Fluitjes

Definities; Recreatie (KNA) Muziekinstrument (PAN Functie) Fluitje, signaalinstrument (Pan-typen 11-03)

In het algemeen rangschikt men de fluitjes onder kinderspeelgoed. De eerste fluitjes werden gemaakt van pijpbotjes van de wat grotere vogels, zoals ganzen en eenden. Dit materiaal leent zich prima, vanwege vorm en stevigheid voor dit doel. Er werden natuurlijk ook fluiten van hout gemaakt. Hier bespreken verder alleen de metalen fluitjes. Deze metalen fluitjes komen met zekerheid al in de 14e eeuw voor. Waarschijnlijk naar voorbeeld van de uit klei gebakken waterfluitjes uit de 13e en 14e eeuw. Het meest gebruikte materiaal is (zilver)tin. In de 15e en 16e eeuw komen er ook zilveren exemplaren voor. Kinderspeelgoed fluitjes uit ca 1300-1500 zijn vooral van zilvertin gemaakt, en niet met lood. In die tijd was al bekend dat lood giftig was, omdat een fluitje met de mond werd gebruikt werden deze dus niet van lood maar van zilvertin gemaakt.  Er zijn diverse speelgoedfluitjes in de vorm van hoofden bekend. Soms werden de fluitjes ook nog versierd met glaspaste en teksten. In de late 14e en 15e eeuw komen bijzonder mooie tinnen vogelfluitjes voor. Sommige zijn zelfs met vleugeltjes uitgevoerd. Ze bestaan ook met een beweegbare tong, die bij het blazen op het fluitje, dan weer een ander geluid maakte. De fluitjes waren een goedkoop massaproduct, vandaar ook het spreekwoord “fluitje van een cent”. Niet alle fluitjes waren alleen maar kinderspeelgoed, er waren ook lok- en signaalfluitjes. De meest gevonden vorm is een eenvoudig tinnen of loden recht fluitje, met aan het uiteinde een greep, en meestal een bevestiging. Deze waren eenvoudig, in grote hoeveelheden, te maken er waren zelfs gietvormen te koop, waarmee je dan zelf fluitjes kon gieten. Deze komen vooral voor in de periode 1650-1950. Ze hadden een veelzijdig gebruik, zoals in het leger en bij de jacht, maar ook gewoon als speelgoed. Ze waren ook te winnen als prijs op kermissen. Vanaf de 19e en 20e eeuw komen de fabrieksmatige fluitjes in omloop, maar zijn doorgaans slecht afgewerkt. Ze zijn voorzien van een meegegoten draadoogje.

Fluitjeslepel

Een aparte groep word gevormd door fluitjes welke als uiteinde op een 13e -eeuwse tinnen lepel te vinden was, de 'fluitjeslepels' genoemd, deze zijn tot nu toe alleen uit Nederland bekend (Beuningen 2000). Meestal wordt alleen het afgebroken fluitje gevonden. Tot nu toe is er een compleet exemplaar van een  'fluitjeslepels' bekend, gevonden in een bouwput aan het Rokin te Amsterdam. Deze heeft, aan de zijkant, twee rijen van drie rozetten. Op het fluitje zelf staat de tekst IVERS, op de steel staat AVERI wat mogelijk gelezen kan worden als AVE (MA) RI (A).


Bootsman fluitjes

Een zeldzame vorm al bodemvondst is het zogenaamde “Bootsman fluitjes”. Ze komen voor vanaf ca.1600, en worden tegenwoordig nog steeds gebruikt, op schepen. Ze worden door de bootsman gebruikt om zonder stemverheffing te kunnen communiceren. Bootsman fluitjes hebben een vaste basisvorm, een hol pijpje met aan het uiteinde een ronde luchtkamer, welke met een strip aan elkaar zijn verbonden.

Door © ArGeoS 







Boven bodemvondst 17e-18e eeuw, onder moderne uitvoering.