Sleutel

Definities; Gebouw (KNA) Mechanica (PAN Functie) Sleutel (Pan-typen 32-01)

Het is van alle tijden om ter beveiliging voorwerpen en ruimtes te kunnen afsluiten, waarbij sloten en sleutels werden gebruikt. Een sleutel heeft een eenvoudige vormgeving met aan een zijde de greep, en aan de tegenoverliggende zijde de zogenaamde baard. Maar er bestaat wel een grote diversiteit aan sleutels. De eerste sleutels in Nederland dateren van voor de jaartelling, met de komst van de Romeinen werd de ontwikkeling versneld. In de Romeinse tijd waren er eerst vooral schuifsleutels. In het begin van de 2e eeuw kwam de draaisleutel, die we tegenwoordig nog gebruiken, in gebruik. Vroeg middeleeuwse sleutels zijn zeldzaam, de bekende exemplaren zijn klein en meestal gemaakt van brons en voorzien van puntcirkel versiering. Niet alle sleutels werden ook als sleutel gebruikt, ze werden ook als amulet of puur decoratief gebruikt. Aan de hand van formaat, materiaal en functie zijn twee soorten sleutels te onderscheiden.Grote ijzeren sleutels, voor het afsluiten van deuren en grote hangsloten. In het begin werden ze vooral uit een stuk gesmeed. Vanaf de 16e eeuw werden de greep, steel en baard als losse onderdelen gemaakt. De baard werd uitgezaagd en gevijld. Kleine sleutels, 16e en 17e eeuw, voor het afsluiten van houten of metalen kistjes en klein hangsloten. Deze werden vooral in brons en geelkoper gegoten. Hiervoor werd met een model in gietzand gedrukt, waarna de gesmolten metaal in deze mal werd gegoten. De greep werd vaak van siermotieven voorzien.

Tot in de 12e eeuw

  • Steel;   kort vrij dunne, en vierkante 
  • Baard; vrij groot
 

Vanaf de 14e eeuw

  • Steel;   wordt langer en zwaarder, massief of hol, doorsnede rond, zes- of achtkantig
  • Baard; wordt minder breed
  • Greep; ovaal, rond, hart- of ruitvormig

15e eeuw  Sleutels werden vooral van ijzer gemaakt, deze waren soms wel 40 tot 50cm lang.

 16e en 17e eeuw  Greep;  vaak niervormig. In de loop van de 17e eeuw verliest de greep de typische niervormig vorm en wordt deze ronder.


Sloten 

Er zijn drie hoofdvormen van sloten te herkennen;

  • Oplegslot = Deze wordt op de kist of deur bevestigd. Deze worden vanaf de 12e eeuw gebruik
  • Inlaatslot = Deze wordt aan de binnenkant van de kist of deur bevestigd, zodat de rug van het slot gelijk valt met de stijl. Dit slot verdringt in de loop van de 15e eeuw het oplegslot.
  • Hangslot = Deze hebben een beweegbare beugel, en komen in uiteenlopende vormen en afmetingen voor, al sinds de Griekse tijd.

 

Hangslot 2e helft 17e eeuw

Door © ArGeoS