Velen hebben het ervaren als een profetisch moment: het slot van de viering in Washington National Cathedral, daags na de inauguratie van Donald Trump. Bisschop Mariann Edgar Budde hield daar een onverwacht, zachtmoedig en krachtig pleidooi voor barmhartigheid en liefde in deze tijd waarin deze waarden zeldzaam lijken te worden. Haar woorden van gebed heb ook ik ervaren als een bron van inspiratie. Vertaald klinkt haar hartenkreet als volgt:
Laat mij een laatste smeekbede doen, meneer de president.
Miljoenen mensen hebben hun vertrouwen in u gesteld, en zoals u gisteren tegen de natie zei, hebt u de voorzienige hand van een liefdevolle God gevoeld. In de naam van onze God vraag ik u om barmhartigheid te tonen voor de mensen in ons land die nu bang zijn.
Er zijn homoseksuele, lesbische en transgender kinderen in Democratische, Republikeinse en onafhankelijke gezinnen, sommigen vrezen zelfs voor hun leven. Dat geldt ook voor mensen die onze gewassen plukken, onze kantoorgebouwen schoonmaken, werken op pluimveebedrijven en in vleesverwerkingsfabrieken, die de afwas doen in restaurants en
nachtdiensten draaien in ziekenhuizen – zij zijn misschien geen staatsburgers of hebben niet de juiste documenten. Maar het overgrote deel van de immigranten zijn geen criminelen. Ze betalen belastingen en zijn goede buren. Ze zijn trouwe leden van onze kerken, moskeeën, synagogen en tempels.Ik vraag u, meneer de president, om barmhartigheid voor degenen in onze gemeenschappen wier kinderen vrezen dat hun ouders zullen worden weggevoerd. Ik vraag u om barmhartigheid voor hen die oorlog en vervolging in hun eigen land zijn vlucht. Dat ze hier compassie en een welkom vinden.
Onze God leert ons dat we barmhartig moeten zijn voor de vreemdeling, want ooit waren we allemaal vreemdelingen in dit land. Moge God ons de kracht en de moed geven om de waardigheid van ieder mens te eren, om in liefde de waarheid tegen elkaar te zeggen en nederig met elkaar en onze God om te gaan voor het welzijn van alle mensen. Het welzijn van alle mensen in dit land en in de wereld.
In de woorden van deze bisschop hoor ik niet alleen een oproep aan de president. Voor mij klinken ze als een opdracht voor ons allemaal. Een opdracht om ons uit te spreken voor die mensen voor wie weinig tot geen ruimte lijkt de zijn in deze wereld. Een oproep om niet te zwijgen wanneer er dingen gezegd worden die tegen onze christelijke waarden in gaan. En vooral hoor ik in haar dappere toespraak het verlangen dat we met elkaar in Godsnaam van liefde blijven leven en ons niet uitleveren aan haat of hoogmoed. Dat we ons blijven verbinden, ook wanneer dat pijn doet of haast onmogelijk lijkt.
Dat is geen opdracht voor presidenten en machthebbers alleen. Sterker nog, het kan misschien alleen in het gewone leven beginnen. Bij gewone mensen die geloven dat het kan.