XIV-839 Magnus, Jacob

biografische aantekeningen

Jacob Magnus studeerde rechten in Padua (1587), Orleans (bul dd. 1586), Bonn en Leiden, en beleefde een schitterende carrière.

Na een burgemeesterschap van Middelburg werd hij door de Staten van Zeeland afgevaardigd naar de Staten-Generaal. Magnus bekleedde daar tal van functies en vertegenwoordigde Nederland op het internationale politieke toneel. Magnus was onder meer gezant van de jonge Republiek in Engeland en in Denemarken (1607, verdrag met Koning Gustaaf). In Engeland werd hij door koning Jacobus I in de ridderstand verheven (1615). En hij nam deel aan tal van ‘parlementaire’ commissies die onderhandelden over (economische en politieke) verdragen met vele Europese landen en met “Barbarije” (Marokko).

In 1613 kocht hij de Ambachtsheerlijkheid 's-Heeraartsbergen, Bergambacht en Ammerstol.

In 1619 was de advocaat Jacob Magnus naar verluidt één van de 24 rechters die in een showproces Johan van Oldenbarneveldt ter dood veroordeelden, en Hugo de Groot en Jacob Hoogerbeets tot levenslange opsluiting in Slot Loevestein. [bron: voetnoot in de bezorging van “Broeder Gevangenisse”, het dagboek van Willem de Groot over de dententie van zijn broer Hugo]. In het “leven van Oldenbarneveldt” staat dat Magnus gepoogd heeft om daags voor de terechtstelling de onthoofding te voorkomen, met een beroep op Oldenbarneveldts hoge leeftijd (en dientengevolge korte periode waarin men nog last van hem kon hebben).

Meer: lees de pagina 'Het cruel vonnis van Oldenbarneveldt'

bronnen

lit: Vollenhove en De Groot: "Broeder Gevangenisse" (Dagboek van Willem de Groot over de detentie van zijn broer Hugo de Groot op Loevestein)

Den 28en dan hebben wy MAGNUS gesproocken dye ons seyde dat broeder DE GROOT een consultatie had gegeven dat suster trotse woorden hadde gesproocken vraechde my of ie mede nyet wat geseyt hadde seyde datmen sich ootmoedich most dragen ende nyet suppliceren als recht hebbende dat de auctoriteyt seer kittelich is enz seyde oock tegen moeder u soon ende ic syn beyde teeder maer wy leven lanck. seyde van dye weeck nyet te sullen vergaderen. (...) Wy en sullen niet doen tegen het advys van Hollant.

[voetnoot:] J MAGNUS afgevaardigde ter Staten Gen wegens Zeeland een der 24 regters over Oldenbarneveldt, De Groot en Hoogerbeets.

lit: Briefwisseling van Hugo Grotius, dl 17, brief 178C dd 13-11-1609. Van de Staten van Zeeland. Aan den advocaet-fiscael De Groot.

Erntfeste, etc., Wij verwaghten uE. antwoorde op ons voorgaende schrijven ende of mogelijck hetzelve ons niet tijdelijck en konde ter handt komen, zoo hebben wij ondertusschen den heere Magnus onse gedeputeerde in de vergaderinge van de hoogh mogende heeren Staaten-Generaal geauthoriseert den dagh van de comparitie waer te nemen, alzoo denzelfden nu is nakende, ende ons over te schrijven wat aldaer sigh zal offereren, uE. ondertusschen des lants gereghtigheyt ernstelijk recommanderende.

Hiermede, erntfeste, etc. In 't Hoff van Zeelant, tot Middelburgh, den 13 Novembris 1609.

lit: Scheltema: Staatkundig Nederland (1806):

Magnus Jacob Ridder Heer van Groot Ammers Bergambacht enz Burgemeester te Middelburg Was van 1603 tot 1625 gewoon Gecommits teerde wegens Zeeland ter Vergadering der Staten Generaal en had zeer veel deel aan het bewind van dit Gemeenebest Niet alleen werd hij tot de gewigtigfte binnenlandfche verrigtingen benoemd zoo als van vele in het 1e Deel van Aitzema melding wordt gemaakt maar werd ook na als buitengewoon Gezant in Engeland geweest te zijn in 1607 naar Denemarken ge zonden ten einde zich meer te verzekeren van de van den Koning jegens den Staat.

In het “Leven van Oldenbarneveldt” bl 239 240 vindt men van hem aangeteekend dat hij ‘s daags voor de onthoofding van denzelven bij François van Aarssen pogingen deed om den Advocaat in het leven te bewaren De geboorte en sterftijd van hem heb ik nergens kunnen opsporen. Hij was gehuwd aan Petronella Mersen. Zie Aitzema I 9, 30, 83. Wagenaar IX. Balen Dordrecht 995.

lit: Wagenaar, Vaderl Historie IX p 274:

De Staaten noodigen Groot-Britanje, Deenemarke en eenige Duitsche Vorsten, om hun goeden raad te geeven.

De onderhandelingen met de Fransche gezanten waren nu begonnen. Doch op dat zy geen' argwaan verwekken mogten by de andere Mogendheden, welker vriendschap men behoefde, beslooten de Staaten, de Koningen van Groot-Britanje en Deenemarke, en de Keurvorsten van de Palts en Brandenburg, welke twee laatsten, reeds in 't jaar 1605, beloofd hadden, hun, drie jaaren agtereen, met honderdduizend guldens, jaarlyks, te ondersteunen, ook te noodigen, om hun, in deeze gewigtige tydsomstandigheid, met goeden raad, te dienen. Naar Deenemarke gingen Jakob Boelensz van Amsterdam, Nikolaas Jakob Simonszoon van Hoorn, en, Jakob Magnus van Middelburg, als gezanten der algemeene Staaten. Aan Koning Jakob, die van den staat der Vereenigde Gewesten nader berigt begeerde, werdt ook een buiten gewoon gezantschap gezonden, bestaande uit Joan Berk, Pensionaris van Dordrecht en Jakob van Maldere, bekleedende de plaats van den eersten Edele, ter Staatsvergaderinge van Zeeland Zy deeden den Koning breede opening beide van de magt en inkomsten, die thans omtrent tien milloenen, in 't jaar, beliepen, en van de lasten van den Staat: vertoonende, tevens, hoe veel 'er, naar 't oordeel van den Prinse en van den Raad van Staate, te kort schoot, om den oorlog, met hoop van eenen goeden uitslag, te konnen voortzetten.

lit: "De algemeene kerkeraad der Nederduitsch-Hervormde Gemeente te Middelburg van 1574-1860, (p. 71):

Naamlijst der ouderlingen: 7 september 1596: Jacob Magnus; 16-9-1601: Jacob Magnus

Naamlijst der diakenen: 14-11-1592: Jacob Magnus

lit: J.G. Voegler, 'Geschiedenis van het Middelburgsch gymnasium' (Middelburg 1892: Lijst van curatoren: (1600): Jacob Magnus.

lit: P.J. Meertens: Letterkundig leven in Zeeland in de zestiende en de eerste helft der zeventiende eeuw (1943):

(p. 431) Italiaanse universiteiten, die in de Middeleeuwen ook door Nederlanders druk bezocht werden, waren na de Reformatie aanmerkelijk minder in trek. Toch vinden we de Middelburgse regentenzoon Jacob Magnus nog in 1587 in Padua en het jaar daarop in Bologna, dat met Orleans een van de centra der juridische studie was. Zijn jongere broers Alexander en Constantinus studeerden zelfs nog in 1608 in Padua, nadat ze vooraf de Leidse hogeschool bezocht hadden. De dichter Liens is er in het begin van de zeventiende eeuw in de medicijnen gepromoveerd. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat de families Magnus en Liens tot die geslachten behoorden, die aanvankelijk alleen maar voor de schijn met de Hervorming zijn meegegaan, maar in hun hart het oude geloof nog lang trouw zijn gebleven.

lit: De eerste schipvaart der Nederlanders naar Oost-Indië onder Cornelis de Houtman, 1595-1597. Op p 197 staat dat burgemeester Jacob Magnus van Middelburg van 13 januari tot 23 februari 1598 in Londen was.

Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 9 Geslachtsregister der kinderen, geboren uit het huwelijk van Jacob Magnus en Petronella, gesloten Symonsd., op 7 october 1590 te Middelburg, z.d. (w.s. begin 17e eeuw)

lit: https://www.genealogs.nl/getperson.php?personID=P2798&tree=8 (de data tussen <> is rechtstreeks zonder nader onderzoek aan deze bron ontleend)

* 1565, 20-jun: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 13 Acte van transport ten overstaan van schepenen van Middelburg door Leyn Symonsz. Visscher, echtgenoot van Leunke Reiniers, wonende te Veere, voogd van het meerderjarige weeskind van Symon Jacobsz. Magnus en Lysbeth Pieter Bouwens Mot van vijf en twintig vlaamse ponden uit de goederen van de grootvader Pieter Bouwens Mot met een rente van dertig schellingen per jaar, 1565 juni 20

* 1566, 21-jul: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 5 Mutueel testament ten overstaan van schepenen van Middelburg van Christiaen Haymans en Margarite Rombouts, parochianen in West-Monster, 1566 juli 21 1 charter. Margarite Rombouts wordt later huisvrouw van Symon Jansz. in Moyses, schoonvader van Jacob Magnus.

* 1583, 7-9: Album studiosorum Academiae Lugduno Batavae, kol. 15: Jacobus Magnus, Middelburgensis, jur.

* 1586, 12-mei: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 7 Bul voor Jacob Magnus uit Zeeland voor het baccalaureaat in het canoniek recht aan de universiteit van Orleans, 1586 mei 12 1 charter

* 1588, 22-sep: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 8 Acte van commissie door Phillippus à Rodenstein en Casparus Bittelmair van Jacob Magnus tot de Universiteit van Bonn, 1588 september 22

* 1594, 7-apr: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 140 Acte van transport ten overstaan van schepenen van Middelburg door Floris Cornelissen van Griepkercken, Jan Floris van Griepkercken en de kinderen van wijlen Floris Cornelis van Griepkercken aan Jacob Magnus van een stuk grond bij de strate van thiendehoff,, 1594 april 7

* 1599, 30-jan: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 141 Acte van transport ten overstaan van schepenen van Middelburg door Pieter Cosijn aan mr Jacob Magnus van een obligatie op de stad Middelburg van Honderd gulden,, 1599 januari 30

* 1600, 12-jan: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 138 Acte van transport ten overstaan van schepenen van Middelburg door Jan Clayssen, timmerman en Jacobmynken Ingelsdr., echtelieden aan mr Jacob Magnus, van een obligatie van twee ponden, vijftien schellingen per jaar op de stad Middelburg,, 1600 januari 12

* 1601, 23-jul: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 129 Acte van transport ten overstaan van schepenen te Middelburg door Pieter Cornelisz., parochiaan van Grijpskerk, aan Jacob Magnus, burgemeester van Middelburg, van 89 roeden land in Mariekerk,, 1601 juli 23

* 1609, 31-jul: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 146 Acte van transport ten overstaan van schepenen van Vlissingen door burgemeester en schepenen van Vlissingen aan mr Jacob Magnus, oud burgemeester van Middelburg, van een obligatie op de stad Vlissingen van zestien pond, dertien stuivers en vier schellingen,, 1609 juli 31

* 1610, 24-6: Nationaal Archief: archief 3.01.14 Landsadvocaat Van Oldenbarnevelt: invnr. 2269 Verdrag van Johan Baptista Maas met Hendrik van Brienen, Johan van Oldenbarnevelt, Jacob Magnus, Tinco van Oennama, Jan Gellis en Eelko Clandt van 24 juni 1610, als aanvulling op het akkoord van 7 januari 1610. concepten., 1610

* 1610, 20-jul: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 154 Acte van obligatie der Staten van Zeeland van 233 pond, zes schellingen en acht stuivers, toebehorende aan Jacob Magnus, oud-burgemeester van Middelburg. Afschrift,, 1610 juli 20

* 1613, 28-okt: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 183 Acte van procuratie ten overstaan van Francois de Jonghe door jhr Jan van Wijngaerden (hendrik) aan zijn neef jhr Jan van Wijngaarden om uit zijn naam ten overstaan van stadhouder en leenmannen van Holland de ambachtsheerlijkheid 's Heer Aertsberg over te dragen aan Jacob Magnus, heer van Melissant, den Haag, 1613 october 28

* 1613, 5-nov: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 184 Acte van schuldbekentenis ten overstaan leenmannen van de grafelijkheid van Holland door Jacob Magnus aan Heynrick van Wijngaarden wegens de koop van de ambachtsheerlijkheid 's Heer Aertsberg en Ammerstol,, 1613 november 5

* 1613: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 185 Stukken betreffende het geschil tussen Jacob Magnus enerzijds en jhr Henrick van Wijngaerden, heer van Sueerswaert, Westkercke en tot Gvssenkerck anderzijds over een rente van honderd gulden hypotheek op de ambachtsheerlijkheid van 's Heer Aertsberg, Bergambacht en Ammerstol,, 1613-1619

* 1615, 1-dec: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 11 Acte van Commissie door koning Jacob I van Engeland van Jacob Magnus in de Engelse adelstand, december 1

* 1615: Nationaal Archief: 1.10.21 Inventaris van het archief van de familie Collot d''Escury en aanverwante Geslachten, 1300-1962, invnr 441 Akte van Jacobus I houdende de verheffing van Jacob Magnus tot ridder, 1615. Afschrift in vertaling, 18e eeuw.

* 1615: Nationaal Archief: archief 3.01.14 Landsadvocaat Van Oldenbarnevelt: invnr 1260 Uittreksel uit een missive van de Gecommitteerde Raden van Zeeland aan Jacob Simonszn. Magnus, burgemeester van Middelburg en gecommitteerde bij de Staten-Generaal, van 20 november 1615, waarin zij aandringen op toestemming om, ondanks de resolutie van 23 oktober 1615, nieuwe kwart daalders, Nederlandse rijders en drieëntwintig stuiverstukken te mogen slaan op de handhaving van de muntordonnantie en de daarin vastgestelde geldkoers, 1615; afschrift (begin 17e eeuw)., (begin 17e eeuw)

* 1615, HUA, 802 verzameling losse aanwinsten Gem. Archief invnr 368: Akte van verlening van het ridderschap door koning Jacobus I van Engeland aan Jacob Magnus, heer van Ammers, Arentsburg, Bergambacht, Melissant etc, 1616

* 1616, 19-jul: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 71 Acte van onderhands transport door Carel van Gelder, notaris te 's Gravenhage, namens Adriaan Jobssen, aan Jacob Magnus, heer van 's Heer Aertsberg, Bergambacht en Ammerstol, heer van Melissant en gecommitteerde van de Staten van Zeeland bij de Staten Generaal van Holland van een acte van obligatie op het hertogdom Brabant van 50 car.gulden,, 1616 juli 19

* 1617, 17-mrt: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 100.1 Acte van transport ten overstaan van schout en schepenen van 's Heer Aertsberg door Jan Andriesz. aan Jacob Magnus, heer van 's Heer Aertsberg, Bergambacht en Ammerstol van een stuk land te 's heer Aertsberg,, 1617 maart 17

* 1617, 20-mrt: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 120 Verklaring ten overstaan van schepenen van Ammerstol door Aert Woutersz., 85 jaar, Jan Willemsz., 84 jaar en Gijsbert Gijsbertsz., 66 jaar, op verzoek van Jan Lenaertsz. en Arien Govertsz., dat zij gepacht hebben van Jacob Magnus de Spoelvoet, dat zij op de Spoelvoet hebben gelopen en haar met palen hebben afgezet, dat de Spoelvoet gescheiden was geweest van de Hooge Dijk en dat de Kille, soms 16 vademen diep, bevaarbaar was, met gelijktijdig afschrift., 1617 maart 20

* 1617, feb: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 72 Acte van transport ten overstaan van de heren Raden van Brabant door Carel van Gelder, notaris te 's Gravenhage en Floris van Dam, namens de erfgenamen van Sacharias Mathijsz., wonende in Westkapelle op Walcheren, aan Jacob Magnus, heer van 's Heer Aertsberg, Bergambacht en Ammerstol, heer van Melissant, van een acte van obligatie van 36 car.gulden op het Hertogdom Brabant,, 1617 februari

* 1618, 10-feb: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 311 Brief van Pieter van Hemert, secretaris, aan Jacob Magnus, heer van 's Heer Aertsberg, over de moeilijkheden, gerezen door de benoeming van de nieuwe schoolmeester,, 1618 februari 10

* 1618, 10-apr: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 312 Acte van commissie door Jacob Magnus, heer van 's Heer Aertsberg van meester Jacob Pelketon tot schoolmeester van 's Heer Aertsberg en Bergambacht,, 1618 april 10

* 1618, 25-jun: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 226 Acte, waarbij Pieter van Hemert, rentmeester van Jacob Magnus, heer van 's Heer Aertsberg, Bergambacht en Ammerstol, ten overstaan van Sebastianus Goethart, notaris te Schoonhoven, protesteert tegen het verkopen van meubelen door schepenen van Schoonhoven in zijn rechtsgebied,, 1618 juni 25

* 1618, 7-nov: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 227 Acte van willige condemnatie door de Hoge Raad van Holland van het verdrag tussen schepenen en gecommitterden van Bergambacht en Jacob Magnus, heer van 's Heer Aertsberg, betreffende het niet meer procederen tegen de ambachtsheer dan met authorisatie van de ingezetenen ingeerfden en gecommitteerden der steden bij het afhoren van de gewone rekening alsmede, dat er geen processen zullen begonnen worden dan met voorkennis van de ambachtsheer,, 1618 november 7

* 1618, 30-nov: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 236 Verzoek van Jacob Magnus, heer van 's Heer Aertsberg en Bergambacht om in verband met het bestraten van de hoofdweg in 's Heer Aertsberg een extra belasting te mogen heffen bij de ingelanden, zonder datum,, 1618 november 30

* 1618: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 4 Vrijwillige condemnatie' van de Hoge Raad van Holland en Zeeland van 7 november 1618, betreffende een verklaring van de schout en gezworenen van 's-Heeraartsberg dat zij Jacob Magnus en zyn nakomelingen, en derden, geen proces zullen aandoen ten laste van de ambachtsheerlijkheid, 1618

* 1619, 31-jan: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 14 Verklaring van baljuw, burgemeesters en schepenen van Gouda, dat de heer van Bergambacht is vrijgesteld van het betalen van bruggegeld over de Haestrechtse brug, 1619 januari 31 Afschrift uit het kamerboek, 1619 mei 21

* 1619: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 1 Missive van de Gecommitteerde Raden van Holland aan Jacob Magnus, ambachtsheer van 's-Heeraartsberg en Ammerstol, betreffende het naleven van de placcaten in de voornoemde heerlykheid, met bijlage, afschrift, 1619

* 1620, 22-jun: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 16 Acte van schuldbekentenis door Jacob Magnus aan zijn broers Alexander en Constantinus Magnus van vijftien honderd pond,, 1620 juni 22

* 1622, 5-jan: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 319 Acte van commissie door Jacob Magnus, heer van 's Heer Aertsberg, voor Nicolao Balbani tot predikant van Ammerstol, 's Heer Aertsberg en Bergambacht, 1622 januari 5, z.d

* 1622, 18-jun: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 269 Acte van onderhands transport door Lucas Roelofsen Versalm, rentmeester van Jacob Magnus, heer van 's Heer Aertsberg, Bergambacht en Ammerstol, van het recht van erfpacht op zijn huis en erf te Ammers,, 1622 juni 18

* 1622, 8-jul: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 171 Acte van belening door Karel V als graaf van Holland van Jan van Winsen met vier pond groote vlaams ten laste van de ambachtsheerlijkheid 's Heer Aertsberg en Ammerstol, hem aangekomen van wijlen zijn moeder jonkvrouwe Anna van Woerden, 1554 april 21 In dorso: verklaring dat Jacob Magnus, heer van Bergambacht,'s Heer Aertsberg en Ammerstol, deze rente heeft afgelost aan de procureur van Johan van Winsen van Heemstede, heer van Heyncoop, 1622 juli 8 1 charter (gecancelleerd)

* 1622: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 10 Bldz. 209 uit het memoriael van Jacob Magnus en Petronella Simons, z.d. (w.s. ± 1622)

* 1622: Streekarchief Middel Holland 0732.15: Akte waarbij jhr. Hendrik van Wijngaarden, heer van Everwaard, juffrouw Maria Huyssen machtigt om de rente groot fl. 84 per jaar die hij haar schuldig is te innen bij Jacob Magnus, heer van Bergambacht en Melissant, 1622; afschrift

* 1624, 28-mrt: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 25 Acte der huwelijkse voorwaarden, gesloten tussen Christiaan de Cupre domheer te Utrecht, en Maria Magnus, dochter van Jacob Magnus, heer van Bergambacht, en Petronella Symons, waarbij getuigen waren Johan van Weede, schepen der stad en secretaris van het Domkapittel te Utrecht en de ouders van Maria Magnus,, 1624 maart 28

* 1624, 6-sep: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 127 Acte van transport, ten overstaan van notaris ---------, door Dierick Claesen, aan Jacob Magnus van zes en een half gemeten, acht en vijftig roeden land, gelegen nabij Domburg,, 1624 september 6

* 1625, 19-4: TESTAMENT. Naar dit testament wordt verwezen in een commentaar op de rechtszaak tussen Maria Magnus enerzijds en Constantia en Elisabeth Magnus anderzijds, omdat de ene een gewaarmerkt afschrift van het testament heeft waarin staat dat bij kinderloos overlijden van een van zijn kinderen het huwelijksgeschenk teruggegeven moet worden en vervalt op zijn andere kinderen, terwijl Maria Magnus een gewaarmerkt afschrift heeft waar die clausule niet in staat. (bron: "Utrechtse consultatiën, dat is, decisoire ende andere advisen”, vol. 2 (Utrecht, 1684), p 534)

* 1625, 27-mei: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 187 Acte van belening door de Staten van Holland van Pieter Magnus met de ambachtsheerlijkheid in de parochie van 's Heer Aertsberg en Ammerstol, uitgezonderd een blok tienden, genaamd de Nesse en een visserij, genaamd Cohem, hem aangekomen van wijlen zijn vader Jacob Magnus, heer van 's Heer Aertsberg en Melissant,, 1625 mei 27

* 1625, 6-jul: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 15 Gedeelte uit het testament van Jacob Magnus, waarin aan zijn zoon Pieter Magnus de ambachtsheerlijkheid 's Heer Aertsberg, Bergambacht en Ammerstol wordt toegewezen, z.d 1 afschrift, 1625 juli 6

* 1625, sept: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 26 Uitspraak door Steven Tenys en Willem Brouwer als testamentair executeurs van Jacob Magnus inzake het geschil tussen de erfgenamen over de verdeling der nalatenschap,, 1625 september

* 1631, 27-mei: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 100.2 Acte van transport ten overstaan van schout en schepenen van 's Heer Aertsberg door Jacob Heynricksz. Somer aan Pieter Magnus van een huis met erf,, 1631 mei 27

* 1656: Nat Arch 3.19.18 Heerlijkheid 's-Heeraartsberg, invnr 30 Acte van boedelscheiding der goederen van wijlen Jacob Magnus tussen Maria Magnus, weduwe van Christiaan de Cupre en Pieter Magnus van der Dussen, wat betreft zijn deel en het deel van wijlen Alexander Magnus sedert 4 april 1650,, 1656

kind 1: Elisabeth Magnus

* 1658, 23-8: GA Dordrecht, NA nots J. Melanen [arch 20, invnr 178-398]: Adriaen van Blijenburch, heer van Naeltwijck, oud-burgemeester van Dordrecht, als getrouwd hebbende Levina de Vries heere Dingemansdochter, en Cornelis de Vries, schepen in wette deser stad, zwagers, nagelaten kinderen en erfgenamen van Elisabeth Magnus, die de dochter was van de heer Jacob Magnus, in leven ridder etc, die een zoon was van de heer Simon Jacobse Magnus, in zijn leven burgemeester van Middelburg, machtigen ........... om namens hen te gaan naar jonkheer Jan van Schijnegen, heer van Weijnegen als commies van de impost in het kwartier van Gendt, om betaling te verzoeken van een rente van 12 pond tien schellingen die Simon Magnus voor zijn zoon Jacob Magnus gekocht heeft tot last van Vier Leeden van Vlaenderen, inclusief de rente sedert 1618. Mocht iemand anders die rente hebben ontvangen, dan moet die van die ander worden ingevorderd. En zo mogelijk moet ook de hoofdsom worden ingevorderd/afgelost.

* 1661, 21-3: GA Dordrecht, NA nots J. Melanen [arch 20, invnr 179-559]: Adriaen van Blijenburch, heer van Naeltwijck, oud-burgemeester van Dordrecht, als getrouwd hebbende Levina de Vries heere Dingemansdochter, en Cornelis de Vries, inden outraede deser stad, zwagers, nagelaten kinderen en erfgenamen van Elisabeth Magnus, die de dochter was van de heer Jacob Magnus, in leven ridder etc, machtigen Johan baron de Reede, heer van Renswoude, om te verhandelen, transporteren en over te geven een rente, geconstitueerd op de Staten van Vlaenderen, van 15 ponden groten Vlaems 't siaers, met de penning 16 te lossen, te betalen in twee paijementen t siaers, welke rentebrief is verleden ten profijte van Adriaen Corn~sz en Adriaen Coppe Meeusz, volgens een brief dd 29-1-1569 die zij in bezit hebben, tot welke rente zij gerechtigd zijn als mede erfgenamen van Jacob Magnus.

* 1663, 8-10: GA Dordrecht, NA nots J. Melanen [arch 20, invnr 180-466]: Adriaen van Blijenburch, heer van Naeltwijck, oud-burgemeester van Dordrecht, als getrouwd hebbende Levina de Vries heere Dingemansdochter, en Cornelis de Vries, schepen in wette deser stad, nagelaten kinderen en erfgenamen van Elijsabeth Magnus, die de oudste dochter was van de heer Jacob Magnus, in leven ridder etc, die een zoon was van de heer Simon Jacobse Magnus, in zijn leven burgemeester van Middelburg, machtigen Pieter van der Dussen om een rentebrief over te dragen die zij verkocht hebben aan Marcellus van der Goes, "spreeckende tot laste van de vier leeden van Vlaenderen, van 25 ponden tournois tsiaers", welke rentebrief de voorsz Simon Jacobse Magnus "gecoft heeft ten behoeve van sijnen jongen soone Jacob Magnus, uijtwijsende de voorsz brief," en om de penningen van de verkoop te ontvangen

* 1664, 16-6: GA Dordrecht, NA nots J. Melanen [arch 20, invnr 180-612]: Cornelis de Vries, Schepen in wette deser Stede, zoon van wijlen Elisabeth Magnus de dochter van de heer Jacob Magnus en daaraan bedeeld zijnde, machtigt Pieter Macré, koopman in Middelburg, om voor het gerecht te transporteren en over te dragen aan Raetsheer Gasper Ingels alle macht en eigendom op (1) een gemet 158 Rs in den Nispeblock, (2) een gemet 69 Rs in Curen Useblock, (3) een gemet 88 Rs in Curen usenblock, (4) nog aldaer 206 Rs (5) een gemet 201 Rs in den Cragenblock alle gelegen op Walcheren in de parochie Meliskercken, staande nog op de naam van Jacob Magnus zaliger.

* 1668, 31-10: GA Dordrecht, NA [arch 20, invnr 182-170v]: Cornelis de Vries, heer Dingemanszn, schepen in wette van Dordrecht, zoon en mede erfgenaam van wijlen Juffrouw Elisabeth Magnus, die een dochter was van Jacob Magnus, zijn grootvader zaliger dus. Hij machtigt Jasper van der Schooft, koopman te Middelburg, om alle percelen land te veilen, waarop hij recht heeft, te Middelburg of elders op Walcheren.

kind 2: Constantia Maria Magnus:

* 1656, 13-11: HUA NA nots P. Lieffs [U045a1-364]: Procuratie Berndt Adolph van Rede verklaart op verzoek van Maria Magnus dat hem zeer wel kennelijk is dat tussen Peter Magnus, in zijn leven heer van Bergambacht etc en de overleden heer Zuijlen van Nijvelt, lid van de Staten van Utrecht, al meer dan zeventien jaar lang een dispuut is geweest nopende zeker gestoelte in de kerk aldaar, waarvan ze elk het recht op claimden. Hij vertelt dat omstreeks twaalf jaar geleden, op een zondag, zijn huisvrouw [Constantia Magnus] in dat gestoelte zat en toen een heftige woordenwisseling ("hoge woorde") kreeg met de dochter van voornoemde Nijevelt. Daarop heeft Van Rede, uit naam van de heer van Berchambacht tegen de dochter van de heer Zuijlen van Nijvelt aangezegd dat ze daarover geen dispuut moesten maken, omdat het gestoelte hem niet aanging, maar alleen de heer van Berchambacht. Hem is kennelijk dat naderhand de zoon van vrouw Maria Magnus, Henrick de Cupre genaemt, met de oudste zoon van Alexander van Capel "questie" gehad heeft over het ... zitten van het voorsz gestoelte. Te vrezen stond dat er groter onheil zou ontstaan, indien in deze kwestie niet voorzien en wierde. (w.g. Bernt Adolf van Rede. + nots en get)

openstaande vragen / discussie

In PC Bloys van Treslong Prins: "De Genealogische en Heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zuid Holland" wordt vanaf blz 171 beschreven welke grafzerken er zijn aangetroffen in de Grote Kerk van Dordrecht. Onder nr. 8 wordt het graf vermeld van Dingeman de Vries en Elisabeth Magnus, met de wapens van hun voorouders. Er staat:

Hier onder rusten d' Heer Dingeman de Vriese Heeren Cornelisz. schepen en Colonel der stadt Dordrecht etc. ordinaris gedeputeerde ter Vergaderinge van de Groot Mog. Heeren Staten van Hollant ende Westvrieslant sterft den 16 November ao 1641 ende Joffrouw Elysabeth Magnus sijne huysvrouwe outste dochter van Heer Jacob Magnus ridder heere van BerghAmbacht Melissant etc. gecommitteert van wegen de provintie van Zeelandt ter vergaderingh van Hooch Mog. Heeren Staten Generaal der Vereenichde Nederlanden sterft den 19 Nov. 1625. (3) Met de afgehakte Wapens en de kwartieren: (voor Dingeman Vrieze:) Vriese Boem Kerchoff Hallingh Alblas Cats Baeckel Oem (en voor Elisabeth Magnus:) Magnus Martsen Houtman Boem Nyot Noortschor Roosenburch Wellestrijpe.

Deze kwartieren stroken niet me de hierboven genoemde voorouders van Vries/Vrieze en Magnus

P.J. Meertens (t.a.p., p. 453) schrijft dat Jacob Symonsz Magnus enige schilderijen in huis had van de befaamde schilder Jan Gossaert, die in 1541 Middelburg wegens schulden ontvulchtte. Dat moet dus over Jacob Magnus' grootvader gaan. In de beeldbank van het Zeeuws archief (via Archieven.nl) is een tekening van het graf van Jacob Simonsz Magnus (+ 1558) en zijn vrouw Maaiken Roelants (+ 1570).

Zie voor de voorouders van Petronella Mersen: lit: De Nederlandsche Leeuw 1897 (jg 15), kol. 188).