De Middelzee
In de 9e eeuw was West-Friesland bijna helemaal bedekt door veenkussens, welke plaatselijk wel 5meter hoog konden zijn. Het huidige landschap met zijn meren en plassen bestond toen nog niet. Veengebieden zijn verzadigd met water, waardoor regenwater direct via stroompje en reviertjes naar het lager gelegen kweldergebied afstroomde. Een van deze reviertjes was het Ges waar Sneek zijn ontstaan aan dankt. Deze had zijn oorsprong in de omgeving van de Langstaartenpoel, en stroomde via Uitwellingerga naar Sneek. Om tenslotte iets ten westen van Sneek samen te voegen met de IJlster Ee, en voorbij IJsbrechtum in de Middelzee uit te monden. Maar de Middelzee was in de 9e/10e eeuw al aardig aan het dichtslibben, en alleen eb en vloed hadden nog invloed op het gebied. Het gevolg was een vrij snelle opslibbing, welke genoeg was voor de mensen om zich op de drooggevallen kwelderwallen te vestigen. In en rond Sneek worden dan ook regelmatig sporen uit de 9e/10e eeuw gevonden, zoals bij de Akkerwinde, in Anneburen (vlakbij tirns) en Bons. In de 11e eeuw zijn er nederzettingen over het gehele kweldergebied van Sneek en haar omelanden verspreid te vinden. Vervolgens krijgen de bewoners in de loop van de 12e eeuw (weer)last van het water. Dit werd veroorzaakt door de ontginning van de veengebieden, welke in de 8e/9e eeuw starten en vanaf de 11e eeuw grootschalig werden uitgevoerd. Vooral bij overvloedige regenval werd de afvoer van het water een probleem. Om het laag gelegen land te beschermen werden er binnendijken aangelegd, bij Sneek is dit de Hemdijk (eind12e eeuw). Waardoor een reeks van binnenpolders ontstonden, de hemmen, en verloor de Middelzee definitief zijn functie als afvoersysteem waarna het zuidwestelijk deel in de vroege 13e eeuw werd ingepolderd.
De Vikingen
Maar wat weten we van de Vikingen en hun invloed op Friesland. Vikingen staan synoniem met gewelddadige invallen en plunderingen. Zoals die op Dorestad (vanaf 834) het belangrijkste Friese handelscentrum. Na de dood van de Frankische Keizer Lodewijk de Vrome in 840 stortte de verdediging van Friesland in elkaar. Waarna de kuststreken van tijd tot tijd lastig werden gevallen door de Vikingen. De Frankische vorsten stonden machteloos en probeerden de Vikingen aan zich te binden door hun gebieden in leen te geven. Zo werd Friesland in leen gegeven aan Harald (840-844) Rorik wonend op Wieringen (844-857 en 862-872) en Godfried (844-857 en 881-885). Deze konden de invallen van hun landgenoten echter niet voorkomen. Tenslotte zagen in 873 inwoners van Oostergo kans om een groep Vikingen te doden. Maar deze vreugde was van korte duur, want in 879 wisten de Vikingen onder leiding van Godfried een groot gedeelte van het huidige Nederland te bezetten. Nadat zijn dood in 885 konden de Friezen zich eindelijk bevrijdde van de Viking overheersers. Hiermee kwam echter nog geen einde aan de Viking invallen, de laatste vonden plaats in 1007 te Utrecht.Dus de Vikingen verkregen een belangrijk deel van hun materiële cultuur door plunderingen en handel. Hierdoor is het moeilijk om van een voorwerp, zoals de ring, de Viking herkomst te bepalen. Alle vondsten uit de 9e/11 eeuw dateren van voor de bedijking, toen de middelzee nog een open zee verbinding was en een natuurlijke handelsroute. Na de bedijking en inpoldering ontstonden er op strategische locaties nieuwe nederzettingen en handelsroutes. Zoals Sneek op de kruising tussen de waterwegen en de Hemdijk. Maar ook het huidige Tirns waar een nieuwe waterweg, de Franekervaart, de dijk kruist en een nieuw verkeersknooppunt ontstond. De Vikingring is een mooie vondst, en vormt weer een nieuw puzzelstukje in de historie van Sneek en haar omgeving.
(N.Casolin en G.Hofstra)