Vermijd negatieve woorden zoals niet of geen en focus op wat je wél wilt. In plaats van “Maak geen lange tekst” zeg je beter “Schrijf een beknopte en overzichtelijke tekst van maximaal 100 woorden.” Als het resultaat niet helemaal goed is, kun je vriendelijk herformuleren en aangeven wat wél werkt.
Bepaal welke rol de AI moet aannemen. Moet het model zich gedragen als een ervaren leerkracht, een creatieve kok of een deskundige programmeur? Door AI een duidelijke identiteit te geven, krijg je beter afgestemde antwoorden.
Dit is het kernstuk van je prompt. Hoe gedetailleerder je uitleg, hoe nauwkeuriger het resultaat. Denk aan spelregels voor een educatieve quiz, het aantal voorbeelden dat je wilt, hoe het proces verloopt en welke beperkingen er gelden, zoals tijd of scoreverdeling.
Geef aan in welk formaat je de output wilt ontvangen. Moet het geschikt zijn voor een presentatie, tekstbestand of een website met specifieke kleuren of een bepaalde lay-out? Door deze details vooraf te benoemen, bespaar je tijd en voorkom je onnodige aanpassingen.
Voor wie is de output bedoeld? Een tekst voor een leerlingen van het 1ste jaar vraagt een andere schrijfstijl dan een uitleg voor een laatstejaarsstudent. Door het niveau en de doelgroep te specificeren, wordt de respons veel relevanter.
Vergeet niet dat je taalmodel een chatbot is. Ga in gesprek met je AI-assistent en blijf verfijnen totdat je het gewenste resultaat bereikt.