Utrechts Archief, Notarieel, nots H. van Woudenbergh [U93a41-54] huwelijkse voorwaarden. Compareerden Gerard Johan van Bergh Eijck, vaendrig ten dienste deser lande, en Juffr Maria Catharina de Sweseringhe, dochter van den here Anthonie de Sweseringe en Jo:r Cornelia de Cupre, "te kennen gevende dat sij comparanten over omtrent drie jaeren haerlieder geboden naer onderlinge trouwlusten alhier binnen Utregt hadden doen aantekenen dogh dat deselve geboden door haer Jo:s IIe Comp:tes vrsz moeder waren doen ophouden, echter dat sij comparanten het daar heenen hadden weten te dirigeren buijten consent ende communicatie van haer IIe Comparantes heer voocht ende moeder en op een te kennen geven dat sijl op den 17e aug 1699 tot Wou buijten Bergen op Zoom  zijn getrouwt en inmiddels twee kinderen hadden. Doch alsoo sij comparanten haere beswaert waren bevindende of naamaels ende bij tijt en wijle het vrsz huwel mochte werden gedisputeert ende geoordeelt dat 't selve niet naar behooren gesolemniseerd waren, soo hadden sij comparanten althans alhier resideerende haer geadresseerd aen de eerw. heeren van den Kerkenraat binnen Utrecht, daer t selve huwelijk sijn begin hadde genomen, die daerover dan geadvis. sijnde in haar eerste Consistorie hadde vrsz haer vermits hetselve huwelijk buijten ende sonder de nootsaakelijcke requisita was aengegaen, dat 't selve huwel. in geenen delen souden bestaen ende niet naer de wetten deser Lande was gesolemniseert, sulx haer Eerw: goet gevenden hebben ten aensien als nu het consent van den Hr Overste Frans Dirck de Wijs als voochts over de Jo:e tweede comparante ende heer Willem vande Brinck als in huwel. hebbende Jo:e Cornelia de Cupre tot de wettige solemnisatie des huwel. was blijckende, het voorsz huwel. van nu af aen voor wettig te sullen erkennen en doen erkennen ende de kinderen alreeds geprocreert voor legitime ende wettige kinderen verclaert ende gehouden sullen werden ende waertoe vertrout wert dat een wettelijcke acte (...) van de Hrrn van de Magistr der stad Utr: van approbatie van t selve huwel sal werden uijtgegeven omme haer te dienen soo en sulx behooren sal." Ze stellen daarom nu huwelijksvoorwaarden op, waarbij de eerste comparant geassisteerd wordt door ... <niet ingevuld> en de tweede comparante door Overste Frans Dirck de Wijs als voogd, nevens haer aengetrouwde vader en haar eigen moeder die mede compareerden. De conditien die ze overeengekomen zijn voor dit huwelijk: de bruidegom brengt in alle goederen die hij bezit, volgens een specificatie die hij nog zal maken, de bruid brengt al hare goederen in, inclusief wat haar "als enige en universeele erfgenaam van haar gemelten overleden vader Anthoni de Sweseringe, en waarvan de papieren en documenten berusten bij Overste De Wijs en notaris Paulus Stael, door de stad als sequester aangesteld, en waarvan nog een specificatie wordt gemaakt. Maar er zal geen gemeenschap van goederen zijn, ook niet van wat er nog geërfd zal worden, buiten de winst en verlies staande huwelijk te ontstaan.  Bij het overlijden zonder kinderen, zal het ingebrachte en geërfde deel vervallen op de erfgenamen van de eigen linie. Wel geven de echtelieden elkaar ("uijt reghte lieffde ende affectie") het vruchtgebruik van de erfenis van de eerstoverlijdende. De comparanten bevestigen nog het contract of akkoord tussen de tweede comparante (Maria Catharina de Swesering) enerzijds en Sr. Willem van den Brinck en Jo:e Cornelia de Cupre, haar moeder, ter andere zijde, betreffende het vruchtgebruik dat Cornelia de Cupere aangaande Maria C. de Sweserenge had gehad, dd 10-12-1701 voor 'mij notaris'. (w.g. G.J. van BerchEijck, M.C. de Sweseringe, Frans Dirck de Wijs, Cornelia de Cupre, W. Brinck, get. en nots)

* 1701, 13-12: Het Utrechts Archief, Notarieel, nots H. van Woudenbergh [U93a41-55]: Overste Frans Dirk de Wijs, momber en voogd over Maria Catharina de Sweseringh, dochter van Anthoni de Sweseringhe,; Hr. Willem van den Brinck en Catharina de Cuprehebben nooijt ofte noijt tot nu toe toestemming gegeven voor het huwelijk van Maria Catharina de Sweseringhe met Gerard Johan van Bercheijck, terwijl dat huwelijk niettegenstaande en in weerwil van de comparanten was voltrokken. Nu zijn ze weer verzoend en stemmen ze alsnog toe. Ze rekenen erop dat het gerecht van utrecht het huwelijk zal voltrekken en vanaf dat moment is het dan ook wettig en erkend, en dat de reeds geboren kinderen ook legitieme en wettige kinderen zullen zijn; en ten aanzien van J.vr Catharina Elisabeth de Cupre, laetst weduwe van Hr. Burgemeester Bercheijck, moeder van de vaendrig Bercheijck, staat dat zij bij 't aanteekenen van de geboden alhier, al haar consent had gegeven.

* 1701, 14-12: Het Utrechts Archief, Notarieel, nots H. van Woudenbergh [U93a41-56]: Catharina Elisabeth de Cupre, laetst weduwe van dhr Gerard Bercheijck, in leven burgemeester van Rhenen, , wonende binnen Utrecht, heeft in het testament van wijlen haar man het vruchtgebruik toebedeeld gekregen van de erfportie van zoon Gerard Johan, bestaande in landerijen gelegen onder Amerongen. Zij heeft, ten behoeve van haar zoon, al mondeling afstand gedaan van dat veruchtgebruik, en ze maakt daar nu een officiële akte van, met als restrictie dat wanneer Gerard Johan kinderloos overlijdt, zij weer in het volle genot van het vruchtgebruik wordt gesteld. (w.g. C.E. de Cupere)

* 1701, 16-12: Het Utrechts Archief, Notarieel, nots H. van Woudenbergh [U93a41-57]: Door de erkenning van het huwelijk van Maria Catharina de Sweserenge en Gerardd Johan van Bercheijck, is het voogdijschap dat Overste Frans Dirk de Wijs, en wijlen dominee/professor Herman van Halen over het meisje hadden, komen te eindigen. Zij bedanken de voogden voor hun jarenlange werk, en verzoeken de Wijs om de papieren onder te brengen bij notaris Van der Horst.

* 1703, 12-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 124-132: Rol van Civiele zaken Amerongen: Maria Catharina de Sweserengh als gemachtigde vande hr Gerard de Bergheijck vendrig onder het regiment vanden Hartog van Holsteijn Norborgh des eijsers man in guarnisoen tot Mastrigt, conform procuratie voor den notaris B.D. Meline tot Mastrigt den laesten Janrij 1703 en seeckere getuijgen gepasseert oock als gemachtigde van joffr Catharina Cupere wed van den heer Bergheijck contra Wouter Morren. Hij seijde dat de eijser s.s. ageert was competerende vanden gedaagde als rest van pacht ss: petri 1702 eene somme van acht gulden ende van ongelden voor hem betaelt vijftien gulden mitsgrs vier jaren tiend tot vijftien gulden jaarlijks boven noch een en twintig gulden tien sts wegens turf geld, alle verschenen of vervallen in den Jare 1702. Idem 26-2-1703, 12-3-1703.

* 1704, 11-8: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 124-132: Rol van Civiele zaken Amerongen: dhr Gerard Bergheijck contra Henrick Brus. Hij versocht nieuwe letteren van executie op de verjaarde condemnatie staende ter rolle van desen Ed: Gerechte in dato den 12-3-1703 rakende de borgtocht van den gerequireerden van Wouter Morren wegens een jaer huijs ende lanthuijr [net als in de vorige akte wordt hier niet van Gerard Johan maar van Gerard gesproken, het kan echter niet anders dan over Gerard Johan van Bercheijck gaan.]

* 1706, 16-1: HUA, Notariële akten nots H. van Woudenbergh [U93a50-9]: Willem van den Brinck, Commies ter Rechergie te Medemblick, getrouwd met juffr. Cornelia de Cupre, eerder weduwe, boedelhoudster en lijftochteresse van Anthony Sweserenge, vertellen dat zij op 10-12-1701 voor dezelfde notaris zijn verschenen en ten behoeve van hun dochter Maria Catharina de Sweserenghe, althans huijsvrouw van de heer Gerard Johan van Bergheijck, afstand hebben gedaan van de lijftocht en vruchtgebruik  aan de goederen van haar eerste man zaliger, dat nochtans Cornelia de Cupre uit de goederen een jaarlijkse somme zou genieten van fl 26,-, en dat de brieven en documenten die de boedel betreffen zouden berusten bij nots. Augustinus van der Harst. Maar nu is die notaris komen te overlijden, en hebben Willem van den Brinck en Cornelia de Cupre besloten definitief afstand te doen van de lijftocht ten behoeve van Gerard Johan van Bercheijck en Maria Catharina de Sweseringh, en ook van de genoemde fl 26,-  per jaar. Bercheijck zal de papuieren en documenten moeten vorderen bij Pieter Both, de executeur van de erfenis van notaris van der Horst.

* 1715, 11-3: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 124-132: Rol van Civiele zaken Amerongen: 11-3-1715 Jan Willemsz van Oevelaar contra Gerard Johan van Bergeijck. Hij diende van eijsch: deselve overleverende in judicio. Voortgezet op 23-5-1715.

* 1716, 20-12: Stadsarchief Veenendaal, Notarieel nots Elias Verschuer [2195, nr 23]: Gerard Johan van Bercheijck, Hendrick Evertsen Davelaer, Jacob Teunisen Meervelt, voor zijn vader Teunis Jacobsen Meervelt, Jan Cornelisen Drosten en Jan Francken, allen wonende in de Ginckel onder Amerongen, zijn bijeen in de Rode Haan, ze hadden met het gerecht van Woudenbergh en ‘t Zuilenstejinse Ginckel een akkoord over de kosten maar nu belast Amerongen hen nogmaals. Zij machtigen Gerard Johan van Bergeijck en Hendrik Davelaar om hun zaken te behartigen bij de staten van Utrecht. (Notarieeel Veenendaal 2195, nr. 23, 20-12-1716)

* 1718, 26-12: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 141: protocollen Amerongen (overdrachten, hypotheken): Gerard Johan van Bergeijck verklaart voor zichzelf en voor zijn vrouw voor de trouwe administratie als rentmeester van het convent van de Cathuijsers mits desen te verborgen en verbinden een parceel goet of lant van ontrent hondert agtien mergen uijtgegraven veen sijnde erfpagt goet vanden Domeijnen ’s Lants van Utrecht, jegenwoordig geapproprieerd tot vijf so groote als cleijne hofstede en woningen gelegen inde Ginkel

* 1720, 6-2: HUA NA nots J. Vervoorn [U153a2-100]: Codicil waarin Maria Lucretia van Halen aan haar nicht Maria Catharina Swesereijn, huisvrouw van Gerrit Bergeijk, nogal wat tot dusverre onverdeeld bezit nalaat dat afkomstig is uit de nalatenschap van Christiaen de Cupre en Maria Magnus.

* 1721, 6-2: Het Utrechts Archief, Notariële akten nots J. Vreem [U159a2 - 74]: Gerard Johan van Bergheijck, rentmeester van de Cathuisers, koopt een huis op de Steenweg, genaamd Groot Groenewoude, tegenover de Donckerstraat van Cristiaan van Wesel, voor fl 2500,-.

* 1725, 12-8: Gemeentearchief Veenendaal, Notarieel, nots. Elisa Verschuur [akte 85]: Metje Aerts, laatst weduwe van Cornelis Meertens, wonende aan de Munnikeweg, machtigt Garrit Verburgh om voor de heer Bergeijk, de rentmeester van het convent van de Carthuisers te Utrecht, haar belangen te behartigen betreffende een hypotheek van 350 gulden ten behoeve van Anthony van Wijk, voor de helft van 13 morgen en 302 roeden die zij bezit, gelegen in Renswoude lopende van de Munnikenweg tot aan de Nieuwe Wijk met enerzijds Wouter Rijxen en de andere zijde Arris Everse.

* 1727, 10-1: Het Utrechts Archief, DTB begraven vm. gemeente Zuilen [131 fol 3]: begraven Jacob: K 10 januari: Juffr Maria Catharina van Sweserengh, huijsvr van heer Gerrit Johan Bergeijk, laet na haer man met mundige en onmundige kinderen in de Juffr:str ontrent het Apostelgasthuis. 

* 1727, 5-6: Het Utrechts Archief, Notarieel, nots A.N. Keppel [U164a1-214]: Gerard Johan van Bergheijck, Rentmr. van de Carthuijsers, te kennen gevende dat hij doorde Staten van de Provincie Utrecht bij resolutie dd 20-5-1727 wegens het rentm.r-ambt is gesteld op een somme van fl 1000,-  waartoe hij geen penningen voorhanden heeft, en daarom heeft hij aan Hendrik Dons, procureur en notaris, gevraagd om dat geld voor te schieten. Dat is vandaag betaald aan Willem Verwij, ontvanger van de Generale Middelen van Utrecht. Van Bercheijck stelt daarvoor een obligatie op, met de inkomsten uit het rentmeestersambt als onderpand.

* 1729, 8-8: Het Utrechts Archief, Notarieel, nots A.N. Keppel [U164a1-241]: Gerard Johan van Bergheijck machtigt zijn zoon Wernard Jacob, vaandrig, om zijn hofsteden en landerijen te beheren onder Amerongen en Ginkel, vooral het innen van huurpenningen van Claas Gerrits van Barneveld voor wei- en bouwland, waarvan zijn overleden vrouw een boekje bijhield (Wernard Jacobs moeder is dus in aug. 1729 al overleden)

* 1729, 8-9: HUA, Notariële aktes, nots. A.N. Keppel [U164a1-242-1]: Gerard Joan van Bergheijck, rentmeester van de goederen der Carthuijsers te Utrecht, ziek van lichaam en te bedde liggende, overhandigt de notaris een vierkant dichtgevouwen papier, met zwart zijden draad doorregen en op vijf plaatsen met zijn cachet verzegeld, waarin hij zijn testamentaire uiterste wil had vastgelegd. Dit geschiedde ten huize van Van Bercheijck op de Noordzijde van de Steenweg in Utrecht.

* 1736, 24-9: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 141: protocollen Amerongen (overdrachten, hypotheken): Catharina Elisabet Cornelia van Bergeijk, Gerardina Jacoba van Bergeijk x Jan Bart, Louwerens Storm van ’s Gravesande x Lumea Constantia van Bergeijk en Frans Dirk van Bergeijk, kinderen van Gerrit Jan van Bergeijk x Maria Catharina de Sweseringe constitueeren Lumea Elisabet van Bergeijk om de achterstallige pachten renten en inbeurende schulden te innen.

* 1738, 28-5: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 141: protocollen Amerongen (overdrachten, hypotheken): 28-5-1738 Registratie van het testament van Gerart Joan van Bercheijck

* 1738, 5-7: Het Utrechts Archief, Notarieel, nots J. van den Doorslag [U139b002-14]: Lumea Elisabeth van Bercheijck verkoopt op 13-5-1738 in een publieke veiling namens de erfgenamen van wijlen Gerard Johan van Bercheijck, in leven rentmeester van de Carthuijsers, een huis aan de noordzijde van de Steenweg, tegenover de Donkerstraat, belendigen: ww: Evert van Ryswyck ow: erven Jan van Wyck achter: een gang voor uyt de straete tot aen het erve van de huysinge Groot Groenewoude, eigenaar NN van Haeften. Koper is Antony van Buren voor fl 2000,-, en voor hem staat Jacobus van Bosvelt borg.

* 1738, 1-8: Het Utrechts Archief, Notarieel: Testament van Lumea Elisabeth van Bergeijck, waarin ze de kinderen van wijlen Gerrit Johan van Bergeijck, verwekt bij Maria de Sweseringh, bedenkt, te weten: de oudste dochter Catharina Elisabeth Cornelia van Bergeijck, de tweede dochter: Gerardina Jacoba van Bergeijck, de derde dochter: Lumea Constantia van Bergeijck, aan haar broeders zoon Wernard Jacob van Bergeijck, aan haar neef Frans Dirk van Bergeijck, aan haar neef Anthoni Johan van Bergeijck (soo hij int vaderlant komt), haar broeders zoon Christiaan van Bergeijck (nog ongetrouwd, en hetzelfde geldt voor Catharina Elisabeth Cornelia) en Simon Cornelis van Bergeijck; als executeur benoemt ze capitein Wernard Jacob van Bergeijck.

* 1748, 30-1: HUA, Notariele aktes, nots G.F. van der Graaff [U212a1-25]: Frans Dirck van Bercheijck, kapitein in dienst van dezer lande, jonkvrouwe Lumea Elisabeth van Bercheijck, samen gemachtigden van Gerardina Jacoba van Bercheijck, weduwe Jan Bart, van Laurens Storm van 's-Gravesande, man van Lumea Constantia van Bercheijck, van dhr Simon Cornelis van Bercheijck - volgens procuratien van 24-9-1736 en 30-8-1739 ter secretarie te Essequibo (West-Indië) en te Amerongen verleden, en bovendien de rato caverende voor de innocente Cristiaan van Bercheijck, allen te samen erfgenamen ab intestato van haar overleden broeder Anthony Johannes van Bercheijck, in leven Capitain Militair in den Oorlogstrain, overleden begin juli 1743 in Semarang op Java's noordoostkust: zij machtigen Wernard Jacob van Bercheijck, insgelijks erfgenaam van zijn overleden broeder, om gelden te ontvangen bij de VOC ter kamer Amsterdam (w.g. F.D. van Bercheijck, L.E. van Bercheijck)


kind 1: Catharina Elisabeth Cornelia van Bercheijck

* 1736, 24-9: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 141: protocollen Amerongen (overdrachten, hypotheken): Catharina Elisabet Cornelia van Bergeijk, Gerardina Jacoba van Bergeijk x Jan Bart, Louwerens Storm van ’s Gravesande x Lumea Constantia van Bergeijk en Frans Dirk van Bergeijk, kinderen van Gerrit Jan van Bergeijk x Maria Catharina de Sweseringe constitueeren Lumea Elisabet van Bergeijk om de achterstallige pachten renten en inbeurende schulden te innen.

* 1738, 23-3: Gelders Archief, lidmatenregister Scherpenzeel: "met attestatie van Amerongen ingekomen: Catharina Elisabeth Cornelia van BerchEijck".

* 1744, 28-9: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 141: protocollen Amerongen (overdrachten, hypotheken): Gerecht estimeert ten verzoeke van de collaterale erfgenamen van Catharina Elisabeth Cornelia van Bergeijk 1/8 van 118 mergen met het getimmer in de Ginkel genaamd den Heuvel op 875 gl.


kind 2: Anthony Johannes van Bercheijck

* 1743, 2-7: zie VOC register opvarenden, scan : Anthony Jansz van Bergeik uit Renseveen (= Veenendaal) voer als sergeant uit met het schip Cockengen op 26-5-1727, en ging op 10-1-1728 in Batavia aan land. Toen had hij al fl 263:3:- verdiend. In 1748 is fl 1779:13:2 ingehouden t.b.v. Gerardina Jacoba, Lumea Constantia en Simon Cornelis van Bercheijck, zijn zusters en broeders voor 1/2 erfgenamen. En op 13-2-1748 is betaald aan Wernard Jacob van Bergeijk, zijn broeder, voor zichzelf en als voogd over zijn innocente broeder Christiaan van Bergeijck en als gemachtigde van broer Frans Dirk van Bergeijck, zijn erfgenamen voor 1/2: fl 1779:13:2. Er resteert een onbetaald bedrag van ruim fl 4000,-. In de rechter kolom staat steeds wat zijn verdiensten zijn. O.a. staat daar (na posten waaruit blijkt dat hij op Semarang is): 2 julij 1743: over 1 mnd 2 dg op G. bat na getesteert te hebben op 't Eijland Edam is overleden (...). Het totaal aan inkomsten bedraagt fl 6640:7:7. <Ik kan debet en credit niet met elkaar in verband brengen>

* 1748, 19-1: HUA, Notariële aktes, nots G.F. van der Graaff [U212a1-24]: Wernard Jacob van Bercheijck en Lumea Elisabeth van Bercheijck, optredend namens Gerardina Jacoba, Lumea Constantia, Simon Cornelis, Frans Dirk en Christiaan van Bercheijck, hebben inmiddels begrepen dat hun overleden broer Anthony Johannes van Bercheijck (overleden Semarang begin juli 1743) voor zijn dood gecompareerd is voor de onderkoopman Jacob de Haas te Semarang en op 21 juni 1743 tot executeurs van zijn boedel te Batavia en Semarang Mattheus Ferus Duritz, manhafte kapitein der marine, en de vrijburger Johannes Andries Paravieini heeft aangewezen. Maar deze executeurs hebben tot dusverre geen enkele opening van zaken gegeven, noch een inventaris overlegd. Daarom machtigen ze Jacobus Verleng, commandeur en equipagemeester van de VOC, om een inventaris op te eisen plus de administratie over de nagelaten bezittingen van hun broer, om de erfenis te scheiden en te delen en om alle goederen en bezittingen aan zich te nemen uit handen van de beide executeurs, en bij weigering daartegen te procederen.

* 1748, 30-1: HUA, Notariele aktes, nots G.F. van der Graaff [U212a1-25]: Frans Dirck van Bercheijck, kapitein in dienst van dezer lande, jonkvrouwe Lumea Elisabeth van Bercheijck, samen gemachtigden van Gerardina Jacoba van Bercheijck, weduwe Jan Bart, van Laurens Storm van 's-Gravesande, man van Lumea Constantia van Bercheijck, van dhr Simon Cornelis van Bercheijck - volgens procuratien van 24-9-1736 en 30-8-1739 ter secretarie te Essequibo (West-Indië) en te Amerongen verleden, en bovendien de rato caverende voor de innocente Cristiaan van Bercheijck, allen te samen erfgenamen ab intestato van haar overleden broeder Anthony Johannes van Bercheijck, in leven Capitain Militair in den Oorlogstrain, overleden begin juli 1743 in Semarang op Java's noordoostkust: zij machtigen Wernard Jacob van Bercheijck, insgelijks erfgenaam van zijn overleden broeder, om gelden te ontvangen bij de VOC ter kamer Amsterdam (w.g. F.D. van Bercheijck, L.E. van Bercheijck)


kind 3: Gerardina Jacoba van Bercheijck

* 1733, 6-11: Het Utrechts Archief DTB ondertrouw Amerongen [DTB RHC ZOUtrecht 65-23, p 26]: zijn alhier in ondertrouw opgenomen de heer Jan Bart, lieutenant ter zee ende Juffrouw Gerhardina Jacoba van Bergeik, wonende onder Amerongen ende den 22 november tussen de twee predikatiën getrouwd.

* 1734, 5-9: Het Utrechts Archief DTB dopen Amerongen [DTB RHC ZOUtrecht 65-21, p 36]: Het kind van Jan Bart en Gerhardina Jacoba van Bergeik - Maria Catharina. [een week eerder, op 29-8, is in dezelfde kerk ook een kind Maria Catharina gedoopt, met als ouders: Laurens Storm van 's Gravesande en Lumea Constantia van Bergeik, haar nichtje dus]

* 1736, 24-9: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 141: protocollen Amerongen (overdrachten, hypotheken): Catharina Elisabet Cornelia van Bergeijk, Gerardina Jacoba van Bergeijk x Jan Bart, Louwerens Storm van ’s Gravesande x Lumea Constantia van Bergeijk en Frans Dirk van Bergeijk, kinderen van Gerrit Jan van Bergeijk x Maria Catharina de Sweseringe constitueeren Lumea Elisabet van Bergeijk om de achterstallige pachten renten en inbeurende schulden te innen.


kind 8: Simon Cornelis van Bercheijck

lit: https://demerarydata.jouwweb.nl/

* 1745, 4-8: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 141: protocollen Amerongen (overdrachten, hypotheken): Lumea Elisabeth van Bergeijk als gemachtigde van Lourens Storm van ’s Gravesande x Lumea Constantia van Bergeijk, Simon Cornelis van Bergeijk en zich sterkmakende voor Jacob van Bergeijk en Frans Dirk van Bergeijk, nemen hypotheek van Gerard Halckenburg x Margaretha van der Spil van 6000 gl op 118 morgen in de Ginkel. Geroijeerd op 23-6-1774 door Klaas van Dort, Anna van Dort en Grietje van Dort

* 1753, 2-4: gahetna: Dutch Series Guyana [NL-HaNA_1.05.21_AB.3.9A_0148, pagina 212]: De heer S.C. van Bercheijck, ter vergadering vertoond hebbende dat sijn soontje met den alhier leggende bodem  "het Esseq. Welvaeren", naar Europa stond te vertrekken, en dat vijf slaven op zijn plantage waren, het voorsz zoontje competerende, verzoekt deselve op daghuur gesteld mochte worden, ofte getaxeerd, ten behoeve van voorsz eigenaar; is goedgevonden deselve getaxeerd zullen worden en op een interest van vier percent jaarlijks gesteld zullen worden.

* 1757, 21-7: Het Utrechts Archief, notarieel, nots. N. de Graaff [U218a7 - 69]: Simon Cornelis van Bercheijck, staande op zijn vertrek naar West Indië, herroep alle eerdere machtigingen, en machtigt nu zijn broer Wernard Jacob van Bercheijck, grootmaijoor der stad Utrecht om in al zijn zaken namens hem op te treden.

* 1764, 18-10: Het Utrechts Archief, notarieel, nots. D.W. van Vloten [Ua247a3 akte 85]: Simon Cornelis van Bercheijck, oud-raad der policie van Issequibo aan de rivier Demerary, machtigt Laurens Storm van 's Gravesande, gouverneur van Essequibo, Michiel Loof en N. Changuinon, beide raad der Justitie aldaar, tot passeren schuldbekentenis aan N.N. van der Capellen en N.N. Bruyn, kooplieden te Middelburg, voor de secretarie van Essequebo, waarby in onderpand worden gegeven: de plantage Hermansteyn, de plantage De Georgia voor de helft (de andere helft is van dhr Trotz) en de plantage Bon Aventuere voor de helft (de andere helft is van Bartholomeus Cantillion), met gebouwen en slaven en slavinnen, aard- en boomgewassen.

* 1766, 30-1: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 141: protocollen Amerongen (overdrachten, hypotheken): Peter van Lienden, vader en erfgenaam ab intestato van zijn zoon Geurt Petersen van Lienden, overleden in de Westindien op de kust Isegnebo, constitueert Simon Bergeijk om uit zijn naam de penningen of goederen van de weeskamer van de kust Jsegnebo of elders te ontvangen.

* 1767, 23-11: Stadsarchief Amsterdam, NA, nots. Wessel van Kleef [, digitale akte 58644]: Jan Jacob Hartsinck, koopman te Amsterdam, machtigt Simon Cornelis van Bergeijk, wonende te Demerary, maar thans te Amsterdam aanwezig, om in zijn naam, ingeval van onverhoopt overlijden van Charles van Baerle, die als directeur en 50% eigenaar op zijn plantage werkt, de affaires waar te nemen en de weduwe Van Baerle met raad en daad bij te staan.

* 1768, 13-1: Het Utrechts Archief, notarieel, nots. B. Sluyterman [U230a7 akte 1]: schuldbekentenis. Simon Cornelis van Bercheijck, logerende in een logement, het Kasteel van Antwerpen op de Ganzenmarkt te Utrecht, bekent fl 16.824:-:- schuldig te zijn aan Gijsbertus van Roijen, tegen 1/2 procent rente per maand

* 1768, 3-2: Het Utrechts Archief, notarieel, nots. J.T. Blekman [U227a6 akte 77]: Simon Cornelis van Bercheijck, als gemachtigde van Elisabeth Bertho, weduwe E. Lonke, en haar bij name genoemde kinderen, eigenaren in de plantage De Catharina te Demerary, machtigt Daniel Changuion, koopman te Amsterdam, om de plantage tegen de gunstigste voorwaarden te verkopen.

* 1768, 10-2: Het Utrechts Archief, notarieel, nots. L. van der Pauw [U205a22-12]: Op verzoek van Johan Simon Willemse Vermeulen gaat de notaris naar Simon Cornelis van Bercheijck, om betaling te vragen van een wisselbrief; Van Bercheijck logeert in het logement Casteel van Antwerpen aan de Ganzenmarkt, maar volgens kastelein Oblet was van Bercheijck afgelopen vrijdag naar Zeeland vertrokken om vandaar naar West-indië te trekken.

* 1771, 21-12: Het Utrechts Archief, notarieel, nots.W. Huygen [U266a1 akte 17]: protest tegen niet betalen wissel. Namens Samuel Franciscus Chatelain vervoegt de notaris zich bij S.C. van Bercheijck om betaling te vragen van een wissel à fl 145 dd 14-5-1771 te Demerary. Van Bercheijck weigert te accepteren.

* 1771, 21-12: Het Utrechts Archief, notarieel, nots.W. Huygen [Ua266a1 akte 18]: protest tegen niet betalen wissel. Namens de heren Meerkamp en De Jong vervoegt de notaris zich bij S.C. van Bercheijck om betaling te vragen van een wissel à fl 243:12:- dd 8-7-1771 te Demerary. Van Bercheijck weigert te accepteren.

* 1771, 23-12: Het Utrechts Archief, notarieel, nots.W. Huygen [Ua266a1 akte 19]: protest tegen niet betalen wissel. Namens de Herman Hendrik van den Heuvel, griffiers 's Hoofs, protesteert de notaris bij S.C. van Bercheick tegen het niet betalen van een wisselbrief, uitgeschreven te Rio Essequibo dd 12-7-1771, groot fl 40,-, op naam van Pieter Bont Wouters, ondertekend door Herman Jonas, en uit te betalen door de heer S.C. van Bercheick te Utrecht. Maar Bercheick weigert te betalen om reden aan de trekker geschreven.

* 1772, 30-1: Het Utrechts Archief, notarieel, nots.W. Huygen [Ua266a1 akte 22]: protest tegen niet betalen wissel. Ten verzoeke van Michel Goris te Marseille protesteert de notaris bij grootmajoor Van Bercheijck tegen het niet betalen van een wissel door Simon Cornelis van Bercheijck, dd 6-9-1771 à fl 100,- te Demerary uitgeschreven door Johannis Cottel. De grootmajoor weigert de wissel te accepteren.

* 1772, 30-1: Het Utrechts Archief, notarieel, nots.W. Huygen [Ua266a1 akte 22]: protest tegen niet betalen wissel. Ten verzoeke van Michel Goris te Marseille protesteert de notaris bij grootmajoor Van Bercheijck tegen het niet betalen van een wissel door Simon Cornelis van Bercheijck, dd 13-8-1771 à fl 113,- te Demerary uitgeschreven door Charles Simmons. De grootmajoor weigert de wissel te accepteren.

* 1772, 30-1: Het Utrechts Archief, notarieel, nots. L. van der Pauw [U205a26, akte 11]: protest tegen niet betalen van wissel. Op verzoek van Daniel Changuion protesteert de notaris bij Simon Cornelis van Berch Eijck tegen het niet betalen van een wisselbrief dd 13-7-1771, groot fl 553:13:-, uitgeschreven te Demerary door Hendrik Milborn ten laste van Simon Cornelis van Berch Eijck, die pleegt te logeren bij Jan Pieters Oblet te Utrecht, maar tegenwoordig logeert hij al sinds enige tijd (als hij in de stad is) bij zijn broer de Grootmajoor Van Bercheijck. Die verklaart dat zijn broer momenteel niet bij hem is, maar logeert bij zijn zoon te Gorcum (wiens zoon bedoeld wordt, is niet duidelijk). Op het wisselprotest antwoordt de Grootmajoor daarop niet te kunnen antwoorden omdat hij geen order heeft

* 1772, 24-3: Het Utrechts Archief, notarieel, nots.W. Huygen [Ua266a1 akte 26]: protest tegen niet betalen wissel. Namens Sam. Franc Chatelain als houder van de wisselbrief protesteert de notaris ten huize van grootmajoor Bercheijck waar zijn broer Simon Cornelis van Bercheijck domicilie houdt. Er is al op 21-12-1771 tegen non betaling van deze wisselbrief geprotesteerd. betreft fl 145, door N.A. de Vries op 14-5-1771 te Demerary uitgeschreven. Maar de grootmajoor zegt dat zijn broer de stad uit is, en dat hij geen order heeft dit te betalen.

* 1772, 24-3: Het Utrechts Archief, notarieel, nots.W. Huygen [Ua266a1 akte 27]: protest tegen niet betalen wissel. Namens Herman Hendrik van den Heuvel vraagt de notaris of de grootmajoor Bercheijck de wisselbrief, waarover al op 23 december 1771 is geprotesteerd, niet wil betalen. De grootmajoor zegt dat zijn broer de stad uit is, en hij geen order heeft om te betalen.

* 1772, 26-3: Het Utrechts Archief, notarieel, nots.W. Huygen [Ua266a1 akte 28]: protest tegen niet betalen wissel. Namens de heren Meerkamp en De Jong gaat de notaris naar het huis van grootmajoor Van Bercheijck, omdat zijn broer Simon Cornelis daar zijn domicilie houdt, maar hij is nu uit de stad. De notaris protesteert tegen non-betaling van een wisselbrief, gedateerd 8-7-1771, Rio Demerary, groot fl 243:12:-, uitgeschreven door Hendrik Milborn, gericht aan de heer Simon Cornelis van Bercheijck te Utrecht; in dorso stond: voor mij aan zijn excellentie de hoog edel geb. Hr en Mr L. Storm van 's Gravesande. De grootmajoor zei geen order te hebben deze wisselbrief te betalen.

* 1772, 2-5: Het Utrechts Archief, notarieel, nots. J. Boomhoff Jansz [Ua245a5 akte 80]: Namens Abraham Reering protesteert de notaris tegen het niet betalen van een wissel van fl 100,- (dd 6-9-1771 te Demerary) door Simon Cornelis van Bercheijck. De dienstmaagd van de grootmajoor zegt dat haar patroon niet thuis is, en Simon Cornelis is de stad uit.

Dergelijke wissels zijn er ook op 2-5-1772 (protesteerder Abraham Reering, fl 113,-); 7-11-1767 (protesteerder Johan Simon Willemse Vermeulen fl 210,-); 19-11-1767 (protesteerder Christiaan Hendrik Trotz, fl 164); 20-8 en 23-11-1771 (protesteerder Louis Charles Bonvel); 26-3-1768 (protesteerder Frans Seutge, fl 94:-); 20-1-1768 (protesteerder Willem Hendrik Cramer fl 94,-); 28-10 en 14-12-1767 (protesteerder Wrister Pieters Nap);  21-10-1773 (protesteerder Jean Neel en zoon); 5-9-1772 (protesteerder Hendrik Eelsingh)

* 1772, 30-6: Het Utrechts Archief, notarieel, nots. D.W. van Vloten [Ua247a11 akte 96]: Bartha Appels en Maria Appels, wed. Jan Pauw, beide te Utrecht, machtigen Simon Cornelis van Bercheijck tot het invorderen van geld van O. van Lin, weduwe Lodewyk Battillie

* 1777, 1-7: Gahetna.nl: Dutch Series Guyana 1.05.021, [AB.3.22, p. 4, scan 9]: "...een neger, toebehorende Simon Cornelis van BerchEijck, ter leen gehad..."


kind 9: Frans Dirk van Bercheijck

* 1736, 24-9: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 141: protocollen Amerongen (overdrachten, hypotheken): Catharina Elisabet Cornelia van Bergeijk, Gerardina Jacoba van Bergeijk x Jan Bart, Louwerens Storm van ’s Gravesande x Lumea Constantia van Bergeijk en Frans Dirk van Bergeijk, kinderen van Gerrit Jan van Bergeijk x Maria Catharina de Sweseringe constitueeren Lumea Elisabet van Bergeijk om de achterstallige pachten renten en inbeurende schulden te innen.

* 1745, 4-8: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 141: protocollen Amerongen (overdrachten, hypotheken): Lumea Elisabeth van Bergeijk als gemachtigde van Lourens Storm van ’s Gravesande x Lumea Constantia van Bergeijk, Simon Cornelis van Bergeijk en zich sterkmakende voor Jacob van Bergeijk en Frans Dirk van Bergeijk, nemen hypotheek van Gerard Halckenburg x Margaretha van der Spil van 6000 gl op 118 morgen in de Ginkel. Geroijeerd op 23-6-1774 door Klaas van Dort, Anna van Dort en Grietje van Dort

* 1754, 20-4: Alle Friezen.nl: DTB ondertrouw Britsum

* 1777, 9-9: Streekarchief Zuidoost Utrecht, invnr 141: protocollen Amerongen (overdrachten, hypotheken): Frans Dirk van Bergeijck, luitenant collonel ten diensten deser landen won. Amerongen constitueert Abraham van Tol, procureur voor Hof van Utrecht generalijk in omnibus Adlites Cumratificatione actorum.

* 1779, 16-5: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Amerongen nots Jan Jacob van Straten [invnr 175]: Dirk Wulfertsen, Aart Tijmensen en Louw Willemsen verklaren op verzoek van Cornelis Dashorst, won. Leersum, dat zij weten dat zeker bruin paart met een bruin veulen door overste F.D. Bercheijck in vroeger tijd van Cornelis is gekocht en door die heer aan Cornelis is aanbesteed. Dhr. Bercheijck heeft bevel gegeven om dat paard en veulen van de wei te halen en op stal bij Cornelis te brengen. De getuigen hebben op 26-10-1778 paard en veulen gehaald uit de wei genaamd de Baksweerd onder Amerongen en in de stal van Cornelis gebracht.

* 1790, 11-2: Het Utrechts Archief, Notarieel Archief, nots.H. van Dam, U269c5 - 9: Wernard Jacob van Bercheijck, als mede erfgenaam van wijlen zijn broer Frans Dirk van Bercheijck, in leven luitenant-kolonel, overleden 6-12-1789 op hofstede Den Heuvel onder Amerongen, machtigt de notaris en procureur Abraham van Toll om de aangifte voor collaterale successie of 20e penning over zijn bezittingen te doen, conform de opgave aan de grosse van de akte gehecht.

* 1792, 5-12: Het Utrechts Archief, notarieel, nots. A. van Toll [U261a3-64]: Werner Jacob van Bercheijck, als mede erfgenaam ab intestato van wijlen zijn broer Frans Dirk van Bercheijck in leven Lt. Collonel en kapitein van een compagnie onder kolonel Grave van Dam, en de rato caverende voor de verdere buitenslands bevindende mede erfgenamen, machtigt Carel Willem de Rochefort om de ordonnantie te lichten die als douceur ten behoeve van de erfgenamen van Frans Dirk is gedepecheerd (cf resolutie dd 14-5-1792 van Hunne HoogMogenden)


openstaande vragen / discussie


Kennelijk leeft er tezelfder tijd ook nog een andere Maria de Swesering in/rondom Utrecht:

* 1714, 17-12: Het Utrechts Archief, Notarieel nots H.Houtman [U125a1-267-1] De erfgenamen van Cornelis van Pijlsweert en Geertruijd Geerards van der Smak verkopen in een openbare veiling een huis, NZ van de Minrebroedersstraat in Utrecht naast de poort van het Stads Artelleriehuis. De koper wordt Maria van Swesering, weduwe van Johan Miltfoort (ondertekend met een letter M, omdat Maria van Swesering kennelijk niet schrijven kan.)

Het zal dezelfde Maria zijn die als Maria Barten van Sweserijn op 22-11-1721 trouwt met Jan Ghijsbertse van Leusden

Wie is de Jacob van Bercheijck, die in de akte van 4-8-1745 in éen rijtje genoemd wordt met Lumea Constantia, Simon Cornelis en Frans Dirk? Dat moet Wernard Jacob haast wel zijn.