Leerlingenzorg

Inleiding

Passend onderwijs

Alle scholen in het basis en voortgezet onderwijs in een regio zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het onderwijs in die regio. Als samenwerkingsverband organiseren zij dan het onderwijs. Dat betekent ook dat zij samen passende oplossingen moeten vinden voor kinderen met leer- en gedragsproblernen.

Zorgplicht

Ook is er een zorgplicht: scholen mogen geen leerlingen meer afwijzen, tenzij ze een goed alternatief bieden. Het is de ambitie om kinderen met extra ondersteuning langer op de reguliere school te houden. En hen daar tot betere resultaten te laten komen. Of deze kinderen gaan (tijdelijk) naar het speciaal onderwijs en daar waar mogelijk met begeleiding terug naar de school van herkomst.

Rol van de gemeente

De samenwerkingsverbanden en scholen zijn verantwoordelijk voor de lichte en zware onderwijsondersteuning. De gemeente is met de decentralisatie van de jeugdzorg en het huidige preventieve jeugdbeleid verantwoordelijk voor de zorg in en om het onderwijs.

De praktijk op school

Kinderen zijn in hun ontwikkeling verschillend, zowel in niveau als in tempo. Binnen de methoden kan aan een deel van de verschillen worden tegemoet gekomen. Voor wie dit ontoereikend is, zal de leerkracht overleggen met de zorgcoördinator van de school.

Wanneer de resultaten van een leerling bij het (begrijpend) lezen, rekenen of schrijven, achter blijven,zal de leerkracht in overleg met de ouders en het kind besluiten om het kind extra hulp te bieden. Het betreft kortlopende hulp (niet langer dan 6 weken). Deze vorm van hulp vindt plaats tijdens het zelfstandig werken in de klas en is onderdeel van de weektaak, de zogenoemde eigen taak. Leerlingen met dezelfde hulpvraag worden in een groepje geclusterd. Wanneer blijkt dat het kind deze hulp niet meer nodig heeft, wordt het kind, na overleg met de ouders uit het groepje geplaatst. Wanneer de geboden hulp niet het gewenste resultaat oplevert wordt de betreffende leerling besproken met de intern begeleider in een groepsbespreking en samen met de parallel collega’s gezocht naar andere interventies.

Soms is verdiepende inzicht in het functioneren van het kind nodig om een kind de hulp te bieden die hij/zij nodig heeft. In die gevallen verzoeken we de ouders ons toestemming te geven om het kind te laten onderzoeken door een onderwijskundige van Het Centrum Educatieve Dienstverlening (CED) of door te verwijzen naar een kinderarts of externe intanties zoals GGZ Delfland, Fortagroep. De resultaten van zo’n onderzoek worden in een schriftelijk verslag neergelegd met daaraan gekoppeld een handelingsplan/OPP om het geconstateerd probleem daadkrachtig aan te pakken. Handelingsplan/OPP en verslag worden door de onderwijskundige met de ouder(s)/verzorger(s), leerkracht en intern begeleider besproken. Naast leerproblemen kunnen er gedragsproblemen zijn. Dit kan leiden tot een handelingsplan ten aanzien van het gedrag. Verder is “De Klinker ” aangesloten bij het samenwerkingsverband "Onderwijs Dat Past" Schiedam, Vlaardingen, Maassluis. Een vaste medewerker, de zgn. onderwijsspecialist, van dit samenwerkingsverband is aan de school verbonden.

Het samenwerkingsverband heeft zitting in het Ondersteuningsteam (OT, zie ook verder) op school. Binnen het OT wordt er besloten of er preventieve ambulante begeleiding ingezet moet worden of advies voor plaatsing in het S(B)O. De Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het samenwerkingsverband beslist of een kind in het speciaal onderwijs geplaatst kan worden. Indien er sprake is van een cluster indicatie kunnen ouders ervoor kiezen om op de reguliere basisschool te blijven met een arrangement of voor uitplaatsing naar het SO te kiezen.

Andere hulpverlening waar we naar door kunnen verwijzen is: logopedie, fysiotherapie en onze gezinsspecialist van Minters. Doorverwijzing naar logopedie (ook naar de praktijk in school) gebeurt meestal na screening van de school logopediste.

Er zijn op school twee zorgcoördinatoren. Gedurende het schooljaar overleggen zij meerdere malen, op vaste momenten, met de leerkracht. Tijdens deze gesprekken komen de toetsresultaten aan de orde, alsmede het gedrag en de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen.

Indien nodig volgt hieruit extra zorg voor leerlingen of een bijstelling daarvan. Steeds zal er gekeken worden wat er voor het kind nodig is, hierbij kan ook besloten worden tot een eigen leerlijn voor een bepaald vakgebied. Onder een eigen leerlijn verstaan wij dat kinderen werken op eigen aangepast niveau en tempo met bijvoorbeeld rekenen, spelling, taal. Bij de andere vakken werken deze kinderen met de groep mee.

De zorgcoördinator onderzoekt zo nodig individuele kinderen, houdt (advies) gesprekken met ouder(s)/verzorger(s) en verwijst, als daar aanleiding toe is, door naar externe deskundigen of naar ander onderwijs. De zorgcoördinator vraagt advies aan en onderhoudt contacten met externe deskundigen zoals:

enz.

Voor meer informatie over passend onderwijs, zie http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/passend-onderwijs

Ondersteuningsteam (OT)

Door samen te werken kan er snel en adequaat hulp worden geboden waar dat nodig is.

Daarom heeft De Klinker een Ondersteuningsteam (OT). Dit team heeft als basis samenstelling:

Per bespreekgeval kan het team worden uitgebreid met bijv. een medewerker van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), een medewerker van Jeugdzorg, een Leerplichtambtenaar, een Kinderarts, etc. Ook leerkrachten en - om de lijnen nadrukkelijk kort te houden - de ouder(s)/verzorger(s).

Voor kinderen die in aanmerking komen om te worden besproken is altijd toestemming van ouder(s)/verzorger(s) nodig.

Wordt een kind ingebracht ter bespreking, dan is dat om zowel het kind, de leerkracht, maar ook ouder(s)/verzorger(s) op een juiste manier verder te helpen/te ondersteunen. Deze "Klinker-OT" zal in het schooljaar 2021-2022 zo'n 6 keer per jaar op een donderdagmiddag van 15:30-17:00 bij elkaar zal komen.

Alle inspanningen ten spijt, kan het voorkomen dat de school handelingsverlegen blijft en plaatsing in het SBO/SO noodzakelijk is. Deze procedure wordt geïnitieerd vanuit het Ondersteuningsteam.

SBO (Speciaal Basis Onderwijs)

Scholen voor speciaal basisonderwijs zijn basisscholen bedoeld voor: moeilijk lerende kinderen, kinderen met opvoedingsmoeilijkheden en alle andere kinderen die speciale zorg en aandacht nodig hebben. Sbo scholen en reguliere basisscholen hebben dezelfde kerndoelen. Een leerling op een sbo krijgt eventueel meer tijd om het kerndoel te bereiken

SO (Speciaal Onderwijs)

De scholen voor speciaal onderwijs zijn verdeeld in vier clusters.

  • Cluster 1: In cluster 1 zijn er in totaal 2500 visueel beperkte leerlingen. De ruime meerderheid gaat, met ambulante begeleiding, naar het reguliere onderwijs, de overige bezoeken de scholen van Vivis zelf of gaan naar andere vormen van speciaal onderwijs;

  • Cluster 2: Onder cluster 2 vallen scholen voor dove en slechthorende kinderen en scholen voor kinderen met ernstige spraak- en/of taalmoeilijkheden, mogelijk in combinatie met een andere handicap. (De Klinker heeft een samenwerking met de Kon. Auris groep om licht- en mediumsettings op school uit te voeren. Deze kinderen hoeven dan niet naar het SO) ;

  • Cluster 3: Onder cluster 3 vallen de scholen voor leerlingen met verstandelijke (ZML) en/of lichamelijke beperkingen (LG/MG), leerlingen die langdurig ziek zijn (LZ) en leerlingen met epilepsie.

  • Cluster 4: Kinderen die vanwege hun gedragshandicap of psychiatrische problemen een structurele beperking in hun onderwijsparticipatie ondervinden, gaan naar scholen die vallen onder cluster 4.

Op de Klinker willen wij aan alle kinderen het onderwijs bieden dat zij nodig hebben. Dit houdt in dat wij ook kinderen die hoogbegaafd zijn of meer aankunnen extra willen uitdagen in hun onderwijsaanbod. Dit kan door middel van onder andere een plus programma, webquesties, andere talen leren, en wordt begeleidt door de intern-begeleiders. Het opstarten van bovengenoemde uitdagingen gaat altijd in overleg met ouder(s)/verzorger(s) en kinderen.

Indien voor alle betrokkenen akkoord, dan kan een kind ook een dag werken op het PRIMO HB lespunt. Hierin speelt ook het ondersteuningsteam een rol. Zie deze Hand-out voor meer informatie over hoogbegaafdheid.

In een schoolondersteuningsprofiel worden de mogelijkheden van de school beschreven voor het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Dat levert een beeld op van zowel de onderwijsinhoudelijke als de procesmatige en structurele kenmerken van de school op het niveau van basis- en extra ondersteuning. Daarvoor worden veel gegevens opgenomen die direct en indirect betrekking hebben op de mogelijkheden van de school. Het gaat bijvoorbeeld om gegevens over de aanwezige deskundigheid in het team, de ruimte die er is om aandacht en tijd te schenken aan de leerlingen, de methodieken en voorzieningen waarover het team beschikt, de kwaliteit van de organisatie, enzovoort. Al deze gegevens worden gebruikt om de ondersteuning die de school kan bieden te beschrijven op twee niveaus: basisondersteuning en extra ondersteuning.

De basisondersteuning beschrijft het niveau dat van alle scholen uit het samenwerkingsverband verwacht wordt. De afspraken over de invulling van de basisondersteuning worden op het niveau van het samenwerkingsverband gemaakt en gelden voor alle deelnemende scholen. De basisondersteuning heeft betrekking op onderwijsinhoudelijke aanpakken en op de kwaliteit van de ondersteuningsprocessen in de school.

Voor de laatste versie van ons ondersteuningsprofiel klikt u HIER.

Samenwerking met de Koninklijke Auris Groep

Ongeveer 5 procent van de kinderen heeft een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Kinderen met een TOS hebben een normale intelligentie, maar veel moeite met het uiten en begrijpen van taal. Kinderen die de taal niet goed beheersen kunnen informatie minder goed verwerken en onthouden en hebben daardoor moeite met leren. Ook kunnen ze vaak niet goed verwoorden wat ze voelen en denken en slecht begrijpen wat een ander bedoelt; hierdoor zijn ze sociaal-emotioneel kwetsbaar. De Klinker werkt samen met de Koninklijke Auris Groep zodat deze kinderen prima op onze school begeleid kunnen worden.

Leerlingvolgsysteem en dossier

De Klinker hanteert drie leerlingvolgsystemen om de vorderingen van de kinderen in kaart te brengen:

  • Het CITO Leerling Volg Systeem (CITO-LOVS) voor de cognitieve vakken zoals lezen, spelling, rekenen en taal. (Zie HIER de toelichting van de grafieken die in de groepen 3-8 aan de ouder(s)/verzorger(s) na afname dat tijdens een rapport-/voortgangsgesprek wordt gedeeld);

  • De leerlijnen van het jonge kind in de peuterspeelzaal en groepen 1-2;

  • Het programma ZIEN in de groepen 3 t/m 8 voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling.

Deze leerlingvolgsystemen zijn een manier om de vorderingen van individuele leerlingen systematisch bij te houden.

Een groot aantal gegevens van het leerlingendossier kunt u zien in de Parro app.

Zie verder ook "Privacy en de wet AVG"

Rapportage

De volgsystemen en de toetsen in de methoden vormen de basis voor de rapporten en de gesprekken met ouder(s)/verzorger(s).

Hieronder staat per groep vermeld wanneer, wat en hoe wordt gerapporteerd.

groepen 1/2:

  • 2 x rapportgesprek aan de hand van de leerlijnen in januari en juni.

groepen 3-7:

  • In november/december: bespreking toetsresultaten (toetsen methoden) en sociaal-emotionele ontwikkeling. U krijgt overzichten op papier mee.

  • In maart/april: bespreking toetsresultaten (toetsen methoden en de CITO-toetsen) en sociaal-emotionele ontwikkeling. U krijgt overzichten op papier mee.

  • Aan het eind van het schooljaar worden de laatste overzichten aan de kinderen in het rapportmap zelf meegegeven. Een gesprek kan dan op aanvraag van de ouder(s)/verzorger(s) of op verzoek van de leerkracht plaatsvinden. Vaak is het beter aan het begin van het schooljaar een gesprek aan te gaan met de nieuwe leerkracht.

groepen 8:

  • In november ontvangen de ouder(s)/verzorger(s) een uitnodiging voor een gesprek over het voorlopig advies voor het Voortgezet Onderwijs aan de hand van toetsresultaten (toetsen methoden), het leerlingvolgsysteem CITO-LOVS, de uitslag van de ADIT toets en de sociaal-emotionele ontwikkeling, waar onder gedrag en werkhouding. U krijgt overzichten op papier mee.

  • Begin maart volgt een gesprek met het definitieve advies voor het VO.

  • Het laatste rapport wordt samen met het getuigschrift tijdens de afscheidsavond uitgedeeld.

De uitslagen van de CITO toetsen van ons LOVS treft u ook - na een aantal weken na de afname - aan op het ouderportaal.

De data van de verschillende rapportageavonden treft u aan op de kalender van de school (zie website: www.klinkerschiedam.nl).

Klik HIER voor het protocol overgang basisonderwijs - voortgezet onderwijs van De Klinker.

Het onderwijskundig rapport

Aan de ouder(s)/verzorger(s) van kinderen die de school tussentijds verlaten worden de gegevens - indien ouder(s)/verzorger(s) akkoord - digitaal via OSO versleuteld naar de nieuwe school gestuurd. Daarin staat in ieder geval hoe ver het kind is gevorderd.

In groep 8 krijgen de ouder(s)/verzorger(s) een onderwijskundig rapport mee na het adviesgesprek met de eindadvisering van school. Hierin staan de vorderingen en de schoolloopbaan van het kind vermeld. Ook dit rapport komt digitaal - na toestemming van ouder(s)/verzorger(s) - bij de school van VO terecht.

Zittenblijven/doubleren/kleuterverlenging

De Klinker staat kritisch tegenover het zittenblijven en probeert dit zo veel mogelijk te voorkomen. Wij bieden een kind alleen de gelegenheid voor een extra leerjaar als wij verwachten dat dit zinvol voor het kind zal zijn. Na groep 5 wordt er in principe niet meer gedoubleerd.

Voor de kinderen die in oktober, november, december naar school komen (de zgn. herfstkinderen), wordt nadrukkelijke bekeken of een kind over kan gaan naar groep 2. Zie verder ons protocol.

Plaatsing van leerlingen met een handicap

Zie hiervoor ook ons ondersteuningsprofiel hierboven.

In principe is elk kind welkom op onze school, met of zonder handicap. Het onderwijsaanbod wordt zoveel mogelijk afgestemd op wat elk kind nodig heeft. Een gehandicapt kind heeft extra zorg en begeleiding nodig en daarvoor kan extra geld vanuit het samwerkingsverband beschikbaar worden gesteld. Soms is het niet mogelijk een kind op onze school onderwijs te bieden dat voldoende tegemoet komt aan zijn of haar ontwikkelingsbehoeften. Deze kinderen zijn beter op hun plaats in het speciaal (basis)onderwijs.

De volgende grenzen worden getrokken:

  • Verstoring van rust en veiligheid.

  • Verhouding van verzorging/behandeling en onderwijs.

  • Verstoring van het leerproces.

  • Gebrek aan opnamecapaciteit.

Scholen hebben zorgplicht; indien een kind aangemeld wordt en niet geplaatst kan worden, zal ook De Klinker moeten zorgen voor een andere onderwijsplek.

Gezinsspecialist

Even voorstellen:

Ik ben Marieke Webbers van Minters en als gezinsspecialist verbonden aan De Klinker.

Waarom een gezinsspecialist?

Het kan zijn dat het net niet lekker gaat met een kind op school of in de thuissituatie. Voorbeelden zijn; de ontwikkeling van het kind stagneert onverwachts, het kind kan zich moeilijk concentreren, wordt gepest of vertoont ander gedrag dan anders. Er kunnen tal van redenen zijn waarom een kind dit gedrag laat zien. Heel vaak gaat dit gedrag gewoon weer over, maar soms zijn er twijfels bij ouders of de school of het gedrag van het kind de ontwikkeling kan belemmeren in de toekomst. De school kan dan mij als gezinsspecialist inschakelen. Ik ben werkzaam op school en de docenten, pm'ers en ouder(s) kunnen mij om advies of kortdurende begeleiding vragen.

Wat doe ik?

Als ik word ingeschakeld vindt er een gesprek plaats met de ouder(s) en de leerkracht of pm'er en eventueel het kind zelf om te horen wat er aan de hand is. Ik ben er altijd op gericht om goed aan te sluiten bij de vragen van het kind, de ouders en school. Ik kijk vooral naar de mogelijkheden van het kind in wisselwerking met de ouders en de school. Soms is een adviesgesprek al voldoende, in ieder geval is er altijd sprake van kortdurende begeleiding. Als er aanvullende hulp nodig is organiseer ik een passend aanbod van opvoed- en opgroeiondersteuning.

Wat voor soort vragen?

Zowel voor korte, concrete opvoedings- en ontwikkelvragen , als complexere ondersteuningsvragen, kunt u contact met mij opnemen. Voorbeelden van vragen zijn:

  • Mijn kind luistert niet en ik heb alles al geprobeerd.

  • Het lijkt wel of mijn kind steeds drukker/agressiever/stiller wordt.

  • U bevindt zich in een moeilijke situatie en vraagt zich af hoe u uw kind het beste kan opvangen.

Verschil schoolmaatschappelijk werker en gezinsspecialist

De functie gezinsspecialist vervangt het schoolmaatschappelijk werk. De gezinsspecialist heeft een uitgebreider takenpakket. Niet alleen spreek ik kinderen, maar ik ondersteun ook het gezin. Ik ben contactpersoon voor het kind, ouder(s) en school, ook als er contact wordt opgenomen met het wijkteam. Tot slot besteden we meer aandacht aan preventieve ondersteuning zoals het geven van voorlichting.

Aanmelding

Via de leerkracht, pm'er, intern-begeleider of rechtstreeks met mij, kunt u contact opnemen: 06-31112520. De gesprekken zijn vertrouwelijk en gratis. In afstemming met ouders geef ik na het gesprek relevante informatie voor de school door aan de intern-begeleider van de school.

Schoollogopedie

In de leeftijd van 4 t/m 6 jaar neemt de spraak- en taalontwikkeling een belangrijke plaats in.

Aan het begin van het schooljaar vinden observaties van alle kinderen van de groepen 1-2 in de klas door de schoollogopediste plaats.

Mocht deze zich niet goed ontwikkelen, dan kan er na toestemming van de ouder(s)/verzorger(s) gebruik worden gemaakt van de diensten van onze logopediste. Zij is 1 keer per 14 dagen een dagdeel op onze school aanwezig. Zij is in dienst van het samenwerkingsverband en doet onderzoek, controleert en geeft advies. Eventueel verwijst zij uw kind naar een huisarts, behandelend logopediste of KNO-arts.

Daarnaast begeleidt en/of adviseert zij ouder(s)/verzorger(s) en leerkrachten in aspecten van de spraak- taalontwikkeling.

De jeugdverpleegkundige en jeugdarts van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) zien alle kinderen, op school of op het CJG. Bijvoorbeeld tijdens een gesprek in groep 2 en 7, of als uw kind een prik krijgt. Daarnaast heeft het CJG een rol bij schoolziekteverzuim, in het schoolzorgteam en is aan de school een jeugdverpleegkundige verbonden.

Uitnodiging groep 2: meten, wegen en meer

Wanneer uw kind in groep 2 zit, ontvangt u een uitnodiging om samen langs te komen voor een afspraak op het CJG of op school. Bij de uitnodiging zitten twee vragenlijsten.

Tijdens de afspraak onderzoeken we de ogen, oren en motoriek van uw kind. Ook wordt uw kind, in ondergoed, gemeten en gewogen. Aansluitend is er ruimte om met de jeugdarts in gesprek te gaan. We gebruiken hiervoor de antwoorden van de ingevulde vragenlijsten. Heeft u vragen over de opvoeding, thuis- of schoolsituatie of gezondheid van uw kind, dan kunt u ze stellen.

Uitnodiging 9 jaar: vaccinaties

In het jaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het een uitnodiging voor twee vaccinaties: de DTP-prik tegen difterie, tetanus en polio en de BMR-prik tegen bof, mazelen en rode hond. U ontvangt hierover vooraf een brief via het RIVM.

Uitnodiging groep 7: meten, wegen en meer

Ook in groep 7 nodigen wij u en uw kind uit voor een afspraak op school of op het CJG. U heeft dan een gesprek met de jeugdverpleegkundige. Omdat er in deze periode veel gebeurt, hebben ouders/verzorgers vaak vragen. Bijvoorbeeld over de beginnende puberteit, emotionele ontwikkeling, omgang met sociale media etc. Deze vragen kunt u stellen aan de jeugdverpleegkundige. Ook wordt uw kind, in ondergoed, gemeten en gewogen.

Vóór de afspraak vragen we u om thuis een digitale vragenlijst in te vullen, de SDQ-vragenlijst. Deze kunt u anoniem invullen. U kunt de antwoorden meenemen naar de afspraak en bespreken met de jeugdverpleegkundige.

Komt de jeugdverpleegkundige naar de school van uw kind en kunt u niet aanwezig zijn? Dan wordt uw kind alleen gewogen en gemeten. Uw kind mag hierbij de kleding aan laten. De resultaten krijgt uw kind mee naar huis in een brief van de jeugdverpleegkundige.

Schoolziekteverzuim

Samen met de school van uw kind, wil het CJG meer aandacht geven aan kinderen die door ziekte niet naar school kunnen komen. Lang of veel ziek zijn kan gevolgen hebben voor de schoolprestaties en daardoor ook voor het welzijn en de gezondheid van uw kind. Uw kind wordt dan, met medeweten van u, door de school aangemeld bij de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van het CJG.

Zorgteam op school

Het zorgteam bestaat uit verschillende deskundigen die met elkaar overleggen en verbonden zijn aan de school. Afhankelijk van de vraag kan school de jeugdverpleegkundige van het CJG uitnodigen om deel te nemen aan het zorgteam. Hier wordt u altijd van op de hoogte gebracht.

De jeugdverpleegkundige op school

Heeft u een vraag, bijvoorbeeld over voeding, beweging, slapen, luisteren of (faal)angst? De jeugdverpleegkundige luistert naar u en denkt graag met u mee!

De jeugdverpleegkundige die aan de school van uw kind verbonden is:

Alles over gezond en veilig opgroeien

Het CJG is dé plek waar ouders, verzorgers, kinderen, jongeren en professionals terecht kunnen met vragen over gezondheid, opvoeden, opgroeien en verzorging. Er werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, doktersassistenten, pedagogen en andere deskundigen om samen met u gezond en veilig opvoeden en opgroeien mogelijk te maken. Als u dat wil, bieden zij u en uw kind (van -9 maanden tot 18 jaar) ook advies en ondersteuning.

Ga voor meer informatie over het CJG, privacy of voor opvoedinformatie naar onze website www.cjgschiedam.nl.

Zorgteam op school

Het zorgteam is een overleg met verschillende deskundigen en verbonden aan de school. Afhankelijk van de vraag kan de school de jeugdverpleegkundige van het CJG uitnodigen om deel te nemen aan het zorgteam.

Alles onder één dak

Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is dé plek waar ouders, verzorgers, kinderen, jongeren en professionals terecht kunnen met vragen over gezondheid, opvoeden, opgroeien en verzorging. Als u het nodig vindt, biedt het CJG u en uw kind (van -9 maanden tot 18 jaar) ook advies en ondersteuning. Er werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, doktersassistenten, pedagogen en andere deskundigen om samen met u gezond en veilig opvoeden en opgroeien mogelijk te maken.

Kindercoach in school

Mijn naam is Saskia Goudswaard en ik werk al een even op De Openbare Daltonbasisschool De klinker als Juffrouw Koffer Kindercoach.

Een kindercoach is waardevol op school. Juffrouw Koffer kan de bindende factor tussen school, leerkracht, ouders en het kind. Samen kijken we hoe we het kind op weg kunnen helpen, zodat het kind met plezier en vertrouwen naar school gaat en met een positief gevoel thuiskomt.

Sommige leerlingen hebben, al dan niet tijdelijk, extra ondersteuning nodig om goed te kunnen blijven meedoen met het onderwijsaanbod school. Dit kan allerlei verschillende oorzaken hebben. Bijvoorbeeld een leerachterstand, sociaal emotionele problemen of specifieke onderwijsbehoeften vanwege AD(H)D of autismespectrumstoornis. Maar ook weinig zelfvertrouwen, faalangst, werkhouding, concentratie, planning of doorzettingsvermogen zijn goed te coachen.

De Openbare Daltonbasisschool De Klinker verwijst kinderen door naar Juffrouw Koffer waarna ik contact met u zal opnemen om nader kennis te maken. Mocht u als ouders/verzorgers vragen hebben over uw kind dan mag u altijd vrijblijvend contact opnemen.

Saskia Goudswaard, telefoon: 06 39 74 99 27, e-mail: saskia@juffrouwkoffer.nl, www.juffrouwkoffer.nl

Met de meeste kinderen/jongeren in de stadsregio Rotterdam gaat het goed. Er is echter een categorie kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar dat risico’s loopt of met problemen kampt. Het is belangrijk dat die kinderen/jongeren in beeld gebracht worden en worden gehouden. Zij lopen nl. het risico van een verstoorde ontwikkeling en kunnen zo niet optimaal hun toekomst vormgeven. Kinderen hebben recht op bescherming, op een goede opvoeding en een adequate opleiding. Maar als dat in gevaar komt vraagt dat om een gezamenlijke aanpak van de organisaties die met deze jongeren te maken hebben.

De MULTIsignaal verwijsindex, een zorgvuldig afgeschermde webbased applicatie, zorgt ervoor dat betrokken hulpverleners onderling van elkaar weten dat zij betrokken zijn bij hetzelfde kind/jongere. Via MULTIsignaal werken organisaties, die met jongeren/kinderen werken, nauw samen. Met elkaar vormen ze een sluitend netwerk om de kinderen/jongeren heen die risico’s lopen of problemen hebben. Door de problemen vroegtijdig te signaleren in MULTIsignaal kunnen de hulpverleners met elkaar optrekken en de kinderen/jongeren en hun ouders (passend) begeleiden. Door vroegtijdig te signaleren en begeleiding te bieden kan erger worden voorkomen.

Voor iedereen die met (risico-)jeugd te maken heeft is MULTIsignaal belangrijk gereedschap.

Ook De Klinker (en alle andere scholen in Schiedam en Vlaardingen) kan bij zorgen in MULTIsignaal een signaal afgeven. Ouder(s)/verzorger(s) worden vooraf daarover geïnformeerd.

Van de basisschool naar het voortgezet onderwijs (V.O.)

Klik HIER voor de stappen/het protocol.