XIII-419 De Cupre, Christiaen

Christiaen de Cupre


ouders: Joris Christiaensz de Cupere en Maria Hendriks van Blommesteijn


geboren: <Waals Vlaanderen bij St. Wynoxbergen>

gedoopt:

overleden:

begraven: Utrecht 27-9-1652


beroep: Gedeputeerde voor Utrecht (1643) Kanunnik ten Dom van Utrecht, Raadsheer ter Admiraliteit van Zeeland. Heer van 's HeerAertsbergen, Berchambacht en Ammerstol.

woonplaats / adres: Utrecht (Mariaplaats, 1629; Marienkerkhoff, 1632) De Bilt (1633)


relatie: ondertrouwt Utrecht 24-4-1624


Maria Magnus


ouders: Jacobus Magnus (+ 11-4-1625) en Petronella Symonsdr


geboren: 1606

gedoopt:

overleden: na 13-2-1669, voor oktober 1670 [niet te Utrecht gevonden]

begraven:


beroep: vrouwe van 's HeerAertsbergen, Berchambacht en Ammerstol.

woonplaats / adres: Utrecht (St. Janskerkhof, 1661, 1666), (Oude Gracht bij St Janskerkhof, 1664) Bergambacht (1666)


kinderen:

  1. Dochter, geboren:
    overleden: Utrecht ca 4-2-1629

  2. Jacob de Cupre, geboren: 1625
    overleden: Ammerstol 24-8-1702
    beroep: heer van Berchambacht
    woonplaats / adres:
    relatie:

  3. Petronella de Cupre, geboren:, gedoopt: Utrecht 29-12-1629
    overleden: 1692
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt Westbroek 22-9-1664, ondertrouwt Utrecht 16-9-1664
    prof. ds. Hermanus van Halen, geboren: Utrecht 30-8-1633, gedoopt Utrecht 3-9-1633
    overleden:, begraven: Utrecht 1-3-1701
    beroep: predikant in Klein-Ammers (Ammerstol, 1658), dominee in Utrecht (1664), hoogleraar theologie Universiteit van
    trecht
    woonplaats / adres:
    ouders: Bartholomeus van Halen en Lucretia Bijlert
    Hij hertr. Catharina Elisabeth de Meyer

    1. Maria Lucretia van Halen, geboren:, gedoopt: Utrecht 21-6-1671
      overleden: na 1727
      beroep:
      woonplaats / adres:
      relatie: ongehuwd?

  4. Catharina Elisabeth de Cupre, ?-1730, X 1657 Juriaen van Lennip, XX voor juni 1674 Gerard van Bercheijck, VOLGT XII-210

  5. Maria de Cupre, geboren:, gedoopt: Utrecht 26-6-1632
    overleden: 's Gravenhage 1-7-1685, begraven 's Gravenhage juli 1685
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie (1): trouwt
    NN van den Hamme, geboren:
    overleden:
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders:
    relatie (2): trouwt 25-1-1665
    Joost Caspar van Renesse, geboren:, gedoopt: Zwolle 19-2-1624
    overleden: 2-3-1695, begraven: Utrecht
    beroep: Commandeur (1667), Ridder van de Duijtsche Orde, Commandeur van Dieren (1678)
    woonplaats / adres:
    ouders: Johan Adolph, ridder van Renesse en Anna Judith van Bevervoorde

    1. Johan Adolph, baron van Renesse, geboren:, gedoopt: Utrecht (Domkerk) 18-10-1665
      overleden: Utrecht 19-6-1759
      beroep: heer van Lockhorst, Ammers, 'sHeeraertsbergen en Bergambacht; Ridderschap van Utrecht 1709
      religie: Waals-gereformeerd
      woonplaats / adres:
      relatie: trouwt Jutphaas 22-11-1692
      Adriana de Casembrood, geboren: (Jutphaas ca 1670?)
      overleden: Utrecht 18-9-1719, begraven: Utrecht (St Jacobskerk) 22-12-1718
      beroep: vrouwe van Willige Langerak
      woonplaats / adres:
      ouders: Johan de Casembrood (Heer van Rijnestein en Ter Moer) en Charlotte van Ledenberg

    2. Anna Maria van Renesse, geboren:
      overleden: jong

    3. Aletta Judith van Renesse, gedoopt: Utrecht (Catharijnekerk) 13-7-1670
      overleden: jong

    4. Christiaan Diederik van Renesse, geboren:
      overleden: Reenen 1-8-1719, begraven: Utrecht (Catharijnekerk)
      beroep: Kanunnik ten Dom (1690), Commandeur te Doesburg (1703), Proost van Leiden (1712), Commandeur te Reenen (1719)
      woonplaats / adres:
      relatie:

  6. Georgh (Joris) de Cupre, geboren: 1635
    overleden: voor 10-9-1677
    beroep: heer van Ammerstol
    woonplaats / adres:
    relatie:

  7. Henrick de Cupere,
    overleden: na 1656

  8. zoontje, geboren:
    overleden: Utrecht 4-1-1637

  9. Pieter de Cupre, geboren:, gedoopt: Utrecht 4-12-1636
    overleden: na 1691
    beroep: heer van 's HeerAertsbergen
    woonplaats / adres:
    relatie:

  10. Cornelia de Cupre, ?-na 1706, X 1666 Anthoninus de Sweserengh, XX 1682 Willem Brinck, VOLGT XII-212

  11. Simon de Cupre, geboren:, gedoopt: (Catharijnekerk) Utrecht 11-5-1647
    overleden: na 8-1-1720
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie:

Familiewapen De Cupere. Bron: Wapenboek der Ridders van de Duitsche Orde

Familiewapen Magnus. Bron: Wapenboek der Ridders van de Duitsche Orde

biografische aantekeningen


Kennelijk raakt Maria Magnus in geldzorgen. In 1664 sluit ze leningen af voor ten minste fl 7.000, en lost ze een lening van fl 9000,- af. In 1666 machtigt ze haar zoon Pieter om een lening af te sluiten van fl 5000,-, in 1667 sluit ze daadwerkelijk een lening af van maar liefst fl 8000,- bij de drie zoons van de beroemde schilder Gerard van Honthorst. Als onderpand geeft ze de ambachtsheeerlijkheid van 's Heer Arentsberge in pand.

Blijkens het archief van het gerechtsbestuur van Overlangbroek (financiële administratie in invnr 8) bezit Maria Magnus grote hoeveelheden land in Overlangbroek, waarvan ze actief 43 morgen beheert, dat is ongeveer veertig hectare. Kennelijk wordt dat bezit na haar dood onder haar erfgenamen verdeeld: de nazaten van het echtpaar bezitten 19 morgen weiland, bouwland en bos in Overlangbroek. Bij een verdeling in 1681 wordt die grond georven door Pieter de Cupre, maar door zijn kinderloos overlijden komt het onverdeeld terecht bij de kinderen van Catharina Elisabeth, Maria en Petronella de Cupre. Zij geven in 1727 opdracht tot verkoop, die pas tien jaar later geeffectueerd wordt.

Ook is er veel grondbezit in Zeeland, waarschijnlijk afkomstig uit de familie Magnus. Landerijen op Walcheren, bijvoorbeeld, die in 1662 verkocht gaan worden. Om hun zaken in Zeeland waar te nemen hadden (De Cupre en) Magnus te Middelburg een rentmeester aangesteld: Johannes Robijn. Ook hadden ze een kavel op Nieuw Noord-Beveland, toen en nu de Frederikspolder geheten, waar ze belastingrecht op hadden, maar die ze moesten bevechten op de Prins van Oranje.

Zoveel (grond)bezit geeft kennelijk problemen tussen familieleden. Maria Magnus, nog haar kinderen, schromen om naaste familieleden voor het gerecht te dagen om claims op de erfenis veilig te stellen. Zo moet Maria's zwager Bernt van Reede in 1662 afstand doen van al zijn bezittingen en rechten in Brabant en Vlaanderen, na een voor Maria Magnus gunstig uitgevallen veroordeling.

Een deel van de nalatenschap blijft vele decennia onverdeeld: nog in 1720 legateert Maria Lucretia van Halen de revenuen uit de onverdeelde goederen van wijlen haar grootouders aan haar stiefmoeder De Meyer; die goederen worden dan geadministreerd door Adriaan van Bronkhorst; ook deelt ze veel legaten uit aan haar nicht Maria Catharina Sweserijn, vrouw van Gerrit Bercheijck.


bronnen


lit: Wapenboek der Ridders van de Duitsche Orde, Balije van Utrecht, sedert 1585, p. 49.

* 17e eeuw: SMH 0732.42: Staat van inkomsten en goederen van de vader van Joris, Cornelia, Symon Jacob en Pieternella de Cupre, 17e eeuw [niet ingezien]

* 1617, 10-3: Zeeuws Archief, 502 Rekenkamer van Zeeland, Rekenkamer A, invnr 286: De Staten van Zeeland verkoopen aan Maria Magnus, oud 11 jaren, dochter van Jacob Magnus, heer van Berchambacht en Melissant etc., gecommitteerde van de Staten van Zeelandt ter Staten-Generaal, en Petronella Symons dochter, eene lijfrente van 16 pond 13 schellingen 4 grooten Vls. 's jaars, den penning 8 (12 1/2 pct.), te haren lijve. Oorspr. Het speciale zegel van de Staten is niet meer aanwezig.

* 1624, 28-3: Nationaal Archief, Den Haag, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, nummer toegang 3.19.18, inventarisnummer 25: Acte der huwelijkse voorwaarden, gesloten tussen Christiaan de Cupre domheer te Utrecht, en Maria Magnus, dochter van Jacob Magnus, heer van Bergambacht, en Petronella Symons, waarbij getuigen waren Johan van Weede, schepen der stad en secretaris van het Domkapittel te Utrecht en de ouders van Maria Magnus, 1624 maart 28 2 stukken [niet ingezien]

* 1625, 1-9: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 26: Uitspraak door Steven Tenys en Willem Brouwer als testamentair executeurs van Jacob Magnus inzake het geschil tussen de erfgenamen over de verdeling der nalatenschap, 1625 september 1 stuk

* 1628, 8-12: Gemeentearchief Den Haag NA nots J.A. van Warmenhuysen [invnr 7 fol 544]: Cuijper - domheer te Utrecht

* 1629-1650: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 33: Brieven voor Christiaen de Cupre, 1629-1650 19 stukken in 1 omslag

* 1629, 4-2: Overluijdingen ten Dom (klokkengelui ter gelegenheid van overlijden): dochtertje van Christiaen de Cupre, Domheer

* 1629, 24-12: HUA NA nots. G. Houtman [U022a2-82]: Philips Ram en Andries van Wijck, namens het weeshuijs, verzoeken de bestuurders van de dom, waaronder de jongste Domheer Christianus de Cupre, om het Domkapittel bijeen te laten komen op de nominatie en presentatie tot de prebende, vacant geworden door overlijden van Maximiliaen van Baexen. De Cupre reageert welwillend, veel andere bestuurders echter geïrriteerd dat zo'n verzoek op Kerstmis wordt ingebracht.

* 1629, 29-12: HUA DTB dopen: In den Dom: Petronella, dochter van den heer Cuijper en Maria Magnus, wonende op de Marienplaets

* 1632, 26-6: HUA DTB dopen: In de Geertenkerck, Maria dr van heer Christiaen Cupere en joff Maria Mangnus, wonen op Marienkerckhoff

* 1633, juni: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 101: Acte van transport ten overstaan van Deken en Kapittel van de Dom te Utrecht door Cornelis Cornelisz. Kuycken aan Christiaen de Cipre van acht morgen land, gelegen bij Hagestein, waarop een erfpacht van twee oude Vrankrijkse schilden per jaar aan de Deken te Utrecht

* 1633: SMH 0732.35: Verzoekschrift van Christiaan de Cupre aan de superintendenten uit de ridderschap van Utrecht om 1,5 morgen land gelegen achter zijn huis in De Bilt te mogen huren, z.d.; met gunstige beschikking, 1633

* 1634, 1-2: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 123: Verklaring van Christiaan de Cupre uit handen van zijn zwager Pieter Magnus, ontvangen te hebben 4800 gulden, wegens een voor laatstgenoemde te kopen obligatie op de Staten van Utrecht

* 1636, 4-12: HUA DTB dopen: In de Geertekerk, Petrus, soon van Christiaen de Cuijpere en Joffr Maria Mangnus

* 1637, 4-1: Overluijdingen ten Dom (klokkengelui ter gelegenheid van overlijden): het zoontje van Heer Christiaen de Cuypere

* 1638, 6-9: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 27: Mutueel testament van Christiaan de Cupre en Maria Magnus ten overstaan van Nicolaes Verduyn, notaris te Utrecht

* 1638, 6-9: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 28: Verklaring van Christiaan de Cupre en Maria Magnus ten overstaan van Nicolaas Verduyn, dat de langstlevende aan hun kinderen van 24 jaar en ouder zes duizend carolus gulden zal uitkeren, 1638 september 6 in de marge onderhandse verklaring, dat de langstlevende inplaats van zes duizend gulden per jaar honderd pond zal uitkeren, 1642 juli 28.

* 1640: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 124: lijst van lijfrenten van de Staten van Utrecht voor Christiaan de Cupre cum suis, z.d. ws. 1640

* 1642, 19-3: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 149: Acte van verhuur door Christiaen de Cupre aan Cornelis Clerck van een boerderij met twee honderd drie en zestig roeden land, geleden te Welsinge

* 1643: SMH 0732.96: Akte van koop door mr. Christiaan de Cupre, gedeputeerde voor Utrecht, van 4 gemet min 16 roeden zaailand in Bredamme, 1643. Met kwitanties. 1643 - 1644

* 1644, 19-3: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 157: Acte van transport ten overstaan van schpenen van Willige Langerak door Schrevelius Bijlant, secretaris van de heerlijkheid Jaersvelt, aan Pieter Magnus, heer van 's Heer Aertsberg, Bergambacht en Amaerstol en Christiaen de Cupre, domheer en raad ter admiraliteit in Zeeland van een huis met erf te Willigen Langerak

* 1645: SMH 0732.73: Akte van verkoop door Pieter Magnus en zijn zwager Christiaan de Cupre van 6 morgen 3 hond land gelegen bezuiden de molenwerf tussen de Groene Kerkweg en de Huisweg, 1645

* 1646, 1-7: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 345A: Acte van ondershands transport door Christiaen de Cupre aan Andries Munter, dijkgraaf en Pieter Marnisis Heerde van zekere te velde staande gewassen

* 1647, 19-2: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 29: Acte van procuratie ten overstaan van Cornelis Boy, notaris te Middelburg, door Pieter Magnus, heer van Bergambacht, wonende te Middelburg, voor Christiaan de Cupre, zijn zwager, om tijdens zijn afwezigheid hem als ambachtsheer te Bergambacht te vervangen

* 1647, 11-5: HUA DTB dopen: Gedoopt in de Geerte en Catarijne kerk: Simon, soon van de heer Christiaen de Cupere ende Joffr Margareta Magnus (sic!)

* 1647, 8-7: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 144: Overeenkomst ten overstaan van Daniel van Huemen, notaris te Middelburg, tussen Cornelis de Roo, penningmeester van de dijckage in Noord-Beveland en van de Frederikspolder en Christiaen de Cupre, raadsheer ter admiraliteit van Zeeland, waarbij laatstgenoemde belooft zijn achterstallige polderlasten te betalen

* 1647: SMH 0732.97: Briefje aan Christiaan de Cupre over aankoop van 3 gemet 78 roeden land in Zeeland, gelegen naast land dat hij al in bezit heeft

* 1648, 7-2: HUA NA nots F. Zwaerdecroon [U048a14-14]: Christiaen de Cupre, domheer te Utrecht, mede namens zijn zwager Pieter Magnus, machtigt Jacob Henrix David, schout van Bergambacht, om namens hen de inkomsten in te vorderen van hun goederen in Bergambacht, Willige Langerak en elders. (w.g. C. de Cupre)

* 1648, 22-4: Gemeentearchief Den Haag NA nots Quirijn Stoffels [invnr 189 fol 161]: Christiaan de Cupre en Pieter Magnus.

* 1648, 23-9: HUA NA nots. F. Zwaerdecroon [U048a14-45]: Christiaen de Cuijpre, domheer alhier, machtigt Marthijn van Criteijn om de renten en inkomsten die hij in de provincie uitstaande heeft te incasseren. (w.g. C. de Cupre)

* 1648, 2-10: HUA NA nots. F. Zwaerdecroon [U048b1-191]: Christiaen de Cuijpre verkoopt (mede namens zijn vrouw) aan Mechtelt vanrs Beeck, wed. van Ghijsbrecht van der Tocht, geassist door haar zwager Johan van der Schuer, schout te Breukelen, zijn huisinge, hoffstede met een halve hoeve lants gelegen in Breukelerveert, in het gerecht van de Heren van St Marien te Utrecht.

* 1649, 3-11: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 302: Brief van Christiaen de Cupre aan zijn procureur Frederik Swaerdecroon, notaris te Utrecht, betreffende zijn geschil met van Suylen cum suis, over de bijdrage aan de onkosten van zekere dijkage, Bergambacht

* 1649: SMH 0732.36: Kwitanties voor Christiaan de Cupre, zwager van Pieter Magnus, 1649 - 1650

* 1650: SMH 0732.54: Regels gegeven door Maria Magnus betreffende de gezworenen van boven (2) en die van beneden (4) (bewesten resp. beoosten) het dorp in wees- en landzaken en het houden van rechtdagen, z.d. (ca. 1650); afschrift

* 1652, 27-9: zoekakten Idex DTB Utrecht begraven: meldt het begraven van Christiaan de Cupre. [akte zelf niet gevonden].

* 1652, 16-10: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 38 Acte, van procuratie ten overstaan van Gerrit Houtman, notaris te Utrecht, door Maria Magnus voor Joris de Cupre om namens haar de gemene landsrekening aan te horen. Gelijktijdig afschrift.

* 1652, 16-10: HUA NA nots G. Houtman [U022a23-172]: Procuratie. Maria Magnus, douagiere wijlen Christiaen de Cuijper, in leven canonnik ten Dom 't Utrecht, heer van etc., bijgestaan door de notaris als haar gecooren voogd, machtigt haar zoon Joris de Cupre om haar te vertegenwoordigen bij het examineren en sluiten van de rekening van het gemene land van 's Heeraertsbergen en Bergacmbacht, dezelve te debatteren of lauderen

* 1652, 7-11: HUA NA nots G. Houtman [U022a23-184]: Protest. Maria Magnus, douagiere wijlen Christiaen de Cuijper, in leven canonnik ten Dom 't Utrecht, heer van etc., verklaart dat, alhoewel haar broer Peter Magnus, heer van Ammers, 'sHeeraertsbergen en Bergambacht in zijn testament dd 20-9-1651 te Middelburg gepasseerd Maria Magnus tot zijn enige en algehele erfgename heeft aangewezen, zij toch vooralsnog niet van plan is zich uit kracht van dat testament als erfgenaam van haar broer op te werpen, zolang er geen staat is opgemaakt van de verschillende vaderlijke leengoederen, is zij in deliberatie of zij de allodiale goederen als erfgenaam zal aanvaarden of niet. En daarom herroept ze alle procuratien die ze als enige erfgenaam van haar broers broeder mocht hebben verleend, en gelden die procuraties alleen indien ze in overeenstemming zijn met deze verklaring. W.g. Maria Magnus.

* 1652, 9-11: HUA NA nots P. Lieffs [U045a1-102]: Procuratie. Maria Magnus machtigt notaris Gerard van Dijk om bij haar debiteuren achterstallige pacht en andere penningen te innen, waarvan ze een specificatie in een memorie al aan de notaris heeft gegeven. In aanwezigheid van Joris de Cupre (w.g. Margia Magnus, Joris de Cupre + get en nots)

* 1652: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 124: Lijst van lijfrenten van de Staten van Utrecht voor Maria Magnus, vrouwe van 's Heer Aertsberg, Bergambacht en Ammerstol

* 1652-1653: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 31: Memorie van de opbrengst der goederen, nagelaten door Christiaan de Cupre

* 1653??: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 156: Acte van procuratie voor Cornelis van Vechten, notaris te Utrecht, om namens Maria Magnus, weduwe van Christiaen de Cupre, ten overstaan van het gerecht van Wijk bij Duurstede van Catharina Sreckers, weduwe van Cornelis Baes, kunstschilder te Wijk bij Duurstede, ten behoeve van haar minderjarige zoon Theodorus Baes te ontvangen 2600 car. gulden hypotheek op elf morgen, zes hont land nabij Wijk bij Duurstede, concept., z.d

* 1653, 2-5: Zeeuws Archief, 502 Rekenkamer van Zeeland, Rekenkamer A, invnr 389 1653 Mei 2: De Staten van Zeelandt verkoopen aan Joris de Cuyper, oud 18 jaren, zoon van Christiaen de Cuyper en juffrouw Marie Magnus, eene lijfrente van 66 pond 13 schellingen 4 grooten Vls. 's jaars, den penning 10 (10 pct.), te zijnen lijve.

* 1653, 30-8: HUA NA Nots P. Lieffs [U045a1-138]: Procuratie. Maria Magnus machtigt Marinus van Cromstreijen te Middelburg om de uitstaande gelden te innen, met name het kapitaal dat Peter de Volder en Coenraad Dowers op haar huis gevestigd hebben. Gepasseerd ten huize van Maria Magnus op de Nieuwe Gracht, in presentie van Jacobus de Cupre en een andere getuige (w.g. Maria Magnus, Jacob de Cupre + nots en get)

* 1653-1654: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 32: Stukken betreffende het geschil tussen Maria Magnus, weduwe van Christiaan de Cupre en Jhr. Berent Adolph van Rede,

* 1653-1668: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 34: Brieven voor mevrouw de Cupre zakelijke aangelegenheden betreffende, 1653-1668 20 stukken in 1 omslag

* 1654, 3-5: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 114: Acte van verhuur door Maria Magnus aan Pieter Jansz. van een wei op de Snoeckert, geheten het "groen gewoen" voor 16 jaar, ingaande Petri 1658

* 1655, 16-10: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 98: Acte van verhuur door Maria Magnus, weduwe van Christiaan de Cupre, aan Cornelis Willemsen twee derde en aan Cornelis Gijsberta een derde deel van het moerland, gelegen aan de singel naast het wapen van Bemmel in het gerecht van Collichsteech

* 1655, 6-11: HUA NA nots P. Lieffs [U045a1-283]: Procuratie Maria Magnus machtigt haar zonen Jacobus en Joris de Cupre om een hoofdsom van fl 2000,- plus de nog onbetaalde rente te incasseren bij Cornelia Isbrants, weduwe van wijlen de predikant van Lopik Daniel Schaegen, die zij gevestigd had op haar landerijen te Polsbroek, en die plecht vervolgens te annuleren en bij het gerecht te doen royeren. Opgesteld in Magnus'huis aan de Nieuwegracht.

* 1656: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 30: Acte van boedelscheiding der goederen van wijlen Jacob Magnus tussen Maria Magnus, weduwe van Christiaan de Cupre en Pieter Magnus van der Dussen, wat betreft zijn deel en het deel van wijlen Alexander Magnus sedert 4 april 1650

* 1656, 3-11: HUA NA nots P. Lieffs [U045a1-360]: Procuratie. Maria Magnus machtigt haar zoon Joris de Cupre om in Middelburg alle openstaande schulden en pachten te incasseren en met Lebinus Francken te Middelburg de administratie die hij voor Magnus voerde af te rekenen en te liquideren. Joris moet vervolgens alle documenten die onder Francken berusten meenemen, en iemand anders in zijn plaats verkiezen als administrateur van Magnus' goederen. Opgesteld in presentie van Jacobus de Cupre in haar huis op de Nieuwe Gracht. (w.g. Maria Magnus, Jacob de Cupre + get en Nots.)

* 1656, 4-11: HUA NA nots P. Lieffs [U045a1-361]: Procuratie. Maria Magnus machtigt Jacob de Cupre, haar zoon, om met de weduwe van Alexander van Capel een overeenkomst te sluiten die een eind zal maken aan het proces dat tussen hen is aangespannen, of het proces juist voort te zetten, naar zijn goeddunken. Gepasseerd ten huize van Maria Magnus (w.g. Maria Magnus + get en nots)

* 1656, 13-11: HUA NA nots P. Lieffs [U045a1-364]: Procuratie Berndt Adolph van Rede verklaart op verzoek van Maria Magnus dat hem zeer wel kennelijk is dat tussen Peter Magnus, in zijn leven heer van Bergambacht etc en de overleden heer Zuijlen van Nijvelt, lid van de Staten van Utrecht, al meer dan zeventien jaar lang een dispuut is geweest nopende zeker gestoelte in de kerk aldaar, waarvan ze elk het recht op claimden. Hij vertelt dat omstreeks twaalf jaar geleden, op een zondag, zijn huisvrouw [Constantia Magnus] in dat gestoelte zat en toen een heftige woordenwisseling ("hoge woorde") kreeg met de dochter van voornoemde Nijevelt. Daarop heeft Van Rede, uit naam van de heer van Berchambacht tegen de dochter van de heer Zuijlen van Nijvelt aangezegd dat ze daarover geen dispuut moesten maken, omdat het gestoelte hem niet aanging, maar alleen de heer van Berchambacht. Hem is kennelijk dat naderhand de zoon van vrouw Maria Magnus, Henrick de Cupre genaemt, met de oudste zoon van Alexander van Capel "questie" gehad heeft over het ... zitten van het voorsz gestoelte. Te vrezen stond dat er groter onheil zou ontstaan, indien in deze kwestie niet voorzien en wierde. (w.g. Bernt Adolf van Rede. + nots en get)

* 1656, 1-12: HUA NA nots P. Lieffs [U045a1-372]: Procuratie. Maria Magnus machtigt Johannes Robijn te Middelburg om namens haar de pacht te innen volgens het pachtbalk en de memorie aan hem behandtreijckt. (w.g. Maria Magnus + nots en get)

* 1657, 4-2: HUA NA nots J. van Snelderweert [U046a1-226]: Insinuatie. De notaris heeft, met notaris Anthony van Boort uit Portengen, op verzoek van Cornelia van der Vliet, weduwe en boedelharster van de zaliger Cornelis van Roijen in zijn leven bailjou van de baronnije van Liesvelt, Berchambacht en Langerak, een bezoek gebracht aan Maria Magnus, ambachtsvrouwe van 'sHeeraertsbergen, Berchambacht en Ammerstol, weduwe van Christiaen de Cupre en erfgename van haar za: broer Pieter Magnus, met de mededeling dat, nademael insinuantes man zaliger van de genoemde heer Christiaen de Cupre en Pieter Magnus, volgens huurcedule dd 8-4-1646, drie akkers had gehuurd op de Nes in Bergambacht, voor een periode van twintig jaar, voor fl 72,- per jaar. Er zijn nu tien jaar van die huur verstreken en haar man is overleden, zodat Cornelia van Vliet de huur niet wil voortzetten, omdat ze die afgelopen jaren ook nog een honderden guldens verloren is omdat de akkers Schoordijk subject zijn. Ze stelt dus voor de achterstallige pacht en huur te betalen en de overeenkomst te beëindigen. Daarop antwoordt vrouwe de Cupre: zo zij voordeel bij het land wiste, zij zoude het wel willen houden, maar nu zij schade daarbij heeft, wil zij dan wt scheijden, zij mag haar beste doen.

* 1657: SMH 0732.22: Rekeningen verschuldigd door Maria Magnus, vrouwe van Bergambacht, 1657 - 1671

* 1658, 1-6: HUA NA nots S. van Achtervelt [U041a2-9] Codocil. Petronella De Kuypere en Maria Mangenes. Maria Mangenes, weduwe van Christiaen de Cuijper, legateert aan haar dochter Petronella de Kuijper een kabinetje van ebbenhout, dat zij van haar broer Peter Mangenes, heer van Bergambacht, geërft heeft

* 1658, 25-11: HUA NA nots S. van Achtervelt [U041a2-17] Codicil. De Cuypere en Maria Mangenes. Maria Mangenes, weduwe van Cristiaen de Cuijpere, heeft krachtens het octrooi haar testament gemaakt voor een notaris op 8-5-1658. Dat wil ze altereren: haar zoon Joris de Cuijpere moet, voor de goederen die hem in dat testament voorwt <vooruit> zijn gegeven, fl 3000,- betalen aan haar gezamelijke erfgenamen behalve aan haar oudste zoon Jacobus. Verder wil ze dat Joris, op hetgeen hij vaar haar erven zal, fl 1000,- gekort zal worden, omdat hij haar ongeveer zo'n bedrag extra gekost heeft boven wat zijn broers en zusters hebben gekost. Kinderen die proberen de uiterste wil aan te vechten worden in hun erfdeel gekort. Het codicil van 1 juni 1658 blijft in stand. Cornelia de Cuijpere, haar jongste dochter, erft alle kleren. Deze acte wordt aan het besloten testament toegevoegd en er bij bewaard.

* 1658: SMH 0701.53: Rekening van uitgaven van secretaris Cornelis van Staveren voor vrouwe Maria Magnus en de jonkers Joris en Pieter de Cupre over de jaren, 1658-1666.

* 1659: SMH 0732.74: Verzoekschrift van landbewaarders en waarsluiden van Bergambacht aan het Hof van Holland om de kosten van verbetering van de Dijklaan, zoals gekeurd door dijkgraaf en hoogheemraden van de Krimpenerwaard, te laten betalen door de eigenaar, vrouwe Maria Magnus, 1659

* 1660, 6-10: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 39: Acte, waarbij Maria Magnus ten overstaan van schout en schepenen van Ammerstol, schenkt aan Joris de Cupre een obligatie op de Staten van Holland en Zeeland van 66 pond, 13 schellingen en 4 grote vlaams per jaar, wegens aan haar bewezen diensten

* 1660 (ca): SMH 0732.23: Kort overzicht van de boedels van de heer en de vrouwe (Christiaan de Cupre en Maria Magnus?) gemeenschappelijk en van de boedel zoals die nu is met landerijen te Willigen, Langbroek, Wijk, Schalkwijk. Hagestein, Bergambacht, Weerden, in Zeeland, het huis de Posthoorn enz., z.d. (ca. 1660)

* 1660: SMH 0701.104: Dagvaardiging door Maria Magnus, vrouwe van 's Heeraartsberg, Bergambacht en Ammerstol, van de vissers van de Langenes (?) voor zover zij in Ammerstol wonen

* 1661, 19-3: HUA NA nots C. van Vechten [U031a8-114]: Maria Magnus, vrouwe van Bergambacht, weduwe van Christiaen de Cupre, machtigt haar zoons Jacobus en Joris de Cupre om voor de Staten van Holland en Westfriesland aangifte te doen van de collaterale successie van de bezittingen van wijlen hun vader in Holland, Zeeland en waar dan ook gelegen. Acte opgemaakt ten huize van Maria Magnus aan het St Jans kerkhof.

* 1662, 7-2: HUA NA nots S. van den Aelpoel [U054a1-355]: procuratie. Bernt Adolph van Reede, wonende te Utrecht, verklaart te cederen en over te geven ten behoeve van Maria Magnus ten eerste zijn portie in het kapitaal en de rente van 15 ponden Vlaemsch staende tot laste van de Vier Leden van Vlaanderen en alle overige rechten en actien die Van Reede heeft op Brabant en Vlaanderen, in mindering of voldoening van de sententie die Maria Magnus tot nadeel van Van Reede heeft verkregen, nopende de collaterale twintigste penningh. Ook George de Cupre compareert en verklaart vanwege zijn moeder zonder afbreuk te doen aan de sententie, het hiervoor gestelde aan te nemen. (w.g. Bernt van Reede, Georgh de Cupre + nots en get)

* 1662, 18-2: HUA NA nots C. van Vechten [U031a9-13]: procuratie. Maria Magnus, weduwe van Christiaen de Cupre, machtigt Cathalina van Balen te Middelburg, weduwe van Johannes Robijn, haere gewesene rentmeester, om voor haar te incasseren alle huur, landpachten, huishuur, rente en paeijen, die te ontvangen staan, de onwilligen tot betaling over te halen. Opgesteld ten huize van Maria Magnus aan het St Jans Kerkhof en de Nieuwe Gracht

* 1662, 28-7: HUA NA nots C. van Vechten [U031a9-46]: procuratie. Maria Magnus machtigt haar zoon Joris de Cupre om haar landerijen, huizen en andere goederen op Walcheren en elders te verkopen, en anders te verhuren, en achterstallige pacht te ontvangen, en zij machtigt hem nog speciaal om van de weduwe en boedelharster van haar oud-rentmeester Johannes Robijn te Middelburg een afrekening te krijgen van het sluiten van zijn boeken. opgesteld ten huize van Maria Magnus aan Sint Janskerkhof

* 1662: SMH 0732.24: Akkoord tussen Frederik van Losekaat, baljuw van 's-Heeraartsberg, Bergambacht en Ammerstol, en Maria Magnus in een proces voor gecommitteerde schepenen van Schoonhoven over de collaterale successie te betalen over de nalatenschap van Pieter Magnus

* 1663, 15-1: HUA NA nots C. van Vechten [U031a9-83]: procuratie Maria Magnus machtigt Daniell van Heumen, notaris te Middelburg, om namens haar haar landen, huizen, hosteden en andere zaken te verhuren die zij bezit op Walcheren en in Middelburg, tegen de huurcondities die Vrouwe Magnus in een missieve neffens deze procuratie heeft toegezonden. Waarvan akte in haar huis op de Nieuwe Graft bij St Johanskerkhof.

* 1663, 12-5: HUA NA nots C. van Vechten [U031a9-123]: kwitantie aan WIC. Maria Magnus verklaart voor haar en haar erven te hebben geremitteerd en quijtgescholden aan de Westindische Compagnie, die Vrouwe Magnus ten achteren is op een kapitaal van fl 3000,-, die haar tot last van de Compagnie toekomt, blijkens een obligatie van 29-3-1649 ten behoeve van Justina van der Meulen, en waar vrouwe Magnus nu rechthebbende van is. Gepasseerd ten huize van de Comparante aen het Sint Johanskerkhof

* 1663, 19-7: HUA NA nots C. van Vechten [U031a9-148]: procuratie. Maria Magnus machtigt Willem van Doorne, koopman te Goes, als eijgenersse van twintig jaren tienden ende andere baten en profijten ten behoeve van de Indijkeren, ter reguarde van haar grote geledene schade vergund door de Staten en Grafelijkheid van Zeeland in 1641, nopende de restauratie van de dijkagie van de polder van Nieuw Noord Beveland, nu genaamd de Fredericxpolder, en nu zijn die twintig jaar van voorsz tienden, die aan de hoogheid Prins van Oraingien zijn vergund geweest, en die dus geëindigd zijn met de Schooff anno 1662 en zij mitsdien de voorschreven twintig jaren tienden voor dit lopende jaar 1663 nu weder innegaende, en moet die tienden komen ten profijte van de gemeene indijkeren en bij gevolg van haar vrouwe Comparante als in de voorsz polder hebbende de tiende kavel, en sullende de voorsz twintig jaren tienden eidigen met het jaar XVIC ende twee ende tachtig. Maar haar wordt bericht dat er enige obstakelen mogen voorvallen jegens het vredich genot van deze tienden voor en ten behoeve van de gemeene indijkeren. Zij machtigt Willem van Doorne dus om haar belangen daarin te behartigen. Opgesteld in haar vrouwes huize aen de Nieuwe Grafte bij Sint Jans Kerkhoff. [De Frederikspolder op Noord Beveland werd in 1641 bedijkt en genoemd naar Prins Frederik Hendrik]

* 1663, 14-9: HUA NA nots C. van Vechten [U031a9-161]: procuratie. Maria Magnus machtigt notaris Nicolaus van Vechten om alles wat men haar schuldig is te incasseren en invorderen, zowel in Utrecht als elders, conform de schriftelijke memorie die zij daarvan aan Van Vechten overhandigt, zoo doenlijk in der minne en anders in rechte.

* 1663, 18-9: HUA NA nots C. van Vechten [U031a9-162]: procuratie. Nicolaus van Vechten, gemachtigde van Maria Magnus, machtigt procureur Seger van Achteveld om namens hem te procederen

* 1663, 18-9: HUA NA nots C. van Vechten [U031a9-163]: procuratie. Nicolaus van Vechten, gemachtigde van Maria Magnus, machtigt de procureur van de kleine rolle van Utrecht, Peter van Santen, om namens hem te procederen.

* 1663, 19-12: HUA NA nots C. van Vechten [U031a9-192]: procuratie. Maria Magnus machtigt A.G. Bullick, procureur van Schoonhoven en secretaris van Polsbroek om namens haarte procederen. Getuige: advocaat Gerard van Bercheijck.

* 1663, 25-12: HUA NA nots C. van Vechten [U031a9-196]: procuratie. Maria Magnus machtigt Jacob en Joris de Cupre om te transfigeren en accorderen met de Raad van de Prins van Oranje (Oraingien) over de tiende van de tiende Cable <?> (Kavel?) die de comparante voor de tijd van 20 jaar in de Frederikspolder op het eiland Noord Beverlandt heeft, met macht om in hun plaats te stellen Johan Boenes. koopman te Rotterdam, of iemand anders die zij zouden uitkiezen. Ze machtigt haar zoons ook om voor schout en gerecht van Ammerstol orde en reglement te stellen als hunlieden goeddunkt, en ook iemand naar goeddunken te mogen casseren <ontslaan?> zoals secretaris Theodoris van Rietvelt, niet alleen wegens zijn ambt in Ammerstol maar ook van Berchambacht en 'sHeeraertsberge. Verder machtigt ze haar zoons om een overeenkomst te sluiten met de erfgenamen van Hechgen Adriaens, weduwe van Harman Snelle, over bepaalde Grienden te Bergambacht die zij nog enkele jaren mogen pachten, tot het ontslaen van dien en als het niet tot een akkoord komt, de zaak voor arbitrage voor te leggen aan een onpartijdige wijze. Verder machtigt ze haar zoons om van Baron van Reede, heer van Renswoude, een rentebrief van fl 90,- te lichten, die Maria Magnus cum suis sprekende heeft ten laste van de Staten van Vlaanderen, en ze machtigt hen om in Middelburg de ten onrechte betaalde collaterale successie terug te vorderen.

* 1663: SMH 0732.25: Briefje voor Maria Magnus, 1663

* 1663: SMH 0732.26: Verklaring van Maria Magnus dat zij haar aandeel groot fl. 216 in een legaat heeft ontvangen van Johan van Rede, heer van Renswoude, 1663

* 1664, 10-1: Stadsarchief Rotterdam, NA nots Jac. Delphius [388-3 fol 4-6]: Jacob de Cupere, wonend te Utrecht, heeft procuratie ontvangen van zijn moeder Maria Magnus, vrouwe van Berchambacht en weduwe van Christiaen de Cupere, in zijn leven Heer van Berchambacht. Laatste heeft 25/12/1663 te Utrecht bij notaris Cornelis van Vechte de koopman, landeigenaar en indijker Joan Boens, wonend alhier, gemachtigd op te treden in de zaak betr.betaling van tienden, over een periode van 20 jaar, van land gelegen in de polders van Nieuw Noord Beveland. Thans Fredericxpolder geheten. In 1641 zijn de indijkers schadeloos gesteld door de grafelijkheden van Zeeland. Om verdere problemen betr. betaling der tienden met de raad van de Prins van Oranje te voorkomen dient Boens voor Maria Magnus op te treden. [akte niet ingezien]

* 1664, 22-1: HUA NA nots. C. van Vechten [U031a10-12]: Maria Magnus, vrouwe van Berchambacht, weduwe en douwaijiere van Christaen de Cupre, machtigt haar zonen Jacob en Joris de Cupre om namens haar voor de Hoge Raad in 's-Gravenhage te verschijnen in de zaak tussen Maria Magnus en de Burgemeesters en Schepenen van Ammerstol over het casseren van hun ambt en bedieninge, liefst minnelijk, maar desnoods in rechte. Ondertekend door Maria Magnus, in haar huis aan de Oude Graft bij het St Johanskerkhof

* 1664: SMH 0732.27: Kwitantie voor Maria Magnus inzake het aflossen van een obligatie van fl. 9000, 1664

* 1664: SMH 0732.28: Obligatie ten laste van Maria Magnus, groot fl. 4000 tegen een rente van fl. 200 per jaar, 1664. Met verklaring van afdoening, 1667

* 1664: SMH 0732.29: Obligatie ten laste van Maria Magnus, groot fl. 3000 tegen een rente van fl. 150 per jaar, 1664. Met verklaring van afdoening, 1667

* 1665, 7-5: Streekarchief ZOU, Notarieel (63), Nots Johan van Sandick invnr 2498-142: Acte van Constitutie: Maria Magnus, wed. de Cuypere, machtigt Berndt de Jongh [akte niet ingezien]

* 1666 [ongedateerd, aug 1666]: HUA toeg 702 Stadsbestuur v Utrecht, invnr 3295-10 (stukken voor commissarissen van huwelijkse zaken) [p 137]: Juffr van Zweseringh – procuratie. (in potlood: 137) "Compareerde voor schepenen van Berchamb ondergenoempt de wel Ed vrouwe Marija Magnus, vrouwe van ‘sHeeraersberghe Berchambacht ende der Stede Ammerstol, geassist met Jonkr Georgh de Cupre haer Ed soon, ende verclaerde te constitueren ende machtich te maecken sulcx haer Ed deede bij desen Joncker Jacob de Cupre haer Ed Comparantes outste soon overmits haer Ed indispositie ende merckel[ijke] ongelegentheijt, uijt haer Ed Comparantes naem ende van haeren tweegen, alleen ofte met assunctie van soodanighe heeren ende vrunden als hij geconstitueerde te raede werden mochte, omme te consenteren in het houwelij[ck] van haer Ed dochter Cornelia de Cupre met Jonckr Anthonis Sweserijn, met deselve ten houwelick te beloven, tgeen haer Ed Comp[aran]te dochter door doode ende overlijden van haer vader za[liger] aenbestorven is te maecken ende teeckenen huijwelickse voorwaerden met seclusie van Gemeenschap van goederen van tgeene ijder aengebracht ofte aengeerft sal sijn in cas het houwelick sonder blijckende geboorte compt gescheijde te worden, ende in cas van kinderen dat de goederen van den op tander sullen streven ende van het laeste opte naeste vrunden vande sijde van de overledens, winst ende verlies, halff ende halff, off sulcke andere off verdere billicke conditien als den Ed geconstitueerden Raetsaem achten sallen. Oock te consenteren int aenteeckenen ende doen afkondigen vande proclamatien ende solemnisatie van het houwelick, mitsgaders te doen alle tgeene wat de Ed vrouwe Comp[arant]e selffs soude cunnen ofte mogen doen. Belovende alle tgeene bij hem [de rest staat op de verso zijde, die niet is gescanned]

* 1666, 23-11: HUA NA nots. C. van Vechten [U031a11-165]: Procuratie. Maria Magnus, weduwe van Christiaen de Cupre, machtigt haar zoon Pieter de Cupre, Jacob Henricx David, schout van Berchambacht en Claes van Soulen, secretaris aldaar, om ergens een kapitale som van fl 5000,- te lenen.

* 1666, 23-11: HUA NA nots. C. van Vechten [U031a11-166]: Procuratie. Maria Magnus machtigt Johan Jacobs, bode van Utrecht op Middelburg, om bij het sluiten van de rekening van de kinderen van Daniell van Heumen te Middelburg te doen van ontvang en uitgaaf door Van Heumen gedaan over haar vrouwes goederen in Walcheren, en de penningen in ontvangst te nemen waar ze, bij het sluiten van de boeken, nog recht op heeft. Akte opgesteld in haar huis op de Nieuwe Gracht bij Sint Janskerkhof.

* 1666, 20-12: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 63: Acte van procuratie ten overstaan van Johannes Melanen, notaris te Dordrecht voor mr. Cornelis Matthisius, advocaat bij het Hof van Utrecht, door Adriaen van Blyenborch, heer van Naeltwijck, oud burgemeester van Dordrecht, echtgenote van Lewina de Vries en Cornelis de Vries, kinderen van wijlen Elizabeth Magnus, om te vorderen van Maria Magnus, weduwe van Christiaan de Cupre vier duizend gulden met bijbehorende renten, uit het legaat van Pieter Magnus, op, 20 september 1651

* 1666: SMH 0732.31: Stukken betreffende een proces te Utrecht tussen Adriaan van Blijenburg, heer van Naaldwijk, en Maria Magnus over het uitbetalen van een legaat groot fl. 4000 door de laatstgenoemde, 1666, 1667

* 1667, 27-5: HUA NA nots. C. van Vechten [U031a12-43]: testament. Joffrouwe Cornelia de Cupre, huijsvrouwe van de heer Anthoni de Swezerengh. Zij legateert aan haar tegenwoordige dienstmaecht Geertruijdt van Soulen een somme van fl 1000,- plus zes beste hemden en zes beste linnen schorteldoeken; ze prelegateert aan het kind van haar zuster Maria de Cupre verwekt bij Joost Casper van Renesse, commandeur, genaamd zijnde Johan Adolph van Renesse, fl 2000,-. In haar overige nalatenschap institueert zij haar moeder, Maria Magnus, vrouwe van Berchambacht, in haar legitieme portie, en het genoemde kind van haar zus Maria voor 1/4 part van de rest van de erfenis, en de drie kinderen van haar zuster Catharina Elisabeth de Cupre die zij verwekt heeft bij Joriaen van Lennip, genaamd Warnerus Jacobus, Christiaen van Lennip en Christina Maria van Lennip, elk voor 1/4 part. Zus Maria erft nog alle parels, en haar voornoemde man krijgt het vruchtgebruik.

* 1667, 10-6: HUA NA nots C. van Vechten [U031a12-47]: testament Maria Magnus. Maria Magnus, ziekelijk op 't bedde leggende. Zij verklaart (uit krachte van haar laatste testament) vooruit gemaakt en gegeven te hebben aan haar drie zonen Jacob, Pieter en Simon de Cupre en aan enige kinderen van haar dochter Catharina de Cupre, huisvrouwe van de heer Lennip, en nog een andere een bedrag, dat in een besloten akte is opgenomen, en heden gepasseerd is. Verder bepaalt ze dat de portie, die ze bij testament voor dezelfde notaris vermaakt heeft aan dochter Cornelia de Cupre, tegenwoordig met goede voorbedachte wille, alleen aangewend mag worden voor haar dochters eigen profijt, en daarom is ze genoodzaakt om het erfdeel van haar dochter nu te stellen op naam van diens kinderen, die zij wettelijk mocht komen na te laten, en als die er niet zijn, of zelf zonder kinderen overlijden, dan vervalt de erfportie terug op haar andere erfgenamen. (w.g. Maria Magnus + nots en get)

* 1667, 5-7: HUA NA nots N. van Vechten [U064a1-97]: De hoog edel well geboren vrouwe Maria Magnus, vrouwe van Berchambacht en weduwe en douwagiere van Christiaen de Cupre, heer van Berchambacht, Cononinck ten Dom t Utrecht, Raetsheer van de gecommitteerde Raden ter Admiraliteijt van Zeeland, mitsgaders Jacob, Joris ende Pieter de Cupre en de here Harmannus van Halen, bedienaer des Goddelijcken woorts alhier en J:e Petronella de Cupre, echtelieden, alle voor zichzelf en voor hen allen te samen; zich sterk makende en de rato caverende voor Joost Caspar van Renesse, commandeur, man en voogd van Maria de Cupre, voor de heer Joriaen van Lennip, man en vooght van Catharina Elisabeth de Cupre, item voor de heer Anthony de Swezereng en Cornelia de Cupre, echteluijden, en voor jonckheer Sijmon de Cupre, haarlieder schoonzoons, dochters, onmundige soon, swagers, susters ende broeders respectieve - zij machtigen notaris Cornelis van Vechten om voor het Gerecht van Wijck bij Duerstede te bevestigen dat zij heden uit handen van Catharina Strijckers, weduwe van de constschilder Cornelis Verhaer, als moeder en mombersche van Theodorus Verhaer, fl 2600,- hebben ontvangen, en dat zij daaruit zullen betalen, ten behoeve van de onmondige, als een losrente fl 130,- per jaar

* 1667, 29-7: HUA NA nots S. vanden Aelpoel [U054a2-278]: Procuratie. Maria Magnus, weduwe en douagiere van Christiaen de Cupre, geassisteerd door haar zoon Joris de Cupre, machtigt Jacob de Cupre om voor het leenhof van Holland en Westfriesland om fl 8000,- schuld te bekennen aan Anthonis van Honthorst en zijn twee broers Richard en Gerard van Honthorst, mede-erfgenamen van hun ouders Gerard van Honthorst en Sophia Coopmans [NB: dit betreft de beroemde schilder!]. Als onderpand geldt de ambachtsheerlijckheid van de alinge parochie van 's heer Arentberge ende Amersem, nader in een memorie gespecificeerd. Deze heerlijckheid is haar aangekomen bij testament van wijlen haar broer Peter Magnus, en zij is daarmede verlijt op 7-5-1653. Maria's drie zoons, Jacob, Joris en Pieter de Cupre verklaren, mede namens hun zwagers en zusters, dat zij van deze akte op de hoogte zijn en er mee instemmen.

* 1667, 29-7: HUA NA nots S. vanden Aelpoel [U054a2-279]: Jacob, Joris en Pieter de Cupre zeggen, ten overvloede, dat ze borg staan voor de lening van fl 8000,- die hun moeder Maria Magnus vandaag in de vorige acte bij Anthonis, Gerard en Richard van Honthorst heeft afgesloten.

* 1667: SMH 0732.--: Obligatie van fl. 1000 ten laste van de boedel van vrouwe Maria Magnus en Christiaan de Cupre, echtgenoten, (1565) 1667 - 1690. Zie: inv.nr. 32

* 1668, 14-4: HUA NA nots N van Vechten [U064a1-167]: procuratie. Maria Magnus machtigt haar zoon Pieter de Cupre om voor het gerecht van Amerongen een akker lands te Overbornevelt (gerecht Amerongen) van vier morgen groot te transporteren aan Johan Meijnsz, wonende te Leersum, vanouds genaamd Mary van Suijlens akker. Opgesteld te Utrecht in haar huis, in aanwezigheid van o.a. Gerardt Barcheijck, advocaat. (w.g. Maria Magnus, Garh v Berch-Eijck + nots en get)

* 1669, 9-2: HUA NA Nots G. de Coten [U038b1-57]: superscriptie op besloten wilsbeschikking. Maria Magnus, vrouwe van Berchambacht tootn de notaris twee vellen papier, dichtgenaaid en verzegeld, waarin zij zegt haar dispositie te hebben weergegeven. Waarvan akte (w.g., in kloeke hand, Maria Magnus + nots en get)

* 1669, 13-2: HUA NA nots N van Vechten [U064a2-8]: huur en verhuur: Maria Magnus, weduwe van Christiaen de Cupre, heeft voor een periode van zes jaar haar Hof aan het Outwijckervelt op Goutoever gelegen, inclusief het daar gelegen huisje waar Cornelis Willemsz van der Stoop woont, voor fl 50,- per jaar verhuurd aan Cornelis Jansz de Ridder, hovenier, tegenwoordig buiten Utrecht in Wittevrouwen wonende. (w.g. [in kloeke hand] Maria Magnus; Gerard van Bercheijck is getuige)

* 1669-1718: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 55: Stukken betreffende het geschil tussen de erfgenamen van Maria Magnus over de verdeling van haar nalatenschap, 1669-1718

* 1670, 17-9: HUA, NA nots N. van Vechten [U064a2 - 140]: Procuratie. Jacob de Cupre, Hermanus van Halen, bedienaer des Goddelijken woords, als man van Pitronella de Cupre, Cornelia de Cupre: allen mede erfgenamen van Christiaen de Cupre en Maria Magnus, voor zichzelf en mede namens Georgius van Lennip, man van Catharina Elisabeth de Cupre, machtigen hun broers en zwagers Pieter en Simon de Cupre om te beletten dat hun broer Georgius de Cupre de gemeenschappelijke goederen niet verhuurt of verkoopt en om beletten dat het Essen bosgen, te Bergambacht aan de oostzijde van de Dijklaan, dat door Georgius de Cupre zonder hun toestemming en medeweten is verkocht, niet zal worden geleverd, en ze legitimeren met deze akte ook wat hun beide broers in deze al hebben gedaan. (w.g. Jacob de Cupre, Hermannus van Halen Eul Ultraj, Cornelia de Cupre + get en nots)

* 1670, 19-10: HUA, notariële aktes nots N. van Vechten [U64a2 - 149]: De heren Jacob, Pieter en Sijmon de Cupre, kinderen en mede-erfgenamen van de hoogedelgeboren Vrouwe Maria Magnus, in haar leven vrouwe van Berchambacht etc, hun moeder zaliger, voor zichzelf en zich sterk makende voor hun andere broeder en hun zusters, machtigen Mr. Gerard Bercheijck, advocaat voor het Hof van Utrecht, en Johan Roosenboom, procureur voor de Hoge Raad in Holland, om aan te nemen de "arremente van de processe bij wijlen welgemelte vrouwe van BerchAmbacht in haer leven gesustenteerd voor den vrsz Hove van Hollant in cas van liquidatie ende Jacob Henricxsz David in sijn leven gewesene schout van Berchambacht, ende voorts daerinne te procedeeren...", alsmede tegen Nicolaes van Soelen (w.g. Jacob de Cupre, Pieter de Cupre, Simon de Cupre). Deze acte is een herhaling van een nagenoeg gelijkluidende akte van 12-7-1670.

* 1670, 20-10: HUA, notariële aktes nots N. van Vechten [U64a2 - 150]: Jacob, Peter en Simon de Cupre, Herman van Halen, predikant, namens zijn vrouw, en juffrouw Cornelia de Cuper, kinderen en mede erfgenamen van Christiaen de Cupre en Maria Magnus en zich sterk makende voor broer George de Cupre en zwager George van Lennip als man van Catharina de Cupre, machtigen procureur Jacob van Paddenburg om op te treden in hun belang bij de scheiding van de boedel van hun ouders, en speciaal in de zaak tegen Joost Caspar de Renesse, in naam van zijn vrouw. Opgesteld ten huize van de laatste comparant op de Mariaplaats, met als getuige Gerard van Bercheijck, advocaat, en Henricus van Wijck. (w.g. Jacob, Simon, Pieter de Cupre, Herm van Halen, Garh. v. Berch-Eijck, Hendricus van Wijck + nots)

* 1670, 20-10: HUA NA nots. C. van Vechten [U031a14-68]: Procuratie (NB: op dezelde dag als de vorige, maar bij een andere notaris): Jacob, Peter en Simon de Cupre, dominee Harmannus van Halen, namens zijn vrouw Petronella de Cupre, en juffrouw Cornelia de Cuper, mede erfgenamen Maria Magnus, in leven weduwe en douarière van Christiaen de Cupre, en optredend namens de verdere erfgenamen van hun moeder, machtigen notaris Nicolaus van Vechten [vandaar dat de andere notaris nodig was] om namens hen alle pachten, huren, lijf- en losrenten te vorderen en innen, in Utrecht, Holland, Zeeland en andere provincien en desnoods Rechtsmiddelen aan te wenden (ondertekening: zie vorige akte)

* 1670, 21-10: HUA, notariële aktes nots N. van Vechten [U64a2 - 151]: Jacob de Cupre, heer van Berchambacht etc, committeert en constitueert Mr. Gerard Bercheijck om in zijn naam en in zijn plaats "voor te sitten op de gemeene landts reeckeninge die de waersluijden van Berchambacht over dese jaere 1670 sullen comen te doen, ende voorts aldaer des gemeenen landts welvaeren ende profijten (...) voor te staen ende voorts alles daerinne te doen wes nodich is".

* 1671, 24-3: HUA NA nots C. van Vechten [U031a14-110]: Jacob, Pieter en Simon de Cupre, dominee Hermannus van Halen namens Petronella de Cupre, Joost Caspar van Renesse namens Maria de Cupre, Georgius van Lennip namens Catharina Elisabeth de Cupre mitsgaders juffrouw [regels op de kopie weggevallen. Hier moet Cornelia nog staan] ... Christiaen de Cupre en Maria Magnus, zich sterk makende voor hun broer Georgius de Cupre, machtigen notaris Nicolaus van Vechten op bij veiling of uit de hand te verkopen een hoff, groot ca. vier hont, gelegen onder het gerecht Wittevrouwen in Abstede naast het Wapen van Bemmel, in erfpacht behorende aan het convent van Sint Servaes in Utrecht, en ze hernieuwen de machtiging aan Nicolaus van Vechten om namens hen in Zeeland, Holland en Utrecht en elders hun pachten en renten te innen en hun huizen en bezittingen te verhuren en debiteuren desnods in rechte tot betaling te dwingen. Met opnieuw advocaat Gerard van Bercheijck als getuige.

* 1671, 3-7: HUA, notariële aktes, nots C. van Vechten [U31a14-134]: Catharina Elisabeth de Cupre, weduwe wijlen dhr Georgius van Lennip, wonende ter Elborgh in Gelderland, mede-erfgename van Christiaen de Cupre en vrouwe Maria Magnus, in leven heer en vrouwe van Bergambacht, machtigt notaris Nicolaes van Vechten om namens haar, naast de andere erfgenamen, te hypotheceren, vestigen en verzekeren op alle landerijen, huizinge, getimmerte, beplantinge en bepotinge die tot de boedel van haar ouders behoort, in Zeeland, Holland en het Sticht.

* 1672: Streekarchief Midden Holland (SMH), 0732.99: Lijst van landerijen binnen Middelburg ten name van mr. Christiaan de Cupre voor het geschot van 1672 [niet ingezien]

* 1674, 3-6: Het Utrechts Archief, notarieel nots. C. van Vechten [U031a15 - 147]: Jacop de Cupre, heer van Berchambacht, Pieter de Cupre, heer van 'sHeerenAertsberge, Simon de Cupre, heere van Ammerstoll, voor zichzelf, dominee Harmannus van Halen, predikant te Utrecht, als man van Petronella de Cupre, en Cornelia de Cupre voor zichzelf, en te samen zich sterk makende voor Joost Caspar van Rhenes, man van Maria de Cupre, en voor Gerardt Bercheijck, man van Catharina Elisabeth de Cupre - allen erfgenamen van de weledele heer Christiaen de Cupre en vrouwe Maria Magnus, in hun leven echtelieden, en heer en vrouwe van Berchambacht, 'sHeerenAertsberch en Ammerstoll. Zij machtigen de Utrechtse notaris Nicolaes van Vechten om namens hen de lijfrenten te ontvangen die de Staten van Zeeland en de stad Middelburg hen schuldig zijn, en die uit te betalen aan Catharina Verbrugge, weduwe van Cornelis Elsdijck (burgemeester van Middelburg), die namens mr. Pieter Minninckx (gecommiteerde Raad in Zeeland) een vordering heeft op de boedel - op grond van twee obligaties, de ene ten laste van wijlen Pieter Magnus, de ander ten laste van wijlen George de Cupre.

* 1674, 5-6: HUA NA nots N. van Vechten [U064a3-166]: Cornelia de Cupre , mede erfgenaam van Christiaen de Cupre en Maria Magnus, verklaart dat zij neffens de heren Jacob, Pieter en Sijmon de Cupre en dominee Harmannus van Halen namens Pitronella de Cupre, op 3 juni 1674 voor notaris Cornelis van Vechten mij notaris heeft gemachtigd om des gemeenen boedels lijfrenten zo op de Staten van Zeeland als Stad Middelburg staande, te verbinden voor zodanige kapitalen als vrouwe ...[de hele volgende pagina is niet gescand!]... [in de archief-samenvatting staat dat zij aan Pieter, Jacob, Simon en Petronella de Cupre een garantie afgeeft ter groote van fl 1800,-, ten laste van de erfenis.]

* 1675, 18-9: HUA, Notariele aktes, nots N. van Vechten [U64a4-131]: Jacob de Cupre, heer van Bergambacht, dominee Harmannus van Haelen en zijn vrouw Pitronella de Cupre, Gerardt Bercheijck en zijn vrouw Catharina Elisabeth de Cupre, en Cornelia de Cupre, mede-erfgenamen van Christaen de Cupre en vrouwe Maria Magnus machtigen vrouwe Catharina Verbrugge, vrouwe van Elfdijck, wonende te Middelburg, om namens hen de lijfrenten te incasseren die zij (samen met de mede-erfgenamen van hun ouders) te vorderen hebben op de Staten van Zeeland en de stad Middelburg, en om daarmee de schuld die zij hebben bij dhr Munnincx te voldoen.

* 1675, 25-9: HUA NA nots N. van Vechten [U064a4-132]: Vrouwe Cornelia de Cupre machtigt Simon van der Meijde, secretaris van Berchambacht, om namens haar alle pachtpenningen, renten en andere inkomsten te ontvangen die zij in Berchambacht en daer omtrent ten achteren is, om haar landerijen en houtgewas te verhuren of te verkopen en uit de onbrengsten de ongelden en renten van t capitael op haere landen gevesticht te voldoen.

* 1676-1677: NL-HaNA, Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, 3.19.18, inv.nr. 43: Stukken betreffende de aflossing van een hypotheek van 1000 gulden, ten laste van de erfgenamen van Maria Magnus ten overstaan van Symon van der Meyde, notaris te Schoonhoven, door Simon de Cupre aan Guilhelmo Philippis Leeman en Cornelis van Soest, echtgenote van Margaritha Leeman en Cornelis van Soest, echtgenote van Johanna Leemans

* 1677, 10-9: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Wijk bij Duurstede, nots Johan van Sandick invnr 2500-281: Cornelis Janss van Spithoven en Joost Casperss van Renese, cs. beloven een achterstallige huurschuld van vier jaar te betalen, staende drie morgen land op de Noort. Alsmede Gerardt van Bercheyck, samen voor hun beider vrouw alsmede voor Cornelia de Cuypere van Berchambacht, allen erfgenamen van Joris de Cuypere van Berchambacht.

* 1678, 21-4: Regionaal Archief ZO Utrecht, NA A. van Wijck, Rhenen invnr 2057: Catharina Elisabeth de Cupere van Berchambacht, mede-erfgenaam voor 1/8 van Christiaen de Cupere x Maria Magure, in leven heer en vrouw van Ammersen, Bergambacht en Seraertsberg, etc, haar vader en moeder, en mede-erfgenaam voor ¼ van Joris de Cupere, haar broer, die een mede-erfgenaam voor 1/8 was van dhr en vrouw van Bergambacht, gehuwd met Gerard van Bercheijck, constitueert Johannes de With en Nicolaes van Vechten om te Schalkwijk uit een kapitaal van 2000 gl die Joachim van Schadenbroeck te spreken had op de boedel van de vrouw van Bergambacht door deling van die boedel aangewezen ten laste van Cornelia de Cupere x kapitein Swesereng.

* 1678, 17-6: HUA Notariële akten, nots N. van Vechten [U64a7-113]: Joost Caspar van Renesse, Duijtsche Ordens Ridder en commandeur van Dieren, voor zichzelf en voor Gerard Bercheijck als man van Catharina Elisabeth de Cupre en voor vrouwe Cornelia de Cupre, machticht Gerard Adriaansz van Leenst, notaris en procureur te Vianen, om arrest te doen op de vruchten die Henrick Evertsz heeft staan op acht morgen land in Hagestein in de Biesen, die de comparant, Bercheijck en Cornelia de Cupre competeert, ten zij Henrick Evertsz alsnog cautie stelt (iemand die borg staat) voor de pacht van dit lopende jaar à fl 80,- en de voorgaande twee jaren zal hebben voldaan.

* 1679, 6-11: Regionaal Archief ZO Utrecht, NA A. van Wijck, Rhenen invnr 2057: Gerard van Berckeijck, burgemeester van Rhenen, x Catharina Elisabeth de Cupere, dochter tot Bergambacht, een mede-erfgenaam van Georgius de Cupere, in leven heer van Ammersen, constitueert Johan van Sandijck en Wijnant van Ossenberg, procureurs te Wijk bij Duurstede, contra Joost Casper van Renesse der ridderlijke Duitscher Ordens Commandeur te Dieren q.q.

* 1681, 22-4: Streekarchief Zuidoost Utrecht, arch. 64 Dorpsgerechten: Amerongen, invnr 142 (vnl overdracht en hypotheek): Registratie van maaggescheijt dd 17-2-1681 te Utrecht gepasseerd tussen de kinderen en erfenamen van Christiaen de Cupre x Maria Magnus, heer van Aertsbergh, Bergambacht, Ammerstol etc. Het vijfde lot is te beurt gevallen jonkheer Pieter de Cupre, bestaande o.a. in 19 morgen in Overlangbroek en een hof en huisje daerinne opt Ouwijcker velt bij Utrecht. Beschrijving van financiële afwikkeling.

* 1682, 18-2: Streekarchief Zuidoost Utrecht, notarieel Rhenen, nots Adriaen van Wijck invnr 2057: Gerard van Bercheijck x Catharina Elisabeth de Cupere hebben verhuurd aan Wouter Sijbertsen Backer, won. Klein-Ammers, alle des verhuurders landen in Bergambacht, uitgezonderd hun erfelijke portie in de nagelaten goederen van Joris de Cupere, voor 16 jaren.

* 1688, 19-10: HUA NA nots A. Versteech [U116a1-43]: Adriaen van Bronckhorst, speciaal gemachtigde van Joost Caspar van Renesse, der duytschen ordens ridder en commanduyr tot Dieren, weduwnaar van Maria de Cupre, en als het recht bij cessie hebbende van de heren wijlen Joris de Cupre, gemachtigde van Hermannus van Halen, professor in de theologie en predicant te Utrecht, gehuwd met Petronella de Cupre, en als het recht bij cessie hebbende van Jacob de Cupre, gemachtigde van Cornelia de Cupre en van vrouwe Catharina Elsisabeth de Cupre, laatst weduwe van Gerard Bergeyck, te samen mede-erfgenamen en nagelaten kinderen van Christiaen de Cupre en Maria Magnus. Hij machtigt op zijn beurt Henrick van Hees, procureur gerecht van Utrecht om een proces te voeren tegen Mr. Isaacq Moll, advocaat en voogd over de onmondige kinderen en curator van de boedel van Nicolaas van Vechten.

* 1691, 7-8: HUA NA nots. A. van Bronckhorst [U102a3-81]: Jacob de Cupre, Hermannus van Halen (professor Theologiae en predikant te Utrecht, getrouwd met Petronella de Cupre), Joost Caspar van Renesse (der Duijtsche Ordens Ridder en Commanduijr tot Dieren, weduwnaar van Maria de Cupre) en Catharina Maria de Cupre, laatst weduwe van burgemeester Bergijk, te samen kinderen en erfgenamen van Christiaen de Cupre en Maria Magnus, mede namens de mede-erfgenamen van dit echtpaar, verklaren dat het echtpaar enige jaren geleden tot last van de thesaurie van Middelburg en ten lijve van Maria de Cupre, huisvrouw van commandeur Renesse, een jaarlijkse lijfrente van fl 100,- hebben belegd, waarvan de laatste uitkering, vervallen op 19-12-1684, betaald is aan Henricus van Hoejen, apotheker te Middelburg ter somme van fl 100,-. Maria de Cupre is 1-7-1685 in Den Haag overleden en vervolgens ook daar begraven, waardoor ze nog recht had op een half jaar lijfrente ter grootte van fl 50,-. Om dat te krijgen moeten ze de originele lijfrentebrief aan de thesauriers overhandigen, maar dat origineel is vermist en ondanks alle inspanningen niet te voorschijn gekomen. De comparanten verklaren af te zien van alle rente waarop ze sinds juni 1685 recht zouden hebben, en zeggen dat de lijfrentebrief in de stadsregisters van Middelburg geroyeerd en gecasseerd mag worden. In de marge staat: aangezien de originele lijfrentebrief tenlijve van Maria de Cupre twee uren na het opstellen van deze akte door de heer Junius Isij <??> is ter handen gesteld, iser geen zegelrecht verschuldigd.

* 1695, 3-2: HUA NA nots. A. van Bronckhorst [U102a4-13]: De erven Christiaan de Cupre en Maria Magnus. hebben de elsen-, eiken- en merkelen houtgewas op elf morgen land in Overlangbroek, genaamd de Heeren de Cupre Bosch aan Jelis Jansen, voor fl 200,- (w.g. Joost Caspar van Renesse, C.E. de Cupre, Herman van Halen, Cornelia de Cupre genaamd Brinck.

* 1696, 11-1: HUA NA nots. A. van Bronckhorst [U102a4-14]: Cornelis van Selderen verklaart van Catharina Elisabeth de Cupre gedurende drie jaar te hebben gehuurd de hofstede met twintig morgen bouw- en weiland aan de Groep in Amerongen, laatst in pacht gebruikt door Jan Cornelissen den Osch voor fl 90,- per jaar, waarbij vrouwe de Cupre vrij mag beschikken over haar huizinge.

* 1696, 26-2: HUA NA nots A. van Bronckhorst [U102a4-18]: Jacob de Cupre; Hermannus van Halen, professor theologica en predikant, weduwnaar van Petronella de Cupre te Utrecht, Catharina Elisabeth de Cupre, weduwe van Gerard Bergeyck, Johan Adolph van Renesse, Christiaan Dirck van Renesse, mede namens Wilhem Brinck gehuwd met Cornelia de Cupre, te samen erfgenamen van Christiaen de Cupre en Maria Magnus, machtigen Henrick van Hees, procureur gerechte van Utrecht om een proces te voeren tegen Simon de Cupre.

* 1727, 17-3: HUA, Notariële aktes nots J. van den Doorslag [U139a15-38]: De hoogedelwelgeboren Vrouwe Catharina Elisabeth de Cupre, weduwe wijlen de heer Bergeijck, Johan Adolf baron van Renesse, heer van Lokhorst etc, en jonkvrouw Maria Lucretia van Halen, dochter van vrouwe Petronella de Cupre en professor Van Halen, kind en kindskinderen van Christiaen de Cupre en vrouwe Maria Magnus, heer en vrouwe van Bergambacht, machtigen Johan Tilburg, advocaat, om voor het gerecht van Overlangbroek te transporteren aan koper Gijsbert Brantsz, wonende op Berckesteijn, 19 morgen wei-, bouw- en hofland (...) (w.g. dit merck (een kriebellijntje) is gestelt bij vrouwe Catharina Elisabeth de Cupre, wed:e Bercheijck. + get. en nots.)

* 1727, 17-4: HUA, Notariële aktes nots J. van den Doorslag [U139a15-49]: De hoogedelwelgeboren Vrouwe Catharina Elisabeth de Cupre, weduwe wijlen de heer Bergeijck, en Johan Adolf baron van Renesse, heer van Lokhorst etc, kind en kindskinderen van Christiaen de Cupre en vrouwe Maria Magnus, heer en vrouwe van Bergambacht, welke Maria Magnus een dochter was van de heer Jacob Magnus, machtigen jonkvrouw Maria Lucretia van Halen, eenigh kind van Petronella de Cupre en professor van Halen, om namens hen te ontvangen de rente van een renteobligatie van fl 1440,- tot laste van de lande en graafschap van Vlaenderen, en ook nog de rente van twee lijfrenteobligaties tot laste van Middelburg ten lijve van Catharina Elisabeth de Cupre. (w.g.: dit merck (een kriebellijntje) is gestelt bij vrouwe Catharina Elisabeth de Cupre, wed:e Bercheijck. + get. en nots.)

* 1737, 13-4: Streekarchief Zuidoost Utrecht, arch. 64 Dorpsgerechten: Overlangbroek invnr 1677 (vnl overdracht en hypotheek): Johan Thilburg als gemachtigde van Catharina Elisabeth de Cupere, wed. Bergeijck, Johan Adolf, baron van Renesse, heer van Lockhorst etc x Maria Lucretia van Halen, dochter van Petronella de Cupere in huwelijk verwekt door prof. van Halen, en dus kinderen en kleinkinderen van Christiaan de Cupere x Maria Magnus, in leven heer en vrouw van Bergambacht, transporteert aan Gijsbert Brantsen 19 morgen bouw- wei en bosland.


kind 2: Jacob de Cupre

* 1683: SMH 0701.45: Reglement voor de regering van Ammerstol, vastgesteld door de ambachtsheer, Jacob de Cupre, 1683. Kopie (18e eeuw).


kind 3: Petronella de Cupre

lit: Hermannus van Halen in de Duitse Wikipedia. Inclusief portret.

* 1655, 26-3: HUA NA nots G. Vastert [U021a21-47]: testament

* 1678, 7-5: HUA NA nots R. van Cuijlenborch [U086a2-139]: 1e partij: Hermannus van Halen, en Petronella de Cupere. 2e partij: Joost Casper van Renesse, commandeur tot Dieren, en Maria de Cupere. Inzake gezamelijke koop van 3/8e deel van lijfrentebrieven t.l.v. provincie Utrecht, uit de boedel van de heer en vrouwe van Bergambacht, ouders en schoonouders. Zie procuratie d.d. 19-04-1678 voor het gerecht van Tiel.

* 1679, 15-10: HUA NA nots R. van Cuijlenborch [U086a2-300]: Hermanus van Halen en Petronella de Cupre machtigen notaris Wolfardt Zwaerdecroon om voor het gerecht in Berchambacht hun zaak te verdedigen op en tegen Pieter en Simon de Cupere, zonen en mede erfgenamen van Christiaen de Cupere en Maria Magnus, in hun leven heere en vrouwe van Berchambacht, en tegen alle andere mede-erfgenamen die zich in deze zaak als partij tegen Van Halen en zijn vrouw zouden willen opstellen.


kind 5: Maria de Cupre X Joost Casper van Renesse

* 1685: SMH 0732.39: Stuk betreffende een rentebrief van fl. 48 per jaar ten laste van de Staten van Brabant, eigendom van Maria de Cupre, vrouwe van Renesse, 1685


kind 6: Joris de Cupre


kind 7: Hendrik de Cupre

De enige vermelding van een Hendrik de Cupre, zoon van Maria Magnus, is in de verklaring van 13-11-1656, waarin Berndt Adolf van Rede zegt dat er twaal jaar geleden ruzie was tussen zijn vrouw en de dochter van Zuijlen van Nijevelt over het recht op een bepaalde zitplaats in de kerk van Bergambacht, en dat "naderhand" over dezelfde zitplaats ruzie ontstond tussen Henrick de Cupre, zoon van Maria Magnus, en de oudste zoon van Alexander Capel.


kind 9: Pieter de Cupre

* 1678: SMH 0732.37: Tekst van het verhandelde voor schepenen van Bergambacht tussen Pieter en Simon de Cupre enerzijds en hun broers en zusters anderzijds over het liquideren en scheiden van de nagelaten boedel van hun moeder Maria Magnus, 1678; afschrift. 1683

* 1691: SMH 0732.40: Akte waarbij de deurwaarder van de Hoge Raad van Holland op verzoek van Pieter de Cupre beslag kan leggen op het derde deel van de heerlijkheden Ammerstol, 's-Heeraartsberg en Bergambacht ten behoeve van Pieter de Cupre, 1691; afschrift


kind 11: Simon de Cupre

* 1678: SMH 0732.37: Tekst van het verhandelde voor schepenen van Bergambacht tussen Pieter en Simon de Cupre enerzijds en hun broers en zusters anderzijds over het liquideren en scheiden van de nagelaten boedel van hun moeder Maria Magnus, 1678; afschrift. 1683

* 1684: SMH 0732.38: Kwitantie voor Simon de Cupre voor een derde van (proces)-kosten gemaakt door Andries Strijen, secretaris van het Hof van Holland, 1684

* 1694: SMH 0732.41: Inventaris en een stuk gediend hebbend in een proces gevoerd door Simon de Cupre tegen Herman van Halen en Joost Caspar van Renesse voor de rechtbank te Utrecht, ca. 1694


openstaande vragen / discussie


In de Overluidingen van de Domkerk, ter gelegenheid van overlijdens/begrafenissen, staat: 16 april 1625 Jacobus Magnus, militair, Heer van 's-Heeraertsberch, Berchambacht en Melissant, schoonvader van Domheer Cupere

dito: 6 november 1625 Elisabeth Magnus, huisvrouw van Digman de Vries, schoonzuster van Domheer de Cupere

dito: 19 mei 1620 Maria van Blommesteyn, huisvrouw van Dirck Schaeck, gestorven te Leiden, moeder van Domheer Cuper

dito: 27 augustus 1634 Catharina de Cupre (Cuyper?), huisvrouw van Johannes van Weede

dito: 15 october 1623 Hendrick de Cupere, Domheer

dito: 4 februari 1629 dochtertje van Christiaen de Cupre, Domheer

dito: 4 januari 1637: het zoontje van Heer Christiaen de Cuypere

Volgens het Wapenboek van de Ridders van de Duijtsche orde was Jacob Magnus, Maria's vader, Ridder, Heer van Bergambacht, Melissant, Ammers etc, burgemeester te Middelburg, Gecommitteerde ter Staten Generaal, Gezand in Engeland.

* 1617, 10-3 (zie hierboven) De Staten van Zeelandt verkoopen aan Elisabeth Magnus, oud 17 jaren, dochter van Jacob Magnus, heer van Berchambacht en Melissandt etc., gecommitteerde van de Staten van Zeelandt ter Staten-Generaal, en Petronella Symons dochter, eene lijfrente van 16 pond 13 schellingen 4 grooten Vls. 's jaars, den penning 8 (12 1/2 pct.), te haren lijve.

Oorspr. Het speciale zegel van de Staten is niet meer aanwezig.

De Staten van Zeelandt verkoopen aan Symon Magnus, oud 9 jaren, zoon van Jacob Magnus, heer [van Berchambacht en] Melissant etc., gecommitteerde van de Staten van Zeelandt ter Staten-Generaal, [en Petronella] Symons dochter, eene lijfrente van 16 pond 13 schellingen 4 grooten Vls. 's jaars, den penning 8 (12 1/2 pct.), te zijnen lijve.

348 1626 Januari 22

Schepenen van Middelburch oorkonden, dat Quiryn uuytten Wyngarde en Anthonette Pieters Boogart, echtelieden, aan jonkvrouw Elisabet Bartholomeus, weduwe van Roelant Magnus, den eigendom overdragen van den rentebrief van 6 pond Vls. 's jaars, luidende op Jacob Symonsen Magnus, die de grootvader van de voorschreven Anthonette was, d.d. 23 Mei 1552, waardoor deze gestoken is (zie nr. 27).

Twee aktes te Den Haag van Simon Magnus: 25-3-1638, nots Pieter Pietersz van Groenewegen [71 fol 178]: cruijdenier te Zierikzee; 23-8-1645, nots Pieter van Groenevelt [98-fol 293v]: ?

Over Pieter Magnus, apotheker te Zierikzee en X Neeltgen Jacobs, zijn enkele aktes in het Stadsarchief N.A. Rotterdam.

Jacobus Magnus is in 1615 door Jacobus I tot ridder verheven (zie NA 1.10.21 Collot d'Escury, invnr 441)