Stage
Schoolvisie
Stage speelt zich buiten de school af in een levensechte werksituatie. Het is een begeleid leerproces dat gericht is op het verwerven van kennis, vaardigheden en attitudes. Het is een middel om leerplandoelstellingen te bereiken. Stage wil het onderwijs en de arbeidsmarkt op elkaar laten aansluiten.
Stages zijn positief voor het leerproces:
ze helpen bij de beroepsoriëntatie en/of studiekeuze van leerlingen;
ze verhogen de motivatie van de leerling door afwisseling tussen 'leren' en 'werken';
ze verhogen de zelfstandigheid van leerlingen;
ze bevorderen het inzicht van de leerlingen in hun eigen capaciteiten;
ze vergemakkelijken de overstap van school naar werk.
Stagekalender
De planning van de stage kan u raadplegen in de kalender STAGES.
Wie gaat op stage?
Stages worden enkel in sommige studierichtingen van het vijfde, zesde of zevende specialisatiejaar georganiseerd. Voor onze school zijn dat:
6 elektro-mechanica
6 mechanische vormgevingstechnieken
5 en 6 centrale verwarming en sanitaire installaties
5 en 6 houtbewerking
5 en 6 verzorging
7 bijzondere schrijnwerkconstructies
7 verwarmingsinstallaties HVAC
7 thuis- en bejaardenzorg
Wie doet wat?
De leerling is verantwoordelijk voor zijn/haar leren op de stageplaats. De leerling neemt de juiste werkattitudes aan en respecteert de afspraken die in de stageovereenkomst en het stagereglement zijn opgenomen.
De stagementor van de stageplaats is een werknemer van de stagegever die de leerling op de stageplaats begeleidt.
De stagebegeleider van de school:
bezoekt regelmatig de leerling op stage;
gaat met de leerling en de stagementor in gesprek over de leervorderingen van de stagiair;
controleert het stageschrift;
draagt de eindverantwoordelijkheid voor de stagebeoordeling.
Tussentijdse evaluatie
Tijdens de stageperiode komt de stagebegeleider meermaals op stagebezoek. Er vindt een gesprek plaats met de leerling-stagiair, de stagebegeleider en de stagementor over de prestaties van de leerling-stagiair. De stagebegeleider noteert zijn bevindingen in het stage-evaluatiedocument. De evaluatiedocumenten verschillen per opleiding. In de opleiding verzorging werkt onze school werkt met het stage-evaluatiesysteem ‘Uniform’. Alle Limburgse scholen met een zorgopleiding gebruiken dit systeem.
Tijdens de stageperiode is er een tussentijdse evaluatie (behalve voor de doorstroomstudierichtingen).
Voorbereiding stage BSO
Infoavond: 4de jaar
Op het einde van het vierde jaar is er een infoavond voor leerlingen en ouders. Volgende thema’s komen hier o.a. aan bod:
het doel van de stage;
het stagecontract;
de stagebegeleiding;
de verzekering;
de onkosten/vergoedingen;
de stage-evaluatie/het stagerapport.
Snuffelstage en bedrijfsbezoek
De leerlingen van voeding-verzorging gaan op het einde van het vierde jaar op snuffelstage.
De leerlingen van basismechanica en houtbewerking gaan op het einde van het vierde jaar op bedrijfsbezoek in één of meerdere bedrijven uit hun sector.
Lessen over stage: 4de en 5de jaar
Binnen de lessen PAV en praktijk worden de leerlingen voorbereid op het contact leggen met stageplaatsen en omgaan met toekomstige collega’s en werkgever. Ook worden er twee extra lessen gegeven door de stagebegeleider over stagebegrippen, veiligheid, procedures ...
Voorbereiding TSO-opleidingen
In het begin van het zesde jaar worden de leerlingen tijdens de praktijklessen voorbereid op hun stage. Ook worden er twee extra lessen gegeven door de stagebegeleider over stagebegrippen, veiligheid, procedures ...
Stageplaats
De school beslist autonoom over de stageplaats en werkt samen met vaste stageplaatsen. De stagebegeleider verdeelt de leerlingen over deze plaatsen.
Voorwaarden
De stageplaats:
moet sociale bijdrage betalen voor tenminste één persoon;
is bonafide en voldoet aan de wettelijke voorschriften;
stemt haar activiteiten af op de stagedoelstellingen;
heeft voldoende veilige en kwalitatieve uitrusting en apparatuur ter beschikking.
De stagementor:
krijgt voldoende tijd en ruimte voor de stagebegeleiding.
Welke documenten moeten in orde worden gebracht
Het verloop van een stage wordt door de stagebegeleider grondig besproken a.d.h.v. een blanco stagedossier. Dit dossier bestaat uit twee delen: een administratief gedeelte en een stageschrift.
De individuele steekkaart is een document dat ingevuld moet worden door de leerkracht/ stagebegeleider en de stageplaats. Deze moet één maand voor de stage ingediend worden bij de stagecoördinator. Op basis van deze gegevens wordt dan een stageovereenkomst opgesteld.
De stageovereenkomst wordt door de stagecoördinator klaargemaakt. Deze overeenkomst wordt gesloten tussen de drie deelnemende partijen nl. de school, de stagegever en de leerling (of zijn ouders indien hij minderjarig is). Eén exemplaar van de ondertekende overeenkomst wordt vóór de aanvang van de stage aan de stagecoördinator bezorgd. Zonder ondertekende overeenkomst mag de leerling niet op stage vertrekken.
Een inhaalstage wordt schriftelijk vastgelegd, door de drie partijen ondertekend én als annex toegevoegd aan de originele stage-overeenkomst. Afspraken rond inhaalstage zijn terug te vinden in het stagereglement.
Specifieke afspraken per opleiding worden besproken in het stagereglement en maken integraal deel uit van het schoolreglement.
Bij elke stageovereenkomst wordt een activiteitenlijst toegevoegd waarmee de leerplandoelstellingen worden nagestreefd. Ze bevat de activiteiten die wel en niet mogen uitgevoerd worden om de veiligheid in het onderwijs te verzekeren.
De stageplanning is een overzicht van wanneer welke klassen op stage gaan.
Uit de risicoanalyse blijkt aan welke risico's de leerling-stagiair wordt blootgesteld en welke preventiemaatregelen hij moet treffen om deze risico's tot een minimum te beperken. Hieruit blijkt eveneens of de leerling-stagiair een arbeidsgeneeskundig onderzoek moet ondergaan.
Risicoanalyses en werkpostfiches zijn verplichte documenten die ter beschikking moeten worden gesteld door de stagegever. Indien de stageplaats niet over een risicoanalyse en/of werkpostfiche beschikt, dan stelt de school een risicoanalyse op en legt deze ter ondertekening voor aan de stagegever. Zonder getekende risicoanalyse mag de leerling niet op stage vertrekken.
Blokstage BSO
Er wordt een stageperiode van drie weken bij dezelfde stagegever ingepland. Dit is zo voor de leerlingen van:
- 5 en 6 centrale verwarming en sanitaire installaties;
- 5 en 6 houtbewerking;
- 7 bijzondere schrijnwerkconstructies;
- 7 verwarmingsinstallaties.
In de studierichting verzorging voorzien we drie periodes van vijf tot zes weken stage. Dit betekent dat er twee lessenroosters zijn:
lessenrooster 1 (stageweken): vier dagen blokstage en één vaste lesdag.
lessenrooster 2 (lesweken): vijf lesdagen. Alle lessen die wegvallen door de stage worden hier ingehaald.
Stage TSO
Het doel van de stage is om kennis te maken met het werkveld. Daarom wordt in het zesde jaar elektro-mechanica en mechanische vormgevingstechnieken gekozen voor een stageperiode van twee weken.
Bij korte blokstages (maximaal drie weken per schooljaar) worden geen inhaallessen georganiseerd.
Stagecijfer
Het stagecijfer wordt na onderling overleg door de stagementor en de stagebegeleider gegeven op basis van een voorgeschreven evaluatiedocument. Daarnaast evalueert de leerling-stagiair zichzelf om zijn gedrag bij te sturen.
De leerling-stagiair wordt beoordeeld op:
praktische kennis en vaardigheden: handigheid, nauwkeurigheid, vakkennis, tempo en veiligheid ...;
arbeidsattitudes;
het stageschrift.
Voor BSO staat het vak 'stage' afzonderlijk op het rapport. Er wordt een apart stagerapport voorzien.
Voor TSO is het een onderdeel van het vak praktijk. In de betreffende periode valt het praktijkcijfer uiteen in twee delen: praktijk en stage. Beiden tellen voor elk de helft mee.
Het stageschrift
Het stageschrift bevat:
De leerlingen krijgen verschillende opdrachten van de vakleerkrachten.
Registratieblad stagebezoeken: het bezoek van de stagebegeleider wordt altijd genoteerd en gehandtekend.
Elke dag noteert een leerling kort zijn stageactiviteiten en per periode schrijft hij één of meerdere dagverslagen.
Evaluatiedocumenten: de leerling wordt door de stagebegeleider en stagementor geëvalueerd op stage.
Eindevaluatie
De eindevaluatie gaat door op het einde van de stageperiode. Ze is gebaseerd op de evaluatie van de stagebegeleider, de stagementor en de leerling. Vorderingen t.o.v. de tussentijdse evaluatie worden besproken. De eindevaluatie wordt binnen de tien werkdagen met de leerling besproken. Op vraag van de leerling kan de stagementor hierbij aanwezig zijn.
Afwezig op stage
Bij iedere afwezigheid op stage verwittigt de leerling vóór de aanvang van de stage de:
stageplaats;
school: 011 35 04 20 (onthaal);
stagebegeleider: officieel verwittigen kan enkel telefonisch. Indien mogelijk liefst de dag voordien! Het telefoonnummer is terug te vinden op de stageovereenkomst. Wanneer de telefoon niet wordt opgenomen, kan je uitzonderlijk verwittigen via een sms-bericht of kan je een bericht inspreken.
Afspraken bij afwezigheid op stage zijn te raadplegen in het stagereglement.
Een afwezigheid op stage wordt steeds gewettigd met een doktersattest.
Gmiste stagedagen als gevolg van een afwezigheid worden in principe altijd ingehaald. Inhaalstage wordt georganiseerd in overleg met de leerling-stagiair, de stagementor én de stagebegeleider. Dit inhaalmoment kan plaatsvinden op woensdagnamiddag, op zaterdag of een lesvrije dag. Bij een tekort aan mogelijke inhaaldagen kunnen deze uitzonderlijk plaatsvinden tijdens een vakantieperiode.
Inhaalstage is niet nodig bij afwezigheid (tot een maximum van drie dagen) door overmacht vanuit de stageplaats. De school beslist of er overmacht is. Deze leerlingen moeten ook niet op school aanwezig zijn tenzij de leerling of zijn/haar ouders er zelf om verzoeken.
Blokstages worden chronologisch afgewerkt. De eerste stageperiode dient met andere woorden eerst afgewerkt te zijn alvorens de leerling kan overgaan naar de tweede stageperiode. Idem voor de tweede stageperiode. Dit wil zeggen dat het mogelijk is dat de derde stageperiode niet kan afgewerkt worden tijdens het normale schooljaar.
Er wordt pas een jaartotaal gegeven na het afwerken van de volledige stageperiode.
Het jaartotaal voor stage wordt met 30 % verminderd, wanneer een leerling-stagiair om dringende redenen zijn stage moet beëindigen, hetzij als gevolg van ontslag door het stagebedrijf, hetzij door een beslissing van de school.
Arbeidsgeneeskundig onderzoek
Voor de interne en externe dienst preventie en bescherming (IDPB en EDPB) van het schoolbestuur zijn volgende leerling-stagiairs onderworpen aan een arbeidsgeneeskundig onderzoek:
5VZ
omdat zij in contact komen met risicogroepen (baby’s, bejaarden) én met voeding. Zij worden eveneens ingeënt volgens de vigerende regelgeving;
6VZ en 7TBZ
omwille van de jaarlijkse opvolging en herhaling van de inentingen.
Ook de leerling-stagiairs die niet in bovenvermelde groep vallen én waarvan de stagegever een arbeidsgeneeskundig onderzoek vraagt op basis van de risico-analyse van de werkpost moeten dit onderzoek ondergaan.
Deze onderzoeken worden door de school georganiseerd en vinden hoofdzakelijk plaats op school. De kosten worden gedragen door ons schoolbestuur.
Verzekeringen afgesloten door het schoolbestuur
De schoolverzekeing is van toepassing voor de leerlingen op weg van en naar hun stageplaats.
Arbeidsongevallenverzekering dekt de schade wanneer de leerling een arbeidsongeval krijgt. Bij elk stagecontract is een document gevoegd dat ingevuld moet worden bij een eventueel arbeidsongeval.
De stagegever verbindt zich ertoe, d.m.v. de stageovereenkomst, een verzekering ‘aanstellersaansprakelijkheid’ af te sluiten.