In oudere installaties wordt veelal gebruik gemaakt van één of meerdere kamerthermostaten, die samen bepalen wanneer de ketel dient op te starten.
Het gebruik van thermostatische kranen(THV) en zoneventielen, welke een "maximum temperatuur begrenzer" vormen, wordt bij een warmtepomp een problematische verhaal, daar je moet streven naar een zo groot en constant mogelijk hydraulisch debiet, overeenkomstig het maximale debiet van je warmtepomp.
Enkel op deze wijze kan de warmtepomp zijn energie kwijt.
Met het inregelen van het hydraulisch debiet, heb je dit evenwicht bereikt, wat je zou teniet doen indien je de zoneventielen en thermostatische kranen zou terug plaatsen.
Toch wel, in situaties waar je een ruimte tijdelijk wil verlagen in temperatuur kan het nuttig zijn maar in alle andere gevallen is het raadzaam om deze niet meer te gebruiken, behalve als je ruimtes hebt die zodanig moeilijk instelbaar zijn (te weinig warmte massa, te kleine radiatoren ) waardoor de verwarming meer "convectie warmte" wordt dan "stralingswarmte".
Het sluiten van een zoneventiel of thermostatische kraan heeft invloed op het totaal debiet.
Dit dient zo veel mogelijk te worden vermeden, zeker bij de start van de warmtevraag aan een warmtepomp omdat de warmtepomp bij het opstarten steevast een hoger vermogen levert en daarna terug regelt naar de behoefte.
Deze overschot aan vermogen zou leiden tot het vroegtijdig afschakelen doordat de temperatuur (Ta) te snel oploopt, waardoor het rendement van de warmtepomp negatief wordt beïnvloed.
Zorgen voor een maximaal debiet (lees warmte afgifte) bij de opstart is wenselijk.
Geleidelijk aan sluiten van enkele kringen, zonder een al te grote impact op het debiet, kan wel.
Je kan nu de thermostaten terug in gebruik nemen voor je bestaande CV werking, waarbij je de dag verhoging, boost en nachtverlaging kan optimaliseren.
De thermostaten dienen nu als warmte vrager en maximale temperatuur begrenzer voor je ganse woning.
Stel de hysterisch van de thermostaten in op maximaal +-0,4c, beter nog op +-0,2C..
Een eenvoudige thermostaat zoals EMOS 5607 is meer dan voldoende om op verschillende plaatsen in huis de temperatuur te meten en een contact te voorzien voor de ketel/warmtepomp.
Deze contacten kan je allemaal parallel zetten, waardoor er bij de vraag van één thermostaat, de ketel aanslaat en in alle kringen warmte levert, bij het open staan van alle zone ventielen.
De zoneventielen of thermostatische kranen zijn niet meer wenselijk of blijven op 5 staan.
Wanneer je een kamer hebt die uitgerust is met een convector, neem je best die thermostaat niet op in het aansturen van je ketel, daar de frequentie van aan/uit schakelen alsook de temperatuur verschillen bij deze verwarming veel te groot zijn.
Dit fenomeen treed trouwens ook op in een kamer waar nauwelijks warmtemassa is (frigokist)
In deze kamers kan je de maximum temperatuur beperken dmv de thermostaat/thermostaatkraan als dit wenselijk is, maar meestal zal het effect van de exacte temperatuur niet direct voelbaar zijn met luchtverwarming, wel het al dan niet aanwezig zijn van convectie.
Je zal merken dat het open of gesloten zetten van de kamerdeur hier al een grote invloed zal uitoefenen, iets wat je kan gebruiken om de ruimte te vergroten en zo de sterke stijgingen te temperen.(deur naar een niet verwarmde ruimte open zetten)
Zoals reeds aangehaald dien je de temperatuurverschillen klein te houden en vooral gebruik te maken van de aanwezige warmtemassa om een comfortabele temperatuur te behouden.
Wanneer je thermostaten hebt die twee regimes aankunnen, stel dan de verschillen tussen beide op maximaal 2c tussen dag en nacht(na 23h tot 6h).
Living: 21c - 19c
Badkamer: 22c - 20c
Slaapkamer: 16c - 14c
Bureau: 20c - 18c
Heb je thermostaten waarbij je meerdere temperaturen/tijdstippen kan instellen, dan kan je ook gaan voor een "boost" tijdens de late namiddag, zodat het huis extra wordt opgewarmd voor de avond en minder dient verwarmt te worden tijdens de nacht.
Het tijdstip van de boost, tussen 14h-18h is zo gekozen dat dit het warmste moment van de dag is, waardoor je bij een warmtepomp ook het hoogste rendement zal behalen en optimaal gebruik maakt van de warmte die eventueel door de zon reeds zou geleverd zijn.
Het opwarmen van de massa gaat hierdoor ook sneller en met een hoger rendement.
Voor de boost zet je de temperatuur 1c hoger dan de normale instelling.
In veel gevallen is de keuze van een lage keteltemperatuur niet mogelijk, maar ook niet wenselijk.
Redenen kunnen zij:
Keteltemperatuur kan niet zo laag gezet worden (vb laagste setpunt is 50c, oudere ketels)
Schoorsteen temperatuur inversie mogelijk (CO vergiftiging!) door te kleine looptijden van de CV.
De schoorsteen massa wordt onvoldoende warm om convectie te creëren waardoor de rookgassen kunnen worden afgevoerd (oude ketels, schoorstenen in steen zonder isolatie)
Gecombineerde systemen waar de keteltemperatuur hoog moet staan om ook de warm water boiler te voeden.
Boilers die geen apart stookregime aan de ketel opleggen en enkel met een thermostaat de ketel aan/uit zetten.
In oude systemen was de keteltemperatuur >60c, waardoor dit voldoende was om zonder specifieke regeling DHW te maken (Domestic Hot Water)
Hogere pomp verliezen doordat de kringen continu moeten gevoed worden.
Oudere installaties, waar de circulatiepomp continu draaide en deze niet met de ketel werd gestuurd.
Principes werden ook "hotelschakelingen" genoemd, waarbij het ring circuit steeds op temperatuur werd gehouden om zo snel iedere kamer op wens te kunnen verwarmen.
Comfort: Heel wat mensen willen tijdens de ochtend en avond momenten een "warm gevoel" hebben van hun CV installatie.
Dit kan maar als je voldoende hoge Ta voorziet, zodat de radiatoren en vloerverwarming "stralen" gedurende deze momenten.
Om al deze problemen op te lossen kan je nog steeds gebruik maken van je thermostaten ingesteld met een kleine dT(delta temperatuur).
Een bestaande ketel met teveel vermogen zal hierdoor frequent "pendelen", maar daardoor ook een meer constante temperatuur behouden in de ketel en de schoorsteen.
Ook een warmtepomp heeft baat bij deze maximum temperatuur begrenzing door de kamerthermostaten, waardoor de warmtepomp wordt uitgeschakeld als er geen warmtevraag is.
De thermostaat zal gebruikt worden om bij het bereiken van de gewenste temperatuur de ketel uit te schakelen, waardoor de straling geleidelijk zal afnemen en door de warmtemassa toch nog een aanvaardbare temperatuur behouden blijft.