De geldende wetgeving in de ziekenhuizen
Het koninklijk besluit van 12 januari 1970:
«Aan de bedienaren van de erediensten en de lekenraadgevers die door de patiëntengevraagd worden, zal ongehinderd toegang worden verleend tot de inrichting: zij moeten ervoor de uitoefening van hun opdracht de geschikte sfeer en faciliteiten vinden. Volledige vrijheid van levensbeschouwing, godsdienst en politieke overtuiging dient aan iedereen gewaarborgd».
De nieuwe omzendbrief van Minister de Saeger (5/4/1973) zorgde voor een blijvende regelgeving:
· Het principe dat de patiënt bij opname in een ziekenhuis van zijn/haar rechten moet worden ingelicht via een informatienota waarvan de tekst vastligt (het keuzeformulier)
· De erkenning van de Stichting als zendende instantie:
· Een prestatievergoeding die verrekend wordt in de verpleegdagprijs.
· Het recht om op elk ogenblik een beroep ter doen op de consulent en verplichting van het ziekenhuis om de consulent zo vlug mogelijk te verwittigen.
Deze richtlijnen zijn nog steeds van toepassing en bevestigd in de ministeriële omzendbrief van de ministers De Galan en Colla (13 maart 1997).
De geldende regelgeving in de woonzorgcentra
Er is geen wettelijk statuut voor de moreel consulent in de woonzorgcentra. De geldende regelgeving voor de toegang en dergelijke wordt wel geregeld via een aantal bepalingen die zijn opgenomen in het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019 en de bijhorende bijlage 11 BVR 28 juni 2019.
Artikel 2. §1. van het woonzorgdecreet
“ De zorg en ondersteuning die een persoon met een zorg- en ondersteuningsvraag als geheel benadert, rekening houdend met aspecten van medische, psychosociale, levensbeschouwelijke en culturele aard en ook met de factoren uit het dagelijkse leven”
- Artikel 4 §1 met betrekking tot de gebruikersgerichte werkingsprincipes
artikel 34 §1
“Levensbeschouwelijke begeleiding in het bereik brengen op vraag van de gebruiker”
Bijlage 11 bij Besluit Vlaamse Regering 28 juni 2019 legt de specifieke erkenningsvoorwaarden voor woonzorgcentra. Een belangrijk punt hierin is de interne afsprakennota (art.13)
De organisatie van de levensbeschouwelijke ondersteuning:
garantie van vrije toegang voor de bedienaren van de erediensten en de mogelijkheid om actuele lijst van de bedienaren en afgevaardigden aan te bieden en de mogelijkheid moet bestaan deze te kunnen opvragen (door de bewoner). eventuele wijzigingen moeten vooraf worden meegedeeld (30 dagen op voorhand) en kunnen pas worden toegepast dertig dagen na de kennisgeving ervan aan de bewoner.
Art.29 van de bijlage verwijst naar de existentiële ondersteuning van de bewoner, de levensbeschouwelijke begeleiding aangepast aan de wensen van de bewoner en waarbij de bedienaren van de eredienst en afgevaardigden van de centrale vrijzinnig raad de geschikte sfeer en faciliteiten vinden om hun taak te vervullen.