Lazulivink

De Lazulivink.

 

                          Herkomst: Westelijk deel van Amerika en Mexico, waar dichte struik en boom groepen voorkomen.

Kenmerk: De man heeft een helderblauwe kop, hals, borstzijden, onderrug en stuit.

De teugels zijn grijsblauw.

Het voorste deel van de rug en de schouders zijn zwartachtig blauw.

Bovenborst is bruin, en de verdere onderdelen wit. Het oog is bruin, snavel en poten zijn zwartachtig bruin.

De lengte van deze vogel is 12 cm.

Het popje heeft roomwitte teugels, vleugelranden en oogleden. Bovendelen bruingrijs, bovenkop blauwbewaasd, oorstreek liohtbruin, voorzijde van de hals en borst zijn geelachtig bruin, de rest van de onderdelen is wit. De Lazulivink is nauw verwant aan de Indigovink, ook in hun gedrag komen ze met elkaar overeen. Nestelen doen ze in lage struiken. Het nest is komvormig en gemaakt van grashalmen. Bladeren en schorsdelen en bekleed met plantenvezels en haar. Ze leggen 3 tot 5 eitjes die lichtblauwachtig wit van kleur zijn. De eitjes worden in 13 dagen door het vrouwtje uitgebroed.

De jongen verlaten na 12 dagen het nest en zijn na 3 weken zelfstandig. Het zijn mooie vogels die in en ruime goed beplante volière goed tot hun recht komen. Helaas komen van deze vogels zo goed als geen import vogels meer binnen. In de volières kan men ze het beste een goed kanarie mengsel geven met wat negerzaad en gierst. Verder eivoer en levend voer zoals meelwormen en miereneitjes. Men kan ze ook fruit geven zoals appel en sinasappel. Dit soort zijn goede zangers die een aardig deuntje kunnen fluiten. Toch is het te hopen dat er nog liefhebbers zijn die deze vogels houden, want het zou jammer zijn als ze hier helemaal verdwijnen zouden.

 

J.T.M. Gielen.  (†)