Het dialect van Zutendaal

door Jean Menten

Met toestemming hier geplaatst door Carlos Montfort

Deel 2: Woordenlijst van het Nederlands naar het Zutendaalse dialect

Vertalende woordenlijst van het Nederlands naar het Zutendaalse dialect

Voorwoord

Het tweede deel van mijn Zutendaalreeks is een eenvoudige vertalende woordenlijst van de Nederlandse standaardtaal naar het Zutendaalse dialect. In deze woordenlijst wordt er geen verklaring of andere uitleg omtrent het woord of lemma gegeven. Dit wordt voorbehouden voor de volgende delen van de reeks waar dieper ingegaan wordt op de woordvorming en de betekenis ervan.

Ik heb een sterke beperking doorgevoerd wat betreft de samenstellingen en de afleidingen. Net zoals in de standaardtaal kan men ook in het dialect schier eindeloos samenstellingen en afleidingen vormen. Enkele voorbeelden volstaan dan ook om de werkwijze aan te tonen. Aangezien ik het werk beknopt gehouden heb, heb ik mij overwegend ook beperkt tot de hedendaagse woordenschat.

Het hoofddoel van deze woordenlijst is niets meer dan een richtlijn te geven naar de spelling zoals ik ze in het vorige deel voorgesteld heb. Daarom heb ik ook geopteerd voor een alfabetische ordening in plaats van een indeling naar begripsvelden.


Lees verder onder de knoppen.


Met de knoppen hieronder kun je naar de alfabetisch gerangschikte woordenlijsten gaan.

Een woordenlijst

Met dit tweede boek wil ik een beknopte woordenlijst van het Zutendaalse dialect meegeven. In deze woordenlijst vertrek ik van de standaardtaal en geef hiervoor het Zutendaalse equivalent. Het is een gewone alfabetische opsomming van Nederlandse woorden met het Zutendaalse equivalent.

De volgende boeken omvatten een uitgebreide verklarende dialectwoordenlijst met voorbeelden en uitleg in het Nederlands.

Een woordenboek samenstellen

J. Cajot schrijft in de inleiding van "Hoe maak ik een dialectwoordenboek": regionaal taalgoed dat eeuwenlang heeft standgehouden, wordt met uitsterven bedreigd door de fundamentele veranderingen in onze levenswijze”. Er bestaan niet zo veel woordenschatverzamelingen van enige omvang. Lijsten van courante gebruikte woorden zijn er wel voldoende. Wat vooral jammer is, is dat er slechts een tiental uitgebreide woordenschatverzamelingen bestaan van voor 1950. Hierdoor is momenteel al heel wat oud lokaal taalgebruik verloren gegaan.

Wie een woordenschatverzameling wil opmaken moet eerst gegevens verzamelen. Aangezien de auteurs van dialectwoordenboeken bijna noodgedwongen dialectsprekers zijn, is het verzamelen van gegevens niet het grootste probleem dat overbrugd moet worden. De verzamelde gegevens verwerken is een ander paar mouwen.

Een spelling

De meeste menselijke talen maken bijna uitsluitend gebruik van klanken die bij het uitademen ontstaan. Vooral de tong en lippen kunnen een groot gamma aan verschillende klanken voortbrengen. Om deze klanken te kunnen neerschrijven moet elke klank één schriftteken hebben dat aansluit bij de schrijfen leesgewoontes van de doorsnee gebruiker. Dit wil zeggen dat er rekening gehouden moet worden met de Nederlandse spelling, de bestaande dialectspellingen, in casu de Veldekespelling, en desnoods wat gaan lenen bij het Frans, Duits en in mindere mate het Engels. Elk dialect heeft zijn eigen fonologisch systeem en daarom ook zijn eigen spelling. Een eigen spelling mag ook niet overroepen worden. Dialectspellingen zijn in feite niets meer dan varianten van elkaar.

De bronnen

De bronnen van een verzameling dialectwoorden zijn de aanbrengers van het te beschrijven begrip. Bestaande woordenboeken kunnen hulpmiddelen zijn om de verzameling te vervolledigen of te verklaren.

Hoe meer bronnen er gebruikt worden, des te accurater is de woordbeschrijving. De mondelinge bronnen vormen steeds het uitgangspunt van de verzamelfase. Het mag echter niet de enige bron zijn. Een woord en twee mondelinge bronnen kunnen twee nuances opleveren. Om te weten welke de juiste nuance is worden best meerdere bronnen zoals bestaande verzamelingen dialectwoorden geraadpleegd.

Zoals bijna elke woordenboekmaker ben ik vertrokken van een ongeordende verzameling notities. In een eerste stap heb ik het aanwezige alfabetisch geordend. Dit overzichtelijk geheel vormde de vertrekbasis. Deze basis toonde al onmiddellijk aan dat er nood was aan een spellingconventie. Het voorgaande boek is hiervan een gevolg. Spelling, grammatica, lokale benamingen, een kleine taalenquête, ... Ze vormen de fundamenten van het  woordenboek. Een andere keuze die gemaakt dient te worden is deze van de alfabetische of thematische aanpak. Ik heb gekozen voor een alfabetische aanpak, niet alleen omdat het overgrote deel van alle woordenlijsten alfabetisch is, maar ook omdat een thematische aanpak mij eerder geschikter lijkt voor een vergelijkende studie van dialecten. Alle dialectwoordenboeken zijn een verzameling van woorden en begrippen van het dialect met hun verklaring in het Nederlands. De woordenlijst Nederlandsdialect die in dit boek behandeld wordt, komt minder frequent voor. Het leek mij interessant om dit ook eens te proberen. Ik heb hiervoor een verklarend Nederlands woordenboekje als vertrekpunt gebruikt.

Wanneer de eerste geordende lijst opgesteld is, kan verder gewerkt worden. Om te beginnen moet men aan de toevallige vondsten het nodige belang hechten. Deze komen overwegend van mondelinge bronnen en zijn dikwijls minder vaak gebruikte woorden of uitdrukkingen. Voor woorden en begrippen die men zelf niet kent, dient men bevestiging van andere dialectsprekers te krijgen om niet op het verkeerde been gezet te worden. Het komt immers regelmatig voor dat een spreker die niet onmiddellijk op het juiste woord komt, er een eigen omschrijving van geeft of een eigen woord ter plekke uitvindt.

Er dient ook beslist te worden welke bronnen men gaat aanspreken. Ik bedoel hiermee dat men zichzelf een aantal beperkingen moet opleggen. Dit vergemakkelijkt het gestructureerd werken en markeert tegelijk ook een soort einde van de werkzaamheden. Indien er helemaal geen einde in het verschiet ligt, zakt daarenboven de motivatie en ebt de interesse weg. Voor het verklarend woordenboek heb ik de "Genker Woerdeleest" als uitgangspunt en als afbakening van de opdracht beschouwd. Ik heb het "Woordenboek van de Limburgse dialecten" als aanvulling gebruikt om het thema waaronder een woord of begrip van de woordenverzameling valt uit te werken en aan te vullen.

Voor dit tweede boekje uit mijn dialectreeks heb ik mij beperkt tot het Prisma verklarend Nederlands woordenboek. Dit is dan ook de verklaring waarom bepaalde woorden en begrippen niet in deze woordenlijst opgenomen zijn. Het lokaal taalgebruik bevat door zijn van oudsher agrarische oorsprong woorden en begrippen die niet in een klein woordenboek opgenomen worden. Ik hoop dit echter grotendeels te kunnen rechtzetten in het verklarend woordenboek.