XII-89 Walijen, Hendrik

Hendrik Walijen (= XII-93)


ouders:


geboren:

gedoopt:

overleden: voor 20-11-1660

begraven:


beroep:

woonplaats / adres: Winterswijk


relatie: trouwt voor 24-6-1619


Geertruida Strobant (XII-90 = XII-94)

alternatieve spelling: Gertken, Geertje


ouders:

geboren:

gedoopt:

overleden: na 30-6-1670, voor 23-9-1676

begraven:

beroep: textielhandelaar/fabrikeur?

woonplaats / adres: Winterswijk

kinderen:

  1. Willem Walijen, ? - na 1696, X 1650 Mechtelt Willink, VOLGT XI-47

  2. Hendrik Walijen, geboren: Winterswijk ca 1630
    overleden:, begraven Amsterdam 28-11-1667
    beroep: koopman
    woonplaats / adres: Amsterdam (Warmoesstraat, 1661)
    relatie: ondertrouwt Amsterdam 13-1-1661
    Geertruid van Coppenael, geboren: Amsterdam ca 1641
    overleden:, begraven: Amsterdam 15-7-1723
    beroep:
    woonplaats / adres: Amsterdam (Haarlemmerstraat, 1661)
    ouders: Sander Sanders van Coppenael en Annetje Belijns
    Zij hertrouwt in 1671 Johannes Blaupot

    1. Hendrik Walijen

    2. Alexander Walijen

    3. Elisabeth Walijen, geboren: 1665
      overleden:
      beroep:
      woonplaats / adres:
      relatie:

  3. Abraham Walijen, ?-voor feb 1690, X 1662 Stijntje Wessels, VOLGT XI-45

  4. Jan Walijen, geboren:
    overleden: voor 1687
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt
    Elisabeth Schimmelpenninck, geboren:
    overleden: na feb. 1690
    beroep:
    woonplaats / adres:
    ouders:

  5. Christina (Stijntje) Walijen, geboren: ca 1620
    overleden: voor 1687
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt
    Anthony (Teunis) ten Cate, geboren: Borne ca 1615
    overleden:, begraven: Zwolle 18-1-1666
    beroep:
    woonplaats / adres: Zwolle
    ouders: Hendrik Gerritsz ten Cate en Hendrikje Jans

    1. Lambert ten Cate, geboren: ca 1640
      begraven: Zwolle 8-2-1698 ("van den armen")
      beroep:
      woonplaats / adres: Zwolle
      relatie:

    2. Aaltje ten Cate, geboren: ca 1644
      overleden:
      relatie (1): trouwt Zwolle 16-2-1667
      Hans Steenstraat, geboren: Zwolle
      overleden:
      beroep:
      ouders:
      relatie (2) trouwt Zwolle 14-3-1682
      Hendrik Holtesteijn, geboren: Zwolle
      overleden:
      beroep:
      ouders:

    3. Judith ten Cate, geboren: Zwolle ca 1645
      overleden:, begraven: Haarlem 15-12-1711
      beroep:
      relatie: trouwt Haarlem 15-8-1671
      Johannes van de Rijp, geboren: Rotterdam 6-1-1635
      overleden:, begraven: Haarlem 12-6-1704
      beroep: linnenbleker te Haarlem
      ouders: Abraham van de Rijp en Elisabeth de Graaf
      > Hieruit drie kinderen

    4. Maria ten Cate, geboren: ca 1646
      overleden: na 1722
      beroep:
      woonplaats / adres: Winterswijk (1722)
      relatie: trouwt 1671
      Jan Willink, geboren: 1638
      overleden: 1715
      beroep:
      woonplaats / adres: Winterswijk
      ouders: Egbert Willink en Aaltje Siemerink
      > hieruit drie kinderen
      [zie over hem bij familysearch ORA Bredevoort 433, scans 250 en 338 en 378]

  6. Geertruid Walijen, geboren:
    overleden: na 1666
    beroep:
    woonplaats / adres:
    relatie: trouwt
    Jan Warners, geboren:
    overleden: na 1666
    beroep:
    woonplaats / adres: Winterswijk
    ouders:

biografische aantekeningen


In de vrijwillige aktes van het Rechterlijk Archief van Bredevoort komen Hendrik Walijen en Geertken Strobant veelvuldig voor als kopers van gronden, landerijen, landgoederen en huizen. Ze verkopen helemaal niets daarvan. Maar behalve dat ze veel aankopen, lenen ze ook geld uit: ze waren bepaald bemiddeld.

Meteen al in 1619, in de eerste akte over hen, treden ze op als kopers van de Woeste Kempen, een stuk grond. Zeven jaar later kopen ze samen met een ander echtpaar de Bleijkhoffken - als ik me niet vergis een stuk land dat als textiel-bleek dienst doet, met een huis erbij.

In 1630 kopen Hendrik Walijen en Geertken Strobant het erve en goed Wipperbeke in het kerspel Darpbuhr bij Winterswijk.

Hendrik Walijen is in 1636 beleend met het halfscheid (de helft) van het goed Bruggink. Vijftig jaar later heet dat goed Hijink (maar ook in 1632, als het onderpand is, en in 1638 bij de aankoop, heet het al Hijink). In 1687 staat dat Hendrik Walijen door de Borculosche leenkamer beleend is met Bruggink, als broer en erfgenaam van zijn voorganger Henr. van Baer.

In 1639 kopen ze het erve en goed HoonEsch in Kerspel Winterswijk Darpbuhr. In 1663 staat aangetekend dat Geertje Strobant eigenaar is van het landgoed Honesch. In 1690 verkopen de Amsterdamse kinderen van wijlen Hendrik Walien hun aandeel in het Honesch aan hun ooms en tantes in Winterswijk

In 1641 kopen ze een huis in Winterswijk.

Hendrik Walijen en Geertje Strobant zijn sinds 1649 eigenaren van het erve en goed Aernink onder Winterswijk: in 1688 verkopen hun Amsterdamse nakomelingen hun tiende gedeelte daarvan aan hun Achterhoekse nakomelingen.

In 1630 woont Hendrik Walijen in het huis naast dat van Johan ter Woerd en Rutgera Poppinks.

Uit een akte uit 1660 blijkt dat Geertje Strobant met haar beide zoons Willem en Abraham Walijen textiel levert, via de factoor Annanias Willink in Deventer, aan haar zoon Hendrik Walijen jr. in Amsterdam.

In 1664 en 1665 ontstaat er een conflict tussen schoonzoon Jan Warners en de rest van de familie. Jan is in financiële nood, zijn schuldeisers eisen betaling, en wijzen Jan Warners er op dat hij één zesde deel bezit van de erfenis van wijlen Hendrik Walijen. Ze schatten het bezit van Warners schoonmoeder Geertje Strobant op tenminste 50.000 gulden. Maar de boedel van Hendrik Walijen is nog onverdeeld en Abraham Walijen en Jan Walijen ontmoeten Jan Warners steeds vaker voor het gerecht in Bredevoort. Ik neem aan dat Jan Warners tenslotte is uitgekocht, en dat dat verklaart waarom Geertruid Walijen X Jan Warners in de aktes van 1688, 1689 en 1690 niet voorkomen.


bronnen


zie voor hem de website Achterhoek Ancestors

zie voor transcripties van het volontair protocol (1614-1663) van het Oud Rechterlijk Archief Bredevoort de website HeerlijkheidBredevoort.nl


* 1619, 24-6: ORA Bredevoort [392-40v]: Erschenen die Edell und Ernfeste oick Ehrundveeldoegentrijcke Herman van Munster thoeWalien Agnes van Geisteren eheluijde, die bekanden voer sich und haren erven, vrijwillich und walbedechtlich voer eene walbetaelte Somme geldes, derwelcken haer Edlen sich goeder volnkomener betalongh bedanckten, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoips avergelaten und verkofft toehebben, Henrick Waliens, Gertken Strobants eheluide und haren erven, hare der Verkoperen eigendomlicke und toebehorige Kempken, dat Wueste Kempken genant, sorterende onder de Wambraecke, inden Kerspell Wenterswick buerschap Huppel, ande Hoevelstege, ronthom int Velt gelegen, mit gebuerlick Plaggenmat, sambt olde und nije toebehoer und gerechticheit, voer doerslechtich thendt-, thinss-, schuldt- und kummerfrij, Deses erfflick gecediertt und uthgegaen, daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, beter verschrijvong und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte, under hypotecatie aller haer E. goederen. Sonder Inrede und argelist.

* 1626, 8-11: ORA Bredevoort [1626, fol. 47]: Erschenen Henrick Rauwertz Henrica Volmer eheluide, die bekanden voer sich und haren erven voor eene walbetaelte Somme geldes, rechtes steden, ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft toe hebben, averlieten und verkofften in krafft deses Henrick Waliens Gertken eheluijden und Johan Decherinck Fenneken eheluiden und haren erven, haeren (Fol. 47 v) Verkoperen Bleijckhoeffken, gestaldt Ihme Rauwert datselve in suster und broederlicke erffdeijlong toegefallen, voer den Darpe Wenterswick bij de Schulten brugge, mit eener sijdt langss t’water, mitter ander sijdt an Willem Onnekincks haeveken In sijner vohr und bepalong gelegen mit eenen ende ande strate, mitten andern ende ant water tegen den Weemhoff schietende, mit sijn toebehoer und gerechticheit, voer doerslechtigh kommerfrij, voerbeholden der Probstie ten S. Mauritz Eenen brabantz stuver thinss Jairlicx. Deses gecediert und uthgegaen, Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, verner und beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandong harer goederen, Sonder Inrede und argelist.

Erschenen Henrick Waliens voer sich Gertken sijner huijsfrouwen und Johan Decherinck voer sich Fenneken sijner huijsfrouwen -beijde voer hare huijsfrouwen cavierende – und haren erven die bekanden voer sich haren huijsfrouwen und erven, rechter wetlicker schuldt schuldich toe sijn Henrichen Rauwertz Henrica Volmers eheluiden und haren erven de Somme van Vijffundtwintich daler Bredefortscher gangbarer geweerden, den daler ad dertich stuver, den str tot Vijfftien placken gerekent, voer welcke Somme gemelte Henrick Rauwertz Henrica eheluide und haren erven tot harer huijssholdinge haer Waschtuich und Lijnewaet in gemelte Haeveken totter Lose toe – diewelcke bij meergemelte Rauwertz (Fol. 48) sijner huijsfrouwen und erven alleenstaen sall teverkundigen – In statt van Interesse vrij und onverhindert van wegen der Recognoscenten sullen bleijcken moegen. Deses in qualiteit vorschreven gecediert und uthgegaen, Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, verner und beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Sonder exception und argelist.

* 1627, 26-4: ORA Bredevoort [1627, fol 20]: Erschenen Aelcken Crampen, weduwe wijlen Heeren Johan Rauwertz, in sijnen leven Pastoirs thoe Wenterschwick voort Henricus Rauwertz, voer sich Henrica Volmer sijner huijsfrouw, daervoer hij cavierde, Jenneken Rauwers, Berntken Rauwertz huijsfrouw van Mr. Peter Bombrede, Gertruidt van Asbeck huijsfrouw Johan Rauwertz, und Derick Schoemaecker als Vader und Mombaer sijner bij wijlen Vrede Rouwertz getuigten echten kinderen, und sie Comparanten insonder (Fol. 20v) Derick Schoemaecker als Principaell voer die affwesende mitErffgenamen, consorten und Interessenten cavierende, die bekanden und die Vrouwen vorschreven vermitz Henrichen Rauwertz und Derick Schoemaecker vorschreven haren tot deser saecken erkorenen und toegelatenen Mombaren, voer sich haren medeErffgenhamen, Consorten und erven, voer eene walbetaelte Somma geldes rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft thoehebben, averlieten und verkofftne hiermit und in krafft deses Henrick Waliens, Gertken sijner huijsfrouwen und haren erven, een Goorden voor den darpe Wenterschwick, mit eener sijdt langs den gemeinen voetpat, mitter ander sijdt an Herman Kedden Maet in sijner voor und bepalung gelegen, mit eenen ende an gemelte Kedden Maetken mitten anderen ende an Boencks goorden schietende, mit desselven toebehoer und gerechticheit, voer doerschlechtigh kommerfrij, Deses in qualiteit vorschreven erfflick gecediert und uthgegaen, Daerop mit hant, halm und monde vertegen, Voorts insonderheit Derick Schomaecker als Principaell waerschap, verner und beter verschrijvong und erffvestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandung harer goederen, Sonder exception und argelist.

* 1629, 29-10: ORA Bredevoort [1629 fol. 59v]: Erschenen Aerndt Jonckbloet Trijnken van Graes eheluijde, die bekanden voer sich und haren erven, voer eene walbetaelte Somma geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben Henrick (fol 60) Waliens Gertken eheluijden und haren erven haer verkoperen alingequota, Andeel, recht und gerechticheit des Erffs Goerdes guedt, und des angekofften guedes Wipperbeke und wes van der gemeente daerbij angekofft, inder Darpbuer toe Wenterswick, mit eener sijdt langss der Wipperbeker Brinck, voort an Rotger van Graes und Henrick Cranen goorden, mitter ander sijdt an Andries Boesen, Warner Romps und Abraham Hardes grondt gelegen, mit eenen ende ant Velt, mitten andern ende an Dries Boesen Voerwech schietende, mit derselven olde und nije toebehoer und gerechticheit, voer doerslechtich kommerfrij, voerbeholden den Probst zu Sanct Mauritz offt sijnen Successoren derselven gerechticheit. Deses erfflick gecedeert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, verner und beter verschrijvongh und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandung harer gueder. Sonder exception und argelist.

* 1630, 12-1: ORA Bredevoort [1630, fol. 4v]: Erschenen Willem van Graes Rotgerssen und hefft bester formen Rechtens geconstitueert und volmechtich gemaeckt gemelten sijn Vader Rotger (fol 5) van Graes om in sijnen Constituents naem erfflick und onwedderroeplick tecedieren und transporteren an Henrick Waliens Gertken Strobandt ehelieden und haeren erven, sijn Constituents alinge Andeelen, quoten und gerechticheit van twie derdendeelen der Wipperbeke und des Goedes genant Goerdes Werck, sampt Lenderien so Willem Onnekinck zaliger van die Wipperbeke und respective twier Goerdens so vande Gemeinte angekofft inholdts Koopzedul gelegen, welcke Constituent bekande an gedachten Henrick Waliens voer een walbetaelte Somma geldes erfflick verkofft thoehebben, daervan toe renuntieren, waerschap, vorder und beter verschrijvongh und vestnis tegelaven und prestieren nae Landtrechte, bij veronderpandong sijner Constituents goederen. Gelavende ratificatione et indemnitate sub …hypothecae ….. ……

* 1630, 23-2: ORA Bredevoort [1630, fol. 13v]: Erschenen Derick und Tonis van Graes Rotgerssoons und hebben bester formen (fol 13 v) rechtens geconstitueert gemelten haren Vader Rotger van Graes, om in haren namen erfflick und onwedderroeplick tetransporteren und optedragen an Henrick Waliens Gertken Strobandss eheluijden und haren erven, haer Constituenten alinge Andeelen, quoten und gerechticheit der Wipperbeke und des guedts genant Goerdes Werck, sampt der Lenderien so gemelter Willem Onnekinck zaliger van de Eerdenss Graesse Wipperbeke und respective twie Goordens so hij van de Gemeente angekofft, luith der Koopzedulen voer den Darpe Wenterschwick gelegen, so Ihnen Constituenten van haren Bestevader zaligen Willem Onnekinck angeerfft, und Sie bekanden gemelte Henrick Waliens und huijsfrouwen, voer eine walbetaelde Somma geldes erfflich verkofft te hebben, daervan te r(e)nuntieren, waerschap und Vestniss tegelaven nae Landtrechte, bij veronderpandung haren respective jegenwoordige und toekompstige goederen. Gelavende ratohabitions et indemnitatem sub.. hypotecæ ……… ……. Sine exceptione et fraude.

* 1630, 23-2: ORA Bredevoort [1630, fol. 14]: Erschenen Derick und Tonis van Graess gebroedere, Rotgerss soons, die bekanden voer sich und haren erven, opgenomen und ontfangen te hebben van Henrick Walienss Gertruidt Strobandtss eheluijden, de somme van Hondert gulden, ad twintich stuver t’stuck, Gelavende dieselve op Petri Cathedra Anno Sestienhondert Een und dertich, neffens Sess gulden Interesse, toebetalen. Bij veronderpandong harer gueder, in specie harer andeelen und aquoten des Erffs und guedtss Vockinck inden Kerspell Wenterschwick Buerschap Cathen gelegen. Sonder exception und argelist.

* 1630, 6-3: ORA Bredevoort [1630, fol. 20v]: Erschenen Rotger van Graes als Vader und respective Volmechtiger sijner bij wijlen Reinken Onnekinck ehelich getuigten Kinderen, Willem, Derick und Tonissen Graes krafft hem den 12 Januarij und 23 Februarij naestleden voer desen Gerichte verleenter Volmacht, Item Andries Boesen als Volmechtiger Coepen Elinck Geesken Onnekinck eheluijden, daervan versegelde Volmacht voer Burgermeester und Rhaedt der Stadt Enckhuijsen onder derselven Stadtsegel ad causas in dato den lesten Aprilis 1629 voerbracht. Und Stijnken Onnekinck echte huijsfrow van Marten Classen Borchers und mitt dieselve Rotger van Graess als haer hiertoe erkoren en toegelaten Mombar, mede volmechtigh gemelte hares Ehemans krafft voerbrachter Procuratie onder dato den 5. deser Maents Martij nieuwen stijls, Die bekanden respective voer sich, haren Principalen Constituenten und haren erven, voer eene walbetaelte Somme geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft thoe hebben, averlieten und verkofften in krafft deses, Henrick Waliens Gertken Strobandts eheluijden und haren erven, hare Landerien die (fol 21) Wipperbeke genandt, mit het geene daerbij angekofft und twie goerdene so van de Gemeente angekofft, Noch haer Erff und guedt genant Gaerdes Werck, gestaldt dieselve voer den Darpe Wenterswick in Darpbuer, mit eener sijdt und eenen ende anden Schulten Esch, und so heen voort langss den Armen Kamp und Wipperbeker Brinck, mitter ander sijdt langss Abraham und Johan Hardess sampt Andries Bosen Esch gelegen, mitten anderen ende an t’gemeene Velt schietende, alsoe hun verkoeperen dieselve Vader und respective Bestevader Willem Onnekinck angeerfft und nagelaten, mit derseleven olde und dijne toebehoer und gerechticheit, voer doerslechtich kommerfrij, voerbeholden den Probst tot Saint Mauritz, nu sijnen Successoren uth Goerdes Werck drie schepel Roggen und Achtunddertichsten halvenstuver thinss Jaerlicx. Deses in qualiteit vorschreven erfflick gecedeert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, waerschap, verner und beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandung des Erffs und guedts Vockinck in gemelten Kerspel Wenterswick buerschap Cathen, voort alle harer respective goederen, hoe offt waer die gelegen. Alles sonder exception und argelist.

* 1631, 7-7: ORA Bredevoort [1631, fol. 40v]: Erschenen Johan Elinck, die bekande voer sich, Deve sijn huijsfrow, daervoer de rato cavierende, und oeren erven, voer eene walbetaelde Somme geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Henrick Waliens Gertken sijner huijsfrouwen und haren erven, een stucke Landes, ongefehr van Vijff spint geseijs, voer den Darpe Wenterswick met eener sijdt naest Weddinck mitter ander langss den Wech tegen de drijstaligen stoell aver in sijner verner vohr und bepalung gelegen, mit eenen ende anden Wegh tegen t’ Kip, mitten anderen an Boelinck Kniewende schietende, mit desselven toebehoer und gerechticheit, voor doerslechtich kommerfrij, voerbeholden d’Pastoir thoe Wenterswick die tijnde garve. Deses erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Bij veronderpandung sijner gueder. Sonder exception und argelist.

* 1632, 24-11: ORA Bredevoort [405, fol. 43]: In de marge: A° 1638 den Vijfften Januarij bekande Henrick Wahlien dat hem dese Summa an die Koppenonge dess halven Erff Hijnck vuldaen ende betaelt wehre. Ergo Vacat. Erschenen Willem Hertoch borger der Stadt Gronloe, die bekande voer sich Mechteldt sijner huijsfrouwen, daervoer de rato cavierende und haren erven voer eene vergenuegte und walbetaelde Somma geldes rechter Jaerlicxer Pension avergelaten und verkofft te hebben, averliet und verkoffte in krafft deses an Henrick Waliens Gertken eheluijden und haren erven Twelff daler, den daler ad dertich stuver, den stuver ad Vijfftien placken gerekent, Jaerlicx op S. Martini viertien dage daer nae onverhalt und op Michaeli des Jaers Sestienhondert Drie und Dertich eerst kommerfrij thoe verschijnen. Stellende daervoer t'onderpande sijn halven Erff und guedt Hijinck inden Kerspell Wenterswick buerschap Meddeho gelegen, sampt desselven incomsten und Pechten, voort alle sijne gerede und ongerede gueder, om gemelte Pension sampt Kosten und schaden wegen missbetalung und uthmanung erleden und angewendt, mit pendung nae Landtrechte daeran thoe verhalen. Deses gecediert und uthgegaen, daerop mit hant und monde gerenuntiert, wahrschap, verner und beter verschrijvong und vestniss gelaefft nae Landtrechte. Die Loese een Vierdell Jaers te voeren te verkunden voerbeholden, und demnae op Martini, viertien dage voer oder nae onverhaelt, mitte Somme van Twiehondert daler obgemelter geweerden sampt allen achterstandt, toe loesen. Alles bij peen van pendung als vorschreven, Sonder exception und argelist.

* 1636, 8-7: ORA Bredevoort [1636, fol. 33v]: Erschenen Fenne weduwe zaliger Johan Decherincks, etwass kranck van lijve, dannoch doer Godtlicker genaden goeden Vernunfft und Verstandts so an haer niet anders tesien und hoeren waer, (fol 34) mit Cornelis Smit haren tot deser saecken erkoren und toe(ge)laten Mombar und hefft vermitz haren Mombar vorschreven bij provisie und imfall sie doodts verscheijden worde, alsoe vrijwillich und naest goeden voerbedacht tot wetlicke Voormonders (harer) Kinderen genominiert, gestelt und verordnet, doende sulcx krafft deses Henrick Willinck, Henrick Waliens und Egbert Willinck, neffens hare goede frunde, om imfall haren affscheidts haren Kinderen voertestan, haers beste mit woordt und daedt tebevorderen, haer onheijll und schaden teweren, und alles daerbij te doen, wat goede und getrouwen Mombaren toesteet und geboert. Sonder exception und argelist

* 1636, 9-7: ORA Bredevoort [1636, fol. 40v]: Erschenen Rudolphus Theben in nahmen und als Volmechtiger dess WelEdlen und Gestrengen Henrick van Eck tott Medler und Harsseloe OpperJegermeisters van Velouwen, Schultis tott Zutphen binnen u(nd) buijten, krafft hem van Albert van Hagen als Volmechtigher welgemelts van Eck den 8. Maij 1634 vermitz substitutie voor desen Gerichte verleenter gelijcker volmacht, als in originali vertoont. Die bekande in nahmen und van wegen sijns Heeren Principalen van Eck, voer eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben ahn Henrick Wahliens Geerdtken Strobandts eheluijden (fol 41) und haren erven, Drie Molder Roggen thenden sampt bloedigen thenden Jaerlix uth het Erff und Goedt Mentinck inden Kerspell Wentersswick Darpbuhr gelegen, verschijnendt, so totten Drostampt Ahuijs toestendich gewesen und Volmechtigers Principaell vermitz sententie dess Edlen Haves van Gelderlandt und subhastatie in dato den 28. Maij 1633 an sich erlangt, mitt desselven toebehoer und gerechticheit, Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde gerenuntiert, wahrschap und vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh sijns Heeren Principalen goederen, Sonder exception und argelist. Edoch Welgemelten Drostampt Ahuijs die Loese nae Landtrechte voerbeholden.

Erschenen Rudolphus Theben in nahmen und als Volmechtiger dess WelEdlen und Gestrengen Henrick van Eck tott Medler und Harsseloe OpperJegermeisters van Velouwen, Schultis tott Zutphen binnen und buijten, krafft hem van Albert van Hagen als Volmechtigher welgemelts van Eck den 8. Maij 1634 vermitz substitutie voor desen Gerichte verleenter gelijcker volmacht, als in originali vertoont. Die bekande in nahmen und van wegen sijns Heeren Principalen van Eck voer eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben ahn Henrick Wahliens Geerdtken Strobandt eheluijden und haren erven, sijns Principalen actie, recht und gerechticheit dess Erffs und guedts Eeffsinck inden Kerspell Wenterschwick buerschap Cathen gelegen, so eertijts den Conventualen tott Grote Buhrlo toestendich geweest, und Volmechtigers Principael vermitz Sententie des Edelen Haves van Gelderlandt und subhastatie in dato den 28. Maij 1633 ahn sich erlangt, mitt desselven toebehoer und gerechticheit, Deses gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, Wahrschap und Vestniss gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh sijns Heeren Principalen goederen, Edoch den Heeren Conventualen ten Groten Buhrlo die Loese nae Landtrechte voerbeholden. Sonder exception und argelist.

* 1638, 8-1: ORA Bredevoort [1638 fol 51]: Erschenen Johan Gerritssen, Mette Lamberts eheluide, und Berndt Liefferdinck als Ohm und angeboren Mumbar van zaliger Willem Hertogs nagelatenen onmondigen Kindts oock Willem Hertoch genandt, die bekanden voer sich und haren respective Pleegkinde und Erven, voer eene walbetaelte Summa geldes, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben, averlieten und verkofften hiermit und in crafft deses ahn Henrick Wahlien Gertken eheluiden und haren erven, hett halve Erff unnd guedt Hijinck inden kerspell van Wenterschwick Buerschap Medehoe gelegen, mit eener sijdt int geheell langs Bruggenkamp, mitter ander langs die beke gelegen, mit eenen ende anden Wegh nae Warrierdinck, mitten anderen nae Berninck schietende, Mitt sijn olde und nije toebehoer und gerechticheit voer doorschlechtich Kummerfrij, voerbeholden uth hett geheele goedtden huijse ter Walfahrdt Vijff schepel gewontlicken sackthenden, sampt bloedigen thenden und uth een halff stuckessken inden Esch gelegen die thijnde garve, Voorts gemein Heeren beswehr, Deses erfflick gecediert und uthgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und erffvestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh harer respective goederen, Sonder Exception und argelist.

* 1639, 31-10: ORA Bredevoort [1639 fol. 45v]: Erschenen die Weledell. und Ernvest Adrian van Eerde ten Pleckenpoell, die bekande voor sich und sijnen erven, und mede de rato cavierende voor sijn Weledl. broeder und susters, voor eene walbetaelte summa geldes, derwelcke sijn Weledl. sich goeder vollenkomener betalongh bedancken dede, rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben ahn Henrick Wahlien Gertken Strobandt eheluiden und haren erven, datt Erff und guedt HoonEss inden Kerspell Wenterschwick Darpbuer mit eener sijdt langs der Rouwenhorst und die landerijen opt Arrisfeldt, mitt der ander sijdt oock langs het Arrisfeldt in Veenen Vohr und bepalunge gelegen, mitt sijn olde und nije toebehoer und gerechticheit voor doorschlechtich kummerfrij, voorbeholden den Amptshuijss tott Nahuijs Sess (fol. 46) schepell roggen und den bloedigen thenden, den Huijse tott Bentheim vier goltguldens ad achtundtwintich Stuijver t’ Stuck, Juncker Diepenbroeck tott Bulderen drie schepel roggen, und den huijse Bredevoort een schepell Richthaver, een Vastelavents hoen und drie daler hoffholdts geldt jaerlix, Voorts gemeine Heren denst und beswaer. Deses erfflick gecediert und uthgegaen daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh sijner Weledl. goederen, hoe, waer und in wess Heeren Landen dieselven gelegen, Sonder exception und argelist.

* 1639, 21-11: ORA Bredevoort [1639 fol. 47v]: Erschenen die Weledell. und Ernvest Adrian van Eerde ten Pleckenpoell, voor sich, und mede de rato cavierende voor sijn Edl. broeder Henrick van Eerde, die bekande voor sich, sijn Edell: broeder und deren erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Henrick Wahliens Gertken Strobandts eheluiden und haren erven, eenen Kamp Landes und Weijdeken genoempt Geerdes Huijs mit sijn Uthdrift, toebehoer. Voorts olde und nije toebehoer und gerechticheit, mitter eener sijdt ahn den Catenschen Heelwegh sich streckende voor den Wippenbeker Brinck hen, mitter ander sijdt anden Haeckeler Kamp, mit eenen ende ahnden Schevinckamp, mitten anderen ahn sekeren grundt so zal. Willem Onnekinck van de gemeinte angekofft. Item een haeffken andie Schultenbrugge, mitter eener sijdt langs Henrick Wahliens und Johan Decherincks bliek hoeffkens, mitter ander langs Marrie Storms hoeffken und den gemeinen Wegh gelegen, mitt den eenen ende ahn die Strate, und mitt den anderen ende ahn gemelter Marrien Stormbs Hoff, alles inden Kerspell und respective Darpe Wenterschwick gelegen, voor doorschlechtich kummerfrij, uthbescheiden den Huijse Bredevoort vierdehalfften Stuiver thins uth Geerdes huijss jaerlicks, Voorts gemeine Heeren und Landt beswaer,. Deses alles vorss. erfflick gecediert und uthgegaen daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh Sijner Edel: goederen. Sonder exception und argelist.

* 1640, 28-1: ORA Bredevoort [1640 fol. 57v] Erschenen Johan ter Woordt die bekande voor sich Rotger Poppinck sijner huijsfrouwen daervoor de rato cavierende, und sijnen erven, voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben ahn Henrick Wahliens Gertken Strobandt eheluiden und haren erven, een stucksken Bowlandts inden Morsch onder het Darp Wenterschwick gehoerende, mitt eener sijdt langss Jan Huijsincks hoijlandt, mitter ander sijdt naest hett hoijlandt so den Erffgenamen van Otto Volmers toestendich und koepere hetselve in pandtschap ende gebruijck hebben, mitten eenen ende anden gemeinen heelstrate, mitten anderen an Weddinck (fol. 58) Mate schietende, mit sijn toebehoer und gerechticheit, voor doorschlechtich kummerfrij, Deses erfflick gecediert und uthgegaen daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh sijner und mittbeschreven goederen. Sonder exception und argelist.

* 1641, 8-1: ORA Bredevoort [1641 fol. 5]: Erschenen Willem van Graes Rotgerssoon voor sich und Derick ten Bengevoort in nahmen und als Volmachtiger van Arent Jonckbloet Catharina van Graes eheluide, daervoor de rato cavierende die bekanden respective voor sich und haren Principalen erven voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewig und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Henrick Wahlien Gertken Strobant eheluiden und haren erven een huijss sampt toebehoerende grondt inden Darpe Wenterschwick mit eener sijdt anden Gemeinen grondt, mitter ander an St. Catharinen Vicarien grundt gelegen, voar ande strate, achter (fol. 5 v) an Vicarien gront schietende, mit sijn olde toebehoer und gerechtigheit, voor doorschlechtich kummerfrij, uhtgesondert Junker Adrian van Eerde ten Pleckenpoell sijnen gewontlicken thijns. Deses gecediert und uhtgegaen daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh harer goederen. Sonder exception und argelist.

* 1641, 26-3: ORA Bredevoort [1641 fol. 18v]: Erschenen Gertruidt van Asbeck Weduwe van zal. Jan Rauwertz, voor sich selven ende mede als Moeder ende Mombarsche van hare onmondige kinderen ende (fol.19) Kintz kinderen door assistentie van Henrick Bekinck Voogt tott Varssevelt haren hiertoe erkorenen sampt angeborenen Kinderen Mombar, Voorts Goossen ende Derick Rauwertz voor haer selffs ende Sie sampt ende sonders de rato cavierende voor haren respective absenten soon, dochters, broeder ende Susters, Jan, Lisabeth ende Magdalena Rauwertz, die bekanden voor sich ende medebeschreven ende deren erven voor eene walbetaelte summa geldes rechtes steden ewigen und onwedderroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Henrick Wahliens Gertken Strobant eheluiden und haren erven eenen kamp Landes omtrent van tijn schepelsaet inden Kerspell Wenterschwick Darpbuhr, mit eener sijdt anden Grolschen Wegh, mitter ander ande Weijen Stege gelegen, mit eenen ende an HoonEsches Hoff, mitten anderen ant gemeine Veldt schietende, mit sijn olde und nije toebehoer und gerechtigheit, voor allodiall doorschlechtich kummerfrij. Deses erfflick gecediert und uhtgegaen daerop mit hant halm und monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und erffvestnis gelaefft nae Landtrechte, Bij veronderpandongh van hare havesaet die Dravenhorst, voortz alle hare gereide und ongereide gueder, hoe offt waer die gelegen. Sonder exception und argelist.

* 1646, 5-3: ORA Bredevoort [1646 fol. 10]: Erschenen Johan Lammerdinck in Medehoe Willemken eheluijde, die bekanden voor sich und haren erven, voor eene walontfangene Summa geldes onderbenent, rechter Jaerlicker pension avergelaten und verkofft te hebben an Hendrick Wahlien Gertken eheluiden und haren erven, sess dall., den dall. ad dertich str, den stuijver tott vijfftijn placken gerekent, Jaerlix op Martini und op Martini des Jaers 1645 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t’onderpande hare Wohninge die Neerss Wohninge genant inden Kerspell Wenterschwick Buhrschap Medehoe gelegen, voort alle hare goederen, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum, hinder kosten schaden wegen missbetalongh erleden ende angewendt mit pendinge nae Landtrechte te verhalen. Die Loese een Vierendeell Jaers te voren te verkundigen beijdersijdts voorbeholden, und demnae op Martini viertijn daegen daernae onverhaelt mitt die Summa van hondert und tijn dall., obgemelter geweerden te loesen. Alles bij peene van pendinge als vorss. Sonder exception und argelist.

* 1649, 20-9: ORA Bredevoort [1649 fol 55v]: Erschenen Juncker Adrian van Eerden ten Pleckenpoell Juffer Ammalia Voss eheluijden, die bekanden voor sich und haren (fol. 56) Erven, voor eene walbetaelte Summa geldes, derwelcke Sie sich goeder vollenkomener betalongh bedanckten, rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Henrick Wahlien Gerdtken Strobandt eheluide und haeren erven, dat Erff und Guedt Arninck inden Kerspell van Wenterswick Buerschap Wolt tusschen die Guederen Hijinck unnd Esselinck, in ferner Vohr und bepalungh, met sijn olde toebehoer und gerechtigheit gelegen, voor kummerfrij guedt, uhtbescheiden den Juncker Coverden ter Walfahrt daeruijt gewontlicken thijnde und den Huijse Bredevoort gewontlicken Lijffdienst und gemeine Landes beswaer. Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und erffvestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandongh aller haerer Weledelheiden gereide ende ongereide goederen, Sonder exception und argelist.

Erschenen Juncker Adrian van Eerden ten Pleckenpoel Juffer Amalia Voss eheluijden, die bekanden voor sich und haeren Erven, voor eene walbetaelte Summa geldes, derwelcke Sie sich goeder vollenkomener betalongh bedanckten, (fol. 56 vº) rechtes steden ewigen und onwederroeplicken erffkoops avergelaten und verkofft te hebben an Henrick Wahlien Gerdtken Strobandt Eheluiden und haeren erven eenen Kamp Landes die Braeck genant inden kerspell Wenterswick Darbuhr, mitt eener sijdt nae hett gemeine Veldt, mitter ander anden Wegh nae het Arrisveldt gelegen, mitt eenen einde anden Honness Braeck, mitten anderen nae het Arrissveldt schietende, voor doorschlechtich kummerfrij, Deses erfflick gecediert ende uijtgegaen. Daerop mit hant, halm und monde vertegen, wahrschap, verner und beter verschrijvongh und erffvestnis gelaefft nae Landtrechte, bij veronderpandinge aller harer Weledelheiden beweghlicke und onbeweghlicke guederen in genere und in specie haer Weledelheids Erve Vriesen guedt inden Kerspel Wenterswick Buhrschap Wolt gelegen, dieselve den Edlen Hove van Gelderlandt submittierende om sich in nootvall dahran te verhalen. Alles sonder exception und argelist.

* 1652, 31-5: ORA Bredevoort [1652, fol. 20v]: ... Wieders erschenen Henrick Wahliens Gerdeken Strobandts eheluiden die bekanden gelijckfalls in die voorschreven qualiteit van Doctor Basten onttfangen te hebben den ahlingen Pandtpenninck vanden Korn- ende bloedigen thijnde met den anradt ende Gerichtskosten so sij uijt die distractie van den Jegermeister Eck sampt die averlaetingen van (Fol. 21) van zal. Johan Rump als anders tot hiertoe gehadt hebbe, in de guideren Mentinck ende Honesch in den Darpbuir Wenterschwick gelegen, ter Summen van twiehondert Een und Viertich Riexdall, soeven und dartich stuivers und een halff (?), sich daervan bedanckende guider betalinge ende hiermede aen voorschreven Dr. Basten te behoeve van hoochgemelte Sijn furstliche Genaden als bisschoff van Munster ende desselves Landtsstende die voorschreven Korn ende bloedige thinden, als gehorende tot die Domeinen und het Ampt van Ahuis wederom erfflick inruimende, und hebben daerop renunciatie ende vertichnisse gedaen als rechtens.

* 1653, 11-2: ORA Bredevoort [418, fol. 51v]: Erschenen Lambert Trae die bekande voor sich Catharina sijner huijsfrouwen daervoor de rato cavierende, und sijnen erven voor eene welontfangene Summa geldes ondergemelt rechter Jaerlixer pension avergelaten und verkofft te hebben an Henrick Wahliens Gertken Strobant eheluiden und haeren erven, drie daler, den daeler ad dertich str. den str. tott vijfftijn placken gerekent Jaerlix op Petri und op Petri dess Jaers 1654 eerst toe verschijnen, stellende daervoor t'onderpande alle sijne geriede ende ongeriede goederen, om sich daeran gemelter pension, sampt hoofftsum , hinder kosten ende schaeden mitt pendinge nae Landtrechte te verhaelen., die Loese een Vierendeell Jaers te voren te verkunden voorbeholden und demnae op Petri viertijn daege daerna onverhaelt mitte Summa van Vijfftigh daler obgemelter geweerden, te loesen, alles bij pene van pendinge als voorss., sonder exception und argelist. (in de marge: 1680 6 Maij Erschenen Willem Waelien ende bekande van dese pandtverschrijvinge ter summa van vijfftigh daeler hem bij erffenisse van sijn zaliger vaeders Hendrick Waliens naelaetenschap bij deilinge toegevallen voldaen ende betaelt te zijn. Ergo Vacat quod testor B. Mensinck Landtschrijver.)

* 1655, 27-7: ORA Bredevoort [1655, fol 26v]: Erschenen Willem Roerdinck op Roerdinck in Medehoe, die bekande voor sich, sijner huijsfrouwen ende erven, berekender wettlicker schuldt schuldig te sijn, Henrick Waliens Gertken Strobandt eheluijden, die Summa van Hondert Vijff und twintich daler ad dertich str. t’stuck, waervoor Comparant ahn gemelte Wahlien ende mitbeschreven twie Jaer vaste op Martini deses Jaers angaend ende int Jaer 1656 eerst kummerfrij affte trecken, doet verschrijven ende verbinden het gewass opte PeninckKamp ongefehr van Vierdehalff Molder geseijs, so tegenwoordig mit Mist Rogge sall besaeijt worden, ende daermede die hondert dll gedoedet , voor die restierende Vijffentwintich dall. sollen Wahlien ende huijsfrouw voort nae ommeganck gemelter twie Jahren van het gewas des gemelten Kamps so voel hem Comparant daervan mochte competieren, haer tott het derde Jaer daeruijt betaelt maeken ende t’selve gelijckvals mitten stroe aftrecken, waermede also die voorgemelter hondert en Vijff en twintich daler allerdings sollen gedoedet ende betaeld sijn ende blijven. Vorders bekande Willem Roerdinck voor eene ontfangene Summa van twie en Viertich dall. an Henrick Wahliens ende huijsfrouw avergelaten ende verkofft te hebben sijn Comparanten gewas van een Molder geseijs op Lammerdincks Ess, so tegenwoordig mit boeckweijt besaeijt tott drie seijongen mitten stroe afftetrecken te weten (Fol 27) in dit Jaer die boeckweijt, ende die twie volgende Jahren het gewas vande mist; ende braeckrogge, in alles des Landtheren garve, ongekrencket ende voorbeholden, sonder argelist.

* 1656, 20-3: ORA Bredevoort [419, fol. 48]: Erschenen Maria Jurriens [Willink??] geadiungiert met Henrick Volmer als hiertoe van haeren Eheman Frans Janssen Gerichtelicken gestelden Volmachtiger, ter eener, ende Henrick Wahliens Gertken Strobandt eheluijden ter ander sijdt, ende exhibierden een schrifftlicken Contract onder Comparanten ende andere anwesenden eijgenen handen onderschreven, versochten denselven woortlicken te protocolleren, verclarende haerer respective Comparanten Wille ende meijninge, daerin vervattet te sijn, belovende denselven in allen puncten t’achtervolgen ende naetekomen. Luidende gemelter Contract van woordt tott woorde als volgt : Op dagh en dato onderschreven heefft (Fol 48 v) Maria Jurriens geadiungiert met Hendrich Volmer als hijr toe van haeren Man Frans Janssen gerichtlicken gestelden Volmachtiger, tott haeren behoeve opgenoemen ende aen goeden gangbaeren gelde Doegdelijck ende well ontfangen te hebben van den E. Hendrich Waliens Geertien Stroebants sijn huissvrou die Summa van 800 daelders segge achthondert daelder den daelder ad dertich stuijver Bredevoortsche werdije, waervoor sij haer Eheluijden voorss. tott een vast onderpant stelt haer eijgen toebehoerige huss ende hoff – waer aen sij sich bij onverhoepentlijcke missbetaelinge sollen moegen verhaelen – gelegen tusschen Hindrich Hanssen ende sal. Fijt Loijes behuijsinge, Ses nae den anderen volgende Jaeren sonder dat die voorgemelte Marria het huss aen ijmant anders sall moegen verhuijren, verkoepen offte verpanden ehr ende befoerens die voorgemelte ses Jaeren geexpiriert ende versloten zijn, Ende bij aldien die voorss. ses Jaeren moechten verloopen zijn, sollen voorss. Eheluijden van haer onderpant niet behoeven aff te staen ende befoerens haer Capitael sampt interesse soo daer op mochte verloopen sijn, erlegt ende vollenkomentlick betaeld is, en sollen die voorsas. Eheluiden het huss ende hoff voor die interesse van vierhondert daeler gebruicken offte aen anderen verhuijren ende tott haeren schoonsten gebruijken moegen ende van die ander Vierhondert daelder sall die voorss. Maria Juriens Jaerlix ende (Fol 49) alle Jaer præcise ende onfeilbaer op Maij betaelen ses per cento, en sall het eerste Jaer vervallen sijn als men schrijfft een Duisent seshondert soeven ende Vijfftich op Meij, en sal aen beijden zijden vrijstaen nae ommeganck van die ses Jaeren met een Vierdel Jaers die loese te verkundigen, Wijders is geconditioniert bij aldien Maria voorss. nae verloop van die ses Jaeren het huss moechte willen verhuijren, verkopen offte verpanden, dat alsdan Hindrich Waliens voorss. offte sijn erven die naeste – indient hem belieft te hebben waer het een ander voor dient – daertoe sollen wesen. In Oorkundt der Waerheit sijn dese twee alleenssluijdende gemaeckt ende van beijde Contrahenten neffens aenwesende getuijgen onderteijkent, Actum Wenterswick den elfften Martij een Duijsent seshondert SessenVijfftich, Onderstont Dijtt ijs Marija Jurijens haer marck Johan Franssen, Hijndrijck Volmer Hijnrijck Walijen Gertken Strobant frou van Hindrick Walijen Jan Wanders Jan Hoenekes Hindrick Strobant Willem Walijens Und hebben Comparanten dese voorss. contract mit handt ende monde bestediget als recht, sonder exception ende argelist.

* 1657, 22-7: ORA Bredevoort [1657, fol. 38v]: (In de marge: Anno 1665 den 18. Januarij erschenen d’ Hr. Dr.Smits relateerde uijt naem van sijn suster Adelheijt Moselhagen, weduwe Doctors Graes dat hij dese Summa noch met Vierenvijfftich gls, soo dat dese Pandtverschrijvinge is 504 gls, hebbe verhoeget in soo dat.. gl als …………. onder het nevenstaende sij gestellt aldus met kennis des Heren Drosten G.W. van der Lawick hierin geset. Quod testor T. Bronckhorst Landtschrijver.) Erschenen Juffer Alheijdt Moselagen, mit heeren Rotger van Graes beider rechten Doctoren, haeren erkorenen Momber, und hefft vermitz authoriteit haeres Mombers vorschreven, bester gestalt rechtens in pandtschap sampt vredsamen nutzlicken gebruick avergelaten ende verkofft, averliete undverkoffte krafft deses ahn Henderick Wahliens Gerdtken Strobandt Eheluijden und derselven erven, haeren hoff und bungardt mit sijn Cadijcken, grachten ende toebehoer so ende als Gerrit Harkinck denselven besshiertoe in huijr gebruijckt heefft, und alhier voor Bredevoort, Aalter Poorte, tusschen Luitenant Stumps hoff und grundt ter eener, und haren der Comparantinnen twieden hoff ter ander sijde gelegen is, van voren ahn den gemeijnen Wegh ahn Gerrit Herckincks und Johan Berndtsen? (fol. 39) hoff und grundt schietende, in verner Vohr und bepaelingh, mit sijn olde toebehoer ende gerechtigheit, voor doorschlechtich kummerfrij guedt, Mitz dat Berndt Eckerfeldt sijne ses Pachtjaeren, met drie te mogen upseggen, uhtgeholden, ende indien in die betaelinge van Pacht deses tegenwoordigen Jaers eenigh gebreck inviele, dat sulx bij Comparantinne sal verguedet ende affgedraegen werden, Deses gecediert ende uijtgegaen. Daerop mit handt ende munde vertegen, wahrschap und beter verschrijvongh beloofft nae Landtrechte, voorbeholdens dannoch der Comparantinnen und haeren erven, dat sij bij machte sijn sollen ende die vrijheit hebben und holden wollen Jaerlix und alle Jaer op Petri ad Cathedraen inde vasten wan die Loese een Vierendeel Jaers van te voren verkundiget is, dewelcke loesse te verkundigen beijdersijtts is voorbeholden, die voorschreven Pandtschap met die Summa van Driehondert dall., ad dertich Stuijver t’stuck Bredevoortscher weerden te loessen und quijtkopen,, sonder exceptie ende bedrogh.

1660, 19-11: Stadsarchief Amsterdam, NA Nots J. de Winter [2288_NOTD00189 p. 16]: Jan Roos (50), schuitenvoerder en Barent Holthuijsen (25) verklaren op verzoek van koopman Hendrick Walijen, dat Jan Roos gisteren met zijn steijgerschuit uit te schip van Harmen Jansz Heijleven, gekomen uit Deventer, vier bennen met linnen heeft gehaald en geleverd in het pakhuis in de Warmoestraat van H. Walijen. De twee getuigen hebben de vier bennen zodra ze uit de steijgerschuit op het pakhuis waren geopend en geteld, en toen gezien dat in die vier bennen in totaal 166 stuks nieuw en wit linnen, daaronder 75 stuks die heel nat, zandig en kwalijk geconditioneerd zijn (die mij notaris zijn vertoond), welke 166 stuks linnen de requirant (zo hij verklaart) van Deventer door Annanias Willinck als factoor van de weduwe van wijlen Hendrick Walijen, en Willem en Abraham Walijen toegezonden zijn

* 1660, 20-11: ORA Bredevoort [421-63]: Erschenen Henderick Wehninck die bekande voor sich Jenneken Lebbinck sijn huijsvrow daervoor de rato cavierende ende sijnen erven, voor eene welbetaelde Summa geldes, rechtes steden, eewigen ende onwederroeplijcken erffkoops avergelaeten ende verkofft te hebben aen Geertken Strobandts Weduwe Wahliens ende deren Erven, een Stuck goordenlandt gelegen achter koeperschen grondt met de eene sijt aen verkoperen, mett die ander sijt langes Doctor Weddincks grondt, voor doorschleghtigh kummervrij, uhtbescheijden datt verkopere, sijn huijsvrow ende erven offte die geene dewelcke haeren verkooperen hoff hijrnaemaels mochten besitten altoos vrij sal staen ende sich wel expresselick voorbeholden over de hegge offte het einde van den verkofften grondt, eenen wegh om in verkoperen grondt onbespiert te kunnen gaen ende een bouwe met mest daerin te kunnen draegen, Deeses in maeten als boven erfflijck gecediert ende uijtgegaen, Daerop mitt handt ende monde vertegen, wahrschap verner und beter verschrijvongh und vestnis gelaefft nae Landtrechte , bij veronderpandongh sijner goederen, Sonder exception und argelist.

* 1661, 22-2: ORA Bredevoort [1661, fol. 8]: Erschenen Geerdt Heijinck woonenede opte Nijrs Stede in Medehoe, die bekande voor sich Marrie Lammerdinck eheluijden, daervoor de rato cavierende ende sijnen erven, datt hij van Geertken Strobants Weduwe van zall. Henrick Wahlien heeft opgenomen ende ontfangen de summa van t’Negentigh Daelder ad dertigh str. t’stuck, daermede desselffs andere Susters ende broeders affgegoedet sijn. Ende heefft daerbeneffens noch tott sijnen laste genomen een Capitael van hondert thijn Daelder, waervoor Johan Lammerdinck – des Comparants zall. Vrouwen Vaeders – opden 5en Martij 1646 uijtwijsens Prothocols sess daelder Interesse Jaerlix op Martinij totter affloese toe, aen Henrick Wahlien, Geertien Strobants eheluijden, uijt de Nijrs Stede heefft verschreven, Dewelcke Nijrstede hem Comparant (Fol. 8 v) van sijn huijsvrouwen broeder gerichtlick den 14den deeses is getransporteert ende opgedraegen In voegen datt voorssn. Geert Heijinck aen meergemelte Geertien Strobants Weduwe Wahliens ende derselven erven bekent schuldigh to sijn de summa van twiehondert daelder Capitael Bredevoordtscher geweerden; Belovende dieselve Jaerlix ende alle Jaer totter affloese toe dewelcke beijdersijts een vierendeel Jaers te voren sal mogen verkundight worden, te willen verpensionieren mett thijn dergelijcke daelders waervan het eerste Jaer sal verschijnen tegens aenstaende Martini, Stellende daervoor t’onderpande die Niers Stede voorts alle sijne geriede ende ongeriede goederen om in val noots sich met peindinge nae Landtrechte daeraen te mogen verhaelen, Sonder exception und argelist.

* 1661, 16-5: ORA Bredevoort [1661, fol. 18]: … seeckere gaerden achter Jan Volmers Coeperschen, Willinck ende Jan Huijsinck uijtganck gelegen tusschen Poppincks Weduwe Wahliens ende Dr Weddincks gaerden,… Erschenen Jr. Adrian van Eerde ten Pleckenpoell die bekande voor sich ende Sijn Weledl. Erven, voor eene welbetaelde Somma geldes, rechtes steeden, ewigen ende onwederroplicken Erffkoops overgelaten ende verkofft te hebben ahn die weduwe Wahliens Geesken Strobandt ende erven zall. ……(opengelaten) Wahlien seekeren gaerden tussen Johan Volmers ende Schomaekers gelegen ende mit den eijnde schietende ahn Poppinckx gaerden ende aen den Vohrwegh, mett eenen Erfflicken Vohrwegh om mest daerinne onverhinderlick te moogen vaeren, voor doorschlechtigh frij allodiaell Erff und Goedt (Fol. 18 v) nargens mede beswaert als met gemeijne Heeren lasten, Deeses Erfflick gecediert ende uijtgegaen, Daerop mit hande ende monde vertegen, wahrschap und vestenisse gelafft nae Landtrechte, onder verbandt van Sijn HochEdl. Goederen, Sonder Exception und argelist.

* 1661, 15-10: ORA Bredevoort [1661, fol. 38]: (In de marge : Aº 1664 den 25. Maij Erschenen Abraham Walien ende bekande naemens sijn Moeder Geertjen Strobant Weduwe Walien uijt oock haer gemelte weduwe geexhibeerden handt van dese summa ende capitael te dancke voldaen t’sijn Ergo Vacat Quod Testor T. Bronckhorst Landtschrijver) Erschenen Henderick Craenen die bekande voor sich ende sijnen erven deughdelicker ende oprechter schuldt schuldigh te zijn aen die Wedwe zal. Henderick Wahliens ende haeren Erven die summa van hondert ende vijff ende negentich Dllr. Hollandischer valuatie t’stuck as 30 str. gelaevende dieselve Jairlix ende alle Jahr op Maij te verpensionieren ad 4 dergelijcken dllr. Warvan het eerste Jahr verschienen sall op aenstaenden Maij 1662 ende deeses (Fol. 38 v) tott der affloese toe, diewelcke eenen Ieden een vierdendeel Jahrs te vooren (vrij) staen sall te vercundigen, Stellende Comparant Henrick Craenen tott mee(rdere) assecuratie ende verseeckeronge der W(edwe) creditricen off haere Erven ten spec(ialen) onderpande den hem Comparant toegehor(ige) gere(chte) vierde part ende aendeel van den Hercka(mp) in den Kerspel Wenterswick voor het darp achter op den Schulten Ess in sijn verner bepalongh gelegen, om in cas van misbetaelinghe soo van Capitael als Jairlixen Interesse sampt costen ende schaeden sich daran te verhaelen, alles nae Landtrechte, Sonder argelist.

* 1661, 19-11: ORA Bredevoort [1661 fol. 44] Erschenen Grietien Stroobant weduwe van zal. Henrick Walien geassisteert met Henrick Stroobant haren in desen gekooren mombaer ende geexhibeerde seecker beslooten pampier verklarende daer in geschreven te sijn haer uiterste wille ende dispositie (Fol. 44 v) diewelcke sij begeerde dat na haer(en doot) over hare goederen soude worden ach(tervolgt) ende naegekoomen versoeckende dat dit (uiters)ten testament bij den Gerichte ma(ch) bewaert ende niet geoopent als in præsen(tie ten) minste van twe van hare kinderen (die tijt) haeren doode in leven sullen sijn , ende (on)dertusschen haer ten desen acte behoorlijck … ende bescheidt voor gebeur mach werden medegedeelt. Decretum T’Gerichte gelett hebbende op het versoec(k) van die voors. ende bovenstaende testatrice gedaen, agnosciert het selven testament, ord(on)nierende hetselven ter secretarie möge gebracht ende nae doode van die wedwe testatrice in præsentie van twie haere kinderen möge geöpnet worden.

* 1662, 3-7: ORA Bredevoort [1662, fol. 25v]: Erschenen Geertruit Bolants Weduwe van zal. Jan ter Woort met Rudolphus Weddinck Dr. harer hier toe erkoorenen mombaer die saementlijcke erfgenamen van wijlen Adriaen Poppinck als Henrick Poppinck, Derck Poppinck ende Lucas Schalen der rechten licentiaet, voorts Rotger Poelhuis ende Lambert Tra als geauthoriseerde Coergenooten in plaetse van Evert Storms ende Heine Cuilmans altsamen als respective erfgenamen van zal. Jan ter Woort bekanden in hare voors. qualite voor haer, haere huisvrouwen ende erven, voor eene welbetaelde summa van penningen, so altsamen tot betalinge van die creditoren van zal. Jan ter Woort sijn angewent, an Geertien Strobant weduwe van zal. Henrick Walien verkoft ende overgelaten t hebben, ’t huis van zal. Jan ter Woort in Wenterswijck tusschen Huisincks ende Poppincks huis staende met den hoff daer achter langes Huisincks huis ende plaetse ende Poppincks hoff gelegen (Fol. 26) gelijck ‘t selve Jan ter Woort gehadt ende beseten heeft voor alodiael kommervrij, uitgesondert 14 str thiens jaerlijckx an Jr. Adriaen van Eerde ten Pleckenpoel, ende hebben ’t selve huis metten hoff gecediert ende opgedragen, ende daerop mett hant, halm ende monde vertegen, waer ende waerschap belooft ende in haer qualiteit in cas van evictie turbel, ofte indracht tot speciael onderpant gestelt die goederen Sickinck ende Straecke om sich daer an voor allen hinder ende schade met parate executie ende distractie te verhalen, voorts generaliter hare respective gerede ende ongerede goederen waer ende op wat plaets deselve gelegen mochten sijn, ende hebben daer beneffens verner ende beter verschrijvinge ende erfvestenis belaeft na Landtrechte. Sonder bedroch ende argelist.

* 1663, 6-3: ORA Bredevoort [1663, fol. 11v]: Erschenen Henrick Koster voor sijn huisvrou Helena ter Stege de rato caverende, die bekande voor sich sijn gemelte huisvrou ende erven voor een welbetaelde summa geldes eeuwichen ende onwederroeplijcken erfkoop overgelaten ende verkoft ’t hebben an Geertien Strobant weduwe Walien den jaerlijckxen uitganck so gemelte Henrick Koster ende sijn huisvrou uit het goet Honesch in darpbuir Wenterswijck gelegen, ( t welck goet gemelte Copersche is toebehoorende) jaerlijckx ad vier stucken van achtentwintich strs. Hollants getrocken hebben, onbesweert ende sonder eenige reserve gelavende gemelte Comparant Henrick Koster dese redemptie ende quijtkoop ten eeuwige dage (Fol. 12) te willen wachten ende waeren, oock dienangaende die wed. Coopersche ende haeren erven voor alle wijdere namaninge ten aller tijden dienangaende te bevrijen, bekennende an gemelte vier stucken ad 28 str uit het Honesch niet meer berechticht te sijn, maer sulckx deuchdelijck an Vrou Copersche getransporteert ’t hebben, willende Comparant tot staenhoudinge deses quijtcoops alle sijne gerede ende ongerede goederen, in specie sijn huis op de nieuwe straett, tuschen het Armen ende Jan met verstants behuisinge in sijn limiten gelegen voor onvermoedelijcke evictie hiermede effectivelijck verbonden hebben, sonder arg off list.

* 1663, 26-11: ORA Bredevoort [1663, fol. 54v]: Idem cedeert an Geertien Stroobant Weduwe Waelien ende deren erven een parceel lant op den Arrisvelt naest Derck Hafkers ende die Cooperschen lant gelegen met den eenen einde bis op ’t midden van den wech, met den anderen an ’t Velt schietende, met vier roeden plaggen vrede daer tegens gelegen, voor allodiael kommervrij, nergens mede beswaert als die quota van schattinge daer op staende, Deses erflijck gecedeert etc.

* 1664, 12-5: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 85]: Doctor Weddinck, volmachtiger van de weduwe Waliens, sprack aen mett rechte Jan Warnders, vermoge relation van Abram Peterssen gecitiert om te hebben betaelinge van 1568 gulden, volgens reeckeninge soo hierbij wortt inbedongen van geleverde waeren ende verschotene penningen. Ende versoeckt betaelinge mett bekieronge van costen, ende affwachtett des gedaeghden comparitie, mett versoeck datt pro subsistentia mandati d’ ouste coernoot moge geauthoriseert worden om handttastinge t’ ontfangen. Jan Wanders versoeckt copie. Idem nomine Abraham Waeliens voor 128 gulden 16 stuiver, petit copiam. Idem voor Jan Waelien voor 88 gulden 15 stuiver, petit copiam. (85v) Erschenen Jan Warners en versocht van Jan Craenen handelinge, sunsten versteck van wijder handelinge ende versocht contumacie. Ex officio doctor Hengel salva obtenta contumacia, soo yts ingekoomen, badt copie. Ex officio Jan Warners, alsoo voor 14 daegen gehandelt is sonder bewijs, soo verblijft bij sijn versoeck en sijn vooriges, doende geene contumacie gestant. Ex officio, noopende die contumacie refereert sich ad retroacta, vorders praesenteert habita rei responsione te dienen naer behooren. (...86) Jan Warners overgaff tegens sijn schoonmoeder Walien, gedaechde, een anspraeck, badt inholts. Ex officio doctor Weddinck, naemens Geertien Strobant, weduwe Walien, versochte salvis defensionibus et exceptionibus quibuscunque der anspraeck afschrift ende tijt landtrechtens.

* 1664, 7-7: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 125v]: Wilhelm Raesveldt hebbende op den naestleden een 12e part der goederen Honesch ende Goerdeswerck sijnde Johan Warnders ende desselven huisvrou Geertruit Waelien met ontruiminge haers vaeders, onder anderen voor haer haereditaire portie an ende toegevallen ende gerichtelijck pro judicato luit protocols verbonden (bij publycque subhastatie an sich gebracht sulckx dat hij die vruchten, pachten ende opkompsten volgens notoiren landtrechtens behoort te genieten, koomende averst in ervaeringe, dat Geertien Stroobant, weduwe Waelien het gebruick van dien niet gedenckt te quiteren maer hem comparant (oock niet tegenstaende des heren drosten bevel van maintenue an den voocht ende ondervoochden tot Wenterswijck gegeven voornemens is onder praetext van ijdele detentie het obstat te holden soo doet comparant om van sijn deuchdelijcke praetensie niet gefrustreert te mogen worden, sich mitsdesen inleiden in het recht ende possessie van hett voorschreven 12 deel der goederen Honesch ende Goerdeswerck, alhier bij Wenterswijck in die dorpbourschap in haere kennelijcke limiten gelegen met versoeck dat hiervan die wette an de gemelte weduwe Waelien per extractum gedaen ende eventuelijck terminus ad justificandum mach angestelt worden. Obtinuit ende terminus justificandi gestelt ad primam post ferias.

* 1664, 6-10: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 154]: Wilhem Raesvelt, achtervolgens gedaene inleidinge in een gerechte 12e part der goederen Honesch ende Goerdeswerck (waervan die wette door den gerichtsdienaer Abraham Peters, vermogens desselfs relatie, an die weduwe Waelien als detentrice is geinsinueert), overgaff tegens gemelte weduwe justificatie offte anspraeck cum annexis, comcluderende inholts, ende versoeckende in contumaciam non comparentis proclama ’t erkennen. Ex officio Doctor Weddinck uit den naeme van die weduwe Waelien, versochte salvis quibuscunque der anspraecken copie ende tijt.

* 1664, 28-12: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 220]: Jan ter Pelckwijck hebbende tegens comparant doctor Smits als borge voor die weduwe van zalliger doctore Graes erholden brieven van taxe ad certam summam heeft sich laeten gelusten bij anticipatie voor sijnen tijt hem tot betaelinge praefigeert en sulckx bij form van arrest ofte toeslach tegens eenen inheemschen van aufugie niet suspect zijnde niet gebruicklijck eenige penningen tot Wenterswijck in toeslach te neemen, soo comparant van die weduwe Waelien competeren, wan nu averst niet alleen den inganck rechtens in desen is tegens styll van procederen, maer oock ignominieus dewijl men juxta legem à divo pio § 8 [stuiver/folio/sequentur] de re judicata die nomina261 en schulden niet mach vervolgen tensij alsulcken persoon an anderen middelen ende substantia deficieren, soo is comparants versoeck een edele gerichte believen mooge het nulle angewendete arrest te casseren en annuleren, die weduwe Waliens accorderen, dat sij onbekommert van ’t gemelte arrest die penningen comparant competerende oock comparant moge tellen, reserverende Jan ter Pelckwijck soo hij eenige actie op comparant vermeint ’t hebben, dieselve op comparants persoon off andere goederen’t intenteren, waertoe men sich ten goeden rechte praesenteert, versoeckende dat hiervan sich mede tot cassatie des onduchtigen arresti an Jan ter Pelck-(220v)wijck en die weduwe Waeliens per extractum die wette moge gedaen worden. Obtinuit.

* 1665, 16-1: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 126, 3v]: Erschenen Wilhelm Hijnck, die bekande oprechter wettelijcker schult van achterstendige pacht en jaergelt an sijn landtvrouwe Geertien Strobant weduwe Waelien, schuldich te sijn die somma van 82 daler, en heeft tot assecuratie daer voor verset* alle sijn peerde en beeste, gesei en mestrecht voorts al sijn hebben en holden, om 't selve ten allen tijden te mogen ophaelen en antasten, en sich daer an wegens 't voorschreven capitael en kosten met reale en parate executie betaelt te maeken. Sonder argelist.

* 1665, 9-2: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 126, 28]: Dr. Theben, volmachtiger van Jan Warners, hebbende voor desen naest erholden verloff tegens sijn schoonmoeder Walien seecker anspraeck gedaen ende alsoo de saecke een tijtlanck is blijven liggen ende allnu gereassumeert versocht comparie ende handelonge, sin secus. Ex officio Dr. Weddinck, volmachtiger van de weduwe (28v) Walien alsoo dese saecke een tijtlanck in stilstant gedaen, versochte tijt om de voorighe stucken te revideren ende te doen wat recht is alsmede van den anlegger behoirlicke caution te praesteren. Ex officio. Sal sijn principael sulx bekent maecken.

* 1665, 23-2: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 126, 41v]: Erschenen Johannes Wolff, volmachtiger van Johannes Warners, repeteert tegens Jan Craenen sijne voor desen contumaciale afgeholdene recessen, afwachtet nochmaels handelongh, sonsten versocht comparant dat op de acten pro ut jacent in contumaciam moeghe recht gedaen worden, aengeende de versochte cautie seijt comparant dat sijn praetendent Jan Warners immobilium possessor is, gelijck notoir ende sijne goederen soo veel als hij nae rechte geholden tot borge heeft gestelt, edoch om dienthalven sich niet wijder op te holden praesenteert ten overvloede juratoire cautie om alles wat den anlegger mochte moeghen coomen te winnen waervan in 't geringhste geen apparentie is, te willen voldoen. Ex officio Dr. Hengel, volmachtiger van Jan Craenen, seijt deserzijts genoechsaeme cautie op aensinnen van ijegendeels pro litium expensis vermoeghe prothocols gepraestiert zijn, ingevolghe van 't welcke parthij advers nae lantrechte oick geholden is suffisante cautie te stellen pro judicato et litium expensis, 't welck noch ter tijt niet geschiet zijnde immers niet met die indeterminate nominatie sijner goederen, soo hij veellicht (42) vermeijnt, wegens het versterff van zalliger Walien op hem gederweert ende devoluijrt thoe zijn waerover hij met deselve wedwe in quaestie is, nietthomin soo hij Warners juratoire cautie praestiert naedemael hij sunsten geen immobilium possessor is ende vorders doet nae vereijsch lantrechtens soo praesenteert men deeserzijts de voor desen inbedongene schriftuijre cum annexis tusschen dese ende den naesten gerichtzdach peremptorie in te leveren. Ex officio Johannes Wolff qualitate qua, seijt dat hij voor desen genoechsaem cautie heeft gepraesteert als kennelijcken dat hij aen Hendrick Waliens dochter getrouwt, soo hijr redelijckerwijss geerfft ende gegoedet ende comparants praetendent vrouw moeder voor vijfftichduisent guldens niet sollen uijt het haere gaen. Ende alsoo de vaeder is overleden comt comparants praetendent immers sijn contingent wegen vaeders goet weshalven hij oick seecker huijs in possessie heeft waerop in pantscap zijn uutgelecht twelfholdert guldens ende noch andere landerien possideert. Edoch om dijnthalven sich niet op te holden praesenteert comparants praetendent nochmaels ten overvloet hoewel ongeholden juratoire cautie, versocht dat hij daertoe moege admitteert worden interim protesteert wel expresse van oppentholt ende moetwillige costen ende dat op de acten pro ut jacent moeghe recht gedaen worden. 't Gerichte admitteert juratoire cautie. Daerop erschenen Jan Warners ende heeft in plaetz van eede bij menonisten waerheit als hijr the lande gebruicke- (42v) lick wat bij sententie moeghe operlecht worden bij hanttastinge aenbeloeft te willen voldoen. (... 45v) Dr. Theben, volmachtiger van Jan Warners, versoeckt alnoch van sijn schoonmoeder Waelien handelinge, sin secus. Ex officio Dr. Weddinck, volmachtiger van die weduwe Walien seidt noch geen copie der anspraecken bekoomen te hebben.

* 1665, 9-3: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 126, 57v]: Dr. Theben, volmachtiger van Jan Warners contra sijn schoonmoeder de weduwe Wahlien, versochte praecise handelongh bij poene van versteck. Ex officio Dr. Weddinck, volmachtiger van de weduwe Wahlien, woll sijn noottrufft hebben inbedonghen.

* 1665, 13-4: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 126, 70]: Dr. Theben, volmachtiger van Jan Warners contra sijn schoonmoeder de weduwe Wahlien, versochte van de selve behoirlicke handelonghe sin secus, wol tot versteck van verdere handelonghe gecontendijrt hebben. (70v) Ex officio Dr. Weddinck, volmachtiger van de weduwe Wahlien, overgaf recessum in scriptis concludijrt inholtz ende badt terminum mundandi ad quatriduum. Ex officio Dr. Theben, salva protestatione priora.

* 1665, 27-4: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 126, 79]: Dr. Weddinck, volmachtiger van de weduwe Wahlien, repetijrt tegens Jan Warners sijne overgegevene noottruft ende versochte daerop handelonghe. Ex officio Dr. Theben, volmachtiger van Jan Warners, repetijrde hijrheen de retroacten ende recht darbij erholden, versoeckende salvis per oram retroactis163 copie ende tijt lantrechtens. Ex officio. Was gien erholden recht gestendich, sonder referijrde sich ad retroacta ende sijn overgegevene reces, darbij persisterende. Ex officio Jan Warners, referijrde in alles sich totten prothocolle.

* 1666, 8-11: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 126, 202]: Dr. Weddinck, volmachtiger van die weduwe Walien, sprack an met rechte Jan Gossinck, vermoogens relatie des geswooren Jan ter Pelckwijck geciteert, om ‘t hebben betalinge van dertich daler capitael cum interesse à tempore morae, ter goede

reeckeninge, afwacht des gedaechden comparitie, sin secus, proclama te decerneren. ‘t Gerichte erkent proclama. Den dienaer relateert van gedaene roepen. Sed non comparuit.

* 1666, 22-11: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 126, 208]: Dr. Weddinck, volmachtiger van die weduwe Waeliens, afwacht van Jan Gossinck op junchst begangene contumacie sijn beter recht in te brengen, sin secus, denselven der anspraeck vellich te verklaeren. Non comparuit.

* 1668, 19-1: Stadsarchief Amsterdam, NA nots J. de Winter [2296-fol. 49 akte A29075, p. 49]: Abraham en Jan Walijen, voor zichzelf en als gemachtigden van Geertje Strobant (weduwe wijlen Hendrick Walijen) en van Willem Walijen, machtigen Barent Holthuijsen om de vorderingen te innen die zij, als erfgenamen van hun overleden zoon en broer Hendrick Waleijen, in Amsterdam hebben. (w.g. Abraham Walijen, Jan Waljen, + nots en get)

* 1670, 30-6: Stadsarchief Amsterdam, NA Nots J. de Winter [2299_NOTD00196, fol. 17]: Gecompareerd Willem Walijen, woonachtig tot Winterswijck, voor hemzelven en interveniërende voor zijn moeder Geertje Strobant, weduwe van wijlen Hendrick Walijen, mij notaris bekend, geeft zijn goedkeuring aan zekere akte van procuratie en substitutie die zijn broers Abraham en Jan Walijen, neffens zijn moeder en hem zelf op den 29 Januarij 1668 gepasseerd is voor dezelfde notaris, op Barend Holthuijsen, koopman alhier, om van de heren Commissarissen van de Desolate Boedels alhier en waar nodig ook elders, uitdeling van de insolvente boedel van Elias Cornel, Joods kassier, van fl 352:17:8 als hem Comparant, mitsgaders een kapitaal van fl 473:2:8 als zijn moeder, respectievelijk, van die boedel van Elias Cornel tegoed hebben, opgeteld dus fl 826:-. Waarvan akte (w.g. Willem Walijen, nots+get)

* 1676, 23-9: Stadsarchief Amsterdam, NA nots J. de Winter [2306 fol. 98, NOTD00200]: Johannes Blaeuwpot als aangetrouwde vader en door de weesmeesters aangestelde voogd van de kinderen van wijlen Hendrick Walijen, ter eenre, en Willem en Abraham Walijen, beide wonende te Winterswijk, door de voogden over de middelen van wijlen de grootmoeder van deze kinderen (dus: Geertje Strobant is overleden) ter andere zijde, hebben onderling gerekend en geliquideerd en bepaald dat Johannes Blaeuwpot nog fl 1026:14,- beheert die eigendom is van de boedel van de grootmoeder. Daarvan moet nog afgetrokken worden fl 26:14 wegens reis- en teerkosten van de grootvader van de kinderen die bij scheiding en deling van de goederen van de grootmoeder aan hen is toebedeeld, waardoor Johannes Blaeuwpot nog fl 1000,- beheert. Hij belooft dat bedraf bij de weeskamer in te leveren. (w.g. Joannes Blaupot, Willem Walijen, Abraham Walijen).

* 1687, 10-3: ORA Bredevoort [149-30]: Erschenen Joan Stam als stadholder van de Borkuloesche leencamer, gevende te kennen hoe dat het erve ende goet Bruggink, gelegen in de buurschap Meddehoo, met allen sijnen toebehoor voir mehr als onverdenckelijke jaershonderten sij leenpligtig geweest aan den Huise Borculo, uijtwijsende de leenregisters in de archieven aldaer, waaruit blijkt dat de leenheer op saturdag post trinitat (=na pinksteren) met de eene halfscheit heeft beleent Goddefr. Crevelienck(?) ende met die andere halfscheit Henr.van Baer, ende op den 20-5-1636 met die voorschr. laeste halfscheit Henrick Walien, broeder ende erfgenaem van Henr.van Baer voorschr. Ende off nu well dit leengoedt naer leenrechte niet heeft moogen worden verdeilt buiten consent der leenheeren, soo is het selve echter niet alleen geschiet, maer die besitteren hebben het selve ook van naem verandert, ende geheeten Hijnck gelijck ter justificatie sall worden aengetoont. Omdat de tegenwoordige detenteur (=bewaarder van een zaak) tot minnelijke compositie (=schikking) niet bereid is, versoekt comparant inleidinge in het voorschr. halve goedt Brugginck, nu Hijnck genaemt, ende die weete (=kennisgeving) daarvan te doen aan Abraham ende Willem Walien, Jan Willink ende die erfgenamen van Jan Walien.

Het gerichte accordeert de versochte weete van inleidinge.

* 1688, 22-9: Stadsarchief Amsterdam, NA nots. J. de Winter [2332 fol 287]: Compareerden voor mij Jacob de Winter binnen Amsterdam residerende openbaer Nots etc, d’E Hendrick Walijen ende Alexander Walijen, beijde meerderjarigen voor haer selven en vervangende en de rato caverende voor haer suster Elisabeth Walijen out drijentwintigh Jaren (in desen mede comparerende), alle kinderen van wijlen Hendrick Walijen woonachtigh binnen deser stade, ende uijt dien hoofde eenige erffgenamen van haer Grootmoeder Geertje Strobant, weduwe van Hendrick Walijen de oude, tot Winterswijck onder de gerechte van’t ampt Breevoort overleden, mij Notario bekent, ende verklaerde in die qualite verkocht ende d’eersame Willem Walijen de Jonge, instaende en caverende voor sijn vader Willem Walijen d’oude, Abraham Walijen voor hem selven en vervangende Elisabeth Schimmelpenningh, weduwe van Jan Walijen, ende Jan Willingh als in huwelijck hebbende Maria ten Caten, dochter van Stijntje Walijen, woonachtigh tot Winterswijck voorsz (in desen mede comparerende) gesamentlijck gekocht te hebben van de voorsz erffgenamen van Geertje Strobant, een gerecht Tiendepart in de vaste en onroerende goederen genaemt Aerninck, de verkopers competerende, gelegen oder Winterswijck in de Boerschap Wolt, ende eentiendepart in Hones gelegen bij Winterswijck voorsz, onder de Dorboerschap, ende dat respective met alle hare getimmerte, houtgewas, Bouwlanden en weijden en aengekochte Landen daer bij sijnde, soo groot en kleijn als deselve aldaer – verte – (fol 288) gelegen sijn. Met alle haere gerechticheden, Appendentien en dependentien van dien, niets uijtbesondert. Ende dat voor de somme van een duijsent en vijftigh Caroli guldens van twintigh stuijvers de gulden. Te betalen een derde part gereet, een derde part op Maij 1689 ende het resterende derde part op Martini daer aen volgende. / De vijfftichste penningh over dese koop te vallen, sal tusschen de kopers en verkopers halff en halff gedragen en betaelt moeten werden. / De verkopers sullen gehouden sijn eerstdaerghs door hare gevolmachtichdens de voorsz verkochte landen in maniere als boven, voorde Gerechte van’t ampt Breevoorde ende alomme daer ’t behoren sal aende voorsz kopers wettelijck op te dragen ende transporteren en deselve daerinne te erven, vestigen goeden en vrijwaringe te beloven. De hier boven gemelte verkopers verklaren nogh verkocht en de voorsz Abraham Walijen voor sijn particulier van de selve gekocht te hebben: een halve gaerde genaemt de Langebrugge gaerden, leggende voor Winterswijck, met sijn gerechticheijt en aenkleven van dien, ende dat voor een somme van eenhondert Caroli guldens. Ende daer en boven een enckelde goude ducaet, voor de verkopers Moeder Geertruijd van Koppenael alles te betalen in gerede goederen neffens de opdrachte ende transporte in manier als boven te doen. / Tot nakominge en voldoeninghe deses verbinden de kopers en verkopers haere respective personen en goederen, present en toekomende onderwerpende deselver alle Rechtens Rechteren (289) sonder argelist In Amstelredamme dezen XXII September Ao XVI Achtentachtigh ter presentie van Jan Oorthoorn en Jan Bollaert als getuijgen hier over gestaen. / w.g.: Hendrick Walijen; Willem Walijen voor mijn vadeken Willem Walijen; Alexander Walijen; Abrah: Walijen; Lijsebet Walijen; Jan Willinck; J. Oorthoorn; J. Bollaert; J. de WinterN.P.

* 1688, 22-9: Stadsarchief Amsterdam, NA nots. J. de Winter [2332 fol 295]: Compareerden voor mij Jacob de Winter binnen Amsterdam residerende openbaer Nots etc, d’E Hendrick Walijen ende Alexander Walijen, beijde meerderjarigh voor haer selven en vervangende en de rato caverende voor haar suster Elisabeth Walijen out drijentwintigh Jaren (in desen mede comparerende) alle kinderen van wijlen Hendrick Walijen woonachtigh binnen deser stede, ende uijtt dien hooffde eenige erffgenamen van henne Grootmoeder Geertje Strobant, wed. van Hendrick Walijen de oude, tot Winterswijck onder de gerechte van ’t Ampt Breevoort overleden, mij Notario bekent. Ende verklaerde in der bester forme haar eenichsints doenlijck sijnde, geconstitueert ende machtigh gemaeckt te hebben mits desen, d’eersame Hendrick Willingh Egberts, woonachtigh tot Winterswijck, haere gewesen voocht, omme uijt den naeme ende van weghen hen Constituanten te compareren voorden Ed Gerechte van ’t ampt Breevoort, ende al omme elders daer ’t behoren sal te transporteren ende op te dragen aen ende ten behoeve van d’eersame Willem Walijen d’oude, Abraham Walijen, Elisabeth Schimmelpenninck weduwe van Jan Walijen ende Jan Willingh als in huwelijck hebbende Maria ten Caten dochter van Stijntje Walijen, henne Oomen, Moije en Neeff respective, woonachtigh ter Winterswijck voorsz, een gerecht tiende part in de vaste en onroerende goederen genaemt Aerninck hen Comparanten competerende, gelegen onder (verte) (296) Winterswijck inde Boerschap Wolt, ende een tiendepart in Hors, gelegen bij Winterswijck voorsz onder de Dorboerschap, ende dat respective met alle haere getimmerte, houtgewas, bouwlanden en weijden en aengekochte landen daerbij sijnde, soo groot en kleijn als deselve aldaer gelegen sijn, met alle hare gerechticheden, Appendentien en dependentien van dien niets uijtbeseondert. Ende dat voor de somme van eenduijsend en vijftigh Caroli gulden. / Item uijt den naem ende van wegen henl Comparanten voor d’vrsz Ed Gerechte als vooren te transporteren ende op te dragen aen ende ten behoeve van hun voorsz Oom d’Ed Abraham Walijen, voor sijn particulier een halve gaerde genaemt de Langebrugge Gaerden, leggende voor Winterswijck met sijn gerechticheijt en aenkleven van dien, ende dat voor een somme van eenhondert Caroli gulden. Ende daer en boven een enckelde goude ducaet voor de verkopers Moeder Geertruijd van Kopenael alles te betaelen op den voet en wijse als bij de koopvoorwaerden op date voor ons Notaris en getuijgen opgerecht breder is gestipuleert, waer toe in desen wert gerefereert. / Vrijwaringe te beloven, de voorsz kopers in de voorsz Landen en aenkleven te Erven, goeden en vestigen en henl. Comparanten daer van te ontgoeden en onterven, ende alles dienaengaende te doen en observeren wes volgens kostuijm aldaer gebruijckelijck is. Belovende voor goet, vast ende van waerden te houden en doen houden alle ’t gunt bij henne versz (297) Geconstitueerde in desen gedaen ende verricht sal werden, onder ’t verbant als na rechte. / Sonder argelist. In Amstelredamme desen XXII Septemb: Ao XVI achtentachtigh, ter presentie van Jan Oorthoorn en Jan Bollaert als getuijgen hier overgestaen. / w.g. Hendrick Walijen, Alexander Walijen, Lijsebet Walijen; J. Oorthoorn, J. Bollaert, J.dWinter NP.

* 1690, 17-2: ORA Bredevoort [volunt prot. invnr 430, fol. 75]: Erschenen Hend: Willinck Egbers in qte als volmr: van Hendr: ende Alexander Walien, voor haer selven ende de rato mede caverende voor haer suster Elisabeth Walien, als Erffgen: van wijlen derselver vader Hendr: Walien ende moeder Geertruijt van Koppenael die bekande Erfflick en onwederroepeliick voor een wel en te dancke betaelde somma geldes overgelaten en vercofft te hebben aen Abraham en Willem Walien hare Ooms de halffscheit van den Langenbruggen goorden liggende voor ’t dorp Wenterswijck met sijn gereghtigheit ende aancleeven van dien met d’eene sijde langes Erpenbeecks hoff en met d’aendere sijde langes den gemeijnswegh en Laerberghs mate notoirliick geleegen, voor allodiael en kommervrij vertgens meede als met gemeijne Heeren en Landtslasten beswaert deesen in maten voorsz gecedeert, getransporteert en uijtgegaen, daerop met handt (75v) ende monde namens de voorsz kinderen en Erffgen: van Hend: Walien en Geertruijt van Koppenael vertegen waer en waerschap aenbelooft onder verbant van derselver kinderen als vercooperen personen en derselver geerede en ongereede goederen in wat Heeren landen dieselve mogh geleegen zijn, om sig daeraen in cas van evictie cost en schadeloos te kunnen en moogen verhalen, bekennende dieselve daervoor onterfft en ontreghtight, en Willem Walien en de Wed: en Erffgen: van Abraham Walien daeran g’Erfft ende Gereghtight te zijn, alles sonder arg off List.

* (dezelfde dag) Eod Coram iisd: Erschenen Hend: Willinck Egbers in qte als volmr: van Hendr: ende Alexander Walien, voor haer selven ende meede de rato caverende voor haer suster Elisabeth Walien, als Erffgen: van wijlen derselver vader Hendr: Walien ende moeder Geertruijt van Koppenael die bekande Erff en onweederroepeliick voor een wel en te dancke betaelde somma geldes overgelaten en vercofft te hebben aen Will: Walien, de Wed:e van Abraham Walien, de Wed: van Jan Walien ende Jan Willinck sijner principalen (fol. 76) geheghte tijnde part van ’t goet Aerninck geleegen onder Wenterswijck in ’t Woolt met derselver tijnde part van de pandtschap op Coeperden te Wolvaert daer in hebbende thijnde, als meede derselver vercooperen gereghte tijnde part van ’t goet Hoenes bij Winterswijck in ’t Dorp Buijrschap notoirliick geleegen en sulx met haren respectiven getimmer, houtgewas, bouwweij ende aengecoffte landerijen daerbij zijnde en daer toe gehoorende, voorts alle op en dependentien, reght en gereghtigheeden van dien, voor allodiael kommervrij, nergens als met gemeijne Heeren en Landslasten beswaert, uijtgesondert derselver tijnde part van den Vicarien tijnde ad ses schepel rogge jaerlix en van den bloedigen tijnde mitsgaders van den sack tijnde ad drij schepel rogges aen de Wed: Gijsbers en Frits Poppinck uijt ’t goet Hoenesch deeses is maten voorsz gecedeert getransporteert en uijtgegaen daerop met handt ende monde verteegen bekennende Comprt: sijne voorsz principln: als vercooperen daervan respectiveliick onterft en ontreghtight en de voorsz cooperen daervan g’Erfft ende gereghtight zijn, met beloffte van waer ende waerschap onder verbant van (76v) Compt:s principln: persoonen en derselver gereede en ongerede goederen in wat Heerenn landen die oock geleegen zijn om sig daeran in cas van evictie cost en schadeloos te verhalen. Sonder arg de sup. Stip.


kind 2: Hendrik Walijen

* 1650, 7-2: Stadsarchief Amsterdam: Poorterboeken 5033 [2]: Heijndr: Walien van Wenterswijck heeft uts. den 7 febr 1650

* 1661, 13-1: Stadsarchief Amsterdam: DTB ondertrouw huwelijksintekeningen PUI [685-8]: Hendrik Waljen van Winterswijck Coopman, out 31 jaer, de moeder daer, geasst met Willem Waljen sijn broeder, woont in de Warmerstraet, ende Geertruijt van Coppenoll, van A., oud 20 jaer, geassist met Zander Zandertsz van Coppenoll haer vader op de Haerlemmerstraet. (i.m.: hij moeders consent. 't Consent is goet ingebragt) (w.g. Hendr: Walijen; Gheertruijt van Coppenael)

* 1667, 28-11: Stadsarchief Amsterdam DTB begraven Oude Kerk [1047-154]: Hendrick Waleijn uijt de Warmoestraet fl 15,-.

* 1667, 28-11: Stadsarchief Amsterdam, Weeskamer begraafregisters [arch 5004, invnr 6, scan A16442000123]: Hendrick van Walereije, Warmestraet bij de Armssteeg, - 28 dito. Den 17 feb 1671 heeft Geertruijdt van Coppenael de weduwe vertoond staet en inventaris van haer goederen, die desolaet is, gepasseerd voor de notaris Jan Brouwer 4 januarij (of junij) 1668, sulx dat sij niets voor vaders erff kan aen haer drie kinderen bewijsen, 't welck Judith ten Kate, de nicht, getuijghde waerachtig te sijn. [NB: het betreft hier waarschijnlijk Judith Anthonisdr ten Cate, de dochter van Hendriks zwager en dus inderdaad een nichtje, die Haarlem woonde en een jaar later trouwde in de familie Van de Rijp; Er zijn nog twee andere kandidaten, Judith ten Cate in Amsterdam, maar dat zijn kinderen van Anthonie ten Cates broers Hendrik en Lambert][merkwaardig is dat er in Amsterdam geen notaris geweest is die Jan Brouwer heet]

* 1668, 20-1: Stadsarchief Amsterdam, NA nots J. de Winter [2296-fol. 47 akte A29075]: Op verzoek van Abraham en Jan Walijen gaat de notaris met de volgende “insinuatie” op bezoek bij Sander Sandersz van Koppenael. Abraham en Jan Walijen zijn gemachtigd door hun moeder, Geertje Strobant, weduwe van wijlen Hendrick Walijen, en door hun broer Willem Walijen (blijkens akte 31-12-1667 van de commandeur van Bredevoort), en insinueren u, Sander Sanders van Koppenael, als grootvader van de nagelaten onmondige kinderen van hun overleden broer Hendrick Waleijen uit zijn huwelijk met Geertruijd van Koppenael, uw dochter, dat u ongeveer zeven weken geleden, aan Abraham en zijn broer Willem Walijen in het sterfhuis en op de begrafenis van hun overleden broer hebt aangeboden om, wanneer de broers en moeder dat zouden willen, de schuld die zij te eisen hebben uit de nalatenschap van hun broer en zijn nagelaten weduwe Geertruijd van Koppenael, dat u in dat geval de boedel wil aanvaarden, behoorlijk redden en van alle schulden en aanspraken zuiveren. Abraham en Willem Walijen hebben toen beloofd dat aan hun moeder voor te leggen, en ze zijn nu gemachtigd uw aanbod te accepteren. Zij zijn bereid om de schuld van henzelf en hun moeder, die fl 14.000,- à 15.000,- beloopt, in het geheel te renuntiëren en kwiteren en aktes overleggen, mits u zich wegens de onmondige kinderen, als simpele erfgenaam zult dragen in de genoemde boedel, en die te redden en de schulden (bekend en onbekend) te beantwoorden en voldoen en daarvan ook een akte op te maken. Zo niet, dan zullen zij als crediteuren hun achterstallige schuld zo snel mogelijk institueren en vervolgen metr alle schaden en kosten, en dan ligt het niet aan hen, maar aan u, dat de boedel niet met de meeste reputatie en stilte wordt geredderd. Van Koppenael vraagt om een kopie van deze insinuatie.

* 1668, 19-1: Stadsarchief Amsterdam, NA nots J. de Winter [2296-fol. 49 akte A29075]: Abraham en Jan Walijen, voor zichzelf en als gemachtigden van Geertje Strobant (weduwe wijlen Hendrick Walijen) en van Willem Walijen, machtigen Barent Holthuijsen om de vorderingen te innen die zij, als erfgenamen van hun overleden zoon en broer Hendrick Waleijen, in Amsterdam hebben. (w.g. Abraham Walijen, Jan Waljen, + nots en get)

* 1676, 23-9: Stadsarchief Amsterdam, NA nots J. de Winter [2306 fol. 98, NOTD00200]: Johannes Blaeuwpot als aangetrouwde vader en door de weesmeesters aangestelde voogd van de kinderen van wijlen Hendrick Walijen, ter eenre, en Willem en Abraham Walijen, beide wonende te Winterswijk, door de voogden over de middelen van wijlen de grootmoeder van deze kinderen (dus: Geertje Strobant is overleden) ter andere zijde, hebben onderling gerekend en geliquideerd en bepaald dat Johannes Blaeuwpot nog fl 1026:14,- beheert die eigendom is van de boedel van de grootmoeder. Daarvan moet nog afgetrokken worden fl 26:14 wegens reis- en teerkosten van de grootvader van de kinderen die bij scheiding en deling van de goederen van de grootmoeder aan hen is toebedeeld, waardoor Johannes Blaeuwpot nog fl 1000,- beheert. Hij belooft dat bedrag bij de weeskamer in te leveren. (w.g. Joannes Blaupot, Willem Walijen, Abraham Walijen).


kind 4: Jan Walijen

* 1664, 12-5: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 85]: Doctor Weddinck, volmachtiger van de weduwe Waliens, sprack aen mett rechte Jan Warnders, vermoge relation van Abram Peterssen gecitiert om te hebben betaelinge van 1568 gulden, volgens reeckeninge soo hierbij wortt inbedongen van geleverde waeren ende verschotene penningen. Ende versoeckt betaelinge mett bekieronge van costen, ende affwachtett des gedaeghden comparitie, mett versoeck datt pro subsistentia mandati d’ ouste coernoot moge geauthoriseert worden om handttastinge t’ ontfangen. Jan Wanders versoeckt copie. Idem nomine Abraham Waeliens voor 128 gulden 16 stuiver, petit copiam. Idem voor Jan Waelien voor 88 gulden 15 stuiver, petit copiam.

* 1664, 23-6: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 104v]: Doctor Weddinck volmachtiger van Abram Waliens, afwachtet van Jan Warners op jungst gedaene aenspraecke behoorlicke antwoort, sin secus versocht denselven inholts der aenspraecken vellich te verclae-(105)ren ende tegens hem proclama ’t decerneren. Ex adverso doctor Theben, volmachtiger van Jan Verners, praesenteert habita copia primo die daer op ’t antwoorden. Ex adverso, seyt dat parthie advers van een montlicke antspraeck copie ‘t lichten tijts genoech gehat, verbleeff oversulx bij sijn besoeck. Ex adverso Theben, sochte versceydene solicitatien tot de copie gedaen te hebben, ende offwel hij daer op geen copij tot noch toe ontfangen heeft, woll evenwell tot vertrouwende tot het goede recht van sijn saecke een aentwoort hebben inbedongen, concluderende als daer bij. Ex adverso priora. Idem nomine Jan Waliens contra Warners. Ex adverso doctor Theben qualitate qua, similiter.

* 1664, 7-7: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 123v]: Doctor Weddinck volmachtiger van Abraham Waelien, verstaen hebbende dat Jan Wanders een praetense antwoort ingeschooven wol een reces cum annexis hebben inbedongen en daermede die saecke tot kennis gestelt hebben. Ex officio Jan Warners petitcopie salvis quibuscunque. Idem voor Jan Waelien contra Jan Warners. Ex officio Jan Warners petit copie salvis quibuscunque.

* 1664, 6-10: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 155v]: Doctor Weddinck volmachtiger van Abraham Waelien, overgaff tegens Jan Warners recessum in scriptis cum annexis, concludeert inholts, ende badt terminum mundandi ad biduum. Ex officio doctor Theben volmachtiger van Jan Warners petit copiam. Similiter in causa Jan Waelien contra Jan Warners.

zie de aktes uit 1687 onder zijn broer Abraham, en de aktes uit 1688 onder de ouders.


kind 5: Stijntje Walijen

zie de aktes uit 1687 onder haar broer Abraham, en de aktes uit 1688 onder de ouders.

* 1676, 26-10: ORA Bredevoort [137-193]: Dr.Weddinck volmr. van Jan Willinck sprack an met rechte, vermooge relatie van Ab.Peters geciteert, Hermen Loickinck voor die summa van 27 gulden 15 stuivers, restirende van afgekofte laeken ende klederen in dato den 29 Dec. afgekoft, versoeckende voldoening ende expensis.

* 1681, 18-4: ORA Bredevoort [142-69v]: Erschenen dr. Lucas Schalen, Elisabeth Erpenbeecks eheluijden, ende bekanden voor haer ende haeren erven, dat zij uijt kracht van een coopcedule bij haer binnen Wenterswick den 30-9-1680 met Jan Willinck borger tot Vreden opgerichtet, aengenoomen hebben ende verbonden zijn alsoodaene verseeckeringe te doen, daer meede d'aenkooper Jan Willinck ende desselfs erven, niet alleen ten opsichte van de vermeinte vorderinge van het linnenwevergilde (welke praetensie oock all den 6-12-1680 bij accoordt ende verdragh, vermoogens restitutie van den originelen brieff opgegeeven ende gedoodet is) maer oock voor alle opspraecke (soo ten reguarde van de verkooperen Schalens met rechte ende deughdelick op het verkoffte huijs ende hoff mochte connen gemaeckt werden) vervaert ende genoeghsaem verseeckert sall weesen. Als verbinden die voorgemelte eheluijden voor haer ende haeren erven ter saecke vooren uijtgedruckt, haere eijgendoemlicke beijde kottersteeden, die Kessels Kempe genoemt, soo ende als die selve in den kerspel van Wenterswick buyrschap Meddehoe in zijn kennelijcke bepaelinge geleegen zijn, om sich daeraen in cas van evictie, offte praetense aenspraecke van d'een off ander (nae dat de bevoorens behoorlicke denuntiatie van de vermeinte opkoomende swaericheidt aen de voornoemde eheluijden Schalens offte der selver erven gedaen sal zijn) cost ende schadeloos te moogen verhalen.

* 1681, 23-6: ORA Bredevoort [142-133v]: Erschenen Hendersken Gossinck weduwe van zall. Berent Looijckinck met Jan ten Bengevoort coernoot haeren hier toe erkoorenen momber ende bekande wetlijcker schuldt schuldich te zijn aen Jan Willinck die summa van 29 gulden 4 str. ende beloofde die selve tegens aenstaenden Michaelis te betaelen, onder verbandt van haere geriede ende ongeriede goederen, ende poene van parate executie ende distractie.


kind 6: Geertruid Walijen

* 1664, 2-4: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 65]: Erschenen Wilhelm Raesvelt in qualiteit als cessionaris van doctor Cornelis Smits, vertoonde een edele gerichte verscheiden appoinctementen, onder den hant van d’ heer droste en richter, waerbij den voocht ende ondervoochden tot Wenterswijck bevolen wordt d’ executie op die meubilen van Jan Warners in ’t werck te stellen, oock soo noodich met stercker hant ten fine comparantt, volgens die op den …..….. an den Wenterswijcksen landtgerichte gepubliceerde sententie, tot betaelinge van die somma van duisent guldens mach geraecken. Ende alsoo gedachte Jan Warners sich al wederom opposeert, soeckende die voorschreven sententie ofte laudum, soo volgens acte van compromis de kracht van des edele hooves ofte hoogen appelations gerichte sententie is hebbende, als mede die daerop gevolchde executoriaele mandamenten illusoir te maecken ende comparant qualitate qua van sijn deuchdelijck achterwesen te frustreren, mede gelett dat ten huise van meergemelten Warners gantsch weinigen meubilen voor handen sijn, gestalt men sich an d’erfschap van wijlen Henrick Waelien, sijnde voor een sestepart op gedachten Jan Warners en desselfs huisvrou gedevolveert en vermogens protocol pro judicato verbonden, eindelijck sal moeten verhaelen. Soo versoeckt comparant overmaelen, dat gedachten voocht ende ondervoochden d’ ophaelinge ende distractie der panden serieuselijck gedemandeert ende daer beneffens een korten terminus distrahendi van het gerechte twaelfte part der goederen Aerninck, Hoenesch ende Goerderwerck angestelt, die biljetten verveerdicht ende geaffigeert, oock parthij advers hiervan die wete per extractum moge gedaen worden. Obtinuit, en wortt den voocht en ondervoochden (65v) tot Wenterswijck belast met d’ ophaelinge ende distractie der meubile goederen van Jan Warners te vervaeren, sonder eenige oppositie te gestaeden, en bij aldien dieselve sich niet mochten monteren ter somma van die hier geeiste duisent guldens met die distractie van een twaelfte part der goederen Aerninck, Hoenesch ende Goerder Werck tegens den 14e deses maents aprilis te mogen voortvaeren, ordonnerende tot dien einde die biljetten te verveerdigen, publiceren ende affigeren nae behooren, mits dat hem Jan Warners hiervan d’ insinuatie sal gedaen worden, verstaende mede dat bij aldien gemelte Jan Warners sijne behuisinge ende woninge mochte tot verhinderinge der executie toesluiten die voochden en ondervoochden om die ’t openen sullen geoorlooft sijn. # vide folio sequente 2e verso sub A usque B. (fol. 67v) Erschenen Jan ter Pelckwijck te kennen gevende hoe datt ter instantie van jonker Adriaen van Eerde hoochedele ten Pleckenpoel uytt kracht executoriale brieven van den edelen hove van Gelderlandtt wegens borghtall voor die weduwe zalliger doctor Graes sijn comparants landt bij keerssenbrant gedistraheert is worden ende datt hij tegens die weduwe voorschreven als oock tegens doctor Smits uyt krachtt van die acte van guarande gelijckelijcke brieven van executie erholden ende uyt kracht van dien volgents des heeren drosten ende richters ordre van voorschreven weduwe ende doctor Smits pande gesonnen ende datt haer edele vermogens relatie des hoochedele vooghts pantkeringe gedaen ende alsoo tegens hoves sententie geen oppositie valt ende mede principaelijck datt een borge niett behoort in den steck verlaten, maer allerdinghs van sijne principaelen schaedeloos geholden ende opt spoedighste gereddett te worden. Soo versocht comparant tegens voorschreven weduwe Graess ende doctor Smits pantsterckinge te verleenen ende die reele executie ende ophaelinge ende distractie van meubelen sonder eenige oppositie ofte vertreck te decernieren ende mede omdatt bij pantkyringe verclaert wordt (68) soo veele meubilen niett voorhanden te sijn een dach van distractie haerder beiden immobilen aentestellen, daertoe die biljetten te verveerdigen ende t’ affigeren nae behoren, alles onder protest soo verner oppositie off vertreck mochte geschieden datt comparant daerover tott haere costen ende schaede sall moeten dolieren. Decretum.

’t Gerichte ordonniert datt den suppliant sal geoorloft sijn mett die distractie der meubile goederen van die weduwe zalliger doctoris Graes alsmede doctoris Smit ende datt uyt kracht edele hoves brieves, onaengesien gemelte Smits ende weduwe Graes gedaene pantkyringe daerover mett pantsterckinge te mogen vervaeren. Ende bij insufficianschap der meubile goederen sal die distractie der immeubile tegens den 16e deses maents aprilis, sonder dat tott dien einde die biljetten behoeven verveerdicht, gepubliceert ende affigeert worden, alsoo sulcks van d’ hoochedele doctor Smits is ingewillicht, ende oft selve geschiett waere, aengenomen, sijnen voortganck gewinnen. Martis 5e aprilis, coram ordinariis. Theodorus Bronchorst heeft d’ aengepeindete gerede ende ongerede goederen vermogens relatie van Jan ter Pelckwijck van die persoonen Aelken Bemers voor 7 gulden 6 stuivers, Joost Gielinck 4 gulden 12 stuiver, Hendrich Ubbinck 3 gulden 16 stuiver, Simmelt 5 gulden 14 stuiver, Geert Ossinck 40 gulden 13 stuiver, Aelken Bijvanck 48 gulden 9 stuiver,

* 1664, 23-5: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 89v]: Erschenen Wilhelm Raesfelt geassisteert sijnde met doctor Cornelis Smits, ende vertoonde een edele gerichte seeckere brieven van den edele hoove des vorstendombs Gelre ende Graefschap Zutphen in dato den 16e may 1664, vermeldende dat met d’ angevangene executie op een twaelfte part der goederen Aerninck, Honesch, Goerdeswerck ende die vordere naelatenschap van wijlen Henrick Waelien, sijnde op Jan Warners ende desselven huisvrou gedevolveert ende comparant in sijn qualitate pro judicato verbonden sonder vertreck sal worden vervaeren, versoeckende derhalven dat hiertoe brevis terminus angestelt, die biljetten verveerdicht, ende parthij advers per extractum insinuatie moge gedaen worden. Obtinuit ende wordt terminus distrahendi angestelt tegens dinsdach over acht daegen, sijnde den 31e may 1664.

* 1664, 31-5: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 90v]: Erschenen Wilhelm Raesvelt als cessionaris van doctor Cornelis Smits ende produceerde eens edele gerichts decreet van den 23e deses waerbij die publycque subhastatie ende distractie van een twaelfte pardt der goederen Aerninck, Honesch ende Goerdeswerck, mitsgaeders die vordere naelatenschap van wijlen Henrick Waelien is gedecerneert worden, overgaff ten gevolgen van dien, seeckere voorwaerden, versoeckende, dat met die voorschreven distractie moge worden vervaeren nae landtrechte. Hierop erschenen Abraham Peters en overgaff een protest door Jan Warners opgestelt alsmede Rotger Poelhuis, overgevende mede uit den naeme van Geertruit Waelien, seecker protest, soo beide ter registratuir sijn ’t ervinden. Ex officio Wilhelm Raesveldt, gesien ende gelesen hebbende d’ ingediende protesten, seidt dat dieselve ten eenemael irrelevant sijn ende van selfs koomen te vervallen, inhaererende derhalven sententiae et rei judicatae, mitsgaders die geemaneerde brieven door den edele hoove van Gelderlant, soo voordesen vertoont (91) en tegenwoordich realiter gepraesenteert worden, dat die voorgenoomene koop behoorlijcken voortganck moge gewinnen, bij mancquement van dien wilde comparant de denegata justitia omni meliori modo hebben geprotesteert. ’t Gerichte ordonneert den keerssenbrant, en voortganck van executie ende distractie, en is dienvolgens die keerse bevrijt geworden nae landtrecht, alles nochtans commodo et periculo petentis. Ende is dienvolgents van ’t twaelfde part des goedes Aerninck d’ hoochste instaet geschiet bij Henrick Sluiter; Ende is die selve kooper gebleven voor driehondert en seventich guldens, fl 370:-. Nae dat het twaelfte part van ‘t goedt Aerninck was opgehangen ende verkoft is twaelfde deel van ’t goedt Hoenesch ende Goerderswerck ingesadt bij Frerick Rauwers Die daerop kooper gebleven voor die somma van 303 daler. Eindelijck is opgehangen het twaelfte pardt van d’ halfscheidt des goedes Hijnck in Medehoo gelegen, en ’t selve ingeset bij Frerick Rauwers welcke ook daer op is kooper gebleven ad eenenveertich daler 41 daler.

* 1664, 7-7: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 125, fol. 125v]: Wilhelm Raesveldt hebbende op den naestleden een 12e part der goederen Honesch ende Goerdeswerck sijnde Johan Warnders ende desselven huisvrou Geertruit Waelien met ontruiminge haers vaeders, onder anderen voor haer haereditaire portie an ende toegevallen ende gerichtelijck pro judicato luit protocols verbonden (bij publycque subhastatie an sich gebracht sulckx dat hij die vruchten, pachten ende opkompsten volgens notoiren landtrechtens behoort te genieten, koomende averst in ervaeringe, dat Geertien Stroobant, weduwe Waelien het gebruick van dien niet gedenckt te quiteren maer hem comparant (oock niet tegenstaende des heren drosten bevel van maintenue an den voocht ende ondervoochden tot Wenterswijck gegeven voornemens is onder praetext van ijdele detentie het obstat te holden soo doet comparant om van sijn deuchdelijcke praetensie niet gefrustreert te mogen worden, sich mitsdesen inleiden in het recht ende possessie van hett voorschreven 12 deel der goederen Honesch ende Goerdeswerck, alhier bij Wenterswijck in die dorpbourschap in haere kennelijcke limiten gelegen met versoeck dat hiervan die wette an de gemelte weduwe Waelien per extractum gedaen ende eventuelijck terminus ad justificandum mach angestelt worden. Obtinuit ende terminus justificandi gestelt ad primam post ferias.

* 1665, 26-1: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 126, 14v]: Dr. Weddinck, volmachtiger van Abraham Walien, repeteert nochmaels tegens Jan Warners alle voorgaende dienstlijcke handelingen en versoeckt den gedaechde van wijder handelinge versteecken t' holden. Ex officio Dr Theben, volmachtiger van Jan Warners. Si quid ex officio actum, petit copiam, salvis quibuscunque. Ex officio. Refereert sich ad retroacta.

* 1665, 9-2: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 126, 26v]: Dr. Weddinck, volmachtiger van Abraham Walien, repeteert nochmaels tegens Jan Warners alle afgeholdene contumaciaele recessen, daerbij nochmaels persisterende. Ex officio Dr. Theben, volmachtiger van Jan Warners, secht tot dato geen copie ontfangen t’ hebben, praesenteerde ea habita, te dienen nae behooren. Ex officio. Seidt dat jegendeel daermede die saecke in infinitum niet kan opholden. Ex officio Theben priora.

* 1665, 23-2: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 126, 41v]: Erschenen Johannes Wolff, volmachtiger van Johannes Warners, repeteert tegens Jan Craenen sijne voor desen contumaciale afgeholdene recessen, afwachtet nochmaels handelongh, sonsten versocht comparant dat op de acten pro ut jacent in contumaciam moeghe recht gedaen worden, aengeende de versochte cautie seijt comparant dat sijn praetendent Jan Warners immobilium possessor is, gelijck notoir ende sijne goederen soo veel als hij nae rechte geholden tot borge heeft gestelt, edoch om dienthalven sich niet wijder op te holden praesenteert ten overvloede juratoire cautie om alles wat den anlegger mochte moeghen coomen te winnen waervan in 't geringhste geen apparentie is, te willen voldoen. Ex officio Dr. Hengel, volmachtiger van Jan Craenen, seijt deserzijts genoechsaeme cautie op aensinnen van ijegendeels pro litium expensis vermoeghe prothocols gepraestiert zijn, ingevolghe van 't welcke parthij advers nae lantrechte oick geholden is suffisante cautie te stellen pro judicato et litium expensis, 't welck noch ter tijt niet geschiet zijnde immers niet met die indeterminate nominatie sijner goederen, soo hij veellicht (42) vermeijnt, wegens het versterff van zalliger Walien op hem gederweert ende devoluijrt thoe zijn waerover hij met deselve wedwe in quaestie is, nietthomin soo hij Warners juratoire cautie praestiert naedemael hij sunsten geen immobilium possessor is ende vorders doet nae vereijsch lantrechtens soo praesenteert men deeserzijts de voor desen inbedongene schriftuijre cum annexis tusschen dese ende den naesten gerichtzdach peremptorie in te leveren. Ex officio Johannes Wolff qualitate qua, seijt dat hij voor desen genoechsaem cautie heeft gepraesteert als kennelijcken dat hij aen Hendrick Waliens dochter getrouwt, soo hijr redelijckerwijss geerfft ende gegoedet ende comparants praetendent vrouw moeder voor vijfftichduisent guldens niet sollen uijt het haere gaen. Ende alsoo de vaeder is overleden comt comparants praetendent immers sijn contingent wegen vaeders goet weshalven hij oick seecker huijs in possessie heeft waerop in pantscap zijn uutgelecht twelfholdert guldens ende noch andere landerien possideert. Edoch om dijnthalven sich niet op te holden praesenteert comparants praetendent nochmaels ten overvloet hoewel ongeholden juratoire cautie, versocht dat hij daertoe moege admitteert worden interim protesteert wel expresse van oppentholt ende moetwillige costen ende dat op de acten pro ut jacent moeghe recht gedaen worden. 't Gerichte admitteert juratoire cautie. Daerop erschenen Jan Warners ende heeft in plaetz van eede bij menonisten waerheit als hijr the lande gebruicke- (42v) lick wat bij sententie moeghe operlecht worden bij hanttastinge aenbeloeft te willen voldoen.

* 1665, 23-2: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 126, 45]: Dr. Weddinck, volmachtiger van Abraham Waelien, accuseert nochmaels contumaciam Jan Warners, en versoeckt denselven van wijder handelinge versteecken t' holden, en die saecke pro ut jacet, t' ablegeren, en daerover t' erkennen als rechtens. Ex officio Dr. Theben, volmachtiger van Jan Warners, seidt tot dato geen copie ontfangen t' hebben, doch verstaende die selve alnu gereet te sijn colligeerde terminum a die habitae copiae, praesenterende te doen als landtrechtens.

* 1665, 9-3: vereniginghetmuseum.nl: ORA Bredevoort [toegang 0136, invnr 126, 57v]: Dr. Weddinck, volmachtiger van Abraham Wahlien, repeteert nochmaels tegen Jan Warners alle voorgaende dienstlicke contumaciale handelonghen ende versoeckt denselven van wijdere handelonge versteecken te holden. Ex officio Dr. Theben, volmachtiger van Jan Warners, heeft onlangs copiam ontfangen van ijegendeels laestledeels laest ingediende schriftuir ende colligeerde à die habitae copiae terminum cum praesentatione als lantrechtens.


openstaande vragen / discussie


De familienaam Walijen kom ik in de omstreken van Winterswijk niet eerder tegen dan 1619, toen Hendrik al getrouwd was met Geertje Strobant. Maar in 1678 wordt deze Hendrik Walijen de broer en erfgenaam van Henr. van Baer genoemd. Is dat een opening voor verder onderzoek?