Beste ouders,

Tijdens het komende schooljaar staan de executieve functies van onze leerlingen in de focus. Voorbeelden van deze functies zijn : doorzettingsvermogen, werkgeheugen, volgehouden aandacht,… 


Doorheen ons nieuwe jaarthema ‘Hou je superkrachten in gedachten’, proberen we de kinderen speels en stapsgewijs te trainen in deze vaardigheden.

 

Waarom?

Hoe?

 

Helpen jullie mee ???


SEPTEMBER/OKTOBER

onthoud-en doekracht

Onthoud- en doekracht

Je Onthoud- & Doekracht zet je in als je dingen tegelijkertijd moet onthouden en doen.  Je maakt dan gebruik van je werkgeheugen.

Soms heb je ook informatie uit je langetermijngeheugen nodig om een taak te kunnen volbrengen. Bijvoorbeeld om oplossingsstrategieën en andere relevante informatie op te diepen en in te zetten.

Op veel momenten zet je je werkgeheugen in :

Zelf eens oefenen?

Bij spelletjes zoals Ik ga op reis en ik neem mee en memory wordt er een groot beroep gedaan op het werkgeheugen.


NOVEMBER/DECEMBER

Stop-en startkracht

Startkracht 

De mogelijkheid om een taak te beginnen of starten =  taakinitiatie of startkracht. Het gaat om het zetten van de eerste stap en het nemen van initiatief.  Het starten van een taak is soms lastig voor leerlingen.

Kinderen die moeite hebben met Startkracht schuiven dingen voor zich uit, vaak tot het moment dat het echt opgepakt moet worden. Door kinderen te leren hoe ze zichzelf aan het werk kunnen zetten, train je hun Startkracht. 

Bij deze Breinkracht is het belangrijk om goed te observeren.

Waarom lukt het niet om te starten? Vaak liggen er problemen met een andere Breinkracht aan ten grondslag. Observeer dus daarom altijd goed wat er gebeurt.


Zelf eens oefenen ?

Werken met treuzeltijd, een startbel of een beloning zijn technieken die helpen om te starten met een taak.


Stopkracht

Stopkracht = de vaardigheid om je in te houden, om je impulsen te controleren. 

Voorbeelden :

Een goed ontwikkelde 'stopkracht' krijg je niet zomaar. Het is een proces dat moet groeien, getraind moet worden en vooral de tijd moet krijgen.

Zelf eens oefenen ?

Spelletjes als Halli Galli, Zeg geen ja en geen nee, Annemaria koekoek, zijn hier uitermate geschikt voor.


JANUARI/FEBRUARI

Gevoelskracht

Gevoelskracht

Als je kinderen sterkt in hun Gevoelskracht dan leer je ze hun emoties te reguleren. Alle emoties mogen er zijn, maar elke emotie kent zijn plaats en tijd.

Te lang blijven hangen in een emotie kan belemmerend zijn, voor jezelf en je omgeving. Uiteraard is het belangrijk om dit in het licht te zien van de ontwikkeling.

Als een kleuter huilt omdat zijn moeder weggaat als de school begint, maken we ons geen zorgen. Als een kind in de bovenbouw dit doet wel.



MAART/APRIL

Buigkracht

Cognitieve flexibiliteit noemen we Buigkracht. Als je moet schakelen gebruik je je Buigkracht. Als je moet omgaan met veranderingen ook. En ook als je meerdere of juist andere oplossingen voor een probleem nodig zijn.

Buigkracht staat voor cognitieve flexibiliteit. 

Kinderen die hier moeite mee hebben, houden erg vast aan de structuur, geven controle niet graag uit handen en hebben moeite met veranderingen. De dingen in het leven gaan niet altijd zoals je dat gepland of van tevoren bedacht had. 

Daarom is het zinvol om de Buigkracht van kinderen te versterken. Dit doe je door ze niet alleen te betrekken bij de structuur die je aanbrengt, maar ook door ze te betrekken bij het langzaam loslaten ervan.

Mysterie-activiteiten, activiteiten met een open einde of opdrachten waarbij de uitkomst niet vast staat zijn uitermate geschikt om Buigkracht te trainen.