Loodjes

Merkloden

Definities; Handel (KNA) Verzegeling/waarmerk (PAN Functie) Merklood (Pan-typen 25-10) Verzegelingslood, Handelslood.

Tegenwoordig worden (loden) merkzegels nog steeds gebruikt, denk maar eens aan de rookworsten maar ook aan de meterkast waar de meter is verzegeld. Merkloden werden gebruikt voor het merken van allerhand goederen en consumptie artikelen, deze waren dan bestempeld of ingekrast met relevante productie informatie, of was een eigendom aanduiding. Maar er zijn ook loden die duidelijk maakte dat de producten volgens de vastgestelde kwaliteitsnormen waren gemaakt. En dan zijn er natuurlijk ook nog de loden die aangeven dat er belasting of accijns is betaald. Het oudste tot nu toe gevonden lood van Noordwest Europa is een exemplaar uit ca. 1275 gevonden in Amsterdam. Het meest voorkomend type lood bestaat uit  twee ronde schijven verbonden met een lip. Deze werden in een keer gegoten, en bij het sluiten voorzien van een stempel. Aan het einde van de 16e eeuw zien we ook een lood met vier schijven    

Textielloden

Definities; Handel (KNA) Verzegeling/waarmerk (PAN Functie) Merklood = Textiellood, Lakenlood  (Pan-typen 25-10-02)

In de Vlaamse steden kwam in de loop van de 12e en 13e eeuw de lakenindustrie tot bloei. In Nederland zien we deze industrie aan het eind van de 13e ontstaan. De stedelijke overheden voerde strenge controles uit om ervoor te zorgen dat de te verhandelen stoffen voldeden aan de hoogste eisen, dit werd uitgevoerd door de zogenaamde “Waardijn”. De keuringen vonden op verschillende momenten van de productie plaats (deelbewerkingen), als bewijs van deze keuringen werden er loden aan de stof bevestigd. Op deze deelbewerkers loden zie je op een zijde vaak een symbool die te maken had met de bewerking, op de andere zijde een huismerk of naam van de bewerker. Bijvoorbeeld loodjes met de afbeelding van een zon, deze waren van linnen die gebleekt werd.  Als een stof geweven was werd deze naar het zegelhuis of looijhal gebracht waar de Waardijn deze keurde en zegelde met een lood. Deze loden waren meestal voorzien van het stadswapen, en werd met een klop van extra informatie voorzien. Zoals de letters D. DD. DDD wat iets over de dikte van het lakken zei, of O,OO,OOO oneffenheden. Ook werd de lengte van het laken vaak vermeld. Nadat het product was voltooid kreeg deze een eindkeuring, in het begin werd dan volstaan met een eenvoudig lood. Maar in de 16e eeuw werden de stoffen soms wel voorzien van vijf eindloden, bijvoorbeeld voor de lengte, breedte, het aantal draden, de plaats van fabricage, het verf procedé enz. Mensen kochten de stoffen niet op het oog maar op de loden, het eindstuk met de loden werd dan ook het laatst verkocht. De vroege textielloden werden vaak voorzien van eenvoudige symbolen zoals een ster of lelie. Het is dan ook moeilijk om de herkomst van deze te bepalen. Maar de meeste textielloden dateren uit de tweede helft van de 16e en eerste helft van de 17e eeuw. Textieloden waren in heel West-Europa gangbaar, in Nederland worden dan ook regelmatig buitenlandse exemplaren gevonden. Engeland een van de grootste leveranciers van wollen lakens, Frankrijk  in de 17e en 18e eeuw een van de grootste leverancier van zijde en Zuid-Duitsland een van de grootste leverancier van linnen.