Het inregelen van een verwarming vereist een aantal basis concepten van verwarmen, die dikwijls vergeten worden.
Het inregelen kan grotendeels gebeuren met een conventionele verwarming, alvorens over te schakelen naar een warmptepomp, waardoor je heel wat tijd spaart en een aantal euvels worden opgelost.
Vandaar dat deze procedure wordt beschreven voor het bepalen van een warmtepomp.
De maximale behoefte wordt uitgedrukt in Kw verwarmingsvraag en bepaald aan de hand van het verlies bij een lage temperatuur.
Het warmteverlies is afhankelijk van je isolatie(muren, dak, ramen, deuren, vloeren), gebruik (ramen/deuren open, verluchting) en de buitentemperatuur.
Er zijn verschillende sites waarop je een raming kan maken van je warmtebehoefte zoals https://bouw-energie.be/nl-be/bereken/warmteverliesberekening , welke je kan gebruiken om zowel verbeteracties als een concrete berekening te simuleren.
Dit geeft je alvast een indicatie en richting welke zaken je best eerst aanpak, alvorens over te gaan tot een nieuwe ketel of warmptepomp.
Het concrete voorbeeld van mijn woning geeft aan dat een ketel met een vermogen van 6kW, voldoende zou zijn.
De gasketel had een vermogen van 24Kw, zoals de meeste ketels met fossiele brandstoffen.
Ook wel thermische massa genoemd is het materiaal dat warmte kan "vasthouden".
Hoe groter de thermische massa is, hoe stabieler dat je de temperatuur dient te houden en kan houden met weinig energie.
Twee uitersten zijn:
De frigokist, waarbij enkel "lucht" als thermische massa dient
De betonnen bunker, waarbij zowel het beton, maar ook alle aarde erom heen als thermische buffer dient.
Bij de frigokist, is zelfs een haardroger een verwarming maar zet je het geheel af, dan is het direct koud.
Bij ventilatie wordt de warme lucht vervangen door koude lucht wat direct voelbaar is, denk maar aan de warmtekanonnen in evenement tenten.
Deze vorm van verwarmen is niet geschikt voor gebouwen die permanent bewoond worden, maar kan zeker nuttig zijn in gebouwen met weining warmtemassa, zoals houten bungalows of caravans.
De bunker, vraagt heel wat energie om op temperatuur te komen en indien hij werkelijk in de grond zit, zoals bij een kelder, is het opwarmen boven een bepaalde temperatuur nagenoeg onmogelijk.
Vandaar de aanbeveling om kelderruimtes ook buitenom te isoleren, als deze als woonruimte/speelruimte gebruikt worden.
Hier is een verwarming die juist uitgebalanceerd is de ideale oplossing, waarbij je de massa gebruikt om de temperatuurschokken door de veranderende buitentemperatuur op te vangen.
Om warmte te kunnen afgeven, dient er een temperatuursverschil te zijn.
Hoe hoger het verschil, hoe meer warmteafgifte.
De hoeveelheid warmte of warmteenergie (kW) die kan worden afgegeven door een verwarming (radiator, vloerverwarming, airco etc) is dus afhankelijk van het aangeboden temperatuur ten op zichte van de omgeving en de oppervlakte van de afgifteapperatuur.
Hieruit kan je al dadelijk concluderen dat veel oppervlakte zorgt voor een lagere temperatuurverschil , zoals bij vloerverwarming/wandverwarming.
Warmteafgifte gebeurt op twee manieren:
convectie, wat de lucht opwarmt, waarna de lucht op zijn beurt de muren, plafonten, meubels dient op te warmen.
Denk maar aan de haardroger, warmteblazers.
straling (infra rode straling) die rechtstreeks de materialen verwarmt die worden aangestraald.
Denk maar aan de zon bij vriesweer, vloer en wand verwarming.
De gecombineerde vorm kennen we als radiatoren, die zowel straling, van de voorste plaat, als convectie, van de tussenliggende ribbels, als afgifte gebruiken.
Het beschermd volume van een woning is dit volume wat naar buiten toe beschermd is tegen veranderende temperaturen of anders gezegd, wat "geisoleerd" is.
Als we het begrip warmtemassa en beschermd volume samen bekijken, zie je hier dat het beter is om je huis aan de "buitenkant"(voorzetgevels, spouwmuur, zolder etc) te isoleren en niet aan de binnenkant(gips binnenwanden met isolatie etc).
Dit is geen absolute keuze, want in sommige gevallen kan de isolatie beter aan de binnenkant staan wanneer je een ruimte hebt die je zeer sporadisch wil opwarmen in je huis, zoals een washok, slaapkamer met open venster, bureel etc.
Maar deze apart isoleren is zeker nodig, om niet de warmte uit andere ruimtes binnen het beschermde volume te onttrekken.
Gebruik je geen isoilatie van deze ruimtes, dan zal de naburige ruimte meer energie vragen dan verwacht en die je hier rekening mee te houden.
Het principe van verwarmen is zoveel energie toevoeren als er verloren gaat om een bepaalde binnentemperatuur te behouden bij een bepaalde buitentemperatuur.
Het is daarom een inherent "traag" proces.
Verwarmingen zoals in feestzalen, jeugdhuizen etc die slechts sporadisch worden gebruikt, vereisen een andere aanpak dan deze van een woning, die permanent bewoond is.
Hierbij heeft men nood aan piekbelastingen en snelle opwarmcurves om een behaagelijk gevoel te creëren.
Voor een permanent bewoonde woning is dit niet het geval.
Hierin wil men permanent een confortabele temperatuur met liefst zo weinig mogelijk schommelingen en verschillen tussen ruimtes (hal, kamer etc)
Om dit te verkrijgen met de bestaande verwarmingsafgifte installatie, moet je streven naar een evenwicht van afgifte in alle ruimtes binnen het beschermd volume en dit met een zo laag mogelijke aanvoer temperatuur (Ta).
Het gewenste resultaat verkrijg je als de debieten (hydraulische balans) in alle ruimtes op elkaar zijn afgestemd, zodat er enkel zoveel warmte wordt afgegeven als er verloren gaat bij een gewenste kamertemperatuur.
Het inregelen van deze hydraulische balans vormt het eerste gedeelte van je inregelproces en kan ook met een conventionele ketel worden uitgevoerd.