Een examen is een schriftelijke en/of mondelinge momentopname van een groter geheel van leerstof gezien in een afgebakende periode. Het traditionele examen is een nog veel gebruikte evaluatievorm in het hoger onderwijs dus volgt de school dit om haar leerlingen hier op voor te bereiden.
Een algemene regel om voor ieder vak een examen af te nemen is niet opportuun. Het examen als evaluatievorm moet zijn nut hebben bij het beantwoorden van de deliberatievraag.
Voor iedere klas bestaat een oplijsting van de examenvakken met info over:
aard (schriftelijk - mondeling),
examenduur,
tijdstip van het examen.
Het aandeel dagelijks werk (DW) en examens (EX) in het jaartotaal is voor ieder vak hetzelfde: 50 % / 50 %.
In principe wordt er één examen per dag gepland.
Hiervan kan worden afgeweken o.a. examens op maandag, combinatie van vakken, als de planning dit niet toelaat of als examens moeten worden ingehaald. Het examenrooster wordt gepubliceerd in de nieuwsbrief.
De leerling mag, indien hij/zij dit nodig acht, langer werken dan de voorziene 2 lesuren bij een examen (20 minuten). De leraar voorziet een examen dat de leerling binnen 2 lesuren (100 minuten) kan afleggen. Leerlingen hebben dus twee mogelijkheden om te vertrekken: 10u10 of 10u30. Deze regeling geldt zowel voor de tweede als de derde graad.
Leerlingen met concentratieproblemen en ASS kunnen gebruikmaken van een prikkelarme omgeving (de zorgklas) indien zij dit wensen. De leerlingen in de zorgklas starten om 8u10. Zij geven hun examens dus allemaal af om 10u10. De leerlingen met voorleessoftware zitten automatisch in de zorgklas.
De leerlingen met taalmoeilijkheden en rekenmoeilijkheden leggen hun examens af in de sporthal en PV-hal. Op de banken worden gekleurde stickers voorzien zodat het visueel duidelijk is welke leerlingen gebruik mogen maken van zorgmaatregelen (bv. A3-exemplaar of steekkaart).