XI-47 Walijen, Willem

Willem Walijen


ouders: Hendrik Walien en Geertje Strobant


geboren:

gedoopt: Doopsgezind

overleden: na 17-5-1697

begraven:


beroep: koopman

woonplaats / adres:


relatie: trouwt 1650 [(Winterwijk?) voor 1657]


Mechteld Willink (XI-48)


ouders: Hendrik Willink en Elisabeth Hardes


geboren: 1629

gedoopt:

overleden: 1681

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


relatie (2): trouwt voor 1689


Margaretha Heetbrinck


ouders:


geboren:

gedoopt:

overleden:

begraven:


beroep:

woonplaats / adres:


Kinderen:

  1. Jan Walien, geboren: 1650
    overleden: Winterswijk 7-7-1733
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: ?
    > Hieruit één zoon: Hendrik Walien (1671-1749)

  2. Hendrik Walyen, geboren: 1652
    overleden: 1660

  3. David Walyen, geboren: 1654
    overleden: 1657

  4. Willem Walien jr, geboren: 1656
    overleden: 1737
    beroep: koopman in compagnie met broer Abraham
    woonplaats / adres: Amsterdam
    relatie:

  5. David Walyen: geboren: 1658
    overleden: 1661

  6. Elisabeth Walijen, geboren: 1660
    overleden: 1685
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt 1684
    Sijbrand ten Cate, Kws X-1, geboren: ca 1664
    overleden: (Enschede) voor/in 1715
    beroep:
    woonplaats / adres: Enschede
    ouders:
    Abraham ten Cate en Trijntje van Bebber
    Hij hertrouwt 1689 Christina Gerdes

  7. Hendrik Walien, geboren: 1662
    overleden:, begraven: Winterswijk 9-5-1725
    beroep:
    woonplaats / adres: Winterswijk
    relatie: trouwt
    Geertruid Schulting, geboren:
    overleden:
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders:
    Zij hertr. voor 18-7-1729 Peter ten Bosch

    1. Hendrik Walijen junior, geboren: Winterswijk ca 1720
      overleden:
      relatie: ondertrouwt Amsterdam 5-10-1758 zijn nicht
      Christina Walijen, geboren: Winterswijk ca 1708
      overleden:, begraven: Amsterdam 19-12-1780
      ouders: Matthias Walijen en Geesjen Schimmelpenninck

    2. Machtelt Walijen, geboren:
      overleden: na 1788

    3. Maria Walijen, geboren: 1722
      overleden: voor 1788
      relatie: trouwt 1743
      Willem Schimmelpenninck, geboren:
      overleden:
      ouders:
      hieruit leven in 1788 nog twee kinderen (van de tien kinderen die geboren werden)

  8. David Walien, geboren: 1664
    overleden: 28-9-1711 (sterfdag, volgens akte 9413-180148 p ? dd 28-11-1746)
    beroep: koopman
    woonplaats / adres: Amsterdam
    relatie:

  9. Matthias Walien, geboren: 1667
    overleden: Winterswijk 25-11-1721
    beroep: winkelier in levensmiddelen
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt Winterswijk 22-9-1694
    Geesjen Schimmelpenninck, geboren: Almelo ca 1685
    overleden: Winterswijk, juni 1742?, begraven: Winterswijk 6-6-1742
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders: Jan Schimmelpenninck en Christina Costers
    > hieruit 12 kinderen

    1. Christina Walijen, geboren: Winterswijk ca 1708
      overleden:, begraven: Amsterdam 19-12-1780
      relatie (1): ondertrouwt Amsterdam 10-7-1732
      Pieter Scheltes, geboren: Amsterdam ca 1702
      overleden:
      ouders: Leendert Scheltes en NN
      relatie (2): ondertrouwt Amsterdam 5-10-1758 haar neef
      Hendrik Walijen junior, geboren: Winterswijk ca 1720
      overleden:
      ouders: Hendrik Walijen en Geertruid Schulting

    2. Maria Walijen, geboren: 1713, gedoopt: Winterswijk (DG) 29-3-1733
      overleden: Winterswijk 27-11-1788, begraven: Winterswijk 2-12-1788
      relatie: trouwt Winterwsijk 20-2-1744
      Schato Gockinga Henry, geboren: Grol
      overleden:
      ouders:

    3. Machteld Walijen, geboren: 1704
      overleden: Winterswijk 2-7-1777
      relatie: trouwt 8-3-1732 haar neef (huwelijksdispensatie)
      Willem Walijen, geboren: 1713, gedoopt: (DG) Winterswijk 23-12-1731
      overleden: Winterswijk 9-2-1745
      ouders:
      Geertruida Walijen en Hendrik Walijen

    4. Willem Walijen, geboren: Winterswijk 1697
      overleden: Amsterdam 9-2-1778, begraven: Amsterdam 14-2-1778
      relatie: trouwt Amsterdam 1733
      Alida/Aaltje Ridder, geboren: Amsterdam ca 1709
      overleden: Amsterdam 17-4-1767, begraven: Amsterdam 23-4-1767
      ouders: Evert Ridder en Neeltje Tjercks
      kinderloos

    5. Geertruijd Walijen, geboren: Winterswijk 1715, gedoopt: Winterswijk (DG) 29-3-1733
      overleden: Winterswijk 15-4-1775
      relatie: ondertrouwt Winterswijk 11-4-1743, kerkel huwelijk (DG) Winterswijk 9-5-1743 haar neef
      Abraham ten Cate, geboren: Almelo 1708, gedoopt: Almelo (DG) 28-9-1727
      overleden: Winterswijk 29-11-1749
      beroep: koopman te Winterswijk
      ouders: Lambert ten Cate Gerritsz en Maria Schimmelpenninck (de zus van haar moeder Geesje S.)
      > hieruit in 1788 twee kinderen (Mathias en Maria ten Cate)

    6. Elisabeth Walijen, geboren: 1706
      overleden: 1748
      relatie: trouwt 1748
      Willem Tjeenk, geboren:
      overleden:
      ouders:
      hieruit één dochter Gesina

  10. Geertruida Walijen, ca 1669?-1728?, X 1704 Hendrik Walijën, VOLGT X-24

  11. Maria Walyen, geboren: 1671
    overleden: 1677

  12. Abraham Walien, geboren: 1674
    overleden: Amsterdam, 6-3-1753, begraven: Amsterdam 12-3-1753
    beroep: koopman
    woonplaats / adres: Amsterdam
    relatie: ongehuwd

biografische aantekeningen


In 1659 kopen Willem Walijen en Mechtelt Willink een huis in de Medehoesestraat in Winterswijk. In 1697 woont Willem Walijen aan de markt in Winterswijk.

Blijkens een akte in het voluntair protokol van het oud-archief Bredevoort is Willem Walijen in 1693 (9 feb) samen met Hendrik Willink Egbertsz zogenaamde armenbezorger van de doopsgezinden in Winterswijk; Willem Walijen is dat ook nog in 1697


bronnen


zie voor hem en zijn voorouders de website Achterhoek Ancestors

zie voor transcripties van het volontair protocol (1614-1663) van het Oud Rechterlijk Archief Bredevoort de website HeerlijkheidBredevoort.nl

Pieter Beets: Stam-boek der Willingen (1767), p. 4

* 1653, 11-2: ORA Bredevoort [418, fol. 51v]: in de marge: 1680 6 Maij Erschenen Willem Waelien ende bekande van dese pandtverschrijvinge ter summa van vijfftigh daeler hem bij erffenisse van sijn zaliger vaeders Hendrick Waliens naelaetenschap bij deilinge toegevallen voldaen ende betaelt te zijn. Ergo Vacat quod testor B. Mensinck Landtschrijver.

Erschenen Lambert Trae die bekande voor sich Catharina sijner huijsfrouwen daervoor de rato cavierende, und sijnen erven voor eene welontfangene Summa geldes ondergemelt rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Henrick Wahliens Gertken Strobant eheluiden und haeren erven, drie daler, den daeler ad dertich str. den str. tott vijfftijn placken gerekent Jaerlix op Petri und op Petri dess Jaers 1654 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande alle sijne geriede ende ongeriede goederen, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum , hinder kosten ende schaeden mitt pendinge nae Landtrechte te verhaelen., die Loese een Vierendeell Jaers te voren te verkunden voorbeholden und demnae op Petri viertijn daege daerna onverhaelt mitte Summa van Vijfftigh daler obgemelter geweerden, te loesen, alles bij pene van pendinge als voorss., sonder exception und argelist.

* 1656, 20-3: ORA Bredevoort [419, fol. 48]: Willem Walijen is als getuige ondertekenaar van een contract waarin Maria Jurriëns, met toestemming van haar man Frans Janssen, fl 800,- leent van Heijndick Walijen en Gertken Strobant.

* 1657, 16-11: ORA Bredevoort [420-57v]: Erschenen Jacob Willinck, die bekande voor sich, Mechtelt Hasskers Eheluijden, daervoor de rato cavierende ende sijnen Erven, voor eene welbetaelde Summa geldes ondergemelt, rechter Jaerlixer pension avergelaeten ende verkofft te hebben ahn Willem Wahlien Mechtelt Willinck eheluijden ende haeren erven, Sess Rijx dall. Jaerlix op Martini ende op Martini 1658 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande alle sijne geriede ende ongeriede goederen, om sich daeran gemelter pension sampt hoofftsum, mit peindinge nae Landtrechte te verhaelen. Die Loese een Vierdel Jaers te voren te verkundigen voorbeholden ende demnae op Martini viertijn daegen daernae onverhaelt, mitt die Summa van hondert Rijxdall. te loessen. Alles bij pone van peijndinge als vorschreven. Sonder exception ende argelist.

* 1659, 16-6: ORA Bredevoort [421-12]: Erschenen Hendrick Doeinck Temmele ten Veldtkamp Eheluijden, ende Tonnis Meijnen Geessken ten Veldtkamp eheluijden, die bekanden respective voor sich ende haeren Erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden, ewigen ende onwederroeplicken Erffkoops avergelaeten ende verkofft te hebben an Willem Wahliens Mechtelt Willinck eheluijden ende haeren Erven, haere verkoeperen behuijsinge inden Darpe Wenterswick, so als hun dieselve van Henderick ten Veltkamp angeerft inde Medehoesche straete, tuschen Rutger Poelhuijs ende Willem T'Jeincks behuijsinge in verner bepalinge gelegen, mit desselven toebehoer ende gerechtigheit, voor doorslechtigh kummerfrij, uijtgenomen soevenden halven str thins an Jonker Adrian van Eerden Jaerlix, Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen, Daerop mit hant, halm ende monde vertegen, wahrschap verner ende beter verschrijvongh ende vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh haerer verkoperen goederen, Sonder exception ende argelist.

* 1659, 31-8: Stadsarchief Amsterdam, NA nots J. de Winter [2287 fol. 11 NOTD00188]: Hendrik Cornelisz Soutander en Trijntje Cornelis, meerderjarige dochter, voor zichzelf en de rato caverende voor hun broer Jan Cornelisz, woonachtig op de kolonie Nieuw Amsterdam in Nieuw Nederland, te samen erfgenaam voor ¼ deel van hun grootvader van moeders kant Hendrik ten Veltkamp, verkopen aan Willem Walijen, die in ontvangst neemt, ¼ van een huis en erve in Winterswijk in het graafschap Zutphen, door Hendrik ten Veltkamp metter dood ontruimd en nagelaten. Voorts machtigen zij Floris Bunck, burger tot Winterswijk om namens hen deze verkoop te laten aantekenen in de gerechtsboeken van Winterswijk. (w.g. Hendrick Cornelissen, Willem Walijen, Trijne Cornelissen + nots en get)

* 1661, 19-3: ORA Bredevoort [422-10]: Erschenen Jacob Willinck die bekande voor sich Mechtelt Hasskers sijn huijsvrow daervoor de rato caverende ende sijnen erven, van Willem Wahlien opgenomen ende ontfangen te hebben de somma van twiehondert ende dartigh gulden hollans Belovende dieselve Jaerlix ende alle Jaer te verpensionieren tegens Sess ten hondert waervan het eerste Jaer sall verschijnen opten 19. Martij 1662 verbindende tott dien fine alle sijne geriede ende ongeriede goederen, om in val noots soo wel voor het Capitael als Interesse sich daeraen mett peindinge nae Landtrechte te mogen verhaelen Die loese een Vierendeel Jaers te vooren te verkundigen beijdersijts voorbeholden, Alles sonder exception und argelist.

* 1661, 10-9: ORA Bredevoort [422-34]: Erschenen Harmen Eppenhoff ende Wilhelm Waeliens wonende tot Wenterswijck als Volmachtigers van David Willinck ende Hilgonde van Dijck Eehluiden vermogens volmacht voor Burgemeestere ende regierdens der Stadt Amsterdam onder des selfs Stedesegel in groene Wassche ende die signature van Hr. Van de Poll den 7. Julij Aº 1661 tot navolgen ende acte gepasseert in den gerichte gesien ende gelesen, ende bekanden voor haer, haer principalen ende haeren Erven, wegens verstreckte penningen deuchdelijck schuldich te sijn an Jan Schimmelpenninck ende des selfs huisvrou ende haren erven, een Capitael van vijventwintich hondert Caroli gld. om te interessen jaerlijckx ende alle jaer tegens vier van’t hondert waer van het eerste jaer renthe sal sal verschijnen den 10. Septembris des jaers 1662 ende voorts jaerlijckx ende alle jaer, ende sulckx so lange tot dat eene van beide parthien het Capitael sal komen op te seggen een vierendeel Jaers voor den Verschijn dach nootsaeckelijck sal moeten de offacie gedaen worden ende tot nacomingh van t gene voorss. ende tot verseeckeringe van ’t capitael met de interesse van dien verbinden comparanten voor haer ende harer principalen derselven erven haers constituenten erve ende goedt, genoemt het Lutteke Koesinck gelegen in den Ampt Bredevoordt onder het dorp Wenterswijck in de Buirschap Hencksele, om in val van noot ende onverhoopte misbetalinge sich daeran met parate ende reele executie cost- ende schadeloos te mogen verhalen, sonder enige exceptie ende argelist.

* 1663, 6-3: ORA Bredevoort [424-12]: Erschenen Geert Rensinck Wilhelm ende Jan Hijnck als samptlijcke Broederen van Henrick Wochtman, alsmede desselven erven Wilhelm ende Abraham Waelien, oock gebroederen als mede Hendersken Beerninck suster van zal. Geesken huisvrou van gemelte zal. Henrick Wochtman als mede Jan Cocks Oom van zal. gemelte Geesken in qualiteit alle bloetmombaeren ende naeste vrienden der vier onmundigen kinderen Geert, Elsken, Trijntien ende Jan Wochtman bij zal. Hendrick Wochtman ende desselven gewesene huisvrou geprocreert, die gaven sampt ende sonders desen E. Gerichte ’t erkennen, wat gestalt, na rechten ende Landtrechten geene onmundigen ende pupillen indefensi ende onbeschermt te blijven ende dat die momberschap door veele (Fol. 12 v) niet rech(t)lijck kan geadministreert worden so versochten sij dat den E. Gerichte believen moge eener der gemelten vrienden met namen Abraham Walien præ ceteris(?) et Lubbert Schoemaecker tot der gemelte vier kinderen momberschap na Landtrechte ’t admitteren - ende door mildtrichterlijck Ampt - daer toe sampt ende tot confectie van inventaris ende ingevolge van dien anweerdinge van administratie, prac.ijs solemnitus bij decreet daer toe te constringeren als sulckx na rechte ende Landtrechten is behoorende. Decretum E. Gerichte accordeert het versoeck van bovengemelte persoonen als vrienden van zal. Henrick Wochtman ende ordonneert dienthalven Lubbert Schoemaecker ende Abraham Walien die versochte momberschap an te nemen ende an vaerden, mits dat denselven behoorlijcks inventaris sal ende moet overgelevert worden. Hier op erschenen die gestelde ende versochte mombaren der onmundigen ende pupillen van zal. Wochtman ende hebben die selvige momberschap stipulato onder verbant haerer goederen angenoomen.

* 1664, 28-6: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 107v]: Doctor Weddinck volmachtiger van Willem Walien gaff t’ erkennen, hoe datt comparants praetendent tegens die weduwe van zalliger Jacob Willinck verwin erholden ende uyt krachtt van dien op desselfs geriede goederen geprocediertt, ende datt naederhant door vercoop van twe gaerdens eenige betaelinge geschiet sijnde, nochtans restyren 186 gulden 12 stuiver 8 penningen ter goeder reeckeninge, dewelcke uytte mobilien niett konnende gemaeckt worden. Soo wort comparant genootsaeckt op desselfs immobilien nae landtrechte wijders te procedyren ende heeft dienvolgens hett aengepeindete huysken binnen Wenterswijck staende, opgebadet ende daervan voor d’ eerste, twede ende darde opbadinge de wette te decernyren gebeden. Obtinuit. Doctor Weddinck nomine proprio, heeft vermoge relation des ondervooghts Jan ter Pelckwijck d’ aengepeindete geriede ende ongeriede goederen van Jan Onnekinck voor 42 gulden ter goeder reeckeninge verdient salaris huyden dato opgebadet ende daervan die wette tegens gemelten Onnekinck gebeden. Obtinuit.

* 1664, 7-7: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 121]: Doctor Hengel volmachtiger van de voorstaenders der armen tot Wenterswijck, verstaende datt Willem Walien naestledenen gerichte op seecker huisken binnen Wenterswijck staende praetenselick aenpeindonge hebbe gedaen voor een restoir van sekere penningen, soo gemelte Walien praetendeert van de wetwe van zalliger Jacob Willinck, ’t welck huisken den armen gerichtelick cedeert is ende opgedraegen, wilden derhalven volmachtiger princpaelen voorgemelte wetwe nopende de peindonge an ’t huis intervenieren, doende mitz desen gerichtelicke pantkieronge met reserve van wijder beneficien privilegien als rechtens. Ex adverso doctor Weddinck, volmachtiger van Willem Walien, seyt dat doctor Hengel sijne principaelen moet naemhaftich maecken ende daervan genoechsaeme volmacht bijbrengen, ende dat hij bis daeran niet can noch magh gehoort worden. (121v) ende datt oversulckes ’t geene soo passeert voor nul ende van geender weerder ’t achten sijn ende verblijft oversulx bij sijne erholdene ende geinsinueerde wette, addendo dat in allen gevalle de weduwe van zalliger Jacob Willinck als in contumaeciam verwonnen sijnde noch ymant haerent wegen in oppositie can treden nisi refusis prius expensis. Ex adverso doctor Hengel praesenteert ten naesten genoechsaeme volmacht van domini pastore ende diaconis bij te brengen daervoor caverende connende het praetense verwin den intervenienten als tertijs niet praejudiceren of sijnde deselven tot geene refusie van kosten nae rechten adstringibel vermitz sij niet in lite geweest maer nu alleen pro suo interesse intervenieren waer in sij oock nae rechten ende lantrechten praesertim cum sit privilegiata causa moeten worden gehoort, persisterende bij sijne gedaene pantkieronge. Ex adverso doctor Weddinck volmachtiger van Willem Walien in judicio praesent, seyt dat de volmacht volgens lantrecht bij de eerste comparitie moet bijgebracht worden, persisteert oversulx bij sijne gedaene protest daerbij voegende all dewijl uut de naem van de pastoor ende diaconen gesproecken wort dat comparants principael voor desen gepraesenteert de 100 dallers mitz dat sij hem het (122) huisken souden laeten volgen ’t voldoen, of dat haer edele hem sijn scult, als gerichtlick bevesstichet sijnde, souden betaelen ende dat hij als dan als een recht wilde cederen, ende overgeven ende daerbeneffens noch 50 gulden aen den armen vereeren # gelijck hij als noch mitz deesen willich ende eerbiedich is # ende protesteert oversulckes nochmaels wel expresselick van noedeloese kosten ende openholt. Ex adverso doctor Hengel contradictis contradicendis per generalia, cavierde de rato aengaende de volmacht ende ‘t geene van wederzijden wort geallegeert van 100 daller ende 50 gulden is altioris indaginis ende sal men bij progres van saecken naerder daerop weeten ’t antwoorden, sullende gelijck lantrechtens tussen peindonge ende pantkieronge moeten worden erkant. Ex adverso priora.

* 1664, 6-10: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 153v]: Doctor Weddinck volmachtiger van Wilhelm Waelien in saecken tegens die weduwe van wijlen Jacob Willinck, repeteert die versochte (154) ende exequeerde wette van anpeindinge ende opbaedinge waer tegens off wel uit den naeme van die voorstenders der armen tot Wenterswijck, vermeintelijcks oppositie geschiet is, ende ’t selve niet achtervolgen oock daer toe ongefundeert sijn; wol comparant achtervolgens voorige proceduir, d’ immisie, ende daervan die wette versocht hebben.

* 1664, 20-10: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 165]: Doctor Weddinck volmachtiger van Wilhelm Waelien, hebbende naestleden gerichtsdach tegens die weduwe van zalliger Jacob Willinck in haer behuisinge, kraft verwins, immissie gebeden, ende daerop bij absentie des heren drosten geen obtinuit konnen erholden, wol die selve mitsdesen gerepeteert, ende daer van nochmaels die wette te decerneren gebeden hebben. Obtinuit.

* 1665, 4-2: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 126, fol. 18]: Dr. Weddinck, volmachtiger van Wilhelm Waelien achtervolgens tegens die weduwe van zallicher Jacob Willinck, erholden verwin met anpeindinge, drie opbadingen, immissie, ruimingen en daervan respectieve exequeerde wetten, versocht alsoo geen betaelinge volcht mette distractie te vervaeren, een dach van verkoop tegens vrijdach den 10e maert an te stellen, die biljetten te verveerdigen en hiervan die wette tegens gemelte weduwe te decerneren. Obtinuit. (18v) Dr. Weddinck nomine proprio, heeft vermoge relatie van Jan ter Pelckwijck d'angepeindete gerede en ongerede goederen van Joost Simmelinck voor die somma van 125 guldens, verdient salaris, ter goede reeckeninge, huiden dato opgebaedet, en daervan die wette tegens gemelte Joost Simmelinck gebeden. Obtinuit.

* 1665, 10-3: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 126, fol. 59]: Erschenen Dr. Weddinck, volmachtiger van Wilhelm Waelien, overgaff voorwaerden, om uit kracht van gerichtelijcken erholden verwin te verkoopen de huisplaetse met het getimmer daer op staende van zalliger Jacob Willinck, versochte die voerwaerden te voorlesen, die keersse t' onsteecken, en met den verkoop te vervaeren nae landtrechte. 't Gerichte erkent den keerssebrant en sijn dienvolgents die voorwaerden voorgelesen, die keersse angesteecken, en bevrijt worden nae landtrechte. En is d' hoogste insaet geschiet bij Jan Sadelaer ad twehondert daler 200 daler. Die daer op gehooget 1 daler, en is denselven kooper gebleven voor 201 daler En sijn voor desen koop borge geworden Jan Sadelaer den olden en Ariaen ter Hulsen.

* 1668, 19-1: Stadsarchief Amsterdam, NA nots J. de Winter [2296-fol. 49 akte A29075]: Abraham en Jan Walijen, voor zichzelf en als gemachtigden van Geertje Strobant (weduwe wijlen Hendrick Walijen) en van Willem Walijen, machtigen Barent Holthuijsen om de vorderingen te innen die zij, als erfgenamen van hun overleden zoon en broer Hendrick Waleijen, in Amsterdam hebben. (w.g. Abraham Walijen, Jan Waljen, + nots en get)

* 1670, 30-6: Stadsarchief Amsterdam, NA Nots J. de Winter [2299_NOTD00196, fol. 17]: Gecompareerd Willem Walijen, woonachtig tot Winterswijck, voor hemzelven en interveniërende voor zijn moeder Geertje Strobant, weduwe van wijlen Hendrick Walijen, mij notaris bekend, geeft zijn goedkeuring aan zekere akte van procuratie en substitutie die zijn broers Abraham en Jan Walijen, neffens zijn moeder en hem zelf op den 29 Januarij 1668 gepasseerd is voor dezelfde notaris, op Barend Holthuijsen, koopman alhier, om van de heren Commissarissen van de Desolate Boedels alhier en waar nodig ook elders, uitdeling van de insolvente boedel van Elias Cornel, Joods kassier, van fl 352:17:8 als hem Comparant, mitsgaders een kapitaal van fl 473:2:8 als zijn moeder, respectievelijk, van die boedel van Elias Cornel tegoed hebben, opgeteld dus fl 826:-. Waarvan akte (w.g. Willem Walijen, nots+get)

* 1678, 3-6: ORA Bredevoort [426-21v]: Berent Loijckinck, voor sijn huijsvrouw de rato cavyrende, bekent schuldigh te sijn aen Willem Walien en Meghtelt Willinck ehel., die summa van 290 gl., doende daer voor in pandtschap sampt rust ende vreedtsaem besit, enen camp landes den Hoogen camp genoempt, met de eene sijdt langes den heer van Walien sijn weijde, met de ander sijdt langes Beijfanck sijn gront, om van denselven jaerlix die darde garve uijttenemen ende metten stroe wegh te haelen, verbindende voor 't capitael, interesse ende costen den voorn. camp en zijn andere goederen.(in margine: 11-6-1681: Willem Walien bekent dat de som van fl 290,- betaald is)

* 1678, 8-6: familysearch, ORA Bredevoort [426, fol. 24]: Kope te Veltkamp, de rato caverende voor zijn huisvrouw, is fl 100,- schuldig aan Willem Walien en Meghtelt Willinck, zijn huisvrouw, met als onderpand de Gribbroeck hooi-maete, dat gebruikt kan worden als rente op de lening.

* 1683, 24-3: ORA Bredevoort [427-7]: Herman Loijckinck bekent wegens afgehaelde waeren ende verschoten geldt aen Willem Waelien schuldich te weesen die summa van 50 guldens, doende hem daer voor aenbetaelingh dit jaer de twee garven van des langhsten einde van den Hoogen camp, ende dieselve mettet stroe afftetrecken ende de andere jaeren van den heelen camp, ende nae marckganck op martini te bereeckenen. (6-12-1689: Matthias Walien noie. parentis Willem Walien bekent van deese schult voldaen en betaelt te sijn).

* 1684, 28-8: ORA Bredevoort [146-149v]: Hermann.Weddinck als volmr.van Willem Walien repeteert hoe dat tegens die wed. Looijckinck en Herman Lantinck als detenteur van het hooijlandt, soo Looijckinck voor desen van Hoebincks grondt heeft aengekofft, en naderhand aan Willem Walien tot een speciaal onderpandt heeft verbonden, executie is verzocht en erholden en dat de weete daarvan door de voogt Wassenberg is gedaan. Comparant verzoekt nae voorgaende publicatie op huijden met de distractie van 't hooijlandt te vervaeren, met conditie dat den cooper die coopspenningen binnen 8 daegen aen comparants principael sal hebben te betaelen en daarvoor twie sufficiante borgen sal hebben te stellen onder verbandt van haere goederen. 't Gericht erkent de verkoop middels keersenbrandt. Nae dat die keerse aengesteecken ende die voorwaerden geleesen, is dat voorn. parceel hooijlandt bij de verkooper Walien ingezet op 123 gulden, waerop gehoogt is met 2 gulden, ende is bij val van die keerse voorn. Waelien cooper verbleven voor 125 gulden.

* 1690, 3-7: ORA Bredevoort [430 fol.115v] Derck ten Wormscamp voor sijne absente huijsvrouw de rato caverende, bekende schuldig te zijn aen Willem Waliens de summa van 75 caroli guldens, belovende deselve teegens 5 ten hondert te verpensioneeren en verbindende daartoe sijn toebehoorende stucke hoijlandt, aen den Deters esch in Meddehoe geleegen, langs de beecke aen die Stegger mathe schietende.

* 1690, 27-12: ORA Bredevoort [430 fol.143v] Wander Hijinck tegenwoordig op 't Hoenesch woonende en sijn huijsvrouw Aeltjen ter Hoeve, voorts Berendeken en Jenneken ter Hoeve, geassisteert met haren swager Wander Hijinck als momboir, bekenden wegens geleende en opgenomene penningen schuldig te sijn aen Willem Walien, jeder resp. de summa hyrnae beschreven, te weten Warner Hijinck en sijn vrouw 84 gl., Beerndeken 75 gl. en Jenneken 75 gl., stellende tot onderpand hare persoonen en goederen, en in specie haer jegelick aengedeelte van de Hoeve in Meddehoe, te weten jeder sijn 28ste quota.

* 1694, 27-2: familysearch: ORA Bredevoort [volunt prot. 432, scan 142]: Hendrick Weenink en zijn absente huisvrouw zijn schuldig aan Willem Wahlien en zijn erfgenamen fl 100:-, met als rente de opbrengst van Weenincks perceel Hofland, dat naar Walijens Hofland gelegen is, en dat Weeninck door ouderlijke successie heeft verworven. Wanneer de schuld niet binnen een jaar is afgelost, dan zal Wahlien deze hofkamp eeuwig in eigendom behouden.

* 1694, 5-4: familysearch: ORA Bredevoort [volunt prot. 432, scan 147]: Derck van Lent en zijn absente huisvrouw hebben een huurschuld bij Willem Wahlien van fl 68:16:12. Hij belooft dat geld met 5% rente terug te betalen; onderpand: zijn 'goorden' aan de Langebrugge.

* 1694, 30-4: familysearch: ORA Bredevoort [volunt prot. 432, scan 149]: Joost Trae en zijn absente huisvrouw hebben verkocht aan Henrick Hietbrinck, keurnoot te Aelten, alle recht en effect van Willem Wahlien en zijn vrouw Margareta Heetbrinck bij akte van 16-4-1689 bepaald, voorzover het quota van Joost Trae in dat kapitaal, plus rente en kosten, toucheert

* 1696, 22-6: ORA Bredevoort [433 fol.25v] Geert te Wormskamp en sijn huijsvrouw Wijghmoet bekennen schuldich te sijn aen Willem Walien tot Wenterswijck een summa van 700 dlr., belovende deselve jaerlix en alle jaer tegens 5 pro cento te verhantgelden, stellende tot onderpand haer toebehoorende pantpenninck inde Wormskamp ad 840 daelders (luijt protocol d.d. 28-3-1640 en 13-3-1654) en sulcx met toelaetinge van derselver kinderen en momboiren luijt maegescheit van 26 mei l.l. Willem Walien sal uijtneemen en profiteren de derde garve van den geheelen Wormscamps camp off esch bij Schulte van Huppels huijs inde buerschap Meddehoe geleegen.

* 1697, 11-2: familysearch ORA Bredevoort [invnr 433, scan 267]: Gerrit te Wormskamp en zijn huisvrouw Wichmoet Bloemers hebben bovenop de lening van 22-6-1696 nog eens fl 80,- geleend van Willem Walien en zijn erven tot afwending van haere zwarigheden, tegen 5% rente en een opzegtermijn van een kwartaal, met als onderpand hun halve huis, goorden en schoppe en alles wat op de Wormskamp gevonden mag worden: gezaai, mest, peerde en beesten.

* 1697, 15-2: familysearch ORA Bredevoort [invnr 433, scan 268]: Jan Degenaers en Magdalena Memers, zijn vrouw, zijn schuldig aan Willem Walien, qq als armenbezorger der doopsgezinde gemeente van Winterswijk, fl 150:-, die door zijn broer Isack Degenaer beloofd is uit de kooppenningen van zijn huis, tegen fl 5% rente op 9 februari elk jaar vervallend.

* 1697, 17-5: familysearch, ORA Bredevoort [433, scan 283]: Willem Goossens en zijn absente huisvrouw zijn Abraham Haeffkens en zijn vrouw fl 1000:- schuldig, en en Willem Walien en Henrick Willinck qq als armenbezorgers der doopsgezinde gemeijnte in Winterswijk fl 500:-, met als onderpand zijn huis aan de markt in Winterswijk, gelegen naast dat van Willem Walien.

* 1699, 8-2: ORA Bredevoort [433]: Geert te Wormskamp ende Wichmoet sijne huijsvrouw bekennen van het superplus van den pantpenninck, soo comparanten op den 28-3-1640 en 13-3-1654 daer in gevesticht hebben, door sijn Hoochwelgeb. heer Jacob van Munster tot Crechtinck voldaen te sijn, met expresse conditie, dat voor de daerin op 22-6-1696 gevestichde 700 daelders ten profijte van Willem Walien tot Wenterswijck, het bij voorn. acte van 28 marty verbondene parceel van Wormsgoet sal sijn ende blijven verbonden voor die summa van 700 daelder, tot daer en toe het selve afgelost wort. Voorts belooft voorn. Geert te Wormskamp en huijsvrouw jaerlix aen handen van de heere Munster tot Crechtinck voor jaergelt te betaelen 20 gl., sullende Willem Walien voor de 700 daelders daer in gevesticht de derde garve profiteeren, verbindende voor het jaerlicxe jaergelt ende meede voor die op heeden verschootene 53 gl. 10 str. sijn persoon gereede ende ongerede goederen, en in specie haerer ehel. weijdeken het Smits maetken benoempt bij Dieterinck inde boerschap Meddehoe geleegen.

* 1706, 18-10: ORA Bredevoort [435] Joost Simmelinck en Geertruijt Tenckinck sijn huijsvrouw, bekennen wegens verschooten penningen en berekende winckelwaeren schuldigh te sijn aen Willem Walien en desselfs erven de somma van 100 caroli gl., beloovende deselve tegens 6 percento te verrenten, verbindende vorders voor capitael en interesse een parceel hoeijgront, den voorstel Haverkamp off Haverweijde genaemt, met het eijnde aen den bruggen gaarden gelegen en die andere zijde aen den Klepperskamp schietende.


kind 7: Hendrik Walien

Dit huwelijk is ontleend aan het Stamboek der Willingen. Zij zouden vijf kinderen krijgen, waaronder Hendrik (X 1758 Christina Walyen, wed. Pieter Scheltus, te Amsterdam) en Maria (X Willem Schimmelpenninck)

Hij trouwt, volgens "Achterhoek Ancestors" met zijn nichtje Christina Walien, de dochter van zijn broer. Dat is onjuist: de man van Christina Walijen is inderdaad Hendrik Walijen junior

In 1711 wordt Hendrik Walien beleend (volgens dezelfde bron), onduidelijk is met welk leengoed.

* 1704, 15-5: familysearch, ORA Bredevoort (tuteele en curateele, [invnr 548, scan 373]: Hendrik Walien Willems wordt van Rechts- en Gerichtswege geordonneerd het momberschap over de onmondige kinderen van wijlen Fredr: Hendr: Peppink te aanvaarden en zich bij de andere mombaren te voegen, tenzij hij een rechtsgeldige reden heeft om dat momberschap te vermijden, die hij dan morgen om 10 uur voor het Gerecht moet opgeven. Onder stond: "Mijn heer, ick versoecke hier over uitstel tot dat ick weeder van Zutphen koome alsoo ick morgen voor de middag noetsaeckelijck om mijn affeeren moet daar weesen. Wenterswick, den 15 Maij 1704. Hendr: Walien Will.

* 1729, 22-3: in: Jodoci Schomakeri, "selecta Consilia et responsa juris", deel I (1736), p. 207: Commissoriale uitspraak van den Hove van Gelderland (etc): betreft Questien en Disputen voor het Hof van Gelderland, uitgevochten tussen enerzijds Jan Waliën, Hendrik Waliën Abrahams en Willem Waliën als momberen over de onmondige kinderen van wijlen Hendrik Walien Willems en zijn nagelaten weduwe Geertruit Schultingh, nu getrouwd met Peter ten Bosch, en anderzijds Peter ten Bosch en Geertruit Schultingh, gedaagden. Op grond van de uitspraak van het Hof zal Peter ten Bosch afstand moeten doen van de aanspraak die hij heeft op de helft van de boedel van Hendrik Waliën Willemsz, maar dat hij, zolang zijn vrouw leeft, wel recht houdt op een jaarlijkse uitkering van fl 200,- (zoals Schulting en Walien in hun huwelijkse voorwaarden hadden bepaald), en dat hij bovendien recht heeft op eenmalig fl 4300,- die ofwel geheel wordt uitbetaald ofwel door de hen aangeboden helft van het erve en hoeve, waarvan de waarde van 1000 rijksdaalders dan in mindering op die fl 4300,- wordt gebracht. Het hof zal nog beslissen over de opvoeding van de onmondige kinderen: wie betaalt hun kostgeld, en naar welke religie worden zijn opgevoed?


kind 8: David Walien

* 1686, 18-11: Stadsarchief Amsterdam: Lidmatenregister Doopsgezinde Gemeente [1120, invnr 213, bl 96]: David Walien - getuigen Hendrik ten Cate en Jan Willing

* 1694, 14-2: Stadsarchief Amsterdam: Lidmatenregister Doopsgezinde Gemeente [1120, invnr 213, bl 128]: Ao 1694 den 14 Februarius sijn bij ons op de Belijdenis van haer geloof gedoopt (...) Abraham Walien --- (doopheffer) David Walien de Broeder en get. Jan Willingh

* 1709, 14-9: Stadsarchief Amsterdam, NA nots H. de Wilde [, akte 106 scan 402]: mutueel testament van David Walijen en Abraham Walijen. Zij zijn elkaars erfgenaam. Wel moeten de volgende legaten worden voldaan: duizend rijksdaalders voor elk van hun broers en zuster, genaamd Jan, Willem, Hendrick, Matthias en Geertruijd Walijen, te betalen een jaar en zes weken na de dood van de eerst stervende. Verder fl 1000,- aan Maria Elgersma, die bij hen woont, en ook nog eens fl 1500,- die de langstlevende onder zich houdt, maar waaruit hij de rente (6%) uitkeert. Hun dienstmaagd Susanna Smeekes krijgt fl 100,-, net als de kruier Harmen Schut
* 1746, 28-11:
stadsarchief Amsterdam NA nots M. Maten de jonge [9413 akte 180148, p. ?, scan 221]: boedelinventaris en -scheiding van Maria en Johanna Elgersma, waarover Abraham Walijen en Willem Walijen Matthiaszn de executeurs zijn, waarin vermeld dat David Walijen op 28-9-1711 is gestorven, en op 14-7-1709 zijn testament heeft gemaakt voor nots. H. de Wilde te Amsterdam, waarin hij fl 1000,- nalaat aan Maria Elgersma. Met de rente en huishuur is dat aangegroeid tot maar liefst fl 7511:-


kind 12: Abraham Walijen

* 1694, 14-2: Stadsarchief Amsterdam: Lidmatenregister Doopsgezinde Gemeente [1120, invnr 213, bl 128]: Ao 1694 den 14 Februarius sijn bij ons op de Belijdenis van haer geloof gedoopt (...) Abraham Walien --- (doopheffer) David Walien de Broeder en get. Jan Willingh

* 1733, 12-1: Stadsarchief Amsterdam, NA nots [9348 - aktenr 201604]: overeenkomst van Compagnieschap tussen Abraham en Willem Walijen, waarin ze beide half en half gerechtigd zullen zijn. Het bezit aan Pot-as, Weed-as en andere as, bedraagt, volgens de ervan gemaakte inventaris, fl 55.335:13:-, en dan liggen er ook nog partijen weed-as in Riga en Dantzig. Omdat Willem Walijen al een tijd voor de Compagnie heeft gewerkt, krijgt hij een bedrag van fl 5000,- uitgekeerd.

* 1753, 12-3: Stadsarchief Amsterdam DTB begraven [Nieuwe Kerk 1059-1v]: graf F 84: Abraham Walijen -- fl 8,-; voor 't ligt fl 2:10:-

* 1753, 6-3: Stadsarchief Amsterdam, archief 5046 [Collaterale successie 1753, invnr 32, fol. 237]: nagelaten bij Abraham Walijen, obiit 6 maart 1753: een huis, pakhuis daar achter en erve in de Warmoesstraat bij de Nieuwebrugsteeg, genaamd de Drie Rosen, bewoond geweest bij den overledene, getaxeerd op 10-12-1753 voor fl 5000,-; In de Heerlijkheid van Noortwijk: Een huizinge, blekerije en tuin, met de hoogte van de dijken daar aan en om liggende, groot te samen 8 hond lands aan de Dingsdagse Watering omtrent de Koorne Molen, belend ten Noordoosten Cornelis Aertsz van der Vlugt, Z.O. Mees Corsz Zuijdhoek, Z.W. de voorsz Watering, en N.W. de Buurnweg. Belast met een erfpacht van fl 4,- jaers; fl 900:-:-. Een kruid-tuin, groot omtrent 3 hond aan de Dingsdagse Watering, belend ten NW de voorsz Blekerij en voorts ut supra, belast met een erfpacht van fl 1,- 's jaars; fl 100:-:-. Getaxt 13 julij 1753 bij Schout en schepenen van Noordwijk. Een obligatie ten laste van het gemeene Landskantoor te Leiden in blanco, dato 1 oktober 1687, fl 200:-:-. totaal fl: 6200:-:-. Wordende geërft, ex testament, door vrienden binnen den vierden graad, in zodanige portien als dezelven ab intestato zouden hebben bekomen. (w.g.: Willem Walijen)

* 1778, 17-11: Stadsarchief Amsterdam, transportregisters: de erfgenamen van Abraham Walijen verkopen een huis, pakhuis en erve in de Warmoesstraat tussen de Oudebrugsteeg en de Nieuwebrugsteeg, tegenover de Wijngaardstraat. Namens de erfgenamen is Mathias ten Cate de gemachtigde verkoper. In de akte staan de volgende relaties:

Mathias ten Cate is bij akte voor het gerecht Almelo dd 26-5-1778 gemachtigde van Willem Schimmelpenning en van diens zoon en dochter Gerrit en Geertruid Schimmelpenning, verwekt in Willems eerste huwelijk met wijlen Maria Walijen. Hij is bij dezelfde akte gemachtigde van Magtelt Walijen.

Mathias ten Cate is bij notariële akte van 9-11-1778 (nots. Herman de Wolff jr te Amsterdam) gemachtigde van Hendrik Walijen junior namens zichzelf en namens zijn vrouw Christina Walijen, die eerder kinderloze weduwe was van Pieter Scheltes.

De genoemde Hendrik Walijen jr, Machteld Walijen en Maria Walijen zijn kinderen van Hendrik Walijen Willemsz, die een broer was van mede wijlen Abraham Walijen.

De genoemde Christina Walijen, de na te melden Maria Walijen (X Schato Gockinga), de na te melden Machtelt Walijen Matthijszn, Willem en Geertruijd Walijen zijn vijf kinderen, en Gesina Tjeenk is een kleinkind van Mathijs Walijen, die mede een broer was van Abraham Walijen.

Mathias ten Cate is bovendien bij notariële akten van 7 en 11-8-1778 (nots. Herman de Wolff jr te Amsterdam) gemachtigd om namens de executeurs testamentair op te treden van wijlen Willem Walijen (testament dd 13-3-1766, nots. Herman de Wolff jr te Amsterdam en clausule reservatoir van 14/17 juli 1768 nots idem), de weduwnaar en universele erfgenaam van wijlen Aaltje Ridder (hun mutueel tst dd 27-2-1733 nots Mat. Maten jr, Asd) en ook deze Willem Walijen was een broer van Abraham Walijen.

Mathias ten Cate is blijkens akte voor het gerecht Bredevoort dd 29-5-1778 gemachtigde van Scato Gockinga Henry X Maria Walijen, van Hendrik Walijen Willemsz X Aleida Paesschen, van Abraham Walijen, van Geertruijd Walijen wed Abraham Paesschen en van Jan Hofkes X Maria ten Cate. De hier genoemde Hendrik Walijen Willemsz, Abraham Walijen en Gerertruid Walijen zijn de nagelaten kinderen van wijlen Willem Walijen van Winterswijk X Machteld Walijen Matthijsz, en deze Willem Walijen van Winterswijk is de zoon van Geertruid Walijen de zuster van de meermaals genoemde Abraham Walijen.

Mathias ten Cate en de genoemde Maria ten Cate X Jan Hofkes zijn de enige nagelaten kinderen van Geertruij Walijen en Abraham ten Cate jr (beide overleden)

Mathias ten Cate is tenslotte bij notarisakte 2-6-1778 (nots Engelbertus Klinkhamer te Hoorn) gemachtigde van dr. Casper Wilhelm Reinhard Scholte X Gesina Tjeenk

Abrahams testament: 10-10-1737 nots Gerard Burghout; akte van scheiding van zijn nalatenschap dd 29-10-1756 nots Otto van Dam.

Abraham Walijen heeft dit perceel gekocht op 19-12-1778 (sic!) (moet zijn: 19-12-1741, voor fl 11.250,-). Het huis met pakhuis en erf wordt door Mathias ten Cate op de publieke veiling aangeboden en door hemzelf gekocht voor fl 8600,-.


openstaande vragen / discussie


Op 24-6-1737 wordt Jan Walijen, komend uit de Warmoestraat, begraven in de Nieuwe Kerk van Amsterdam (graf F 83), nalatende 2 kinderen. Het Weeskamer-begraafboek meldt: Den 6 december 1737 heeft Abraham Walijen Jansz in de naam van Susanna Welsingh vertoond het testament van den overledene benevens haar gepasseerd voor de notaris Joannes Backer en get. op den 12 oktober 1712 (of 1732?) waarbij de weeskamer is gesecludeerd. Jan Walijen (* Winterswijk ca 1674, koopman in de Warmoesstraat, ouders dood) is op 17-12-1711 ondertrouwd met Susanna Welsing (* Amsterdam ca 1686, dr.v. Jan Welsing Isaacsz).

Deze Jan Walijen is geboren ca 1674, komt uit Winterswijk, heeft geen ouders, en ondertrouwt Amsterdam 17-12-1711 met Susanna Welsingh.

Op 15-10-1748 wordt opnieuw een Jan Walijen begraven in graf F 83 in de Nieuwe Kerk. In het register van Collaterale successie (kennelijk is hij kinderloos overleden) wordt aangifte gedaan door Abraham Walijen Jansz: de erfenis wordt ab intestato geërfd door Moeder, broer en zuster. Het gaat om waardevolle beleggingen in de Bank van Engeland en (prijs-)obligaties, ter waarde van ruim fl 62.000:-:-.

De zuster heet Christina Walijen, geb. ca 1719, oX Amsterdam 17-9-1739 Abraham Vorsterman Jacobsz

In 1664 heeft Willem Walijen een vordering op de weduwe van Jacob Willink. Ik kan niet goed ontdekken welke Jacob dat is. Eigenlijk komt alleen de (in het Stam-boek der Willingen vermelde) Jacob Willink in aanmerking, zoon van Egbert en Aelken Swerinck, geboren 1635 en getrouwd met hilke Hendriks Stoppers, wonende te Embden, waarvan twee kinderen (Egbert Jacobs Willink en Aeltje Jacobs Willink)