XII-78 Warnaars, Geesje

Geesje Warners

alternatieve spelling: Geesken, Werners, Warnaers, Warnaars, Warnners, Waenners


ouders: Jan Werners en Grietgen (dochter van Coort/Coert Hertgen)


geboren: [Almelo] ca 1603

gedoopt:

overleden: (Almelo, waarschijnlijk) 20-12-1694

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


relatie (1e): trouwt ca 1630


Herman ten Cate (XII-77)

alternatieve spelling: Hermen


Hendrik Gerritsz ten Cate en (Geertjen ten Kocks of Hendrikje Jans)


geboren: Borne ca 1595/1605,

gedoopt: doopsgezind

overleden: Almelo tussen 1642 en 1645 [onmogelijk als zijn weduwe in 1634 hertrouwt]

begraven:


beroep: koopman

woonplaats / adres: Almelo


relatie (2): trouwt 1634 of ca 1640


Johan Schimmelpenninck


ouders: Thomas Schimmelpenninck en NN. Jansen


geboren:

gedoopt:

overleden: (Almelo) tussen februari 1670 en juni 1671 [27-11-1670?]

begraven:


beroep: linnenreder

woonplaats / adres: Almelo


kinderen:

  1. Gerrit ten Cate, 1633-1678, X 1660 Aaltje Lamberts, VOLGT XI-39

  2. Jan ten Cate, geboren: Almelo 1635
    overleden: Almelo 12-11-1691
    beroep: koopman
    woonplaats / adres: Almelo
    relatie: trouwt Almelo 1654
    Judith Willink, geboren: 1635
    overleden: Almelo 1679
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders: Hendrik Willink en Elisabeth Hardes (zie onder XII-71)
    > hieruit acht kinderen

  3. Judith Schimmelpenninck
    overleden:
    relatie: trouwt Zwolle 10-5-1664
    Jan Tielemans, geboren:
    overleden:
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders:

  4. Herman Schimmelpenninck, geboren:
    overleden:
    beroep:
    woonplaats / adres: Zwolle,
    relatie (1) trouwt Zwolle 1665
    Geertje Berents , geboren:
    overleden:
    ouders:
    relatie (2): trouwt Zwolle 1671
    Fockalina Tylmans, geboren:
    overleden:
    ouders:

  5. Johan Schimmelpenninck, geboren: Almelo april 1647
    overleden: Almelo 11-11-1711
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt Almelo 19-12-1671
    Christina Coster, geboren:
    overleden:
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders:
    > Zij zijn de voorouders van raadspensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck

biografische aantekeningen


De bronnen waarop de bovenstaande beweringen zijn gebaseerd, zijn tegenstrijdig en soms uit de tweede hand. Waarschijnlijk is er in het Oud Rechterlijk Archief van Almelo meer informatie te vinden, maar dat is niet online beschikbaar.

Wat weten we zeker, gebaseerd op primaire bronnen?

1. Een Grietje, dochter van Cort Hertgersdr. uit Nahuis, is overleden voor 1629. Haar man Jan Warners is dan nog in leven en Grietje en Jan hebben kinderen. Jan en zijn kinderen wonen in Almelo. Grietje heeft een zus Trijntje, gehuwd met Andries Torck, ook te Almelo, en waarschijnlijk hebben ook zij kinderen. Grietje heeft nog een tweede zus, Aaltje, die in 1629 ook al is overleden, en die samen met een niet genoemde man een dochter hebben, genaamd Stijntje.

2. Jan Warners en Andries Torck zijn in 1639 ook nog in leven.

3. Jan Warners is overleden tussen februari 1657 en oktober 1658. Hij heeft een zoon, Jan Warners de jonge, en mogelijk ook een zoon Coert.

4. Andries Torck is in 1652 vermeld als burgemeester van Almelo.

5. Op 1-11-1641 was Geesken Warners al getrouwd met Joan Schimmelpenninck

6. Op 7-2-1670 was Geesken Warners nog steeds getrouwd met Johan Schimmelpenninck; ze hebben een zoon Johan Schimmelpenninck, aan wie ze hun huis nalaten.

7. Op 30-6-1671 is Geesken Warners weduwe van Schimmelpenninck; als ik de akte goed interpreteer, dan is zij de moeder van Harmen Schimmelpennink, Jan Schimmelpenninck, Judith [Schimmelpenninck of Ten Cate] X Jan Tieleman en verkopen ze een huis aan Joan ten Cate X Judith Willink. Als dit huis onderdeel is van de erfenis van Johan Schimmelpenninck, dan is de akte logisch, en zal de genoemde Judith ook een Schimmelpenninck zijn; als het huis uit de gezamenlijke boedel komt, dan hadden ook de vóórkinderen van Geesken Warners, dus Gerrit ten Cate en kinderen, hier moeten figureren.

8. In 1678 wordt van Geesken Warners gezegd dat ze in 1668 getrouwd was met Jan Schimmelpenninck en nu weduwe is van Hendrick ten Cate. Een conclusie uit dit stuk kan zijn dat Geesken Warners eerst getrouwd was met Jan Schimmelpenninck en na zijn dood in 1670/'71 getrouwd is met Hendrik ten Cate die voor 1678 overleden is. Een andere mogelijkheid is dat (af te betalen) schuld, waarvan in deze akte sprake is, een lening betreft van Herman ten Cate, zodat de schuld na diens dood is overgegaan op Geesje Warners, die ten tijde van deze akte weduwe Schimmelpenninck was.

9. In 1661 komt Gerrit ten Cate voor, optredend namens zijn schoonvader Jan Thomassen Schimmelpenninck, in een volgende akte zijn 'vader' genoemd. Gerrit moet dan dus volwassen zijn, d.w.z. minstens 23 jaar oud.

10 In 1668 is Jan Schimmelpenninck de schoonvader van Jan ten Cate. In de beide aktes is dus geen sprake van een stiefvader, maar een schoonvader.

11. In 1658 is Anneke Werners in Enschede de overleden vrouw van Berend Paeschen. Uit naam van haar kinderen treden haar (schoon-)broers op: Joan Warners junior, Swam Hendrickse ende Garrit Fincke. Het is merkwaardig dat hier Johan Schimmelpenninck niet bij staat.

12. In 1660 trouwt Gerrit Hermsen ten Cate, bijgestaan door zijn stiefvader Jan Schimmelpenninck

13. In zijn familiebijbel tekent Jan Schimmelpenninck junior het overlijden op van zijn 'broers' Gerrit ten Cate en Jan ten Cate en van zijn moeder Gesina Jansen Warnaers.


bronnen


lit: J.H. Warnaars: Het geslacht Warnaars (Uitg. A.H. Kruyt - Amsterdam, 1920)

lit: C.L. ten Cate; De (van oorsprong doopsgezinde) familie ten C(K)ate uit Borne, Utrecht - 1986;

lit: Nederland's Adelsboek jg 15 1917

Het geslacht Warnaars [p 30]: Reeds in de eerste helft van de zeventiende eeuw behoren Warnaarsen tot de Doopsgezinde kring te Almelo en zijn er wevers van beroep.

"Daar vinden wij Geesje, de dochter van Jan Warners, weduwe van Harmen ten Cate, die in het huwelijk treedt met Johan Schimmelpenninck; hun kleinzoon is de grootvader van Rutger Jan, die eens door Napoleon geroepen zou worden tot het ambt van raadpensionaris der Bataafsche Republiek, door hem tot Comte de l'Empire verheven werd en wiens zoon den Nederlandschen graventitel zou verkrijgen."

Het geslacht Warnaars [p 38-40]: Geslachtslijst.

"I. Johan Wernersz, leefde in de tweede helft der zestiende eeuw, gehuwd met N.N., waarvan twee zonen, te weten:

1. Johan Werners of Jan Warners (voetnoot 28), borger van Almelo, vermeld in 1616, als pandeischer in 1628, als momboor in 1635, 1639 en 1644, overleden tusschen 26 Februari 1657 en 29 October 1658, gehuwd met Grietien, dochter van Coort Hertgers, van Nahuis, overleden vóór 26 September 1629. Uit dit huwelijk acht kinderen, vermeld onder A III. - en 2. Berend Jan Werners (...)

A III.6 Geesken Warners (voetnoot 39), overleden te Almelo 20 December 1695, huwde (1°) Harmen ten Cate; (2o) vóór 1 November 1641 Johan Schimmelpenninck, geboortig van Zwolle, linnenwever te Almelo, overleden aldaar 27 November 1670, zoon van Thomas Schimmelpenninck.

Uit het eerste huwelijk een dochter, uit het tweede een zoon."

Het geslacht Warnaars [p 105 ev]: voetnoot 28. Een hele serie protocollen. Voor hier is relevant:

* 1629-26-9: [protocol Almelo]: Wij Burgemesteren, Schepen ende Raedt der Stadt Almelo, lijen ende bekennen certificieren vor die gerechte waerheit, dat vor unnsz up dach ende dato nedenbeschreven gecompareret ende erschennen is die E. Cort Hertgers borger tot Nahuisz mede als man ende mombar syner huysvrouwe dar hy de rato vor caveret, unnd hefft ut sunderlinge consideratie, die kynder und Erffg. van zyn zalige dochter Grietijen, ende dochter Trijntijen, huisfrouwe van Jan Warners tydt haeres levens ende Andries Torck itzige husfrou, vor uth den gude unnd haer erffnisse gegevenn die somma vann vier hundert Rixdaller, tho wetten die twie hundert Rixdaller den kinderen unnd erffg. van Jan Warners bij zalige Grietien geprocreeret unnd die twie ander hundert Rixdallers die kinder unnd Erffg. van Andries Torck ennde Trintien Eelude. Unnde dat umb redenen hem dar to moverende, wie hie sachte umb dat deselve olderen mer kinderen hadde, offte wat voelle waeren, ende dat hij noch een dochter Aeltgen gehieten in den Heere verstorven maer een dochterijen Stijntien geheeten naegelaetenn hadde, welcke vier hundert Rixdaller die kinder na affstervent van hem ende syn husfr. boeren ende thot haeren vordeell ontfangen sullen ennde hir tho Almeloe staende syn, dar hij noch de tijdt sijns levens sick vorbeholden hefft die pension offte interest van tho willen boerenn. Orkunde unseren Protocolls Actum den sesz en twintichsten Septembris 1629.

Hieruit wordt dus geconcludeerd dat Jan Warners getrouwd is met de inmiddels overleden Grietijen, dochter van Cort Hertgers en zijn vrouw (beide in leven) uit Nahuis, en dat uit dat huwelijk kinderen zijn geboren. Cort Hertgers heeft daarnaast nog een dochter Trijntje, momenteel getrouwd met Andries Torck, en een eveneens overleden dochter Aaltgen die een kind Stijntje heeft nagelaten.

* 1639, 30-1 [protocol Almelo]: Erschennen die E. Johan Warners ende Andries Torck unse midt college, als van unsz borgemesteren daerto gestelde mombaren aver zalige Claere Albers, unde hebben tegens unnsz borgemesteren haere reckninghe gedaen van alle naelatenschap zal: Clare vorsz, etc.

De zwagers Jan Warners en Andries Torck zijn dus administrateurs over de nalatenschap van Claartje Albers. Dat moet dan welhaast een familielid zijn.

* 1650, 14-10: Jan Warners blijkt een zoon Coert te hebben, die namens hem optreedt en dus meerderjarig (ouder dan 25) is.

* 1652, 21-6: Andries Torck is burgemeester

* 1657, 26-2: iemand doet opgave van een schuld aan olde Jan Werners --> die is dan dus nog in leven

* 1658, 29-10: sprake is van zalige olde Jan Werners en van Jan Werners de jonge.

Het geslacht Warnaars [p 109]: voetnoot 31.

* 1659, 27-4: Geert Warners en Joan ten Caete "als gekorene ende gestelte mombaren geconstituiert dar toe wesende van die E. Joan Stralman ende Trinen Janssen wesende angeboren mombaren aver die kinderen van zal. Joan Warners, Berent ende Werner Warners" verzoeken het sterfhuis ten bate der crediteuren te doen verkoopen.

Het geslacht Warnaars [p 115]: voetnoot 36.

* 1656, 15-12: "Geert Warners, geassisteert met sijn broder Joan ende Johan ten Kaete sijn neve", treedt op tot "defensie van sijn ehre".

Het geslacht Warnaars [p 116]: voetnoot 37.

* 1661, 4-3: Gert Warners, sijn broders ende swagers, versorgers haeres onnoselen broders Jorijen Wanders, doen arrest offt beslagh op die koeppenningen, staende onder Jan ten Catte op sijn angecoffte hoffstede, daer hij op getimmert hefft, om 't selve tot onderholdinge gemelten Jorijens belacht te worden offte toe verblijven.

Het geslacht Warnaars [p 117 ev]: voetnoot 39

Blaupot ten Cate in zijn Gesch. d. Doopsg. in Gron., Over. en O.-Friesl., dl. I, blz. 18, zegt: "De ten Cate's (ook wel ten Cathe's of ten Kate's) zijn afkomstig van eene boerderij, nabij Zenderen, tusschen Borne en Almelo. In gemelde (16de) eeuw waren zij Roomschgezind, maar werden het Doopsgezind geloof toegedaan, breidden zich uit naar Almelo, waar Harmen ten Cate de eerste echtgenoot was van Geesje Warnaars, die later aan Jan Schimmelpenninck is gehuwd; verder naar Hengelo, Deventer en buiten de provincie."

* 1641, 1-11: Lucas Janszen genant Poll Luick en Aele sijn echte huisfrouwe bekanden an guden ganckbaren gelde schuldich tho syn an die E. Johan Schimmelpenninck Geseken Warners sijn huisfr. unnde derselver erffgenamen, die somma van soeven en viertich keisz. gulden ad 20 st. 't stucke unde vifftijn stuver, etc.

* 1670, 7-2: "Wij Burghe-meesteren Schepen ende Raedt der Stadt Almelo certificeren met desen dat voor ons in persoen is erschenen die Ed. Johan Schimmelpenninck met Geesken Warners Eheluijden, sijnde de vrouw tot desen g'adsisteert met haer gherichtelijcke gecoren ende toegelaeten momberen Johan Swam ende Jan Cremer, sechten ende verclaerden met voorbedachten wille ende rijpen raede, om erheflijcke ende moverende redenen haeren wille te sijn die welcke nae haer doodt sal onveranderlijck achtervolcht worden of per modum codicilli legati vel donationis causa mortis inter vivos of soe ende als 'tselve best bestaen can, namentlijck dat haer Compten soen Johan Schimmelpenninck nae haer overlijden 't huijs daer Compten thegenwoordich in woonen met den hof cum annexis et dependentis, voor andere kinderen of erfgn: sal moegen trecken, hebben ende beholden, mits daervoor utkerende ende betalende duijsent rijxdalers, staende dan vorders ende mede tot de penn. in volle erfnisse pro quota: Indien averst hem Schimmelpenninck sulx niet muchte ghelieven te doen soe sal 't selve huijs ende hof blieven in den ghemenen boedel om 't selve van de erfgen: gelijckelijck geproufiteert ende pro quota te gauderen.

* 1671, 30-6: Wij Burghemeesteren, Schepen en Raedt der Stad Almelo certificeeren cracht desen dat vor ons sijn erschenen die Eer. Geesken Warners wedewe Schimmelpenninck g'adsisteert met haer gecoren ende togelatenen momber in deesen Johan Palthe, voor haer selven, alsmede compareerden Jan Tijlleman met sijn huijsvrouw Judith, Harmen Schimmelpenninck ende Jan Schimmelpenninck elck voor sich ende samentlijck, lijden becanden in een stedijgen ende vasten erfcoop erflijck vercoft te hebben an die Ed. Johan ten Caete ende Judith Willinck eheluyden haer eygendoomlijcke huis geleghen alhijr in Almelo, etc.

De Nederlandsche Leeuw jg. 32 (1914), kolom 346 [J.D. Jordaan, Aanteekeningen uit het oud-archief van Diepenheim]:

* 1678, 28-8: Comp. Engelbert Harmsen en Fenneken Harmsen en bekennen schuldig te zijn f 1400, in 1669 door hun ouders ontvangen van zalige Jan Schimmelpenninck resid. te Almelo en zijn huisvr. Geesken Warners en dit nog schuldig te zijn aan Geesken Warners weduwe van zalige Hendrik ten Cate en Jan Schimmelpenninck of haar erfgenamen (anno 1682, 15 Sept. verklaren Jan ten Cate en Jan Schimmelpenninck dit geld met interest ontvangen te hebben.)

voetnoot: Dit echtpaar zal wel hetzelfde zijn als hetwelk sub IV vermeld wordt in de stamreeks der graven en jonkheeren Schimmelpenninck (zie Nederl. Adelsboek 1909, p. 508). Geesken Wamers heet daar echter Geertruida Jansen Warnaars. Haar man overleed in 1670. De boven aangehaalde acte van 1678 is hiermede dus niet in strijd. Uit deze laatste blijkt tevens dat Geesken Wamers in eerste huwelijk vereenigd was met Hendrik ten Cate, waaruit een zoon Jan. Deze compareert in 1682 met zijn half-broeder Jan Schimmelpenninck (in Nederl. Adelsboek sub V vermeld).

De familie ten C(K)ate uit Borne, p. 93 [HCO, familiearchief Schimmelpenninck, aantekeningen in Biestkensbijbel uit 1563]:

In deze Biestkensbijbel bevinden zich actrein enkele losse pagina's vol oude familieaantekeningen. We vinden daarin een bevestiging van het huwelijk van Herman ten Cate met Geesje Jansdr. Warnaers, waaruit slechts twee zoons sproten, en haar hertrouwen met Johan Thomasz Schimmelpenninck.

De familie ten C(K)ate uit Borne, p. 269, voetnoot 157.a t/m c.:

* 1661, 9-9: a. [R.A.Zwolle : arch.stadsger.v.Almelo inv.nr. 2596 (Content.zak.v.1657- 1663] Gerryt ten Caette versocht op aenspraecke op sijn schoonvader (bedoeld wordt zijn stiefvader) Joan Thomassen Schimmelpenninck geschiet dorch Joan Lucas Steffens den tijt van 14 dagen ende nemet die saecke an toe vertreden ende defenderen als principael

* 1661, 23-9: b. [Idem] Gerrijt ten Caete exhibeert nomine patris (in de naam van zijn vader) Jan Thomassen Schimmelpenninck antwoort tegens Jan Stevens Lucassen ; wert 14 dagen tijt versocht durch sijn vader Steven Lucassen. Gerrijt ten Caette versocht alsnoch betalinge van Jan Lucassen na inholt van voor 14 dagen gedaene anspracke, bij faut van sulx verwin. Versocht dartoe angeëigent te worden. Contumax ;

* 1678, 28-8: c. [R.A. Zwolle: arch.landger.v.Diepenheim inv.nr. 2 (Volunt. en content.zak.v.1674- 7679)] (met kanttekening van 15 Sep. 1682) : In een schuldbekentenis verklaren Engelbert Harmsen en zijn vrouw Fenneken Harmsen, dat hun ouders, de zal. Lephert Harmsen en zijn vrouw Anna Jansen (die overigens in de jaren rond 1665 geregeld in de boeken van het stadsarchief van Almelo voorkomen) een bedrag van 1.603 gulden schuldig te zijn aan Geesken Warnaers, de weduwe van de zal. Jan Schimmelpenninck. Twaalfhonderd gulden van deze schuld leenden zij op 9 Aug. 1669 van dit echtpaar; de overige vierhonderd en drie gulden bestaan uit kapitaal met interest, dat zij voordien leenden van het echtpaar Henrik (sic !) ten Caete en Geesken Warnaers. In de kanttekening uit 1682 verklaren Jan ten Cate en Jan (Jansz.) Schimmelpenninck dat dit gehele bedrag werd afgelost. In deze akte heeft een merkwaardige naamsverwisseling plaats gehad : de naam van Herman ten Cate is veranderd in Hendrik ten Cate, hetgeen op een verschrijving moet berusten

De familie ten C(K)ate uit Borne, p. 269, voetnoot 160

* 1659, 27-4: [R.A. Zwolle, Stadsgericht Almelo 2596]: Erschennen die E. Geert Warnars ende de E. Joan ten Caete als gekorene ende ge ... mombaren, geconsentieret dartoe wesende (onleesbaar) over de kinderen van Joan Warnaers

De familie ten C(K)ate uit Borne, p. 272?, voetnoot 163

* 1668, 5-6: Johan Schimmelpenninck, schoenvader van Jan then Caete, coeper ende eijgenaer van seecker huijsplaets ende getimmer staende en geleghen in de jurisdictie van dese stadt tusschen de huijseren van Mr Wolter Blouwel, borger tot Deventer, ende Berendt Cnoep, sijnde ther hande gestelt seeckere Acte van Inleijdonghe op deselve behuisinghe in dato den 27 Apr. 1668 door Jurrich Aversteghe qqa. gedaen, doet mits desen daerthegens uitleijdinghe nae Landtrechte, met versoeck dat dhetselve mach worden voor gebuer g'enregistreert ende geïnsinueert aen Jurrich Averstege voornt: Voorts contenderende in cas van vervolch van dese proceduijre tot reële burgstelling pro litium expensis et indicatum solvi, om sich daer an bij uitslach van sacke cost ende schadeloos te moghen verhalen.

Ned Adelsboek 1917 [p. 68]:

Johan Schimmelpenninck, geb. Zwolle (als zoon van de goudsmid Thomas Schimmelpenninck en N.N. Jansdr.), linnenwever, + Almelo 27 Nov. 1670, tr. aldaar 1646 Geesken Warnaars, + Almelo 20 Dec. 1695, dr. van Johan en Grietgen Hertgensdr. Coort en wed.e van Harmen ten Cate.

De Nederlandsche Leeuw 1921 [kolom 317 t/m 322]

Hier staat het bewijs dat Johan Schimmelpenninck te Almelo de zoon is van Thomas Schimmelpenninck te Zutphen, via een familielijn in Zwolle. Er staat ook dat Johan is overleden kort voor juni 1671, dat hij ca. 1640 gehuwd is met Geesken Warnaars, die is overleden na haar man. Zij zijn de ouders van Judith Schimmelpenninck (X voor 1671 Jan Tyllemans - dat moet zijn: Zwolle 10-5-1664), Herman Schimmelpenninck (te Zwolle, X 1665 Geertje Berents; XX 1671 Fockalina Tylmans) en Joan Schimmelpenninck.

* 1629, 25-2: boeken.franssenmedia.nl: transcriptie Landgericht Oldenzaal inv.nr 6 (1618-1631), p. 604: "Erschennen Hinrich Wolterinck uth den naem van Johan Budde richter tot Enschede ende spreckt an Johan Werners wegen het stedeken Almeloe gearresterde, vor die summa van 16 daler 15 stuver herkommende van kaergelt?, vant jar twe ende twintig ende 23. competerende, alsolcke? comparantis principalen luit bigelachte attestatie van Jan Hulsinck van dat stedeken Almelo, dar van gearresterde angeholden, ende solckes bi faulte van misbetalunge concluderende comparant nomine principalis tot vuldoninge der gemelten summa, mitz nochtans tot guede liquidatie ende wes bewesen sal worden, darup betalet te sien, tot guede kortinge sal strecken, versokende dieselve angeeischet moge worden bi faulte van geen comparitie bedinget

contumaciam, mit eisch van kosten (...) Johan Werners gearresterde secht ungeholden te sien, te antwoorden up die ansprake Richter Budde ehr ende bevohrens hem borge si gestalt, de judicio sisti judicatum solvi & expensis warvan Gisbert Koitenbrouwer sich alss borge vor vorß Budde ingelaten, mit alsolcken bedingh, dat vorß Werners gelickfalss borge sal stellen, und is vor vorß Werners borge geworden, Cornelis Berentzen warmede partijen hirmede fredigh gewesen ende versocht vorß Werners copei van alles ende tidt van 14 dagen.

* 1629, 14-3: boeken.franssenmedia.nl: transcriptie Landgericht Oldenzaal inv.nr 6 (1618-1631), p. 611: Erschienet Henrich Rolofs alss volmechtiger der Stadt Almeloe, unde des gerichtes, doet exhiberen walbefoghte antwort, und eventual conclusie interveniente van Johan Werners gearresterde contra Johan Budden richter ende unbedachte arrestant. versoket wie darinne. Hinrick Walterinckhoff vulmechtiger van Budde versocht copiam, ende tidt van 14 dagen

* 1629, 29-3: boeken.franssenmedia.nl: transcriptie Landgericht Oldenzaal inv.nr 6 (1618-1631), p. 613: Erschennen Johan Werners burger der Statt Almeloe alss vulmechtiger van Arendt Loepen borger der Stadt Amsterdam, luet vertoender ende exhiberder volmacht, gaff voer ho dat hi vor deesen, mit drie arresten, in naemen sines principalen, vorbenombt geprocedert hebbe up sekere penninge, staende under Hinderick Dirkingh tho Lemseloe herkommende van enen verkofften kamp, belegen ummetrent Hilbertinck thokommende dieselve penninge Ernst Laurens borgeren der Stadt Oldenseell dewelcke overmitz op vorige arresten tegens hueden is gecitert, so spreckt vulmechtiger vorß {?} Ernst Laurens an, vor tgene deselve noch schuldich is, an Arendt Lopen vorß van koepmans wharen alss wullen laken van twe hundert vif unde tachtentich guldens, wel te verstaende, dat het gene gemelte Ernst darop betalet hefft, an handen vulmechtigern vorgl. luet desselven gegevene quitunge, alss ummetrent hundert ende vertich guldens, in verscheiden reisen oder so alss die quitantien worden medebrengen denselven goede betalinge sal verstrecken, concluderende dat Ernst vorgschr., gecondemnert moge worden, tot betalunge der overigen penninge darvor executabel mogen verclart worden, oder in cas dan die huesman bi welcke dieselve arrestant sien dieselve uthgegevene, sonder? contrarie den arrest, dat up den sall deselve huesman darvor executabel sien sall makende eisch van kosten. Op gedaene ansprake Johan Werners clegeren versocht Ernst Laurens copiam, ende tidt van ene maent

* 1629, 18-4: boeken.franssenmedia.nl: transcriptie Landgericht Oldenzaal inv.nr 6 (1618-1631), p. 618: Johan Budde exhiberde replicam contra Johan Werners nomine des gerichts und Stadt Almeloe.

* 1629, 25-4: boeken.franssenmedia.nl: transcriptie Landgericht Oldenzaal inv.nr 6 (1618-1631), p. 624: Erschennen Henrick Rolves alss vulmechtiger der Stadt ende Gerichtes Almeloe ende seght dat huden vor ene manet comparant gewest tegens Jan Budden, ende also vorß sien terminum niet respiciert hefft, he eisch van kosten gedaen, also averst verleden den 15? Aprilis Jan Budde sien replic hefft ingedient, so versocht vulmechtiger copei ende tidt van ene maent mit verbeholt dat hie nit schuldich is widers te handelen, die verorsakede kosten sinnen hem refundert, sulx stellende (...) Erenst Laurens exhiberde tegens Johan Werners sien exceptional antwort, batt wie darinne, mitz dat cleger, bi sittender gerichte cautionem pro liti..? expensis tho doen moge angeholden worden, dit dan? darto? geprestert siend, will beclageden sien antwort ferners indienen, mits versokende, ock het jura {?} gelick in overgelachte scrifftuer versocht is worden Joachim van Meiborgh wort geechent an Horst Kamps ende Prenger Berendt tho Losser har pande na landtrechte. Hinrich Rolves vulmechtiger van Johan Werners batt copie ende tidt van een maent, ende hefft sine volmacht int gerichte vertoent, welcke ock vant gerichte, alss ock tegen partei vor sufficient is erachtet ende geholden worden (...; 625) Henrich Rolves hefft up begerde caution super litimus? expensis & lite prosequender? tot enen borgen gerichtliken praesentert Johan Middendorp, welcke alhier comparert ende sick deesen gerichte so vele deeses angaet, submittert ende underworpen, van Johan Werners tho vuldoen. Hirop seght Erns Laurens dat hie ware met die borge tho freden, avermitz den principaell nit inheimisch ende sien vulmechtiger geen specialen mandatum ad praestandum juramentum malitie? en hefft alss wil beclaghter hetselve juramentum borgen ende uthstellen, tot der tidt hie hier wert kommen, maer in geringste hem solckes niet verlatende, exhiberende ferners sien noettorfft ten principaell. Hinrich Rolves batt inkommende exceptional antwort copie ende tidt van ene maent

* 1629, 6-6: boeken.franssenmedia.nl: transcriptie Landgericht Oldenzaal inv.nr 6 (1618-1631), p 642: Erschennen Johan Werners tho Almelo ende desistert van die proceduer vor deesen E. gerichte hangende tegens Ernst Laurens ende so gl. Ernst Laurens praetendieren wolle, enige kosten hem deshalven competerende ende angelavet? hebbende, mach dieselve sien designatie instellen, umme darop te deminueren ende na gedaener moderatie praesentert comparant derselve te erleggen, vorbeholtlick nochtans sine actie so he mit vorß Ernst Laurens is hebbende. Ernst Laurens versocht copiam ende tidt van 14 dagen

* 1629, 20-6: boeken.franssenmedia.nl: transcriptie Landgericht Oldenzaal inv.nr 6 (1618-1631), p. 652: Erschennen Henrich Rolves alss vulmechtiger des Gerichts ende Stadt Almeloe, doet exhiberen sekere duplic tegens Johan Budde, ende versoket wie darinne. Johan Budde batt copei ende tidt van 3 weken. (...) Erenst Laurens denet ihn sine duplic contra Johan Werners, batt wie darinne, met versoek dat jegendeell, behorliken moge angeischet moge worden, in hudigen prefixe termin bi faulte van niet ende compareren alss actor qui semper debit e sec paratis?, der ansprake entsettet sien moge, uth redene he cleger, het juramentum calumniae recusert ende ock coram incompetente judice de sake getogen, ad jura notoria in actis vermeldet, mit beede dat jegendeell van die inlage, van Ernst Laurens autenticq copia moge tho rugge gestalt worden, mit eisch van kosten. Angeeischet unde nicht erschennen, ergo contumax salva purga

* 1629, 4-7: boeken.franssenmedia.nl: transcriptie Landgericht Oldenzaal inv.nr 6 (1618-1631), p. 659: Erschennen Ernst Laurens, exhiberende designationem expensarum, contra Johan Werners, batt dat dieselvige ten spodigsten, ende vorderligsten, mogen succumbenten in handen gestelt umme te diminueren, ende vorts moderert worden, dewelcke offte succumbente, wel gemoderert ende ingewilliget te sollen stellen, an handen Johan ten Middendarp alss borgen, ist triumphant Ernst

Laurens fredig. So ferne averst he dieselvige niet wolde annemen alss borge versocht dat die gerichtsdener van die geboer solcke taxatien umme te diminueren selvest moge in handen gestalt worden. Is gestalt in handen Johan Werners.

* 1629, 18-6: boeken.franssenmedia.nl: transcriptie Landgericht Oldenzaal inv.nr 6 (1618-1631), p. 670: Johan Budde exhiberde contra Johan Werners per Bernardum Linden triplicam

* 1632, 15-6: stadsarchief Enschede, ORA Stadsgericht [SG.021.445]: Erschenen Godfridus Mathaei, volmechtiger van Johan Werners tho Almeloe ende doet exhibeeren seekere interrogatoria uth den Naem sijnes principalen over die persoonen vann Johan, Engelbert ende Lucas ten Hundtfeldt mit versoeck betuige op Jeder Articull ahn flitichsten geexaminiert mogen worden naer behoerenn. Op voergestalte interrogatoria bedaeget ende flitig geexaminiert Johan ten Hundtfeldt die ierste betuich sachte ende bekande op den ijrstenn artt ombtrindt naer voergaenden geprestierden solemnielen Eedt ombtrindt 40 Jaeren oldt t'zijn. Den 2den artt wahr, den 3den artt oick wahr, den 4den artt wahr un[de] datmen konde kennen dat het mit ein merck ijser getrocken was. (446) Den 5den alss voerens dorch was wahr. Op den 6den deponiert Betuich dadt op den Balcken ginn kruiszen noch ander marcke bevunden sindt werden als diese folgende (volgen drie merktekens: X-en met streepjes) so oick mit ein merck ijser getrocken wahrenn. Op den 7den deponiert Betuich daer niet van tho weten wante sijnen broders daervan wetenschap konnen hebben soe daerop gelatet d'welcke t'selvige tegens hem oick domaels gesacht. Engelbert ten Hundtfeldt (doorgehaald: Thije) die anderde Betuich sachte ende bekandeo pden ijrstenn artt naer Voergaenden geprestierden eedt ombtrindt 30 Jaeren oldt t'sijnn. Den 2dem bekandt Betuich wahr. Den 3. artt oick wahr. Den 4den insgelijcken wahr ende dat 't selvigen bij nae Uth gehouwen was. Den 5den dorch Uth wahrOp den 6den deponiert Betuich dat op den voersz Balcke diese folgende (447) (volgen dezelfde drie X-en met streepjes) mit ein merckenn ijser getrockenne mercke ende anders giene befunden sint wordenn. Op den 7den deponiert Betuich datt die sploite mit einen Mangell wisze angesechtet wasz maer ofte daer twee ingewest is hem doer lanckheit van tijdt uthgegaen. Lucas ten Hundtfeldt die derde Betuich sachte ende bekande naer voergaenden geprestierden Eedt ombtrindt 26 Jaerenn oldt t'sijnn. Den 2den artt wahr; den 3den artt affirmiert Betuich wahr; Van den 4den is Betuich niet bewust want hie hebbe staen schrijden <?> ende alsoe daer niet opgelettet 'thebbenn. Vann den 5den is Betuich Insgelijcken niet bewust; Van den 6den weeth Betuich niet tho deponieren; Den 7den deponiert Betuich in effecte wahr t'sijnn

* 1653, 18-10: stadsarchief Enschede, ORA Landgericht [LG.039.536]: Ludm Waegelaer als volmr; van Willem Poortenaers bespreecket Berent Paeschen als sich selfs stipulata manu gerichtelijck ingelaeten hebbende borge voor sijn vrouwen vaeder Jan Warners tot Almelo (537) alhier gearresteertende voor betaelinge ende restant van sijns borge principaelen afgegevene ende met eigen handt geteickende obligation daer van men hier voor soo veele daer op ontfangen presenteert te doen reeckenen, versocht onder protest van kosten ende interesten ineischonge et si non compareat, contumaciam. Paeschen versocht per scedulam copie en tijdt van een maendt.

* 1658, 8-1: stadsarchief Enschede, ORA Stadsgericht [SG.025.499]: Compaereeren d'Ed Joan Warners junior, Swam Hendrickse ende Garrit Fincke in qualiteijt als oomen over d'onmondige kinderen achtergelaten bij Sael.e Anneken Werners, geweesene huijsfrouwe van Berent Paeschen ende versoecke dat bij d'Achtb Magistraet als over Mombaeren neffens haer Comparanten, als alhier niet woonachtig, mogen werden genomineert twee bequame persoonen residerende ter plaetse van 't sterffhuijs , om der pupillen goederen naer rechte te administreren, sulx stellende tot decisie van d'Achtbre Magistraet. Decretum. Op der Comparanten versoeck worden mits deesen genomineert (500) ende geauthoriseert den E. secretaris Joan Cost ende Joan van Loggum junior ten eijnde dieselve neffens d'comparanten als angeboorne Mombaeren der pupillen Moederlijcke goederen ende erffenisse naer Landt- ende Stadrechte administreren ende defenderen welcke curatele d'voornoemde genomineerde mombaeren alsoo hebben angenoomen t'achtervolgen ende naer te koomen. Op d'mondelinge plaidoijen van de Mombaeren ende haerer Pupillen vaeder Berent Paeschen nopende het overgeven van een inventaris is de geseide vaeder mits dessen geordonneert om in tijdt van 14 dagen alhier op het Stadhuijs te leveren een behoorlijcken inventaris soo als hij denselven met eede ofte bij mannen waerheijt in plaets van eede gedenckt te corroboreren. [NB: op 4-3-1656 was Anna Werners, vrouw van Berent Paeschen, nog in leven].

* 1660, 24-7: Stadsarchief Amsterdam, DTB ondertrouw [684-331]: Compareerden als voren Gerrit ten Kate, van Almeloo en daer wonende, out 29 jaer, geass:te met Jan Schimmelpenningh sijn stievvader & Aaltje Lammerts van Hengelo out 23 jaer, de vader daer, in de Reestraet, geassist met -- (w.g. Gerreit ten Cate, Aeltie Lamberts), (i.m.: sij vaders consent is goet ingebragt. De geboden sijn tot Almelo en tot Hengel gegaan)

* 1660, 15-7: familysearch.nl DTB trouwen Hengelo [film 005472350, scan 57]: "15 jul anab: Gerrit Hermsen ten Cate, jg van Almelo [met] Aaltjen Lamberts jd van Hengelo"

* 1661, 10-9: heerlijkheid bredevoort: transcriptie voluntaire protocollen [ORA Bredevoort 1661, fol 34]: Erschenen Harmen Eppenhoff ende Wilhelm Waeliens wonende tot Wenterswijck als Volmachtigers van David Willinck ende Hilgonde van Dijck Eehluiden vermogens volmacht voor Burgemeestere ende regierdens der Stadt Amsterdam onder des selfs Stedesegel in groene Wassche ende die signature van Hr. Van de Poll den 7. Julij Aº 1661 tot navolgen ende acte gepasseert in den gerichte gesien ende gelesen, ende bekanden voor haer, haer principalen ende haeren Erven, wegens verstreckte penningen deuchdelijck schuldich te sijn an Jan Schimmelpenninck ende des selfs huisvrou ende haren erven, een Capitael van vijventwintich hondert Caroli gld. om te interessen jaerlijckx ende alle jaer tegens vier van’t hondert waer van het eerste jaer renthe sal sal verschijnen den 10. Septembris des jaers 1662 ende voorts jaerlijckx ende alle jaer, ende sulckx so lange tot dat eene van beide parthien het Capitael sal komen op te seggen een vierendeel Jaers voor den Verschijn dach nootsaeckelijck sal moeten de offacie gedaen worden ende tot nacomingh van t gene voorss. ende tot verseeckeringe van ’t capitael met de interesse van dien verbinden comparanten voor haer ende harer principalen derselven erven haers constituenten erve ende goedt, genoemt het Lutteke Koesinck gelegen in den Ampt Bredevoordt onder het dorp Wenterswijck in de Buirschap Hencksele, om in val van noot ende onverhoopte misbetalinge sich daeran met parate ende reele executie cost- ende schadeloos te mogen verhalen, sonder enige exceptie ende argelist.

* 1663, 10-9: boeken.franssenmedia.nl: transcriptie Landgericht Oldenzaal inv.nr 10 (1661-1687), p. 68: Compareert die hoochedgeboorne gestr, heer Joan Joachim de Reede heere tott Saesfelt ende de hoochedgeboorne vrou Anna Joanna Spies vrou tot Saesfelt bekennende opentlijck voor haer ende haere erffgenaemen opgenoomen ende ontfangen te hebben tot haeren profijte in een onverdeelde somme, die somma van drie duijsen drie hondert Carl. gulden van den E. Joan Schimmelpenninck en Geesen Werners eheluijden, burger en coopman tot Almeloe beloevende iaerlix ende alle iaer op Martini deselve mett vijff per cento deselver gulden te verrenten, die eerste rente verschijnende op Martini 1664. ende soe voorts tot de affloese toe, welcke denuntiatie een halff iaer voor den verschijndach sal geschieden, ende sall sulx den rentgever soe wel als den rentheffer vrij staen, stellende tot speciaele onderpant soe wel voort’capitael voorschr als de rente soe daerop verschijnen mochte, haere twe erven het eene genoomt Hanninck in Dulder ende t’ander Colmenschott tot Saesfelt, van welcken pachten die renthefferen voor aff voor den heerschap sie sal betaelt maeken ofte vande meijeren mett gelt betaelt werden, renuntierende die heeren rentgevers van alle exceptien privilegien, benficien soe hijr tegens mochten contrarieren, submitterende sich desen Ed: lantgerichte om datt renthefferen bij misbetalinge sich aen voorsch erven sullen moegen verhaelen haer guarrant, alles in meliori forma

* 1678, 27-8: De familie ten C(K)ate uit Borne, p. 93 [HCO, familiearchief Schimmelpenninck, aantekeningen in Biestkensbijbel uit 1563]: 1678 den 27 Augusti is gestorffen mijn broeder Gerrijt ten Cate. De Heere verleene hem een blij opstunden.

* 1678, 28-8: Historisch Centrum Overijssel 047.1 Landgericht Diepenheim [invnr 2 fol 175]: Erschenen Engelbert Harmsen en Fenneke Harmsen sijn huijsfrouw en hebben bekandt voor haer ende haerer beijder erfgenammen dat sij Comparanten boven een Capitaell van viertien hondert Caroli glds hetwelcke haer zall vader Leephert Harmsen met haere allnoch int leven sijnde moeder Anna Janssen, ende sije eheluijden (176) hijrbevorens tregte Prothocollo in dato den 9 Augusti 1669 opgenommen ende an gereed gelt ontfangen hadden van Zal: Jan Schimmelpenninck residirende tot Almeloe ende Gesken Waermers sijn huijsfrouwe noch schuldigh bint an veelbenoemde Geesken Warnners wed van Zall: Henrick ten Caete [SIC!] ende Schimmelpenninck voernombt ofte haere erffgenaemen eene somma van vierhondert drije <...> viff st: maeckende t Capitael te sammen achtien hondert drije gulden viff st: 't welck Capitaell Comparanten aennemen ende belaven Jaerlix ende alle Jaer <...> op Pinxteren ende geseide wed: Geesken Waenners ofte haere erffgenaemen 't hondert met viff deglicken glds te verrenten sullende daervan die eerste renthe op Pinxteren deses naefolgenden jaers 1679 sijn verschenen [aflosbaar indien een half jaar vantevoren aangekondigd; zij stellen als hypotheek of onderpand hun huis en goederen gelegen in Diepenheim etc] (in de marge staat: actum den 15 sept. 1682 compareerden Jan ten Cate ende Jan Schimmelpenninck en hebben bekant dat aen haer dese capitaele summa met den interesse van dien voldaen ende betaelt is waerdoor dese hier tegenstaende gerechtelijcke verbintenisse wort geanneleer ende gecasseert gelick deselve geannuleert ende gecasseert is mits desen.).

* 1684, 5-4: stadsarchief Enschede, ORA Stadsgericht [SG.001.573]: Erschenen Jan Werners, caverende de rato voor zijn huisvrouw , voorts Trintjen en Geesken Werners geassist met hun momber Roloff Abrahams ten Bouwhuis, verkopen aan Jan ten Bouwhuis X Berentjen Bramers van hun huis en hof in Enschede tussen de huizen van Frerick Beckers en Derck Besselinck

* 1685, 8-12: stadsarchief Enschede, ORA Landgericht [LG.043.263]: Isack Paschen als borge voor Jan Warners tot Almelo versocht contra Gerrit ten Caete prolongationem termini van 6 weecken idq consensu partis adversae

* 1691, 12-11: De familie ten C(K)ate uit Borne, p. 93 [HCO, familiearchief Schimmelpenninck, aantekeningen in Biestkensbijbel uit 1563]: 1691 den 12 novemb is gestorffen mijn broeder Jan ten Cate. De Heere verleene hem een blijde opstand.

* 1694, 20-12: De familie ten C(K)ate uit Borne, p. 93 [HCO, familiearchief Schimmelpenninck, aantekeningen in Biestkensbijbel uit 1563]: 1694 den 20 dec, is mijnen moeder Gesina Jansen Warnaers in den Heere gerust.


openstaande vragen / discussie


De gegevens uit Het geslacht Warnaars zijn niet altijd juist: de stelling bijvoorbeeld dat Geesken Warnaars uit haar eerste huwelijk een dochter had en uit haar tweede een zoon.

Ik heb nog geen directe bron ontdekt van deze Herman ten Cate. Ik zie wel dat Geesje Warnaers de moeder is van Jan en Gerrit ten Cate voordat ze met Jan Schimmelpenninck trouwde en ook uit dat huwelijk kinderen kreeg (w.o. Jan Schimmelpenninck). De meest duidelijke aanwijzing komt voort uit de ondertrouwinschrijvingen van de zoon Gerrit ten Cate: in de Almelose inschrijving komt het patroniem Hermsen voor, in de Amsterdamse inschrijving wordt hij geassisteerd door Jan Schimmelpenning, zijn stiefvader.