X-1 Cate, Sijbrand ten

Sijbrand ten Cate


ouders: Abraham ten Cate en Trijntje van Bebber


geboren: ca. 1664,

gedoopt:

overleden: voor 25-9-1715

begraven:


beroep:

woonplaats / adres: Enschede (1690-1715)


relatie (1) Trouwt 1684


Elisabeth Walijen


ouders: Willem Walijen (XI-47) en Machteld Willink (XI-48)


geboren 1660

gedoopt

overleden 1685

begraven


beroep:

woonplaats / adres:


relatie (2) Trouwt Hamm (Westfalen) 27-11-1689


Christina Gerdes (of Gerritsen) (X-2)


ouders: Othmar Gerdes en N.N.

geboren (vermoedelijk te Hamm)

gedoopt

overleden na 1740, voor 4-5-1750

begraven

 

beroep: koopvrouw, o.a. in textiel (1719)

woonplaats / adres: Enschede


Kinderen:

handtekening van Sijbrant ten Cate onder notarisakte 1688 in Leiden.

Biografische aantekeningen


Sijbrand ten Cate werd ongetwijfeld vernoemd naar zijn neef Sijbrand ten Kate (1651-1726) te Amsterdam, of diens grootvader, de wiskundige Sijbrand Hansz. Cardinael.

Door Benthem ('Geschiedenis van Enschede') en Vorsterman van Ooijen is hij aangewezen als de 'Stamvader der Enschedese ten Cates'. Daardoor zijn de invloedrijke Enschedese nakomelingen van Sijbrands broers Willem en Hermanus lange tijd buiten beeld gebleven. Volgens Benthem moet Sijbrand omstreeks 1689 uit Almelo naar Enschede verhuisd zijn.

Sijbrands achterneef Herman Gerritsz ten Cate trouwde in november 1685, dus precies vier jaar eerder, met Christina's zuster Catharina Gerdes Othmarsdr.

Sijbrands dochter Christina trouwde met Hermans zoon Othmar.

Sijbrand ten Cate behoorde kennelijk niet tot de meest welvarende inwoners van Enschede. Dat leid ik af uit het onroerend goed dat zijn dochter Elisabeth bij haar overlijden naliet: een weiland, een (moes-)tuin en een omheinde tuin.


Bronnen


Lit: Stamboek der Willingen

* 1660: data en namen van de ouders van Elisabeth Walyen zijn ontleend aan het Stamboek der Willingen.

* 1678, 1680, 1683 en 1685: RA Zwolle, ORA Stadsgericht Enschede inv.nr 1, fol. 454, 499, 553 en 592: volgens de index komt Sijbrand ten Cate op deze pagina's voor. Dit register is echter (nog)  niet gescanned.

* 1678, 25-4: RAZwolle, ORA Stadsgericht Enschede, invnr. 1, fol. 452: Gecompereert die E. Hendrick van Lochum neffens sijn huisvrou Trintjen van Bebber als oock die mombaeren der naegelaeten kinder van zal: Abraham ten Caete, als oock die kinderen selffs, soo als die hieronder geteickent hebben het naevolgende geprothocolleerde contract ende hebben versocht dat hetselve tot meerder vastigheit ende securiteit mochte geprothocolleert worden, ende luidt 't selve contract van woort tot woort als volget.

'Alsoo in den jare 1670, den 9 juni binnen Endscheide een huwlix voorwaerde is gemaeckt tusschen die Eersaeme Hendrick van Loggum als bruidegom ende d'Eerbare Trintjen Abrahams wed: van zal: Abraham ten Caete als bruidt ende beneffens haerlieden van verscheiden wedersijts vrienden onderteickent en dat wij bevonden hebben dat in die houwlixe voorwaerde van (453) van winst of verlies staande houwlix voorvallende niet en is gementioneert, soo hebben wij om moite en dispuit in toekoemende voor te koomen, ons in desen wat naeder willen verklaeren en verclaeren mits deesen dat soo veel onser noch in leven sijnde die voorschr. voorwaerde hebben onderteickent onse meininge doemaels als dieselve wierde gemaeckt is geweest ende tegenwoordich nog is datt de winst off verlies staende houwlick voorvallende ten wedersijden halff ende halff sal gedraegen ofte genooten werden, doch dat erfnis voor geen winst sal gereeckent worden maer blijven an die sijde die het geerft heeft, oock is heeden versproken dat het gene de kinderen in de maegscheidinge en 7 juli 1670 binnen Endscheide opgericht voor haer vaederlicke goet is toegeleit en belooft aen haer, sonder eenige kortinge sal uitgekeert ende goet gedaen worden, maar soo eenige misrekende ofte quade schulden volgens den inventaris doemaals gemaeckt sijn aen te wijsen dat aan <dan?> bij de erffnisse van het moederlicke goet ingebracht worden sullende die voorwaerde en maegscheidinge anders in haer volle cracht en waerde blijven en is deeser naeder verclaeringe aldus gedaen op approbatie van d'heeren Borgemeisteren in der tijdt en van Contrahenten en (454) en gevolglick van die kinderen mombaeren ende kinderen onderteickent. Actu Endscheide den 25 april 1678. Was onderteickent met verscheiden handen. Hendrick van Loche:, Trintjen van Bebber, Jan van Lochem, Geesken ten Caete, Jan Lamb: ten Caete als mombaer, Jan ten Caete, Willem ten Caete, Sibrant ten Caete, Lambert ten Caete, Stijntjen ten Caete. Dit bovenstaende wort van ons als pro tempore consules geapprobeert. Everwijn Palthe, Jan Keilewer. Jan ten Caete als mombaer. Gerrit ten Caete als mombaer.

* 1680, 20-8: ORA Enschede SG.001.497: "In eigenaer persoon erschenen Hend: van Lochem, sijnde gesont van lichaem ende verstant ende Trintjen Bebber, sijn L. huisfrauw, liggende kranck toe bedde edoch haeres verstandes ende memorie geheel wel machtich, hebbende haeren L eheman de mombaerschap in desen opgesecht ende wederom tot haeren mombaer gecoosen die E. secretaris Cost die haer bij den edelen Gerichte is geadmitteerdende bekanden overwoogen toe hebben die kortheit en brosheit van het meschelijke leven op deser aerde, de sekerheit des doots die onsekerheits des tijdts en uijre van dien en daaromme voorgenomen niet van hier toe scheijden sonder toe bevorens van haere tijdlijcke goederen toe disponeren tot welke dispositie sij bekanden gebeiden toe sijn uit vrijen wille sonder opmaeckinge ofte misleijdonge van yemanden. Comende (498) dan tot dispoitie, soo bevelen sij haere sielen, soo haest die uit den lichaemen koomen toe scheiden in den genaedigen handen van Godt Almachtig en haere lichaemen tot een eerlicke begraffnisse. Diensvolgens geeft en legateert hij testatoer an sijn L. huijsfrauw soo hij voor koomt toe overlijden d'halffscheit van 't huis, hoff ende achterhuissoo sij teegenwoordich bewoonen ende van d'erffgen: E. Passchens bij haer testatoeren uit haere winst angekoft alsmede 1000 gld uit de winst bij haer eheluijden gedaen. Stelt ende nomineert voorts tot sijn waere en universeele erffgen: sijn broeder Andries van Lochu: ende halffsuster Aelken van Lochum ingevolgh Landtr: Voorts legateert en geeft sij testatrice met assistentie als vooren aan haeren L. eheman haer halve huis, hoff ende achterhuis soo als sij 't selve tegenwoordich bewoonen ende bij haer testatoeren uit haren winst van de erfgen: E Paschens angekoft alsmeede duisent guldens uit de winst daerbooven. Willende en begeerende dat haere soone Gerrit niet an sijn patrimoniele goederen sall gekortet worden alle 't gene hij tot Amsterdam heeft verteert, maer sall met sijn andere broeders ende susters in vaeder ende moederlijcke goederen aegaelickte deele gaen. (499) Geeft en legateert an haer dochter Stijntjen een koefte van 75 gl:. Stelt ende nomineert voorts tot haere ware ende universeele erfgenamen haere kinderen en kintskinderen als de kinderen van haer zalige soone Hendrick met namen Abraham, Elisabeth, Stijntjen en Herman in haer vaders plaetse, voorts Jan, Willem, Gerrit, Stijntjen, Sijbrant, Lambert en Herman ten Caete in alle haere voordere goederen. Eindelijk hebben sij testatoeren, zijnde sij testatrice geadsisteert als vooren, verklaert, gelijck sij doen mits desen, dat het accoort van den 25 April 1678 van winst en verlies hiermede niet sal zijn gealtereert, maer sall in sijn volle waerde verblijven, gelijck sij te houden mits desen. Alle 't geene voeren staet hebben sij testatoeren eendrachtelijck verklaert, gelijck sij verklaeren mits desen toe sien haer testament en uijterste wille, willende en begeerende dat 't selve kracht hebben en effect sorteren sall <etc.>"

* 1683, 12-3: ORA Enschede SG.001.553: Burgemeester Everwin Palthe en Sandrina van Stralen, echtgenoten, hebben aan de broers Gerrit, Sibrant, Lammert en Herman ten Caete verkocht een jaarlijkse rente van fl 13:17:- met als onderpand hun huis en hof, gelegen tussen de huizen en hoven van Jan ten Caete en de weduwe van Jan ten Oorthuis. Palthe en Van Stralen of hun erfgenamen mogen, mits een half jaar tevoren aangekondigd, deze rente afkopen voor fl 227:4:-. (in margine: 11-5-1685. Verschenen is Willem ten Caete, die bekende deze nevenstaande kapitale som met interest op de kooppenningen van het door hem, in de namen van zijn voorsz. broers aangekochte huis te hebben gekort, en daarom de jaarrente en de kapitale hoofdsom te quiteren.

* 1683, 28-2: RA Zwolle, ORA Landgericht Enschede invnr. 43, fol. ?: Sybrant ten Cate per (advokaat) Cost bespreckt Sander Goolkatte voor schult, enz.

* 1683, 25-9: RA Zwolle, ORA Landgericht Enschede invnr. 43, fol. 121: Sibrant ten Caete spreckt aen Joan toe Ruthbeecke voor 7 gld.8 stv. voor bereeckende boeckschult, enz.

* 1685, 11-5: ORA Enschede, SG.01.589: Willem en Judith ten Cate kopen een huis en hof van Theodorus Grotenhoff en vrouw Elisabeth Haerlet, gelegen tussen de behuisinge van Mr. Joost Minckedales en gemelde Grotenhoffs. De hof mag niet betimmerd worden, daarin niet begrepen het stuk wat van de overleden Willem Fransen is aangekogt. De waskamer daarop mag net zo lang blijven staan als mr. Joost Minckedales en zijn nakomelingen belieft. Op dezelfde dag verkopen zij het huis weer aan Everwijn Palthe, burgemeester en zijn vrouw Sandarina van Stralen. Van voornoemde Everwijn Palthe en Sandarina van Stalen kopen Willem en Judith ten Cate dan het huis, hof met daaraan staande kamer gelegen aan de eene zijde aan het huis en hof van Sibrant, Lambert en Hermen ten Cate (zijn broers) en met de andere zijde aan het huis van de weduwe Jan Oorthuis en Hendrik van Loghums hof en met het eene einde aan het huis en hofjes van Jan Jansen en Hermen Leeferink en de weduwe van Gerrit Segelinck en met het andere einde aan de stads straat, als mede de uitgang langs het huis van Hermen Leefertincks huis en 't Wagelaarshof.

* 1688, 3-1: Erfgoed Leiden e.o.: NA 506 nots Justus Gerstecoren [1163, akte 1]: Op huijden den 3. Januarij 1688 compareerde voor mij Justus Gerstecoren nots: pub: ende voor den nabest getuijgen Sr Sijbrant ten Kate coopman van Ensgede, zijnde jegenwoordich binnen dese stad dewelcke verclaerde te constitueren ende volmagtigh te maecken de heer Pieter van Aerds procureur in 's Gravenhage om uijt sijn comp:tes naeme soodanighe proces te defenderen ende waertenemen op ende jegens Peter van Kuijck aldaer woonachtich als tusschen henluijden ontstaen is ofte sal ontstaen voor de vierschaere van 's Gravenhage voorsz om tachtich gul: hem constituant van de gemelte Van Kuijck volgens geaccepteerde assignatie competeremde. Observerende daerinne en daeromtrent alle nodige solemniteijten alles tot de bekoomen sententie toe, ende deselve te acquiescheren, die te executeren, appelleren, reformeren, als anders, zulcx de gelegentheijt der sake soude mogen vereijschen ende sijn geconstitueerden goeden raet gedragen zal, doende alles ongelimiteert alwaert datter tot eenige voorvallen nader last dan hiervoren gestelt staet, mochte worden vereijscht, mede met macht van substitutie ad lites in communi forma met ratificatie van desselfs handelinge ende versochte hier van acte gedaen tot Leijden present Harmanus van Aken en Paulus van Crombrugge als getuijgen ten desen versocht (w.g.: Sijbrant ten Cate; H. V. Aken; P.V. Crombrugge 1688, Justus Gerstecoren nots pub.)

* 1688, 3-1: Erfgoed Leiden e.o.: NA 506 nots Justus Gerstecoren [1163, akte 2]: Op huijden den 3. Januarij 1688 compareerde voor mij Justus Gerstecoren nots: pub: ende voor den nabest getuijgen Sr Sijbrand ten Kaette coopman van Enschede, jegenwoordich zijnde binnen dese stad dewelcke verclaerde te constitueren ende volmagtigh te maecken de heer Pieter van Aerds procureur in 's Gravenhage om uijt sijn comp:tes naeme soodanighe proces te defenderen ende waertenemen op ende jegens juffr Margriet Wiliet, coopvrouwe in den Haege voorsz als tusschen henll: ontstaen is ofte litis pendeat werden sal voor de vierschare van 's Gravenhage haer voorsz om fl 90:0:0 hem constituant van haer volgens geaccepteerde assign: competerende [etc]. (w.g. Sijbrant ten Cate; H. V. Aken; P.V. Crombrugge 1688, Justus Gerstecoren nots pub.)

* 1689, 27-11: familysearch: FamilySearch: "Deutschland, Heiraten 1558-1929," index, FamilySearch (https://familysearch.org/pal:/MM9.1.1/J4J8-1JX : accessed 16 December 2014), Othmar Gerdes in entry for Sibrand Ten Cattan and Christina Gerdes, 27 Nov 1689; citing Hamm (Stkr. Hamm), Westfalen, Preußen, Germany; FHL microfilm 582,567. Daar staat: Sibrand ten Cattan X Hamm 27-11-1689 Christina Gerdes, dr.v. Othmar Gerdes.

* 1690, 1-5: GA Den Haag, Notarieel Archief 422. fol. 45. Notaris Cornelis van Rijp: “Op huijden den 1 Meij 1690 Comp voor mij Cornelis van Rijp openb. Nots bij den Ed. hove van Hollant geadmitteert in ’s Gravenhage resideren ende ter presentie vande ondergenoemde getuijgen Michiel Coenraeds uijt te keel wone ahier (=doorgehaald) (i.m.: soo hij verclaerde bij desen alhier) in desselfs vrije eijgen huijsinge inde vleersteeg dewelke verclaerde sigh selve onder renunciatie ende benificie ordinis d[…] xxx et excussionis den effecten van dien hem door mij nots onderregt te stellen borge als principaele schuldenaer voor sodanige provisionele vonnisse als bij de geregte deser stad op den … ….. April 1689 ten behoeve van Sijbrant ten Cate wonende tot Enschede int lant van Overijssel uit weut en lasten van Margareta Wiljet wonende alhier ter S.a. van [f]neegentig Gulden is gewesen (i.m.: en heden aen Jan Bitters wed wonende tot Enschede betaelt) beloven ingevalle ten diffinitive verstaen mogte werden dat deselve s.a van Tneegentigh gld. int geheel ofte deel moesten werden gerestitueert (i.m.: ofte qualit. betaelt sijn) tselve (ingevoegd: met de lasten daer op gevallen of nog te vallen) als eijge schult te sullen doen opleggen ende betaelen tot naercominghe van t gunt.. staet verbint hij Comparant zijn persoon ende alle zijne goederen geene van dien uijtgesondert, stelle deselve te… en alle seeren … regth ende regtergen special. de Ed Hove van Hollt. tereneen? zijde hem Comparant hem in insonder deser (46) deses tzijn Cates teser laten condemneren ten die fine onwederroepel. Constitueren Adriaen Sterrevelt Gibbon ttuijgen etc zena sr. voor de vrsz hove mitsgaders Pr. van Aerde Carel Vijbell en mij nots procr voor den vrsz geregte te samen en ijder van hen int bijsonder soo om etc als etc tewee eijde etc beloven etc Coseters etc Aldus gedaen en gepasst in ’s Hage ter prest van Barnardus de Vos en Jacob van Heusden gets ten desen versogt. w.g.: michel conraets int [Rim?] J.B. Heusden 1690 B.d.Vos Corn v Rijp 1690"

* 1694, 5-3: RA Zwolle, ORA Stadsgericht Enschede inv.nr 32, fol. 338: Hendrick Daniels Paschen spreeckt an prae cia citatione Albert Heerinck an daer van te moogen hebben betaelinge van 2 gl. 14 st. waer voor comp[arant] an Sijbrandt ten Catte voor voorg[emelde] Herinck is borge geworden mett versoeck van costen en aneischinge et si non etc. Albert Heerinck versogt 14 dage.

* 1694, 23-4: RA Zwolle, ORA Stadsgericht Enschede inv.nr 32, fol. 352: Sibrandt ten Catte door proc[ureur] Becker bespreeckt de geciteerde Albert Heevinck om daer aff te moogen hebben betaelinge van 2 gl. 14 st. nue ungeveer een jaer geleeden an de gedaegde op leverantie van seeckeren kluijn verstreckt in cas van onkentenisse bewijselijck mett versoeck van aen eischinge at fine non etc. alles met Eisch van costen. Contumax sal. p.

* 1694, 14-7: RA Zwolle, ORA Stadsgericht Enschede inv.nr 32, fol. 392: De mombers van de weduwe wijlen Jan Stenvers (nl Andreas van Loggum en Wessel Hoedemacker) verkopen bij opbod-veiling (392) haere haegen gaerden gelegen tusschen Weduwe van Loggums en Sijbrandt ten Catts gaerden en de gaerden an den steenweg gelegen tusschen wed. ten Vaerdes en Tobias Nijhoffs gaerdens. Die verkopinge sal geschieden bij guldens ad 20 stuivers het stucke.

* 1694, 14-7: RA Zwolle, ORA Stadsgericht Enschede inv.nr 32, fol. 394: ... kopen haren hagen gaerden gelegen tusschen wed. van Loggums en Sijbrandt ten Catts gaerden en de gaerden an de steenwech gelegen tusschen wed. ten Vaerdes en Tobias Nijhoffs gaerden.

* 1694, 20-11: RA Zwolle, ORA Landgericht Enschede invnr. 44, fol. ?: Herman ten Cate, coopman tot Almelo, stelt zich borg voor een zekere Egbert Janninck, die iets wil gaan kopen van Sybrand ten Caete van Enschede

* 1699, 23-10: RA Zwolle, ORA Stadsgericht Enschede inv.nr 2, fol. 37: Jan Gerritsen Wessels, gemachtigde van (38) de welgeboren erfgenamen van de eveneens welgeboren Anna Sophia van Loon, verkoopt aan Hendrick Hoedemaker en zijn vrouw Geertruid van Ingen en aan Sijbrand ten Cate en zijn vrouw Christina Gerritsen de halfscheid van de paardeweide gaardens, zoals beschreven in het koopcedul, liggende tussen de paardeweide en Roeloff ten Bouwhuis' gaarden voor fl 360,-. De vrouw van Jan Gerritsen, Elsken Cost, stelt zich garant dat de volmachtiger gerechtigd is de weide te verkopen, met als onderpand haar twee hagengaardens.

* 1715, 8-1: ORA Enschede SG.002.223: ...iemand verkoopt een haagengaarden tussen Wender Swierink ende de Wed. ten Cate hare gaardens op den haagen... [het is niet 100% zeker dat het wed. Sijbrand ten Cate betreft]

* 1715, 25-9: RA Zwolle, ORA Stadsgericht Enschede inv.nr 2, fol. 239: In eigener parsoonen erschenen de E. Andries Werners, gevolmachtide van zijn vader Herm. Werners, te samen wonende te Almelo, als mede erfgenamen van wijlen Andries van Lochem [= XI-53], als namentlijk Herm: ten Cate en zijn vrouw Altien van Lochem [= XI-1, kind 8], Henr: van Lochem en zijn huisvrouw Altien van Lochem, Hen:r Jannink en Jan Naber jr als mombaren van de onmondige kinderen van wijlen Jan van Lochem als ook juffr. Christina van Lochem, de laatste geassist met haar mombaren Isaac Paaschen en Lambert van Lochem, hebben allen te samen, ten erffelijke behoeve van de weduwe van wijlen Sibrant ten Cate, Christina Gerritsz, en hare erfgenamen, cessie en overdracht gedaan van hun huis en hof daarchter, gelegen tussen de huizen van Roelof Roobers en Herm: Greeve, aan de voorkant aan de Stadsstraat, voor fl 2500,-.

* 1719, 12-6: RA Zwolle, ORA Stadsgericht Enschede inv.nr 36, fol. 470: Compar:t P:r Pennink last hebbende van de Wed:e ten Cate en doed omni meliori modo pandinge an alle de mobilia van Herm: Becker ten fine om daar an te verhaalen 83 gld elf stvs 2 penn salv: cali?: zoo weegens laakens als andere winckelwaaren Compar:ts p:palinne van de gepandede competerende met versoek van denunciatie en eijsch van costen. Fiat denunciatie

* 1719, 19-6: RA Zwolle, ORA Stadsgericht Enschede inv.nr 36, fol. 476: Compar pr Penninck laesthebbende van De Wede Siebr ten Cate en doed op heeden omni meliori modo opbade an de mobilia van Herm: Becker ten fine als bij pandmgr gxprimeert versoekende an desselve panden nae Lantr geeigent te mogen (477) worden zulx stellende met eijsch van kosten en bedingh van denunciatie ad decretum. Decretum. De versogte aneigeninge en denunciatie van dien word nae Landr: geaccordeerd.

* 1720, 11-11: RA Zwolle, ORA Stadsgericht Enschede inv.nr 36, fol. 653: Compar:t in deesen Ed: gerichte Pr: Pennink uijt d'naamen en als bediende van d' wed: ten Cate en doed ten bestendigsten nae regte pandinge an alle bewegelijke effecten van Herm: Becker ten fina om daar an te verhaalen zodane pandbro: schuld als bij opbad:e zal worden gesegt althans randeren des over d'regt (of: rogge) met (554) handschrift van Henrik Becker senior van den 8sten augustus 1717 op den 11 xber: jongstleeden bij deesen agtb: gerichte teste protocoll in contumaciam voor bekend angenomen omni meliori modo pandinge an de mobilia van hem Becker voorn:t te einde om te erlangen het Capit: ad 70 gl en interesse van dien daar op teegens ses per cento verloopen als nogh verder te verloopen tot den betaald dagh toe, welkers denunciatie bij de gepardede zelftz genoegzaam angenomen, Edog in cas van inficiatie doed Comp:t qqa: de finale pandinge an de mobilia voorn:t voor de respective (555) verlopene en in eventum in zulken cas voor het capitaal zelftz teegens den verval dagh zijnde febr: 8 deeses jaars, wordende in zodanen cas het gemelte Capital bij deesen gedenuncieert en opgesegt met versoek dat hijr van per extractum an de gepandede kennisse gegeven moge worden, zulx stellende met eijsch van costen. Decretum. Het extract deeses zal de gepandede in gevolge reglem:t ter handen gesteld worden om deesen pandinge binnen 14 dagen met geld off regte aff te maken. [De acte van 11 december 1719 [SG36. fol. 543] luidt: Compar:t in deesen edelen gerichte per Lit:r P:r Henr: Pennink bediende van Engb:r Laersonder, seggende teegens heeden  te hebben doen citeren Hen:r Becker senior ten fine om zijn handschrift nae Landr:te te bekennen ofte ontkennen, wien ten gevolge Compar:t qqa gemelte handschrift van den 8 augusti 1717 alhier in originali is vertoonende met versoek dat de geciteerde ten fine voorsz. moge worden angeeischt en dat bij uijtblijven van deselve gemelte zijn handschrift in contumaciam voor bekend angenomen moge worden. zulx stellende cum expensis ad decretum. Decretum. Comp:rt Henr. Becker senior en segt deese vertoonde handschrift an Engbr: Laersonder wettigt getekend en gegeven (544) gegeven te hebben, en belooft deselve met den interesse te willen voldoen. (dit alles is vanaf Decretum doorgehaald; een paar alinea's verder staat:) Alzoo Henr: Becker senior de volle jura niet heeft willen betaalen, zoo word deselve na voorgaande aneischinge gecontumacieert en de vertoonde Handschrift voor bekend angenomen.

* 1731, 17-1: RA Zwolle, ORA Landgericht Enschede invnr. 50, fol. 344: D'weduwe Sijbrand ten Caete hebbende laten citeren Berent Geuvering und und Swechte om daer van voldoeninge te hebben van geinveteerde waeren ad ...

* 1733, 21-7: RA Zwolle, ORA Landgericht Enschede invnr. 28, fol. 1: Bij de scheiding van de boedel van de overleden Jan Egbertink en Jenneken Overbeeke, echtgenoten, is aan zoon Lambert Egbertink o.a. toegevallen (naast het huis met alle weefgereedschap daarin) de navolgende schulden waarmee de boedel was bezwaard (o.a.:) ... Othmar ten Cate f 28,-;  (...2…) Wedu. Sibram ten Cate 3:16:-

* 1739, 21-5: ORA Enschede SG.002.485: ... de haagengaarden door de gemelde Warners en zijn vrouw op 10-2-1738 aan Herman van Lochem verkocht, gelegen tussen de gaardens van de wed. van wijlen Sibrant ten Cate en de weduwe Egbert Klopper ...

* 1740, 11-5: RA Zwolle, ORA Landgericht Enschede invnr. 12, fol. 391: In eigenaer personen gecompareert ende erschenen sijn Henrick Verveld op die Velve en desselfs huisvrouw Jenneken Velve, idqs tutore marito en verklaerd en in goeden ganckbaaren gelde ter len opgenomen en ontfangen te hebben van de Heeren Stockman  die somma van 200 gulden, van Schouwink 100 gulden, van Geert Heutink 100 guld, van Arent Verveld 200 guld, van Abraham ten Caate 100 guld, van Gerrit... (392) (i.m.: Nootgericht 15-5-1758: Erschenen die hier genoemde personen en verklaarden eensijder in sijn gespecificeerde capitaal ontfangen te hebben om alsoo ten vollen voldaan en betaalt te zijn. Idem derhalven het selve royeren casseren en te niete doen en voor betalinge bedanken.) (392) ...Gerrit Teijlers 100 gulden, van Lambert Teijlers 100 gulden, van de Wed Jan van Dam 70 gulden, van de Wed. Sijbrand ten Caate 225 gulden, van Hendrik Werkers 100 gulden, van de Heer Pastoor Immink 45 gulden, van de weduwe van Hendrick ter Welle 100 gulden en van de wed. van Jan Oosterveld 20 gulden, welke geseide Capitaalen sij Comparanten beloofden s'jaarlijx en alle jaaren met drie derselver guldens tegens jeder hondert te verinteressen waer van het eerste jaer interesse sal vervallen sijn op heden over een jaer sullende sijn der 10 Majus 1741, en soo vervolgens tot die effectueele afflosse toe welke 1/2 jaer voor den verschijndag werd gereserveert, voor welke dan geseide Capitalen en daer op te verlopene renten sij Comparanten bij desen realiseeren en veronderpanden haare eigen toebehoorende woonhuis, gaarengronden en verdere daer aenhoorende Landerijen soo en als hetselve op die Velverplaatse met alle haare lusten en lasten op en dependentien in die Esmarkte deses gerigts is gelegen, niets daer van exemt neffens nog een stuck bouwland 3 schepel gesaai groot gelegen op die Hofstede tusschen de landerijen van Laurent Becker en Herman Kromhoff ses spind land op den Laeress tusschen de landerijen van Jan Spijle en Menckmaat, een stuckien land in den Horstink gaarden naegst spijlen land (393), mitsgaaders een vierde part in Horstinxhuis met alle daer toe hoorende regten en geregtigheden, niets daer van uitgesondert, om in val van misbetalinge sij Renthefferen daer aen kost en schadeloos sullen kunnen en mogen verhaalen soo voor Capitaalen als interessen ten welken einde sij Rentgeveren renuntieerden van alle in desen enigsints tegenstrijdende exceptien en wel voornaementlijck van die van ingeselden gelde, in kennisse der waerheit hebbe ick verw Rigter voornt desen daer van uitgegeven origineeler brieff van Gerigtswegen eigen-handig geteikent en gesegelt gelijk sulx mede voor beijde die Comparantene door ProctHendrk Penninck als speciaal daer toe versogt, geschiet is.

* 1740, 7-7: RA Zwolle, ORA Landgericht Enschede invnr. 12, fol. 400: (in margine: noodgericht 7-6-1756: in Eijgener Personen erschenen NN van den Bergh, caverende mede voor sijn absente suster en verdere erfgenaemen, de Wede van wijlen Br. Henrik Steenbergh, Oothmar ten Cate als Erfgename van sijn moeder wijlen de Wed Sijbrant ten Cate, ........, vorders een quitantie van Arent Teesselink uijt de naam van de Wed Hallink, een quitantie van Jan Haimink voortz een Quitantie van Willem Snuverink, een Quitantie van Gerrit Snuverink namens Jan Snuverink, Werner Leusink voor hem selfs en caverende voor de verdere absente Interessanten en...) In Eigenaar personen gecompareert ende erschenen sijn Enne Leusinck wed. van wijlen Jogem Averbecke op 't Roongoor in Tweckelo, geassist met Proc. Henrick Penninck neffens Jan en Lefert Averbecke als aengestelde Mombaaren over geseide Weduwe haare unmondige Kinderen en verklaarden deugdelijk wegens opgenomene penningen als anders schuldig te wesen als aen de Eerw Heer C. van den Berg, Postor tot Borne (401) een somma van 276 gulden aen de Wed van wijlen Burgerink, Henrick Steenbergen 77 gld 7 stv aen de wed Sijbrand ten Caate 103 gulden aan de Weduwe Hallinck 216 gulden aen Willem Snuverinck 90 gulden aen Jan Haimers 50 gulden aen Gerrit Snuverink 50 gulden aen Jenne Bruinink in t'weckelo 25 gulden en aen wecker Leusinck 100 gulden, alle welke capitaalen sij Comparanten beloven des jaars aen een jeder in het bijsonder te sullen verrenten tegen 3 1/2 pro cento, waer van het eerste jaer intresse sal vervallen sijn op heden over een jaar en soo vervolgens tot die effectueele afflosse toe welker denunciatie wedersijden 1/2 jaer voor den verschiensdag word gereserveert voor welke dan geseide Capitaalen en daar op te verlopene renten sij Compten bij desen realiseren en veronderpanden haare eigen toebehorende Kaaterstede soo en als deselvemet alle haare lusten en lasten in de Tweckeler Marckte in het Rangoor kennelijk is gelegen en voormaels uit Jan Brunincks Boedel angekogt met alle dar op staande getimmerten, inboedel, vehe en gewas op den lande niets daer van exemt ende ... in cas van misbetalinge sij renthefferen off de waare holderen haarer brieven, sig daer aen kost- en schadeloos sullen kunen en mogen verhaalen soo voor Capitaalen als intressen, ten welken einde sij Compten renuntieerden van alle in desen tegenstrijdende exceptien en wel voornamentlijk van die van (402) angestelden gelde in waerheitskennisse hebbe ick verw Rigter voornt. desen daer van uitgegevenen origineelen brief van Gerigts wegen eigen-handig geteckent ende gesegelt gelijk die selve mede door Burgermr Henrick Penninck voor haar Comparantinne als schrijvers en ervaren en geen signet gebruikende als daer toe versogt geteikent ende als mede door die geseide mombaaren getekent en met het segel van Burgmr H Pennink voor alle die Comparanten mede gesegelt is. (i.m. 401 ...en bekenden tegenstaande Capitaal en daer op verschenen Intressen ontfangen te hebben, deden derhalven het selve roijeren, annuleren en casseren en voor goede betalinge bedanken.)

* 1750, 6-4: GA Enschede: ORA stadsgericht Enschede, inv. nr. 74 (Protocol 50ste Penning), fol. 125: Den 8 april maakt Gerrit Jan Plante bekent dat hij op den 17 maart heeft angekogt een huijs, en huijssjen (125) daar naast staande den soo genaamden Tempel en annexe Grond, gelegen binnen dese stad aldernaast de behuijsingen van Berent Greve, en de erven wijlen Sijbrant ten Cate van de Erfgenamen van wijlen de Wed: Willem ten Cate en sulx voor een summa van 1700 gld: waar van nogh geen coopcedul is opgerigt.

* 1750, 4-5: RA Zwolle, ORA Landgericht Enschede, inv.nr 3, fol. 117: Noodgerigte gehouden den 4 meij 1750. Maantschepenen: Henr. Pennink en Juriaan Stroink loco Strik. In eijgenaar persoon erschenen is Maria Geertruijd Stroink, wed.e wijlen Nicolaas Hoedemaker, geassisteert met haar Swager secretaris Theod. Pennink als moeder en wettige voogdesse van haar minder jarige kinderen, Caverende mede voor haar meerder jarige Getroude kinderen, en bekende van Gerrit Jan Plante en desselfs huijsvrouw (Folio 117 vo) Huijsvrouwe Trijntjen Clopper ontfangen te hebben een summa van sestig Guldens segge f 60,-,-, strekkende tot betalinge van haare verkogten Lossen Gaarden gelegen binnen Stads Wigbolt tussen de gaardens van domine A. Strik en de Erfgenamen van wijlen de weduwe Sijbrant ten Cate, met den Eijnde an de Stads Strate, bekennende alsoo de volle Cooppenningen van verkogte parceel wel ontfangen te hebben en alsoo voldaan te sijn, dede derhalven van voorschr. gaarden afstand en bij deesen Cessie (etc.)

* 1751, 23-11: GA Enschede: ORA stadsgericht Enschede, inv. nr. 74 (Protocol 50ste Penning): Maakt Wijnand Nijhoff bekent dat hij op den 6 april deses jaars heeft angekogt van de erfgenamen van wijlen de weduwe Sijbrand ten Cate een huijs staande binnen dese stad tussen de huijsen van de Chirurgijn Plante en de weduwe Linthuijs en sulx voor een somma van ƒ 1005.-.-.

* 1757, 22-3: GA Enschede: ORA stadsgericht Enschede, inv. nr. 74 (Protocol 50ste Penning): Maakt Albert Wagelaar bekent aangekogt te hebben van de weduwe Claas Reijger een weijde of mathe gelegen binnen Stads Wigbolt naast de weijden van den Heer Ontvanger Cost en Gerrit Swartcathe en de erfgenamen Sijbrant ten Cate voor een somma van ƒ 560.-.-. volgens aan mij vertoonde coopbrieff de dato den 15 martij 1757.


kind 1: Abraham ten Cate

* 1685: het bestaan van deze zoon + de data zijn ontleend aan het Stamboek der Willingen.


kind 3:

* 1762, december: (zie de noot bij haar broer Othmar). EN: Stadsgericht Enschede invnr 75, fol 15: Maakt Othmar ten Cate en sijne erfgenamen, waar van eene buitenlande is (zijn zoon Jan ten Cate, kind nr. 9), bekend het versterff van desselfs suster Elisabeth ten Cate genaamd welke den 20 september deeses jaars is overleeden naelatende de volgende goederen onder deesen Ed. Agtb. Stadgerigte geleegen als namentlijk: Een Weijde doende den pagt jaarlijks een somma ad 30 gl, een losse gaarden 6 gl. 10 stv, een haagen gaarden 4 gl. 10 stv.


Openstaande vragen / discussie


Othmar Gerdes in Hamm

Blijkens FamilySearch is er in Hamm, in 1789, een dochter geboren uit het huwelijk Johan Othmar Gerdes en Sophia Christina Unckenbold. Dat echtpaar trouwt te Hamm 6-5-1787. Ook bestaat er een testament uit 1796 van Eheleute Othmar Gerdes, Kaufmann, und Johanna Antoinette geb. Borkmann, Hamm. Dat moeten dezelfde zijn als het paar Johan Othmar Gerdes en Johanna Antonetta Borckmann, die op 23-8-1795 te Hamm trouwen. Op 11-4-1726 trouwt Othmar Gerdes in Hamm met Henriëtta Köster. Op 11-11-1685 touwt te Hamm Catharina Gerdes, dr.v. Othmar Gerdes, met Herman ter Cotten.

familysearch film # 007993024 van vanaf image 110 van Hamm heeft een zeer gebrekkig opname van het Kerkenboek: overbelicht en veel pagina's ontbreken. Maar op image 161, folio 240, staat het: Dmic 21 post trinitate <?>: Herman ten Cotten van Enschede, Catharina Gerdes, Othmar Gerdes, B.2.f.T <?> en 1,2,3: de nummering van zondagse afkondigingen.