Elke docu heeft een aantal ingrediënten. Hier zie je een voorbeeld van hoe je je docu kan opbouwen. Je kan daar losjes van afwijken als jouw docu daarom vraagt.
Hieronder worden de onderdelen inhoudelijk beschreven.
In de intro probeer je de kijker te verleiden om je documentaire te gaan kijken.
Twee hulpmiddelen:
Geef een goed idee van wat je wil gaan onderzoeken. Wat is je onderwerp en wat is je onderzoeksvraag? Wat hoop je te bereiken? Dat hoef je niet letterlijk te vertellen, maar de kijker wil wel een idee krijgen van waar we naar gaan kijken.
Geef de kijker het gevoel dat jij deze documentaire graag wilde maken. Wat heb jij met het onderwerp? Waarom wil jij graag een antwoord op je onderzoeksvraag? Wat wil je aan de kaak stellen? Welk resultaat wil je behalen? Waarom is dit voor jou belangrijk? Ook dit hoef je niet letterlijk te vertellen, en jij hoeft ook niet op beeld, maar de kijker wil er wel iets bij voelen.
In het midden probeer je antwoord te krijgen op je hoofdvraag.
Deelvragen:
Je onderzoeksvraag deel je op in (ongeveer) drie deelvragen. Per deelvraag bedenk je weer een stuk of vijf vragen.
Ga naar de pagina Deelvragen om te leren hoe je op een leuke manier aan interessante deelvragen kan komen.
Ga naar de pagina Creatieve middelen en kies er een uit om de deelvraag mee te beantwoorden.
Rustpunten:
Een stukje waarin geen informatie wordt gegeven maar alleen beelden met muziek eronder. Teveel informatie is vermoeiend en wordt toch niet onthouden. En less is more: wat er overblijft wordt zo juist beter onthouden.
In de conclusie geef je antwoord op de onderzoeksvraag. Dat antwoord kan je op verschillende manieren verwerken in je slot:
Iets dat je door deze documentaire te maken bereikt hebt of hoopt te bereiken.
Een aanbeveling aan je kijkers, of andere personen.
Een oproep, aan je kijkers, of aan andere personen.
Het antwoord op je onderzoeksvraag kun je zelf geven of duidelijk laten worden door antwoorden uit interviews.