Door met onszelf te vechten verliezen we onze zelfbeheersing

We behoren allemaal tot de ene (pechvogel) of de andere (geluksvogel) categorie.

We weten niet in hoeverre we het resultaat van ons handelen zelf veroorzaken. We zijn niet in staat de omvang van onze innerlijke krachten, waarvan we een nuttig gebruik kunnen maken, naar waarde te schatten.

Het is interessant dat de psychiaters de gevolgen van die strijd met onszelf geleidelijk aan leren begrijpen. Gedurende langere tijd hebben Wexberg en ik het concept ‘antisuggestie’ gehanteerd.

Wanneer een patiënt niet kan slapen of stottert of een ander verschijnsel heeft dat hem hindert dan vragen we hem dit symptoom expres op te roepen. Dat kán hij niet!

Wendel Johnson heeft ontdekt dat ieder symptoom verdwijnt wanneer men de patiënt vraagt het te produceren! De symptomen bestaan zolang als de patiënt ze bestrijdt. Telkens als men vecht, wordt een bepaalde functie gestoord.

Frankl spreekt van de 'paradoxe intentie'. Telkens als men iemand ertoe brengt het tegendeel te willen doen van hetgeen waaronder hij lijdt, houden de symptomen op. Knight noemt dit ‘negatieve praktijk’

Het is makkelijk te begrijpen dat we op het ogenblik waarop wij ophouden met onszelf te strijden, we de situatie in onze macht krijgen en de strijd niet hoeven voort te zetten.

We verliezen de beheersing over onszelf alleen maar door tegen onszelf te vechten.

Daarom is het nodig dat we onszelf accepteren zoals we zijn en het beste uit ons zelf te maken, om vrij te zijn. We moeten ons niet zo hevig bezig houden met wat we behoren te doen, wat ons zou kunnen overkomen en waarin we mogelijkerwijs zouden kunnen mislukken. We moeten ons niet bezig houden met onze ontmoedigingen en angsten. We hoeven ons alleen maar af te vragen:”Wat kan ik doen”.

We moeten leren onszelf op dezelfde manier moed in te pompen als onderwijzend personeel dat met kinderen behoort te doen. We moeten het roer omgooien en ons toeleggen op een totaal andere manier van omgaan met onszelf Zo kunnen we tot innerlijke vrijheid komen, een vrijheid die ieder van ons beslist bereiken kan.

Er bestaat een simpele waarheid die in de meeste fundamentele filosofieën te vinden is: je moet jezelf vergeten, of het tegenovergestelde treedt op: n.l dat je je geremd voelt.

Dat betekent dat we alleen dan voldoen aan de eisen die het leven stelt, wanneer we bereid zijn ons bezig te houden met de zaken die we in het hier en nu kunnen oplossen, met de problemen die we werkelijk moeten oplossen, in plaats van ons voortdurend er mee bezig te houden onszelf te bewijzen hoe goed of hoe slecht we wel zijn!

We moeten die eigenschappen gebruiken waarmee we voor ons bestaan uitgerust zijn. Navelstaren, en de strijd met onszelf, leiden slechts tot innerlijke wrijvingen die al onze energie opslokken, energie die we voor ándere taken nodig hebben.

We wijzen onze onderwijzers en leraren erop, de leerling die moeilijkheden met het leren heeft, duidelijk te maken:"Je zit tussen twee stoelen. Neem nu een beslissing. Ben je nu in wiskunde geïnteresseerd of is het voor jou van belang te ontdekken hoe goed of slecht je bent?" We kunnen niet tegelijk aan twee problemen werken. Het is onze taak ons met die problemen bezig te houden waarmee het leven ons nú confronteert.

Frankl had het voorrecht deze innerlijke vrijheid onder de meest tragische omstandigheden te vinden die een mens zich kan indenken, in de concentratiekampen van Hitler. Hier had hij alles verloren, zelfs het manuscript waaraan hij zo gehecht was en waarvan hij dacht dat het hem eens befaamd zou maken. Hij was dag in dag uit aan vernederingen en de voortdurende bedreiging van zijn leven overgeleverd. Hij ontdekte deze innerlijke vrijheid toen hij plotseling inzag: "Ik moet zien te ontdekken wat dit ogenblik voor mij betekent; ik moet een beslissing nemen wat ik er mee doe". Uit deze ervaring ontstond zijn boek 'Vom Todeslager zur existenziellen Analyse'.

Ook wij kunnen deze vrijheid vinden als wij ermee instemmen, dat wij er zijn om te participeren, om samen te werken, en het probleem op te lossen dat direct voor ons ligt en niet om roem te oogsten of fouten te vermijden. We hebben onze plaats omdat we bestaan! We zullen eens zien wat we ermee kunnen doen.

Door de volle aandacht te hebben voor het hier-en-nu kunnen we leren te ontdekken wanneer we moeten strijden en wanneer niet.

Lees verder: Twee kikvorsen ...