ZO MOET HET

werkpunten benoemen

Concreet, persoonlijk & vanuit de ik-vorm GESCHREVEN

Een werkpunt vergt wat meer aandacht dan een compliment. De volgende opmerkingen werden door leerlingen gegeven na een presentatie van een medeleerling en vertrekken vanuit een ik-boodschap:

  • Het lettertype van de PPT mocht iets groter, vond ik.
  • Ik vond dat je vaak “euh” zei.
  • De uitleg over ‘...’ was niet helemaal duidelijk voor mij.
  • Bij het deel over ‘...’ keek je te veel naar je PPT volgens mij.
  • Ik vind dat je moeilijk uit je woorden kwam, maar merk wel dat het al beter gaat tegenover een andere presentatie die ik al heb gezien van jou.
  • Ik vind dat je redelijk snel wordt afgeleid door je publiek.
  • Voor mij komt je houding op bepaalde momenten niet goed over (Je had je handen in de zakken).
  • Voor mij persoonlijk was jouw presentatie aan de korte kant, ik had persoonlijk graag meer over je onderwerp gehoord.
  • Ik had het zinvol gevonden als je op het einde van je presentatie een samenvatting of conclusie had vermeld.
  • Ik denk dat je wat moet werken aan je eindmedeklinkers, bv. bij de woorden als ‘niet’ en ‘dat’.
  • Ik vond het storend dat je ‘ge’ zei i.p.v. ‘je’.
  • Ik vond het lettertype van de titel niet zo duidelijk.
  • Ik vond het vervelend dat je bleef zitten. Je kwam daardoor gemakzuchtig over.
  • Ik vind dat je soms nonchalant overkwam.
  • Ik miste visuele ondersteuning bij je presentatie.
  • Ik vond het vervelend dat de Prezi niet meer in presentatiemodus stond na de eerste video.
  • Ik vond dat je niet altijd naar ons keek.
  • Ik vind dat er te weinig structuur in je presentatie zit.
  • Het volume van de filmpjes had naar mijn mening iets luider mogen staan.
  • Ik zou een beetje trager praten want een aantal dingen werden zo onduidelijk.
  • In de PPT stond er een verwarrende grafiek, vond ik. (Tip: benoem om welke grafiek het ging)
  • Ik vond de filmpjes iets te lang.
  • Ik vond dat je meer voorbeelden had kunnen geven.
  • Ik vond dat je een link met de actualiteit had kunnen leggen.
  • Ik vind dat je op het einde van de zin telkens omhoog gaat (met je intonatie) en dat geeft een onzekere indruk.
  • Ik vond het een beetje storend dat je telkens op het scherm moest drukken om een volgende zin te krijgen.
  • Ik vond dat je te veel nadruk legde op de structuur (bv. 2e puntje, nog een punt).
  • Ik vond dat je soms onzeker overkwam. (Tip: Kan dit nog specifieker geformuleerd worden? Hoe kwam dat? Lichaamshouding, aarzelingen, tekst uit het hoofd geleerd, …?).

Wanneer je afwijkt van het ik-perspectief, wordt de boodschap directer. hou DAAROM rekening met de draagkracht van je gesprekspartner.

In de volgende opmerkingen wordt er door de leerlingen afgeweken van het ik-perspectief:

  • Je gebruikt veel “ook nog”: "we hebben ook nog dit”, “er is ook nog dat”. Deze herhaling is storend.
  • Jammer genoeg stonden er in je presentatie slordige spelfouten (‘word’ i.p.v. ‘woord’, ...).
  • Je maakte alleen oogcontact met de leerkracht.
  • Je plaatste geen bron bij de cijfers die je gebruikte.
  • Je herhaalde de woorden “en nu mijn volgende punt” erg vaak.
  • Soms sprak je iets te snel.
  • Je gaf een voorbeeld dat je ergens had gezien, maar je had het volgens mij ook gewoon kunnen tonen.
  • Je ziet dat je de tekst uit het hoofd hebt geleerd, als je iets vergeet, blokkeer je.
  • Je had het over ‘...’ terwijl we nog niet wisten wat dat betekende.
  • Probeer geen pauzes te nemen in het midden van je zin.
  • Zorg ervoor dat het een beetje meer lijkt dat je zin hebt om te presenteren.
  • Je ging te snel voorbij aan de voorbeelden.
  • Je gaf een beetje te veel info in één keer. Het is beter om te focussen op enkele belangrijke verschillen of gelijkenissen.
  • Soms kwam wat je zei niet overeen met wat op je PPT stond.
  • Je keek vaak naar dezelfde richting waardoor het voor mij leek alsof je de andere helft van het publiek verwaarloosde.
  • Probeer oogcontact te maken met heel je publiek en niet in één richting te kijken en staan.
  • Je had misschien een filmpje kunnen laten zien over ‘...’.